De toekomstige veerhaven
van Den Helder... -
„De man,
T die niemand werd"
T9M IBIJDAG 21 NOVEMBER 1980
TEXELSE COURANT
PAGINA 11
S»
•V1<V r
Nico Bakker van het Archrtekten-
buro Alkema uit De Koog maakte
deze vogelvluchttekening van de
toekomstige veerhaven van Den
Helder. Afwijkend van de bestaande
situatie zijn het havengebouw 11), de
dubbetdeksbrug (2), het hek waar
mee het opstelterrein is afgesloten
(3), de nieuwe drive-in loketten voor
automobilisten (3a); verkeerstoren (4),
de standplaat a voor ambulance en
taxi (5), de bushalte (6) en de toe-
voerweg over de havendam(7).
Verder is op de tekening te zien:
Lands End „Peperhuisje" (9), be
staande (krve-in loketten (10),
bastaand marinegebouw (11).
FEUILLETON
16. De wetten kwamen alleen in actie,
als je de praktische bezwaren niet wist
te overwinnen. Wanneer hij handelde,
moest het klinisch-schoon gebeuren.
Men zei wel, dat de perfecte misdaad
niet bestond, maar Gerard zou de lui
niet graag de kost geven die heerlijk
leefden van hun onrechtmatig verwor
ven gewin, zonder dat de politie hen kon
grijpen of misschien zelfs enig vermoe
den had van misdaad.
Hij geloofde ook niet in de verhaaltjes,
waarin de politie wordt afgeschilderd als
een stel stomme dikkoppen en was er
integendeel van overtuigd, dat deze
jongens hun stiel verstonden, dat het
apparaat een hoge graad van perfectie
had bereikt en dat je van zéér goeden
huize moest komen om de Harmandad
te slim af te zijn. Maar Gerard be
schouwde zichzelf als een ver boven de
middelmaat uitstekende man - wat hij in
bepaalde opzichten inderdaad was. Koel
berekenen, rustig overwegen, alle mo
gelijkheden overzien, geen gaatje open
door TOM LODEWIJK. i
k »i i i
laten, zo ging het in zijn dagelijks werk
en zo zou het ook hier gaan.
Plotseling gebeurden er twee dingen,
die hem een impuls gaven en een kans
boden.
Hij had (particulier) een gewaagde
speculatie ondernomen met betrekking
tot een der nieuwe Afrikaanse staten.
Toen op een kwade dag een jonge 'ko
lonel' in een uniform met veel goud op
het televisiescherm verscheen en ver
klaarde dat er een nieuwe regering was
gevormd, wist Gerard dat de bejaarde
president met zijn dikke lippen en
slimme spleetoogjes niets meer te ver
tellen had. Hij was beschuldigd van
spelen met het landsbelang ten voordele
van het Westerse kapitalisme en kolo
nialisme en Gerard wist dat die beschul
diging niet eens ongegrond was. Maar
inmiddels was de speculatie mislukt,
zou hij zijn geld niet terugzien en had hij
een behoorlijke veer moeten laten. Nog
eens te meer verwenste hij zijn afhan
kelijke positie, die hem niet toeliet naar
willekeur met het geld van Lazare Et
Montferlant te speculeren.
En vrijwel tegelijk kwam de uitnodiging
om een causerie te houden op de ver
gadering in Utrecht. De vergadering zou
gevolgd worden door een diner.
De impuls gaf hem het bericht uit
Afrika, de kans bood hem deze uit
nodiging en zonder dat hij het zelf
bewust ervoer, stond zijn besluit vast.
De uitnodiging was natuurlijk ruim op
tijd, hij had een volle maand om alles
voor te bereiden. En dat gold niet alleen
een technische, maar ook een psy
chologische voorbereiding. Zijn verhou
ding tot Yvonne diende boven iedere
verdenking verheven te zijn. Zijn activi
teit ten bate van het bedrijf moest
duidelijk zijn voor ieder. Er diende een
sfeer te worden geschapen, waarin
niemand, ook maar éen ogenblik de
mogelijkheid zou overwegen, dat hij,
Gerard de Rheede, zelf
En verder diende het plan zelf tot in alle
onderdelen geregeld. Hij moest het
allemaal alleen doen, hoevele stoute
ondernemingen waren niet mislukt
doordat de keten niet sterker bleek dan
de zwakste schakel... om maar niet te
spreken van de kans op chantage?
Het nemen van het besluit werd een
ondergeschikte zaak in verhouding tot
de organisatie ervan. De speler Gerard,
de speculant, greep met beide handen
de uitdaging aan, alles te wagen om
alles te winnen.
De deadline, de dag waarop het moest
gebeuren, was de 18de februari.
Yvonne Lazare begon te geloven, dat
ze juist gezien had.
Langzamerhand was Gerard, na zijn
Amerikaanse reis evenwichtiger gewor
den en was ook zijn houding tegenover
haar veranderd.
"Naar die gala-voorstelling in de Stads
schouwburg ga je zeker niet?", had ze
een beetje misnoegd gevraagd, de uit
nodiging op zwaar geschept papier
bekijkend.
"Wanneer is het?"
"Vandaag over veertien dagen".
Ze verbaasde zich, dat hij zijn agenda
opviste uit zijn binnenzak.
"Jij wou er zeker graag heen?", vroeg
hij.
"Ja", zei ze, "maar alleen ga ik niet".
"Wil oom Guy niet mee?" Hij moest
niet al te snel van koers veranderen.
"Die zit dan in Frankrijk".
"Ach zo ja - hoor es Yvonne, ik weet
het natuurlijk niet, in twee weken kan
zoveel gebeuren, maar ik heb voor die
avond nu nog niets. En we zijn al zo'n
tijd niet samen uit geweest, niet?"
"O Gé", zei ze dankbaar, "weet je dat
je me daarmee een groot plezier zou
doen?"
"Nou ja", zei hij een beetje achteloos,
"ik vind het zelf ook niet zo onple
zierig".
"Zo'n barre toneelman ben je anders
niet", lachte ze.
"Nee, maar om samen weer es tussen
de mensen te zijn-samen, dat vind ik
best leuk. Na afloop een etentje bij
Dikker en Thijs - met de Van Rooyens
o4 zo?"
Ze was blij als een kind, merkte hij.
Niet minder verheugd was Yvonne,
toen hij zich vrij maakte om met haar
bij een binnenhuisarchitect te gaan
praten over de modernisering van de
benedenverdieping van hun landhuis in
het Gooi. Voor Gerard kon het niet beter
treffen. Ze waren juist bezig dit huis
opnieuw in te richten, toen....
Het was goed gezien, de psycholo
gische oorlogvoering niet te verwaar
lozen. Maar hij kon het niet opbrengen,
weer iets van de oude genegenheid te
tonen, omdat dit alles hem nog duide
lijker maakte hoe Yvonne hem bleef
vasthouden, hoe noodzakelijker het was
dat hij haar kwijtraakte, Yvonne zelf,
verheugd over zijn kleine attenties, kon
op zo'n avond alles vergeten, maar als
ze dan de volgende dag weer alleen zat,
kwam het oude verdriet weer terug. Hoe
aardig, hoe charmant kon Gerard zijn,
vooral in bijzijn van anderen, maar de
muur tussen hen bleef. Het huwelijk,
waarvan ze zoveel had verwacht, was
nu aangeland op het plan van het ver
standshuwelijk, waarin twee mensen
beschaafd en wellevend met elkaar
omgingen en de eendracht het gebrek
aan eenheid maskeerde.
Gerard merkte het wel. Dat was het
gevaar van zijn nieuwe koers, dat
Yvonne weer ging zweven op haar
dromerige idealen van vroeger. Gelukkig
dat het niet zo behoefde te blijven
duren, gelukkig dat er een dead line was
- hij glimlachte. Dead-line - lijn des
doods - een zeer toepasselijke uitdruk
king.
Hij schreef dat hij de uitnodiging voor
de vergadering in Utrecht gaarne aan
nam en waarover hij zou gaan spreken.
Hij schreef enkele collega's, die hem
benaderd hadden voor een gezamelijke
actie bij de Vereniging voor de Effecten
handel, dat de vergadering in Utrecht
hen een prachtige kans bood. Ze zou
den dan de volgende morgen in het
hotel zelf een conferentie kunnen
hebben en samen gaan lunchen.
En het lukte allemaal.
De datum stond dus vast.
Nu moest het vage plan, dat hij zich
gevormd had, tot in de kleinste details
worden geregeld.
In grote trekken was dat al gebeurd.
Hij zou naar de vergadering in Utrecht
gaan en daar spreken, 's Avonds het
diner.
Hij zou in het hotel blijven logeren en
ervoor zorgen dat zijn vertrek naar zijn
kamer goed werd opgemerkt, zowel
door het hotelpersoneel als door de bij
het diner aanwezigen.
Hij kende het hotel, hij had er vaker
gelogeerd en was van plan dit in de
komende weken nog enkele malen te
doen. Er was een personeelsuitgang, die
praktisch nooit werd afgesloten, omdat
in dit grote bedrijf wanneer de een naar
huis ging, de ander alweer 'opkwam'.
(wordt vervolgd)