Boswachter: zomerwerk is vooral surveilleren
„IK KENDE DAT
PLANTJE NIET
DUS GING IK
ER BOVENOP
STAAN"
10
19 1IJDAG 6 FEBRUARI 1981
TEXELSE COURANT
PAGINA 9
lading krijgen. Als nu iemand de stam
metjes die langs de kant van de weg
liggen meeneemt dan gapt hij niet
zozeer van Staatsbosbeheer, maar van
die onderaannemer. En die hebben hard
genoeg gewerkt om het hout voor ver
voer gereed te maken." Zijm vertelt dat
het vaak genoeg gebeurt dat mensen
komen melden dat het een 'groene auto'
was waarmee de illegale sprokkelaars
aan het werk waren. Aan dat soort vage
gegevens heeft niemand echter iets. Bij
illegale sprokkelaars moet het nummer
bord genoteerd worden. In gevallen
waarbij het nummer wel genoteerd was,
is menig maal een paar kuub gestolen
of uit een schuurtje gehaald.
Jan Ziim inspecteert de vergunning van twee sprokkelaars.
nLJ3
4 g „We zullen het rondje maar even maken. Dan kunnen we
dei onderweg praten," zegt Jan Zijm als we naar zijn rode auto toelopen.
11 c Achterop staan de letters ML. ,,Veel mensen vragen wat dat be
n tekent", zegt Zijm. ,,Da's heel eenvoudig. Het staat gewoon voor
Ministerie van Landbouw." En later, als we over de Westerweg in de
richting van de Dennen rijden: ,,Je verwacht misschien niet dat een
boswachter in een rode auto rijdt. Maar dat komt, dit type wordt door
de fabriek alleen maar in rood, wit en blauw geleverd. Niet in groen,
zoals het best bij het beroep past. Zouden we in groen willen rijden
dan zou Staatsbosbeheer alle auto's in die kleur moeten laten over
spuiten en dat is nogal een dure grap. Die rode auto heeft trouwens
wel consequenties. Staat er opeens iemand met een brief te
7t wapperen. „Postbode, wilt u hem even meenemen?" Dat doe ik dan
gerust. Het is logisch dat de mensen deze auto voor een postauto
de^aanzien.
n
Jan Zijm is geleidelijk in het vak van
boswachter gerold. Vanaf 1949 werkte
hij 's winters als bosarbeider. Zijn eerste
klus was het plukken van dennenappels.
Dat ging om het zaad. Zijm vond het
geen eentonig werk. ,,Je zat met een
aantal jongens in de bomen en je had
veel plezier. De bomen stonden toen
nog dichter op elkaar. Je kon wel uit
twaalf bomen plukken zonder een keer
op de grond te komen. Dan stapte je
gewoon van de ene boom naar de
lan andere. Als ik 's winters zo'n vijf
maanden bij Staatsbosbeheer had ge-
nkqj werkt, dan had ik tegen de zomer best
I wel zin om naar mijn andere werk te
gaan. Dat was op het land bij boerderij
Vredelust van de familie Zoetelief."
Na vijf jaar vroeg Staatsbosbeheer of
hij zijn winterse werk in het bos niet
wilde verruilen voor een vaste aanstel
ling, Ik voelde daar niet zoveel voor.
Voor de winter vond ik het werk in het
bos wel leuk, maar om het nu een heel
jaar te doen, dat was toch een beetje
teveel van het goede. Ik ben toen bij
Daalder gaan werken, aannemer voor
Rijkswaterstaat. Ik ben daar vijf en een
half jaar geweest. Op het laatst als
chauffeur op vrachtauto's en draglines.
Op een gegeven moment waren we
bezig met een fietspad door de bossen.
Toen heb ik tegen de bosopzichter
gezegd: als er een kans is wil ik best bij
Staatsbosbeheer komen werken."
F
nd
Barbeque
We rijden verder en komen bij de
openbare barbequeplek in het bos. Een
bron van zorg en vernielingen? ,,Ach",
zegt Zijm, ,,het valt wel mee. Je weet
natuurlijk wat het voor een plek is. In de
zomer wordt hier 's avonds meestal
feestgevierd. Er worden dan porties
vleeg gegeten, waarvan de mensen als
ze thuis waren zouden zeggen: 'ik hoef
het niet.' Maar hier is het gezellig en
avontuurlijk en eten ze het graag op.
Het zijn vooral veel Duitsers die er
gebruik van maken. Om de zaak onder
controle te houden ga ik meestal 's
avonds om zo'n uur of tien, elf in
uniform en met de hond aan de lijn een
ronde maken, zodat de mensen zien:
hé, er is een boswachter. Laten we ons
netjes gedragen. Als het eenmaal don
ker is, wil ik er met de autoschijnwerper
nog wel eens overheen schijnen."
Zijm zegt datje soms wel van mensen
hoort dat het gevaarlijk is, zo'n open
barbequeplek in het bos. Er wordt dan
meteen aan bosbrand gedacht. Maar de
plek is midden tussen de loofbomen die
veel minder vatbaar zijn voor vuur dan
naaldbomen en bovendien voorkomt
een legale barbequeplek dat mensen zelf
een geïmproviseerde barbeque op een
int
Rien sans peine
Die kans kwam op 15 maart 1966.
Vandaar dat Zijm binnenkort vijftien jaar
in dienst van Staatsbosbeheer is. In het
begin werkte hij in de kwekerij aan de
Rozendijk. Op een gegeven moment
spoelde bij erge storm een stuk hout op
het Texelse strand met een vreemde
tekst. Zijm vond het en nam het mee
naar het gebouwtje van de kwekerij.
Niemand kon de tekst ontcijferen. Tot
een heldere geest ontdekte dat het
Frans was. Er stond: 'Niets zonder
moeite', een tekst die ervoor gemaakt
scheen om bij de kwekerij te bevestigen.
De plank hangt nu nog aan het ge
bouwtje.
In zijn begintijd werkte Zijm vier jaar
met de motorzaag in het bos. ,,Die
zagen van toen, waren wel even wat
anders dan de tegenwoordige. De tril
lingen gingen dwars door je lichaam
heen. Door die trillingen moest ik na vier
jaar geopereerd worden en na die
operatie zei de dokter: je mag nooit
meer een motorzaag vasthouden."
Cursussen
Reden voor Zijm om een tiental cur
sussen te gaan volgen, waarvan acht
aan de bosbouwpraktijkschool in Arn-
S hem. Hij wilde best boswachter worden
maar de moeilijkheid was dat daarvoor
op dat ogenblik geen vacature op Texel
was. Er werd gevraagd of hij niet over
geplaatst wilde wordenIn Overveen was
een mogelijkheid en ook in Noordwijk
kon een boswachter geplaats worden.
,,Ze zagen echter wel dat ik niet veel zin
had om van Texel af te gaan. Als ge-
maatregelen zag. We zijn inmiddels een
stuk de Randweg afgereden en slaan
links af een zandpad inDe Biesbosweg.
,,Dit soort paden, die niet zijn afge
sloten, daar mag je met de auto rijden,"
zegt Zijm. ,,lk ben er altijd tegen ge
weest om deze wegen voor auto's af te
sluiten. In de zomer zie je vaak dat
ouderen er met de auto inrijden en ge
zellig een middag in het bos zitten. Maar
wat er nu gebeurt is dat die paden kapot
worden gereden. Ik heb er geen enkel
bewijs voor, maar als je de diepe sporen
ziet dan denk je aan stroperij of aan een
vossenjacht. De paden zijn met hoge
snelheden kapot gereden. Ik heb ook
wel eens van mensen gehoord dat ze
moesten wegspringen voor een auto
die met hoge snelheid langs kwam
rijden. We hebben wel geprobeerd de
toestand van de wegen te verbeteren
door er hooi overheen te leggen. Maar
dan remmen die auto's een keer hard en
wordt al het hooi weggeschoven.
Het verdere tochtje over het zandpad
toont inderdaad tal van gaten en kapot
gereden plekken. Stroperij, merkt Zijm
daar wel eens iets van? ,,Dat valt niet
binnen mijn taak", zegt hij. ,,Leo
Daalder is hier de jachtopziener. Maar
als ik iemand op heterdaad betrap dan
moet ik hem wel aanhouden. Dat is tot
nu toe nog niet gebeurd. Ik ben niet zo
happig om stropers aan te pakken. Het
zijn hier nu niet direct toestanden zoals
op de Veluwe, maar toch gebeuren op
Texel ook nare dingen. Een vogel
wachter is in De Geul een keer achterna
boren Texelaar stond ik helemaal niet zo
te springen om overgeplaatst te wor
den. Toen werd op een gegeven ogen
blik een collega ziek en van hem heb ik
het op Texel overgenomen. Later, toen
hij weer beter was, hebben we een tijd
samengewerkt. Dat kon makkelijk, want
het werd steeds drukker."
Op sommige gebieden heeft Zijm echt
in het boswachtersvak moeten groeien.
Ook toen hij nog met de motorzaag in het
bos stond, wilde hij al graag excursies
doen. Maar hij wist nooit zoveel van het
bos en toen hij het eens vroeg zei zijn
baas M. Mantje dan ook 'nee'. Maar
later mocht hij toch een rondleiding
doen in de Bleekersvallei. Met een er
varen rondleider liep hij van tevoren de
hele vallei rond. De man vertelde in rap
tempo welke planten er stonden en
welke bijzonderheden er te zien waren.
Toen ze terug waren duizelde het Zijm.
Een dag later heeft hij toch, zo goed en
kwaad als het ging, een school rond
geleid. Dat werd geen succes. „Zulke
flaters wilde ik natuurlijk niet wéér
maken. Dus ging ik vaker met iemand
mee en ook trok ik er in m'n vrije tijd op
uit. Zo langzamerhand begon je het
terrein een beetje te kennen: kon je er
iets zinnigs over zeggen. Ja, het ging
lang niet altijd even perfect, hoor. Op
een dag liep ik met een groep door de
meeuwenkolonie in de Westerduinen.
Zie ik me daar opeens een plant die ik
helemaal niet kende. Ik was doodsbe
nauwd dat iemand zou vragen wat voor
een plant het was, dus ik denk: ik ga er
bovenop staan. Ik stond op die plant en
niemand vraagt iets. Komen we een
stukje verder, staan er opeens een
heleboel van die planten. Toen vroeg
natuurlijk iemand het en moest ik er
voor uitkomen dat ik het niet wist."
Sprokkelen
We waren inmiddels bij de Dennen
aangekomen en aan de kant van de weg
staat een volkswagen met een aan
hangwagen vol hout. „Sprokkelaars",
zegt Zijm, „dat mag hier. Er worden
door ons sprokkelvergunningen uitge
geven voor een tientje per stukje. Die
waren altijd een jaar geldig. Maar we
gaan het een beetje inperken. Er wordt
ontzettend veel en fanatiek gesprokkeld
hier. Tegen de avond staan ze nog vaak
in de stromende regen hout in te laden.
En als je dan hoort hoe ze over elkaar
praten, dat is niet best. Vaak is iemand
met een boom of zo bezig, waar een
ander ook zijn oog op had laten vallen.
We moeten dat echt wel een beetje in
de hand houden. Wat ook wel gebeurd
is dat er illegaal gesprokkeld wordt op
plaatsen waar het niet mag. Dat gaat
somsonder het motto: stelen van Staats
bosbeheer is geen stelen, want dat hout
is toch van ons allemaal Nu gaat het
natuurlijk niet om de prijs van dat hout.
Waar het wel om gaat is dat aannemers
voor Staatsbosbeheer dat hout uit het
bos halen en verkopen. De prijs van dat
hout gaat per vrachtauto De vrachtauto
wordt op een weegbrug gereden en het
gewicht aan hout dat erop ligt is be
palend voor de prijs die ze voor die
gaan? „Ja", zegt Zijm, „ik oktober trek
ik er altijd tussenuit. Dat is altijd net na
de twee weken in september dat hier
scholen zijn geweest. Het afgelopen jaar
hadden we groepen uit Apeldoorn en uit
Maassluis. Ze maken excursies, maar er
moet ook gewerkt worden. Helm plan
ten doen ze bijvoorbeeld, of het beleggen
van paden met hooi. Vuilruimen in de
Slufter is ook zoiets. Ik vind dat dit soort
reisjes grote voordelen heeft. Iemand
die zelf met helm planten bezig is
geweest, zal nooit meer zomaar helm uit
de grond trekken. Die weet, wat voor
werk eraan vastzit. We hebben wel eens
een groep gehad, die zag dat het werk
van een vorige groep vernietigd was. Ik
heb scholieren nooit zó verontwaardigd
gezien. Ik vind dat een heel belangrijk
stukje opvoeding in zo'n weekje op
Texel zit."
„We hebben eens een groep gehad
uit Winschoten. De helft daarvan had
nog nooit de zee gezien. Toen we bij de
zee kwamen, vlógen ze erin, met de
kleren nog aan. 's Avonds kwam Cor
Ellen een lezing houden. Dus gingen ze
de volgende ochtend prompt allemaal
jutten. Toen ze teruggingen gooiden ze
flessen met briefjes overboord. Als je
bedenkt dat 70% van het werk in de
zomer bestaat uit surveilleren, dan zijn
dergelijke weken erg leuk", zegt Zijm,
„maar daarna ben je echt wel aan
vakantie toe. We gaan dan altijd van het
eiland af. Omdat ik anders toch niet
loskom van het werk. Maar ja, dan zit je
bijvoorbeeld in de buurt van Breda en
daar hebben ze ook bos en dan ga je
toch eens kijken hoe ze sommige dingen
daar opgelost hebben."
Jacht
Zijm merkt op dat hij het jagen op
zaterdag in het bos een kwalijke zaak
vindt. „In de duinen hindert het niet.
Daar is het veel overzichtelijker. Maar op
zaterdag zijn in het bos veel wandelaars
en als er dan ook gejaagd wordt, vind ik
dat nogal riskant. We worden ook wel
eens opgebeld door mensen die vragen
of ze het bos inkunnen als er gejaagd
wordt. En je schrikt je dood als je in de
buurt de hageltjes van een schot rit
selend op de blaadjes hoort vallen. Er is
nog nooit wat gebeurd, maar ik houd
mijn hart wel eens vast. Vooral in de
periode rond kerst en nieuwjaar wordt er
veel gejaagd, maar dan zijn er ook veel
wandelaars. Dat vind ik link."
~'.r Het leukste
andere plaats in het bos maken. Toch
vond Zijm wel eens plekken waar men
een vuurtje heeft gestookt en van wat
stenen een barbeque heeft gebouwd.
Omdat het ongecontroleerd gebeurt is
dat erg gevaarlijk.
Niet zo ver van de barbequeplek ligt
het blindenpad. ,,'s Zomers loop ik dat
1400 meter lange blindenpad vrijwel da
gelijks. Er was vroeger dikwijls iets aan
de hand. Borden kapot en zo. Eén keer
heb ik zelfs meegemaakt dat er een val
kuil was gemaakt. Maar het gaat geluk
kig de laatste jaren veel beter. Er wordt
lang niet zoveel vernield als zeven of
acht jaar geleden. Dan was het niets
bijzonders als er 's morgens twintig
borden werden vermist. In de buurt van
De Koog waren dagelijks steeds dezelf
de borden eraf. Als je 's ochtends een
bord erop schroefde dan werd dat er 's
nachts weer afgehaald. Maar het gaat
de laatste jaren dus echt beter. De
mensen letten volgens mij ook meer op
elkaar. Als er iets gebeurt dat niet door
de beugel kan, wordt ik sneller gewaar
schuwd dan vroeger. Ik denk dat dat
toch wel een gevolg is van de voor
lichting op dit gebied. Het Natuur-
recreatiecentrum vervult daarin een
grote rol en ook Van Groenigen doet er
veel aan."
Buiten degenen die op de Bartimeus-
hoeve verblijven, maken weinig blinden
gebruik van het pad. Er wordt meer
gebruik van gemaakt door niet blinden.
Dat is niet zo verwonderlijk want het is
een prachtig pad. Het komende voorjaar
zal het opgeknapt worden. Dan worden
ook de bordjes vervangen. Zijm: „Op
sommige plekken staan bordjes in de
geest van: 'De eik die hier staat is al
zestig jaar oud.' Als zo'n bordje er tien
jaar staat is zo'n tekst dus verouderd.
Vandaar de vernieuwing." Waar vol
gens Zijm veel van gebruik wordt
gemaakt is de trimbaan. In veel plaatsen
in Nederland heeft Staatsbosbeheer de
trimbanen opgeruimd. De Texelse blijft
echter bestaan en verheugt zich in een
grote belangstelling. Dinsdagmiddag
trimt er altijd een damesgroep en in de
zomer maker veel toeristen er gebruik
van Afsluiten
Gaat het dus met de vernielingen de
laatste jaren beter dan vroeger, er zijn
sommige punten waar Zijm graag extra
gezeten door een vent met een mes. En
Leo Daalder heeft eens voorop de
motorkap gelegen van een auto waarin
illegale eierzoekers een goed heenko
men zochten. Maar ook op mijn terrein
maak ik wel nare dingen mee. Mensen
die illegaal ergens aan het kamperen
zijn, zijn vaak niet zo makkelijk. Vroeger
was dat het meest in tentjes, tegen
woordig zijn het vooral kampeerauto's.
Een paar jaar terug zag ik bij Bos en
Duin in de buurt een auto staan. Die
stond er 's avonds nog. Ik met een
schijnwerper het bos in. Stond er een
tentje waarin vijf jongens zaten. Waren
niet van plan weg te gaan. Na een
heleboel gepraat en stoerdoenerij, bra
ken ze toch maar op. Maar anderzijds
denk je wel eens: ik ben maar in mijn
eentje. Als ze wat willen doen, begin je
niet zoveel. Ik ben wel op dingen af
geweest waarvan anderen zeiden: daar
had je nooit in je eentje op af moeten
gaan. Eigenlijk zouden we met z'n
tweeën moeten zijn. Een mobilofoon in
de auto is wel prettig, maar 's avonds zit
er niemand op de post. Wel heb ik de
laatste twee jaar mijn hond bij me. Dat
geeft wel een rustig gevoel. Het is een
lief en trouw dier. Als ik er ben, ben ik
z'n baas en als ik er niet ben dan is mijn
vrouw dat. We kregen hem van iemand
uit 't Gooi. Compleet met mand, bak,
riem en boekje over hoe je hem moest
verzorgen. Ik zei tegen die man, ik wil
hem een maand op proef. Als het niet
gaat, dan breng ik hem weer terug,
want een hond naar het asiel sturen, dat
doe ik niet. Maar na drie dagen wist ik
het al: hij mocht blijven. Het is een
echter herder: heel kalm, geen zenu
wenhond die de hele buurt bijeen blaft."
Zijm vertelt van een groepje nachte
lijke wandelaars die plotseling tegen zijn
auto begonnen te slaan en te schoppen
toen hij langs kwam. Is zijn vrouw nooit
bang dat hij gehavend uit het bos te
voorschijn zal komen? „We hebben een
afspraak dat ik altijd vertel hoe laat ik
thuis zal zijn. Ben ik er op die tijd niet,
dan waarschuwt ze" de politie", zegt
Zijm. „Die tijd, daar houd ik me altijd
heel erg stipt aan."
Excursies
Een boswachter werkt overdag, 's
avonds, in het weekeinde en eigenlijk
altijd. Heeft hij tijd om met vakantie te
Wat is nou het leukste werk voor een
boswachter? Zijm: „Lekker met een ge
zinnetje lopen dat echt geïnteresseerd is
en dan maar vertellen. Je staat soms
verbaasd wat kinderen te vragen heb
ben. Een van de vervelendste ervaringen
is als je een bordje aan het ophangen
bent en er komt een groep jongens
langs die roept: 'We trappen het er toch
zo weer vanaf.' Of je bent te voet achter
een crossmotor in de duinen aan en hij
ontsnapt je net en gaat bovenop een
duintop je staan uitwuiven. Ook heel
vervelend. Ach, eigenlijk maak je in dit
vak van alles mee. Ik reed een keer om
half twaalf 's nachts over de Jan Aye-
weg. Loopt daar een gezin: vader,
moeder en twee kinderen. De kinderen
waren in tranen. Het bleek dat ze hun
auto kwijt waren. Om zeven uur waren
ze uit De Waal naar het bos gereden.
Die dag waren ze uit Duitsland gekomen
en ze dachten: we gaan nog even een
wandelingetje maken. Maar ze konden
hun auto niet meer terugvinden. Ik ben
met ze gaan rijden. Over alle paden en
wegen maar geen auto. Uiteindelijk, na
een heel lange tijd vonden we de auto
terug. Op de plaats waar het Texelse
museum heeft gestaan. Die mensen
dolblij natuurlijk."
„Een andere keer, 's avonds om een
uur of elf zie ik een klein teckeltje lopen.
Ik nam hem in de auto en het beest viel
gelijk in slaap. Het was een goed
verzorgd dier, en ik besloot hem mee
naar huis te nemen. Ik kreeg wel door
dat hij van Duitsers moest zijn, want als
je tegen hem praatte dan reageerde hij
het best als je Duits sprak. Later kwam
ik de landrover tegen. Of ik een Teckel
had gezien. Hij bleek toe te horen aan
een Duitse mevrouw in De Koog. Ze
was helemaal overstuur toen haar hond
weg was.
Zijm schiet in de lach als we richting
De Koog rijden. „Ik kwam bij Staats
bosbeheer omdat mijn voorganger aan
het stropen was. Hij deed dat met een
vuurwapen. Maar toen ze mij aannamen
kenden ze m'n verleden zeker niet zo
goed. Zoals iedereen die bij het bos
woonde had ik best wel een paar ko
nijnenklemmen staan. En de fazanten
liepen zowat bij mij naar binnen in het
huis waar ik toen woonde. Trouwens, in
de tijd dat ik in die kwekerij zat waren de
meeste jongens niet vies van een
klemmetje."
„Ik weet nog van een keer toen ik aan
het stropen was met de hond in de
duinen. Op een gegeven moment merk
ik dat de jachtopziener met een agent
achter me aan zit. Ik er vandoor. Ik heb
snel de hond naar een schuur gebracht
en zelf ben ik rustig teruggelopen. Ik
kwam de jachtopziener en die agent
weer tegen, maar ze zeiden niets. Ik
dacht dus dat het wel goed zat. Maar op
Sinterklaasdag was ik aan het werk in de
kwekerij en toen hoor ik opeens mijn
naam roepen. Ik moest mee met de
jachtopziener en die agent. Ze hadden
me uiteindelijk toch door die hond her
kend. Nu hadden we op 5 december
altijd eerder vrij, maar daar had ik toen
weinig aan. Ik moest blijven tot ik zou
bekennen. Maar ik bekende niet. Toen
werd ik naar het politiebureau in Den
Burg gebracht. Ver in de avond mocht ik
eindelijk naar huis, omdat ik toch met
zou bekennen. De volgende ochtend
moest ik me weer vroeg melden. Enfin
uiteindelijk werd ik door de rechter tot
720,— boete veroordeeld.
Smoezelig
We waren inmiddels met de auto bij
De Koog gekomen. Hij wijst een bord bij
de Ruijslaan aan waarop 'fietspad' staat.
„Dat was nu zo'n bord dat er iedere dag
af was. Daarom hebben we het met teer
ingesmeerd aan de achterzijde. Daar
door kregen ze vieze vingers als ze eraan
kwamen en bleef het wat langer han
gen. Nog later hebben we dat teer ver
vangen door vet dat ze moeilijk van hun
vingers konden krijgen. Daarom ziet het
bord er ook een beetje smoezelig uit."
In De Koog bekijken we een speel
weide aan de Boodtlaan die geheel ver
nieuwd wordt. De houten speelwerk-
tuigen waren in tien jaar totaal verrot.
„Dan moet je niet meer gaan lappen,
maar gewoon vernieuwen. Het zou vre
selijk zijn als er iets gebeurde doordat er
een vermolmde balk brak, of zoiets",
zegt Zijm. Trots is hij op de voor
zieningen die bij De Koog zijn aange
legd, zoals het nieuwe dagrecreatieter
rein Het Kerckeland bijvoorbeeld dat
met allerlei hoekjes en doorkijkjes een
aantrekkelijk gebied vormt. De klim-
muur die er staat heeft hij zelf ont
worpen. Hij wil nu graag een vlot
hebben in de speelvijver. Die vijver
wordt gevoed uit tien bronnen. Via een
ingenieus systeem vloeit het water na
gebruik weer terug naar die bronnen. De
hangbrug bij de vijver is zeer ik trek bij
spelende jeugd in de zomer. „Ik heb
hoop dat het terrein dit voorjaar officieel
wordt geopend", zegt hij. Trots is Zijm
verder op het bos bij Everstekoog. Dat
ging door de orkanen in het begin van
de jaren zeventig bijna helemaal tegen
de grond, maar dat wordt nu een aan
trekkelijk loofbos. Hij wijst op de maat
regelen die genomen zijn om het pony
en paardrijden in dit bos vanaf de mane
ges van Zoetelief en Kikkert goed te
laten geschieden. „Vroeger konden ze
alleen maar heen en weer, tegenwoor
dig kunnen ze een rondrit maken", zegt
hij. Op de plaats waar vroeger bomen
stonden begint de heide terug te ko
men.
Veelzijdig
Het vak van boswachter is veelzijdig.
Je moet voorlichten, surveilleren, waar
nemingen doen en recreatieve voor
zieningen verzorgen. Als mensen je
bellen of aanklampen moet je voor ze
klaar staan. In een tochtje van een
middag heeft Zijm veel, maar toch lang
niet alles over zijn werk verteld. Soms
gaat hij het bos in zonder boswachters
uitrusting. „Gewoon in burgerkleding
zie je veel meer", zegt hij. „Het valt je
dan opeens op dat mensen op een
bepaald punt niet op de paden lopen of
andere vormen van gedrag tonen die
eigenlijk niet door de beugel kunnen.
Als je dat soort dingen weer kun je daar
in de praktijk als boswachter alleen maar
profijt van hebben."
1*1
Jan Zijm bij de oude kwekerij met zijn hond F
Rien sans peine: niets zonder moeite.
natuurlijk!
boodschappen
doe je op de fiets
zittend werk?
ga er dan op
de fiets naartoe