Boswachter: zomerwerk is vooral surveilleren „IK KENDE DAT PLANTJE NIET DUS GING IK ER BOVENOP STAAN" 10 19 1IJDAG 6 FEBRUARI 1981 TEXELSE COURANT PAGINA 9 lading krijgen. Als nu iemand de stam metjes die langs de kant van de weg liggen meeneemt dan gapt hij niet zozeer van Staatsbosbeheer, maar van die onderaannemer. En die hebben hard genoeg gewerkt om het hout voor ver voer gereed te maken." Zijm vertelt dat het vaak genoeg gebeurt dat mensen komen melden dat het een 'groene auto' was waarmee de illegale sprokkelaars aan het werk waren. Aan dat soort vage gegevens heeft niemand echter iets. Bij illegale sprokkelaars moet het nummer bord genoteerd worden. In gevallen waarbij het nummer wel genoteerd was, is menig maal een paar kuub gestolen of uit een schuurtje gehaald. Jan Ziim inspecteert de vergunning van twee sprokkelaars. nLJ3 4 g „We zullen het rondje maar even maken. Dan kunnen we dei onderweg praten," zegt Jan Zijm als we naar zijn rode auto toelopen. 11 c Achterop staan de letters ML. ,,Veel mensen vragen wat dat be n tekent", zegt Zijm. ,,Da's heel eenvoudig. Het staat gewoon voor Ministerie van Landbouw." En later, als we over de Westerweg in de richting van de Dennen rijden: ,,Je verwacht misschien niet dat een boswachter in een rode auto rijdt. Maar dat komt, dit type wordt door de fabriek alleen maar in rood, wit en blauw geleverd. Niet in groen, zoals het best bij het beroep past. Zouden we in groen willen rijden dan zou Staatsbosbeheer alle auto's in die kleur moeten laten over spuiten en dat is nogal een dure grap. Die rode auto heeft trouwens wel consequenties. Staat er opeens iemand met een brief te 7t wapperen. „Postbode, wilt u hem even meenemen?" Dat doe ik dan gerust. Het is logisch dat de mensen deze auto voor een postauto de^aanzien. n Jan Zijm is geleidelijk in het vak van boswachter gerold. Vanaf 1949 werkte hij 's winters als bosarbeider. Zijn eerste klus was het plukken van dennenappels. Dat ging om het zaad. Zijm vond het geen eentonig werk. ,,Je zat met een aantal jongens in de bomen en je had veel plezier. De bomen stonden toen nog dichter op elkaar. Je kon wel uit twaalf bomen plukken zonder een keer op de grond te komen. Dan stapte je gewoon van de ene boom naar de lan andere. Als ik 's winters zo'n vijf maanden bij Staatsbosbeheer had ge- nkqj werkt, dan had ik tegen de zomer best I wel zin om naar mijn andere werk te gaan. Dat was op het land bij boerderij Vredelust van de familie Zoetelief." Na vijf jaar vroeg Staatsbosbeheer of hij zijn winterse werk in het bos niet wilde verruilen voor een vaste aanstel ling, Ik voelde daar niet zoveel voor. Voor de winter vond ik het werk in het bos wel leuk, maar om het nu een heel jaar te doen, dat was toch een beetje teveel van het goede. Ik ben toen bij Daalder gaan werken, aannemer voor Rijkswaterstaat. Ik ben daar vijf en een half jaar geweest. Op het laatst als chauffeur op vrachtauto's en draglines. Op een gegeven moment waren we bezig met een fietspad door de bossen. Toen heb ik tegen de bosopzichter gezegd: als er een kans is wil ik best bij Staatsbosbeheer komen werken." F nd Barbeque We rijden verder en komen bij de openbare barbequeplek in het bos. Een bron van zorg en vernielingen? ,,Ach", zegt Zijm, ,,het valt wel mee. Je weet natuurlijk wat het voor een plek is. In de zomer wordt hier 's avonds meestal feestgevierd. Er worden dan porties vleeg gegeten, waarvan de mensen als ze thuis waren zouden zeggen: 'ik hoef het niet.' Maar hier is het gezellig en avontuurlijk en eten ze het graag op. Het zijn vooral veel Duitsers die er gebruik van maken. Om de zaak onder controle te houden ga ik meestal 's avonds om zo'n uur of tien, elf in uniform en met de hond aan de lijn een ronde maken, zodat de mensen zien: hé, er is een boswachter. Laten we ons netjes gedragen. Als het eenmaal don ker is, wil ik er met de autoschijnwerper nog wel eens overheen schijnen." Zijm zegt datje soms wel van mensen hoort dat het gevaarlijk is, zo'n open barbequeplek in het bos. Er wordt dan meteen aan bosbrand gedacht. Maar de plek is midden tussen de loofbomen die veel minder vatbaar zijn voor vuur dan naaldbomen en bovendien voorkomt een legale barbequeplek dat mensen zelf een geïmproviseerde barbeque op een int Rien sans peine Die kans kwam op 15 maart 1966. Vandaar dat Zijm binnenkort vijftien jaar in dienst van Staatsbosbeheer is. In het begin werkte hij in de kwekerij aan de Rozendijk. Op een gegeven moment spoelde bij erge storm een stuk hout op het Texelse strand met een vreemde tekst. Zijm vond het en nam het mee naar het gebouwtje van de kwekerij. Niemand kon de tekst ontcijferen. Tot een heldere geest ontdekte dat het Frans was. Er stond: 'Niets zonder moeite', een tekst die ervoor gemaakt scheen om bij de kwekerij te bevestigen. De plank hangt nu nog aan het ge bouwtje. In zijn begintijd werkte Zijm vier jaar met de motorzaag in het bos. ,,Die zagen van toen, waren wel even wat anders dan de tegenwoordige. De tril lingen gingen dwars door je lichaam heen. Door die trillingen moest ik na vier jaar geopereerd worden en na die operatie zei de dokter: je mag nooit meer een motorzaag vasthouden." Cursussen Reden voor Zijm om een tiental cur sussen te gaan volgen, waarvan acht aan de bosbouwpraktijkschool in Arn- S hem. Hij wilde best boswachter worden maar de moeilijkheid was dat daarvoor op dat ogenblik geen vacature op Texel was. Er werd gevraagd of hij niet over geplaatst wilde wordenIn Overveen was een mogelijkheid en ook in Noordwijk kon een boswachter geplaats worden. ,,Ze zagen echter wel dat ik niet veel zin had om van Texel af te gaan. Als ge- maatregelen zag. We zijn inmiddels een stuk de Randweg afgereden en slaan links af een zandpad inDe Biesbosweg. ,,Dit soort paden, die niet zijn afge sloten, daar mag je met de auto rijden," zegt Zijm. ,,lk ben er altijd tegen ge weest om deze wegen voor auto's af te sluiten. In de zomer zie je vaak dat ouderen er met de auto inrijden en ge zellig een middag in het bos zitten. Maar wat er nu gebeurt is dat die paden kapot worden gereden. Ik heb er geen enkel bewijs voor, maar als je de diepe sporen ziet dan denk je aan stroperij of aan een vossenjacht. De paden zijn met hoge snelheden kapot gereden. Ik heb ook wel eens van mensen gehoord dat ze moesten wegspringen voor een auto die met hoge snelheid langs kwam rijden. We hebben wel geprobeerd de toestand van de wegen te verbeteren door er hooi overheen te leggen. Maar dan remmen die auto's een keer hard en wordt al het hooi weggeschoven. Het verdere tochtje over het zandpad toont inderdaad tal van gaten en kapot gereden plekken. Stroperij, merkt Zijm daar wel eens iets van? ,,Dat valt niet binnen mijn taak", zegt hij. ,,Leo Daalder is hier de jachtopziener. Maar als ik iemand op heterdaad betrap dan moet ik hem wel aanhouden. Dat is tot nu toe nog niet gebeurd. Ik ben niet zo happig om stropers aan te pakken. Het zijn hier nu niet direct toestanden zoals op de Veluwe, maar toch gebeuren op Texel ook nare dingen. Een vogel wachter is in De Geul een keer achterna boren Texelaar stond ik helemaal niet zo te springen om overgeplaatst te wor den. Toen werd op een gegeven ogen blik een collega ziek en van hem heb ik het op Texel overgenomen. Later, toen hij weer beter was, hebben we een tijd samengewerkt. Dat kon makkelijk, want het werd steeds drukker." Op sommige gebieden heeft Zijm echt in het boswachtersvak moeten groeien. Ook toen hij nog met de motorzaag in het bos stond, wilde hij al graag excursies doen. Maar hij wist nooit zoveel van het bos en toen hij het eens vroeg zei zijn baas M. Mantje dan ook 'nee'. Maar later mocht hij toch een rondleiding doen in de Bleekersvallei. Met een er varen rondleider liep hij van tevoren de hele vallei rond. De man vertelde in rap tempo welke planten er stonden en welke bijzonderheden er te zien waren. Toen ze terug waren duizelde het Zijm. Een dag later heeft hij toch, zo goed en kwaad als het ging, een school rond geleid. Dat werd geen succes. „Zulke flaters wilde ik natuurlijk niet wéér maken. Dus ging ik vaker met iemand mee en ook trok ik er in m'n vrije tijd op uit. Zo langzamerhand begon je het terrein een beetje te kennen: kon je er iets zinnigs over zeggen. Ja, het ging lang niet altijd even perfect, hoor. Op een dag liep ik met een groep door de meeuwenkolonie in de Westerduinen. Zie ik me daar opeens een plant die ik helemaal niet kende. Ik was doodsbe nauwd dat iemand zou vragen wat voor een plant het was, dus ik denk: ik ga er bovenop staan. Ik stond op die plant en niemand vraagt iets. Komen we een stukje verder, staan er opeens een heleboel van die planten. Toen vroeg natuurlijk iemand het en moest ik er voor uitkomen dat ik het niet wist." Sprokkelen We waren inmiddels bij de Dennen aangekomen en aan de kant van de weg staat een volkswagen met een aan hangwagen vol hout. „Sprokkelaars", zegt Zijm, „dat mag hier. Er worden door ons sprokkelvergunningen uitge geven voor een tientje per stukje. Die waren altijd een jaar geldig. Maar we gaan het een beetje inperken. Er wordt ontzettend veel en fanatiek gesprokkeld hier. Tegen de avond staan ze nog vaak in de stromende regen hout in te laden. En als je dan hoort hoe ze over elkaar praten, dat is niet best. Vaak is iemand met een boom of zo bezig, waar een ander ook zijn oog op had laten vallen. We moeten dat echt wel een beetje in de hand houden. Wat ook wel gebeurd is dat er illegaal gesprokkeld wordt op plaatsen waar het niet mag. Dat gaat somsonder het motto: stelen van Staats bosbeheer is geen stelen, want dat hout is toch van ons allemaal Nu gaat het natuurlijk niet om de prijs van dat hout. Waar het wel om gaat is dat aannemers voor Staatsbosbeheer dat hout uit het bos halen en verkopen. De prijs van dat hout gaat per vrachtauto De vrachtauto wordt op een weegbrug gereden en het gewicht aan hout dat erop ligt is be palend voor de prijs die ze voor die gaan? „Ja", zegt Zijm, „ik oktober trek ik er altijd tussenuit. Dat is altijd net na de twee weken in september dat hier scholen zijn geweest. Het afgelopen jaar hadden we groepen uit Apeldoorn en uit Maassluis. Ze maken excursies, maar er moet ook gewerkt worden. Helm plan ten doen ze bijvoorbeeld, of het beleggen van paden met hooi. Vuilruimen in de Slufter is ook zoiets. Ik vind dat dit soort reisjes grote voordelen heeft. Iemand die zelf met helm planten bezig is geweest, zal nooit meer zomaar helm uit de grond trekken. Die weet, wat voor werk eraan vastzit. We hebben wel eens een groep gehad, die zag dat het werk van een vorige groep vernietigd was. Ik heb scholieren nooit zó verontwaardigd gezien. Ik vind dat een heel belangrijk stukje opvoeding in zo'n weekje op Texel zit." „We hebben eens een groep gehad uit Winschoten. De helft daarvan had nog nooit de zee gezien. Toen we bij de zee kwamen, vlógen ze erin, met de kleren nog aan. 's Avonds kwam Cor Ellen een lezing houden. Dus gingen ze de volgende ochtend prompt allemaal jutten. Toen ze teruggingen gooiden ze flessen met briefjes overboord. Als je bedenkt dat 70% van het werk in de zomer bestaat uit surveilleren, dan zijn dergelijke weken erg leuk", zegt Zijm, „maar daarna ben je echt wel aan vakantie toe. We gaan dan altijd van het eiland af. Omdat ik anders toch niet loskom van het werk. Maar ja, dan zit je bijvoorbeeld in de buurt van Breda en daar hebben ze ook bos en dan ga je toch eens kijken hoe ze sommige dingen daar opgelost hebben." Jacht Zijm merkt op dat hij het jagen op zaterdag in het bos een kwalijke zaak vindt. „In de duinen hindert het niet. Daar is het veel overzichtelijker. Maar op zaterdag zijn in het bos veel wandelaars en als er dan ook gejaagd wordt, vind ik dat nogal riskant. We worden ook wel eens opgebeld door mensen die vragen of ze het bos inkunnen als er gejaagd wordt. En je schrikt je dood als je in de buurt de hageltjes van een schot rit selend op de blaadjes hoort vallen. Er is nog nooit wat gebeurd, maar ik houd mijn hart wel eens vast. Vooral in de periode rond kerst en nieuwjaar wordt er veel gejaagd, maar dan zijn er ook veel wandelaars. Dat vind ik link." ~'.r Het leukste andere plaats in het bos maken. Toch vond Zijm wel eens plekken waar men een vuurtje heeft gestookt en van wat stenen een barbeque heeft gebouwd. Omdat het ongecontroleerd gebeurt is dat erg gevaarlijk. Niet zo ver van de barbequeplek ligt het blindenpad. ,,'s Zomers loop ik dat 1400 meter lange blindenpad vrijwel da gelijks. Er was vroeger dikwijls iets aan de hand. Borden kapot en zo. Eén keer heb ik zelfs meegemaakt dat er een val kuil was gemaakt. Maar het gaat geluk kig de laatste jaren veel beter. Er wordt lang niet zoveel vernield als zeven of acht jaar geleden. Dan was het niets bijzonders als er 's morgens twintig borden werden vermist. In de buurt van De Koog waren dagelijks steeds dezelf de borden eraf. Als je 's ochtends een bord erop schroefde dan werd dat er 's nachts weer afgehaald. Maar het gaat de laatste jaren dus echt beter. De mensen letten volgens mij ook meer op elkaar. Als er iets gebeurt dat niet door de beugel kan, wordt ik sneller gewaar schuwd dan vroeger. Ik denk dat dat toch wel een gevolg is van de voor lichting op dit gebied. Het Natuur- recreatiecentrum vervult daarin een grote rol en ook Van Groenigen doet er veel aan." Buiten degenen die op de Bartimeus- hoeve verblijven, maken weinig blinden gebruik van het pad. Er wordt meer gebruik van gemaakt door niet blinden. Dat is niet zo verwonderlijk want het is een prachtig pad. Het komende voorjaar zal het opgeknapt worden. Dan worden ook de bordjes vervangen. Zijm: „Op sommige plekken staan bordjes in de geest van: 'De eik die hier staat is al zestig jaar oud.' Als zo'n bordje er tien jaar staat is zo'n tekst dus verouderd. Vandaar de vernieuwing." Waar vol gens Zijm veel van gebruik wordt gemaakt is de trimbaan. In veel plaatsen in Nederland heeft Staatsbosbeheer de trimbanen opgeruimd. De Texelse blijft echter bestaan en verheugt zich in een grote belangstelling. Dinsdagmiddag trimt er altijd een damesgroep en in de zomer maker veel toeristen er gebruik van Afsluiten Gaat het dus met de vernielingen de laatste jaren beter dan vroeger, er zijn sommige punten waar Zijm graag extra gezeten door een vent met een mes. En Leo Daalder heeft eens voorop de motorkap gelegen van een auto waarin illegale eierzoekers een goed heenko men zochten. Maar ook op mijn terrein maak ik wel nare dingen mee. Mensen die illegaal ergens aan het kamperen zijn, zijn vaak niet zo makkelijk. Vroeger was dat het meest in tentjes, tegen woordig zijn het vooral kampeerauto's. Een paar jaar terug zag ik bij Bos en Duin in de buurt een auto staan. Die stond er 's avonds nog. Ik met een schijnwerper het bos in. Stond er een tentje waarin vijf jongens zaten. Waren niet van plan weg te gaan. Na een heleboel gepraat en stoerdoenerij, bra ken ze toch maar op. Maar anderzijds denk je wel eens: ik ben maar in mijn eentje. Als ze wat willen doen, begin je niet zoveel. Ik ben wel op dingen af geweest waarvan anderen zeiden: daar had je nooit in je eentje op af moeten gaan. Eigenlijk zouden we met z'n tweeën moeten zijn. Een mobilofoon in de auto is wel prettig, maar 's avonds zit er niemand op de post. Wel heb ik de laatste twee jaar mijn hond bij me. Dat geeft wel een rustig gevoel. Het is een lief en trouw dier. Als ik er ben, ben ik z'n baas en als ik er niet ben dan is mijn vrouw dat. We kregen hem van iemand uit 't Gooi. Compleet met mand, bak, riem en boekje over hoe je hem moest verzorgen. Ik zei tegen die man, ik wil hem een maand op proef. Als het niet gaat, dan breng ik hem weer terug, want een hond naar het asiel sturen, dat doe ik niet. Maar na drie dagen wist ik het al: hij mocht blijven. Het is een echter herder: heel kalm, geen zenu wenhond die de hele buurt bijeen blaft." Zijm vertelt van een groepje nachte lijke wandelaars die plotseling tegen zijn auto begonnen te slaan en te schoppen toen hij langs kwam. Is zijn vrouw nooit bang dat hij gehavend uit het bos te voorschijn zal komen? „We hebben een afspraak dat ik altijd vertel hoe laat ik thuis zal zijn. Ben ik er op die tijd niet, dan waarschuwt ze" de politie", zegt Zijm. „Die tijd, daar houd ik me altijd heel erg stipt aan." Excursies Een boswachter werkt overdag, 's avonds, in het weekeinde en eigenlijk altijd. Heeft hij tijd om met vakantie te Wat is nou het leukste werk voor een boswachter? Zijm: „Lekker met een ge zinnetje lopen dat echt geïnteresseerd is en dan maar vertellen. Je staat soms verbaasd wat kinderen te vragen heb ben. Een van de vervelendste ervaringen is als je een bordje aan het ophangen bent en er komt een groep jongens langs die roept: 'We trappen het er toch zo weer vanaf.' Of je bent te voet achter een crossmotor in de duinen aan en hij ontsnapt je net en gaat bovenop een duintop je staan uitwuiven. Ook heel vervelend. Ach, eigenlijk maak je in dit vak van alles mee. Ik reed een keer om half twaalf 's nachts over de Jan Aye- weg. Loopt daar een gezin: vader, moeder en twee kinderen. De kinderen waren in tranen. Het bleek dat ze hun auto kwijt waren. Om zeven uur waren ze uit De Waal naar het bos gereden. Die dag waren ze uit Duitsland gekomen en ze dachten: we gaan nog even een wandelingetje maken. Maar ze konden hun auto niet meer terugvinden. Ik ben met ze gaan rijden. Over alle paden en wegen maar geen auto. Uiteindelijk, na een heel lange tijd vonden we de auto terug. Op de plaats waar het Texelse museum heeft gestaan. Die mensen dolblij natuurlijk." „Een andere keer, 's avonds om een uur of elf zie ik een klein teckeltje lopen. Ik nam hem in de auto en het beest viel gelijk in slaap. Het was een goed verzorgd dier, en ik besloot hem mee naar huis te nemen. Ik kreeg wel door dat hij van Duitsers moest zijn, want als je tegen hem praatte dan reageerde hij het best als je Duits sprak. Later kwam ik de landrover tegen. Of ik een Teckel had gezien. Hij bleek toe te horen aan een Duitse mevrouw in De Koog. Ze was helemaal overstuur toen haar hond weg was. Zijm schiet in de lach als we richting De Koog rijden. „Ik kwam bij Staats bosbeheer omdat mijn voorganger aan het stropen was. Hij deed dat met een vuurwapen. Maar toen ze mij aannamen kenden ze m'n verleden zeker niet zo goed. Zoals iedereen die bij het bos woonde had ik best wel een paar ko nijnenklemmen staan. En de fazanten liepen zowat bij mij naar binnen in het huis waar ik toen woonde. Trouwens, in de tijd dat ik in die kwekerij zat waren de meeste jongens niet vies van een klemmetje." „Ik weet nog van een keer toen ik aan het stropen was met de hond in de duinen. Op een gegeven moment merk ik dat de jachtopziener met een agent achter me aan zit. Ik er vandoor. Ik heb snel de hond naar een schuur gebracht en zelf ben ik rustig teruggelopen. Ik kwam de jachtopziener en die agent weer tegen, maar ze zeiden niets. Ik dacht dus dat het wel goed zat. Maar op Sinterklaasdag was ik aan het werk in de kwekerij en toen hoor ik opeens mijn naam roepen. Ik moest mee met de jachtopziener en die agent. Ze hadden me uiteindelijk toch door die hond her kend. Nu hadden we op 5 december altijd eerder vrij, maar daar had ik toen weinig aan. Ik moest blijven tot ik zou bekennen. Maar ik bekende niet. Toen werd ik naar het politiebureau in Den Burg gebracht. Ver in de avond mocht ik eindelijk naar huis, omdat ik toch met zou bekennen. De volgende ochtend moest ik me weer vroeg melden. Enfin uiteindelijk werd ik door de rechter tot 720,— boete veroordeeld. Smoezelig We waren inmiddels met de auto bij De Koog gekomen. Hij wijst een bord bij de Ruijslaan aan waarop 'fietspad' staat. „Dat was nu zo'n bord dat er iedere dag af was. Daarom hebben we het met teer ingesmeerd aan de achterzijde. Daar door kregen ze vieze vingers als ze eraan kwamen en bleef het wat langer han gen. Nog later hebben we dat teer ver vangen door vet dat ze moeilijk van hun vingers konden krijgen. Daarom ziet het bord er ook een beetje smoezelig uit." In De Koog bekijken we een speel weide aan de Boodtlaan die geheel ver nieuwd wordt. De houten speelwerk- tuigen waren in tien jaar totaal verrot. „Dan moet je niet meer gaan lappen, maar gewoon vernieuwen. Het zou vre selijk zijn als er iets gebeurde doordat er een vermolmde balk brak, of zoiets", zegt Zijm. Trots is hij op de voor zieningen die bij De Koog zijn aange legd, zoals het nieuwe dagrecreatieter rein Het Kerckeland bijvoorbeeld dat met allerlei hoekjes en doorkijkjes een aantrekkelijk gebied vormt. De klim- muur die er staat heeft hij zelf ont worpen. Hij wil nu graag een vlot hebben in de speelvijver. Die vijver wordt gevoed uit tien bronnen. Via een ingenieus systeem vloeit het water na gebruik weer terug naar die bronnen. De hangbrug bij de vijver is zeer ik trek bij spelende jeugd in de zomer. „Ik heb hoop dat het terrein dit voorjaar officieel wordt geopend", zegt hij. Trots is Zijm verder op het bos bij Everstekoog. Dat ging door de orkanen in het begin van de jaren zeventig bijna helemaal tegen de grond, maar dat wordt nu een aan trekkelijk loofbos. Hij wijst op de maat regelen die genomen zijn om het pony en paardrijden in dit bos vanaf de mane ges van Zoetelief en Kikkert goed te laten geschieden. „Vroeger konden ze alleen maar heen en weer, tegenwoor dig kunnen ze een rondrit maken", zegt hij. Op de plaats waar vroeger bomen stonden begint de heide terug te ko men. Veelzijdig Het vak van boswachter is veelzijdig. Je moet voorlichten, surveilleren, waar nemingen doen en recreatieve voor zieningen verzorgen. Als mensen je bellen of aanklampen moet je voor ze klaar staan. In een tochtje van een middag heeft Zijm veel, maar toch lang niet alles over zijn werk verteld. Soms gaat hij het bos in zonder boswachters uitrusting. „Gewoon in burgerkleding zie je veel meer", zegt hij. „Het valt je dan opeens op dat mensen op een bepaald punt niet op de paden lopen of andere vormen van gedrag tonen die eigenlijk niet door de beugel kunnen. Als je dat soort dingen weer kun je daar in de praktijk als boswachter alleen maar profijt van hebben." 1*1 Jan Zijm bij de oude kwekerij met zijn hond F Rien sans peine: niets zonder moeite. natuurlijk! boodschappen doe je op de fiets zittend werk? ga er dan op de fiets naartoe

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1981 | | pagina 9