„WAT IK ZEGGEN WOU.."
Toerrijders geplaagd
door regen en wind
Verstrekking
maaltijden
begonnen
22 lekke
banden
Harmonie „Eensgezindheid'
Recensie
Arrogantie
Afscheid van Ale
Geslaagd
DINSDAG 2 SEPTEMBER 1980
TEXELSE COURAMT
PAGINA 5
Directeur Tichelman (rechts) overhandigt ge
schenken. Ook mevrouw Dootjes werd niet
vergeten.
BRIEVEN VAN LEZERS-BUITEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDAKTIE
Ik heb mij zeer verwonderd, verbaasd
en geërgerd bij het lezen van de
recentie van onze muziekrecensent
W.B. Om te beginnen: W.B. stelt: "de
gevoelsrelatie met het publiek ontbrak".
Ontbrèk die? Dat moet op een groot
misverstand berusten. Wij, publiek,
hebben daarentegen intens zitten luis
teren. Geboeid niet alleen, maar ook
'gegrepen'. Juist omdat hier door de
uitvoerenden 'gevoel' werd vertolkt.
Juist omdat dit gevoel regelrecht op de
toehoorders werd overgebracht.
Verder is er een groot verschil tussen
'arrogantie' en 'zelfverzekerdheid'. Deze
laatste eigenschap moeten uitvoerende
misici per definitie bezitten, willen ze
iets van zich kunnen geven. Wij waren
geweldig blij met dit jonge, eminente,
ras-muzikale en enthousiaste ensemble.
En onder het luisteren kon ik alleen maar
denken: 'puur muziek' en regelrecht
vanuit het muzikantenhart 'gebracht'.
Als ik niet zeer stellig wist hiermee
namens velen te schrijven dan had ik
gezwegen.
Een criticus heeft de plicht zijn vak op en
uiterst voorzichtige wijze uit te oefenen.
In zekere zin bezit hij een grote 'macht'.
Laat hij dus altijd weer ten opzichte van
zijn kritieken... kritisch blijven! Op het
moment dat hij anderen zo ten onrechte
aanvalt, geeft hij zichzelf onbarmhartig
bloot en hij legt daarmee een frustratie
aan de dag waardoor hij niet de ander,
maar zichzelf 'te pakken heeft'.
Dat musici naast hun functie bij een
conservatorium ook nog concerteren is
alleen maar toe te juichen Daardoor
blijven ze levende, gevierde 'muzikan
ten'. De uitdrukking 'een aardig schnab-
beltje', was eveneens onder de maat
en onterecht.
Gelukkig, zeer gelukkig, noemde W.B.
het concert van het Gemini ensemble
van zeer hoog niveau en smetteloos.
Maar ik wil van harte opmerken dat er
ook nog - en in de eerste plaats - sprake
was van een grote bewogenheid bij het
publiek. Dat de musicus in staat moet
zijn die bij het publiek over te brengen,
daarin ben ik het volmaakt met onze
recensent eens!
E. van Woerden-Havelaar
Reeds enige tijd verschijnen in de
Texelse Courant recensies van muzikale
gebeurtenissen van de hand van W.B.
Recensies die ik met belangstelling dik
wijls gemengd met een lichte irritatie
lees, vanwege de betweterige toon en
de conclusies die W.B. trekt uit wat
hij/zij? hoort.
Die leidde bij het verslag van het
optreden door het Gemini ensemble tot
regelrechte ergernis, vooral over de
alinea, waarin ons even wordt verteld
wat dilettanten zijn en dat wij daar het
Gemini ensemble niet onder hoeven te
rekenen. Dit is juist, maar ik kwam niet
naar Oosterend op die avond om naar 'n
dilettanten gezelschap te luisteren. Zo
als W.B. al opmerkt hebben deze
mensen een goed (naar ik mag aanne
men) betaalde baan bij M.P.A of con
servatorium. Als je daarnaast ook nog
kamermuziek wilt bedrijven moet je daar
behalve de technische vaardigheid toch
vooral ook 'diletto' (plezier) in hebben.
Indien men de uren die aan de voorbe
reiding van zo'n programma besteed
worden in aanmerking neemt en telt
daar de reistijden en onkosten bij op,
dan denk ik dat er amper een modaal
uurloon uitkomt. Dat ik over de avond
als geheel niet helemaal tevreden was,
ligt aan een punt waar W.B. zegt geen
aanmerkingen op te hebben, n.i. het
programma. Dit bestond, afgezien van
het laatste nummer, geheel uit 18e
eeuwers en het is een heel moeilijke
opgave om met muziek uit deze periode
het publiek een hele avond te boeien.
Hier was wel wat meer variatie gewenst.
Opmerkelijk was dat tijdens het spelen
van het Divertimento a cinque van
Hendrik Andriessen iedereen weer
rechtop ging zitten. Neen als er sprake
was van arrogantie zoek ik die eerder bij
W.B. dan bij het Gemini ensemble
K. Modder.
Zaterdagmiddag is in de kantine van
het postkantoor in Den Burg officieel
afscheid genomen van de heer A.
Dootjes als PTT-medewerker. Dootjes
heeft 33 jaar bij de PTT gewerkt en
maakte als 60-jarige gebruik van de
mogelijkheid om vervroegd uit te tre
den. Hij verlaat de dienst kerngezond.
Dat is wat bijzonders, want zeer veel
van zijn collega's moeten er om ge
zondheidsredenen voortijdig mee stop-
pen.
"U bent de winnaar en wij en het
publiek de verliezer", aldus schetste
directeur Tichelman uit Den Helder de
situatie. Tichelman constateerde dat
•Dootjes onder publiek en collega's
populair is, zodat zijn vertrek wordt
betreurd. Dootjes had zo zijn eigen stijl
van praten en optreden; hij heeft zich
met een aantal andere leden van de
'oude Texelse PTT-garde laten kennen
als een keurrijke figuur. De scheidende
medewerker had een tweeledige func-
tie: hij was zowel kantoorhouder in
Oudeschild als medewerker op het kan
toor in Den Burg.
Agentschap
l\Aet het vertrek van Dootjes wordt in
Oudeschild een stukje postale historie
afgesloten, want het kantoor zal buiten
gebruik worden gesteld. In plaats daar
van wil de PTT een postagentschap
onderbrengen in een van de winkels in
Oudeschild. Voor het publiek is dat een
groot voordeel want postagentschap
pen zijn tegelijk met de betreffende
winkel geopend en dat is veel langer dan
thans het gewone postkantoortje open
is. Het is echter nog niet gelukt in
Oudeschild een gegadigde winkelier te
vinden. Zolang blijft het kantoortje in de
woning van Dootjes, gerund door een
vervangende kracht. "U blijft voorlopig
nog onze huisbaas".
Tichelman overhandigde onder meer
een tevredenheidsbetuiging van direc
teur Leenman en als geschenk een
industriebrander voor het bakken van
(zelfgevangen) vis. Bert Buijsman voeg
de daar namens de collega's nog wat
aan toe: een fraaie zeehengel. Ook
Buijsman onderstreepte het aangename
karakter van Dootjes en de prettige
relaties die hij daardoor met iedereen
onderhield. Als vakbondsman heeft
Dootjes in het verleden helpen strijden
voor de 48-urige, later de 40-urige werk
week. Een hartewens was om ooit nog
eens op 60-jarige leeftijd met pensioen
te kunnen gaan. Buijsman constateerde
dat ook laatsgenoemde wens nu in ver
vulling gaat. Dootjes toonde zich in zijn
dankwoord onder de indruk van de
enorme belangstelling van de zijde van
collega's en oud-collega's. De kantine
was stampvol. "Ik heb altijd beprobeerd
om mijn werk zo goed moegelijk te
doen. Ik wens jullie het beste voor de
toekomst: laten we op ons aller ge
zondheid wat drinken".
Agnes Bosma en Trudy Verberne
slaagden aan het Gemini ziekenhuis in
Den Helder voor het diploma ziekenver
pleging A.
Als deze van de auto gebruik
maken, wordt een vergoeding van
40 cent per kilometer gegeven. Het
bescheiden begin houdt in dat
thans nog slechts enkele keren per
week een maaltijd wordt verstrekt.
Het is de bedoeling het op meer
dere dagen en misschien zelfs wel
gedurende de hele week te gaan
doen.
Een goed functionerende ver
strekking van warme maaltijden is
van groot belang voor het zo lang
mogelijk zelfstandig kunnen laten
wonen van bejaarden. Om die
reden is de organisatie van de
maaltijdenverstrekking een taak
van ouderenwerker Nico Nagtegaal
van het dienstencentrum De Holle-
bol. Wie warme maaltijden wil ont
vangen kan zich elke maandag,
woensdag en vrijdag opgeven van
9.00-10.00 uur. in De Hollebol,
telefoon (02220) 2696 Ook nieuwe
vrijwilligers kunnen zich daar mel
den. De foto werd gisterochtend
gemaakt bij de eerste start. Te zien
zijn de vrijwilligers(sters),
keukenpersoneel van Irene" en
andere betrokkenen.
uur uit Vaals was vertrokken, pas om
negen uur 's avonds in Den Helder aan
kwam. De finish was in de garage van
Taxi 2000 in de Warmoesstraat, waar
champagne en gebak wachtten. Hier
overhandigde de jongste deelnemer
Albert Winter (15) de trofee aan de
oudste deelnemer Jan Huydink (45).
Het ereblijk was beschikbaar gesteld
door fietsenhandel Hoogland Sport uit
Haarlem. Aan de toertocht Vaais-Texel
deden twee personen meer mee dan
vorig jaar Op de foto, die wi| bij de
finish maakten van links naar rechts:
sponsor M. v.d. Wetering, Kees
Wonder, verzorger Co Lexmond, John
Huydink, Jan Huydink, Gijs Jansen,
Albert Winter, Simon Appel, Bas
Drinkwaard, Barend Bakker en Dirk
Bakker.
Gisterochtend is een begin ge
maakt met het regelmatig ver
strekken van warme maaltijden
aan mensen die daartoe niet
zelf in staat zijn. Het is een
bescheiden begin. Er wordt
thans gewerkt met zes mede
werkers, die zestien klanten,
verspreid over heel Texel bedie
nen. De maaltijden worden
klaargemaakt in de keuken van
„Irene" en van hieruit door de
vrijwilligers per auto of fiets
naar de mensen gebracht.
De (complete) maaltijden
bevinden zich in bakjes van dun
aluminium. Deze worden in een
isolerende doos gedaan, waardoor
de boel goed op temperatuur blijft.
Uitbreiding van het warme maal
tijdensysteem is mogelijk als zich
nog meer vrijwilligers aanmelden.
De toertocht Vaals-Texel, die za
terdag onder auspiciën van Taxi 2000
werd gemaakt, was bepaald geen
makkie. De renners werden ge
plaagd door voel regen en wind. Het
natte weer was er de oorzaak van
dat de deelnemers maar liefst 22
keer met lekke banden te maken
kregen, zodat het aantal reservewie
len dat in de begeleidingswagen
werd meegevoerd, niet toereikend
was.
Het herhaaldelijk verwisselen en re
pareren kostte zeker twee uren, waar
door de groep, die 's morgens om vier
FEUILLETON
door Tom Lodewijk.
34. „Daar is 't begin", zei de burge
meester. De politiemotor met zijspan
kwam aangereden. De jonge inspecteur
Boes, volijverig onder het oog van de
hoogste chef, sprong er kwiek uit,
inspecteerde met een gewichtig gezicht
de ordemaatregelen, die overigens over
bodig waren, salueerde stram naar de
burgemeester, die vriendelijk terugwuif-
de, en raasde toen weer weg, Vreehorst
;de indruk gevend dat het rustig kon
Slapen zolang hij waakte.
„En nou komt er een hele tijd niks",
voorspelde Jaap, maar hij was mis,
want in de verte klonk het ritmisch
"gebonk dat de tamboers aankondigde.
Halzen werden gerekt, iedereen deed
een pas naar voren als zou men het dan
nog beter kunnen zien.
Gerard Markman huiverde even, on
danks de nazomerse warmte. Wat was
er allemaal in dat jaar gebeurd. Hij had
voet bij stuk gehouden, was afgetreden,
maar prompt hadden ze hem tot ere
voorzitter gemaakt. En het was hem
goed aan het verstand gebracht, dat dit
geen thuisbaantje was, maar dat men bij
de harmonie op hem rekende zolang hij
het ene been nog voor het andere zetten
kon. En nu stond hij hier, jawel, aan de
kant, maar het was nog altijd zijn
harmonie en hij stond vlak naast de
burgemeester.
Buiten het hek klonk applaus en daar
knorde de inspecteur met zijn motor
zijspan al weer de oprijlaan op, parkeer
de de motor tegenover het bordes en
stelde zich op in krijgshaftige houding,
onder de goudgerande klep van zijn
uniformpet steels speurend of de aardi
ge meisjes, die talrijk aanwezig waren,
voldoende onder de indruk kwamen van
zijn martiale gestalte.
En nu nu waren ze er.
Voorop Bert Bakker met zijn grote
kolbak. Hij gooide zijn staf omhoog,
zodat de zilveren knop de vonken ving
van de zon. De trommen dreunden,
zilveren trompetten bliezen een fanfare,
nog enkele roffels en dan klonken de ijle
tonen van de pijpers onder de bomen.
Daar liepen ze, de jongens, vol trots in
hun donkergroene pakjes met de goud
gebiesde kwartiermuts, met witleren
koppels, in diepe aandacht voor hun
trommen, daar kwamen de meisjes met
hun witte laarsjes, de trompetten met de
keurige vanen ritmisch heen en weer
bewegend, want Bert Bakker had ze
terdege getraind. Een keurig uitgevoer
de manoeuvre, de kapel maakte halt en
front, en op een teken van meneer
Korsten, die nu voor het gehele front
stond, zette de kapel de voor deze
gelegenheid ingestudeerde feestmars
in. Meneer Korsten had eer van zijn
werk, allemaal kwamen ze aan de beurt,
de pijpers en de meisjes met de bazui
nen en het hele korps, en de tamboers
gaven een nummertje drummen weg
dat je horen en zien verging. Van alle
kanten klikten fototoestellen.
Met een daverende fanfare sloot de
mars af en er viel een diepe stilte, waarin
de stem van de burgemeester aanvan
kelijk ijl opklonk.
Hij wenste „zijn" harmonie geluk op
deze grote dag. Na het concours was
geen terugval gekomen, integendeel, de
harmonie was nog meer opgebloeid,
innerlijk en uiterlijk versterkt.
„Ik weet niet", zei de burgemeester,
„wie honderd jaar geleden op het idee
gekomen is, het korps, dat toen nog in
de kinderschoenen stond, de naam
„Eensgezindheid" te geven. Hij heeft
een vooruitziende blik gehad. U allen
staat hier, van elkaar gescheiden door
belangen, principe en milieu misschien,
maar eensgezind. Als beoefenaars van
de muziek, als inwoners van Vreehorst.
En ik weet dat het niet zonder moeite
gegaan is, daarom is het zo veel meer
waard maar u hebt die eensgezind
heid weten te bewaren. Het resultaat
daarvan zien wij thans voor ons in een
korps, dat zich met ieder ander korps
meten kan. Niet alleen in uiterlijke pronk
en praal, maar vooral in de kwaliteit van
zijn prestaties. Want laten we bij alle
show, die er nu eenmaal tegenwoordig
bijhoort, niet vergeten, dat de beoefe
ning van de muziek ons doel is. Dit wil ik
vooral de jongeren op het hart binden.
Laat je niet verblinden door een mooi
pakje, maar stel er een eer in, ook later,
werkend lid van de harmonie „Eens
gezindheid" te zijn.
„O zo", zei Cuvelier tevreden, „dat
kunnen die snotneuzen in d'r lui zak
steken".
Het was de nieuwe voorzitter, Arie
Smits, die keurig de burgemeester
bedankte. („Onze Arie doet het netjes",
zeiden de harmonisten) en zich toen
richtte tot de erevoorzitter, voor wie die
een grote dag moest zijn.
„Nou meneer Markman", zei de
burgemeester, „daar kunt u niet van
tussen. We zijn tóch aan 't speechen, en
nu zult u zich toch moeten laten horen".
Gerard Markman zat nooit om een
woord verlegen, maar nu had hij het
toch te kwaad.
„Mensen", zei hij, „wat moet ik
zeggen? Ik ben alleen maar blij en alleen
maar dankbaar, en hartstikke trots op
jullie en onze harmonie. Ik zou zeggen,
meneer Korsten, speel het Wilhelmus en
laten we dat allemaal meezingen, dat
klinkt beter dan een speech van mij!"
ledereen lachte, tot de zware koper
klank de psalmwijs van het volkslied
deed horen, en toen eerst aarzelend,
toen vrijmoediger, allen meezongen het
eeuwenoude lied onder de bomen van
het raadhuispark. De meisjes met de
bazuinen stonden roerloos, de tamboers
stram in de houding; Bert Bakker stond
als een pilaar en zag alleen zijn Rietje,
die daar aan de overkant met haar grote
blauwe ogen terugstaarde en niet ge
noeg kon krijgen van haar Bert, die het
zo ver had gebracht.
Toen kwam hij weer tot zichzelf, want
de harmonie zou „met het volle werk"
afmarcheren voor een mars door Vree
horst. De trommen gaven het ritme aan,
Bert marcheerde vooruit, strak, niets
ziend, volledig geconcentreerd, luiste
rend of misschien een van zijn pupillen
de zaak „van eieren" zou durven
maken.
En daar marcheerden ze langs, alle
maal. In de achterste gelederen stapte
Cuvelier met zijn trombone. Hij leek
volledig in de muziek op te gaan, maar
toen hij langs Rietje kwam, draaiden zijn
ogen opzij. Ze zag hem aan en ze
dachten allebei aan hetzelfde.
„Zag je 'm?" sniklachte Rietje, „zag
je 'm knipogen?"
De kop van de stoet verdween uit het
gezicht. Vanaf het bordes zag Gerard
Markman, aarzelend zich omdraaiend
om binnen te gaan, nog hoe de zon
speelde met de gouden letters op het
oude, met kransen en medailles behan
gen vaandel van de Harmonie „Eensge
zindheid".
EINDE