Rotganzen, unieke maar lastige vogels Aquarellen tonen geheimen van Hotel De Lindeboom i Anne's Geheim deel van da schapen van het bedrijf in de winter en het voorjaar verblijft winter Is PAGINA 17 het belang in van beschermende maat regelen. Klachten Toen in de dertiger jaren het zeegras in de Waddenzee vrijwel uitstierf, moesten de rotganzen op ander voedsel overschakelen. De vogels 'leerden' de afgelopen vijftig jaar, dat het frisse gras bij de boeren ook goed eetbaar is. Vooral in het begin van de zeventiger jaren namen de klachten over de rot ganzen daardoor steeds toe. De boer die de vogels van zijn land verjaagde, scheepte daarmee meestal één van zijn buren met het probleem op. De vraat van de ganzen leverde in de loop van de jaren flinke schade op. Zo werd in het seizoen 1975/1976 aan Texelse boeren een vergoeding van ruim 7160.000,— uitbetaald! Om iets aan de problemen te doen is sinds 1976 de hoeve Zeeburg met 110 ha land ingericht om te dienen als voedselgebied voor ganzen. De be heerdervan deze boerderij is M. Eelman die volgens de overeenkomst met Staatsbosbeheer moet zorgen dat het land als voedsel- en rustgebied voor de vogels beschikbaar is. De afgelopen winter is er een speciale schapenstal gebouwd, waar de schapen van het bedrijf in de 'rotganzentijd' zoveel mo gelijk verblijven. Omdat de schapen dan binnen zijn komt er op het land meer voedsel beschikbaar en het is er rus tiger. Buiten Zeeburg zijn er op Texel nog enkele plaatsen waar de rotganzen terecht kunnen zonder dat ze schade veroorzaken. In de omgeving van De Cocksdorp zijn dat Wassenaars Polder en hoeve Dorpszicht en verder land van Natuurmonumenten bij de Bol en Dijk manshuizen. toch krijgen Texelse boeren zo nu en dan rotganzen op bezoek. Bij schade is zo'n boer in eerste instantie volgens de wet verplicht de vogels van zijn land te verjagen. Vooral op pas ingezaaid grasland ontstaat soms veel schade als de ganzen er invallen. Om dit te voor komen bestaat er een regeling om draden en palen op zulke percelen te laten plaatsen door een loonbedrijf. Het Jachtfonds betaalt de kosten van het plaatsen en later weghalen ervan. Iemand die veel te maken heeft met de rotganzen is Piet Postma van het Staatsbosbeheer: „Samen met colle ga's van Natuurmonumenten tel ik iedere week de aantallen op Texel en noteer de plaatsen waar de vogels ver blijven. Het komt ook voor dat boeren opbellen omdat de ganzen ondanks het verjagen steeds weer op een bepaalde plaats terugkeren. In de loop van de jaren heb ik verschillende manieren toe gepast om de vogels te verjagen. Meestal wennen ze na verloop van tijd aan een bepaalde methode. Dit seizoen schoot ik enkele malen met een licht- en knalkogel om ze te verdrijven. Als het niet anders kan schiet ik een zwak dier uit zo'n troep af, maar dat is een laatste redmiddel. Dat heb ik dit jaar wel eens gedaan als een troep tussen de draden landde om te voorkomen dat ze eraan wennen. Die draden op het land werken tot op heden prima als afschrikmiddel en dat willen we graag zo houden. Als aan het eind van de hefst het gras niet meer groeit, is er weinig voedsel op Zeeburg en op de andere plaatsen waar de ganzen mogen komen. Om deze reden krijgen de boeren in de loop van december meestal de eerste ganzen op het land. Gelukkig geeft dat niet overal problemen. Zo komt het voor dat ze op een weiland zitten, dat de boer in het voorjaar 'vil omploegen. Een aantal boeren heeft er ook geen bezwaar tegen W1VRIJDAG 8 ME11981 TEXELSE COURANT Reageren op deze rubriek kan bij Jaap van Groenigen, telefoon (02220) 3562, Adriaan Dijksen, telefoon (02228) 676 of bij het Natuurrecreatiecentrum, telefoon 102228)741. De laatste jaren is er op ons eiland heel wat afgepraat over de rotganzen en het beheer van de boerderij Zeeburg om de schade door deze vogels zoveel mogelijk te beperken. Vooral de afgelo pen maanden konden we in verscheide ne kranten lezen over toenemende pro blemen met rotganzen en klachten over het beheer van het reservaat op Zee burg. Op dit moment zijn er ongeveer 6000 ganzen op Texel. Ze vertrekken over enkele weken naar hun broed gebied in Siberië. Hoewel schrijven over rotganzen een zaak is die bij sommigen erg gevoelig ligt, leek het mij toch juist er een artikel aan te wijden. Overal ter wereld waar de mens ver schijnt moeten de dieren in veel gevallen wijken, hoewel ze de oudste rechten hebben. Dat is voor ons een vanzelf sprekende kwestie, we zijn eraan ge wend dat de menselijke belangen op de eerste plaats komen. Pas als bepaalde diersoorten zeldzaam dreigen te worden zijn we meestal wel bereid ons de nodige moeite voor ze te getroosten. De rotgans is een tamelijk zeldzame vogel. Dit komt de rust op het bedrijf ten goede en bovendien komt hierdoor meer gras voor de ganzen beschikbaar. als de vogels in de winterperiode het oude gras opvreten. Andere tolereren ze niet omdat men bang is, dat de ganzen aan zulke plaatsen wennen en er ook in het voorjaar blijven komen. Zelf ben ik van mening dat er dan wel middelen zijn om ze er toch te verjagen. Maar dat is een kwestie van vertrouwen dat in de loop van de jaren moet groeien. Als de grasgroei aan het einde van de winter weer op gang komt, moeten ze in ieder geval uit het boerenland vandaan, want dan betekent ganzenvraat namelijk wél schade. In dat geval komt er ver goeding, maar ik begrijp best dat een boer daar niet voor bezig is." Zeeburg Postma komt regelmatig op Zeeburg, waar de laatste dagen vrijwel alle rot ganzen van Texel verblijven. „Vanaf eind maart zitten er vrijwel dagelijks duizenden ganzen die er komen vreten en rusten. Je kunt hier duidelijk zien dat ganzenvraat in het voorjaar slecht is voor de grasgroei. Bij andere boeren zie je al een weelderige grasmat, terwijl op Zeeburg sommige weilanden er als een steppe bijliggen. Dat heeft niets te maken met een gebrek aan kunstmest, maar het is gewoon een gevolg van het vele grazen. Het opvallende is, dat de dieren juist naar zulke kale plekken trek ken en veel minder naar andere plekken op Zeeburg, waar het gras hoger staat. We zullen de problemen met de rot ganzen wel nooit helemaal kunnen op lossen maar door de ervaringen van de afgelopen jaren gaat het tegenwoordig beter. Dat blijkt ook wel uit de schade vergoedingen. Zo werd in 1979 72500, uitbetaald en vorig jaar 76475, Ik ver wacht dat ook dit seizoen de ver goeding laag zal zijn. Eerlijkheidshalve moet ik er wel bij zeggen dat dit ook te danken is aan het zachte weer in de begintijd van de grasgroei." Binnenkort breekt er voor Piet Postma een rustiger tijd aan, als de ganzen weer naar hun broedplaatsen trekken: „Ik heb de afgelopen jaren het vertrek van de vogels enkele keren meege maakt. Het is een indrukwekkend ge zicht, de vogels worden steeds onrus tiger en op een gegeven moment vliegen ze op en beginnen met z'n allen aan de trektocht naar Siberië, zo'n 6000 kilometer hiervandaan." J. van Groenigen. vroegere buitenzijde van de donkere muur was gemetseld met kalk, de bin nenkant met leem. Dit systeem werd teruggevonden in de hele rentmeesters- woning. De aquarellen van Antoon Goes be vatten een interessant stuk geschiedenis een kijkje in een gebouw dat nauwe banden bewaart met het verleden. In sommige delen van het gebouw zijn oude tegels met dierfiguren gevonden, een ook stuitte men op Kloostermop pen. Dit zijn de eerste bakstenen die gemaakt werden. De tegeltjes en een kloostermop alsmede enkele andere zaken die bij de verbouwing van hotel De lindeboom-Texel en het Schouts huis werden gevonden, liggen eveneens in het architectenbureau ten toon ge steld. Men kan de expositie geheel vrij blijvend bezoeken op doordeweekse dagen tussen half negen en vijf uur. Kranten, tijdschriften en ander oud w papier hoort NIET in de vuilniszak, j Bewaar het voor de verenigingen I I Wie de zwermen ziet, die af en toe boven ons eiland vliegen, zal dat mis schien betwijfelen, maar we moeten dan wel bedenken dat Texel en het Wad dengebied een heel belangrijke verblijf plaats voor deze vogelsoort is. Nu zijn er mensen die over de moeite om iets voor de rotgans te doen hun schouders op halen en zeggen: „Dan sterven de rot ganzen maar uit, daar lig ik niet wakker van." Het idee dat we de plicht hebben ons om de natuur —sommigen spreken liever over de schepping— te bekom meren en niet alleen te kijken naar het nut of de schade van de dieren en planten' zegt bepaalde mensen niets. Gelukkig zien de meesten van ons wél Momenteel zitten er dagelijks veel rotganzen op Zeeburg. Opmerkelijk is dat een deel van de vogels op de foto opvliegt als gevolg van enkele wandelaars op de nieuwe dijkweg langs de Eendrachtpolder. Om verstori hg te voorkomen zal in de toekomst deze weg voor het publiek afgesloten blijven. In het kantoor van architectenbu reau Texel aan de Burgwal 20 te Den Burg hangt sinds woensdag een inte ressante expositie van aquarellen die Antoon Goes maakte over de ver bouwing van hotel 'De Lindeboom- Texel' en het Schoutshuis. Van buiten is de verbouwing een weinig opwindend gezicht. Het gebouw is in de steigers gehuld en veel meer valt er niet van te zeggen. In zes aquarellen vertelt Antoon Goes echter over ontdekkingen die in het gebouw werden gedaan. Bij de ex positie liggen boekjes waarin men kan vinden van welke plaatsen de aquarellen gemaakt zijn. Bij de werken is b.v. een beeld van de thans dichtgemetselde oudste ingang naar de gewelven. De ingang werd ontdekt achter de trap. Waarschijnlijk werden in vroeger tijden gevangenen via deze ingang de ge welven binnen gevoerd. Ook toont het aquarel het restant van een muurtje dat behoorde bij de trap die naar het gewelf voerde. Achter een zeventiende eeuwse hou ten trap die verwijderd moest worden kwam een nis tevoorschijn die nog geheel in tact was. Ook werden bij de verbouwing resten van een zeer oude toog gevonden. De voorgevel van de vroegere rentmeesterswoning kwam bij de verbouwing ook tevoorschijn. De liMiimiiiiiiilillimmiilliiliiMiiiiilillilllMiiiiliiiiiiiillllllllliiiilliiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiliilillililllllililllltlllllllllllllllllllllillilllill Thilde van Wedrighem in de grote leegte... s FEUILLETON: W H g HOOFDSTUK 15 g door Tom Lodewijk g| miniiiimiimum 24 „Lieve meid... ik zou het echt heerlijk vinden, wanneer jij een tijdje bij me kwam wonen en misschien kan dat later wel, als je verder studeert. Maar niet als weggelopen dochter van huis. Alleen met volle instemming van je vader... en van je stiefmoeder." „Wat heeft die er mee te maken?" „Je denkt toch niet dat ik tégen haar partij ga kiezen, door jou bij me te laten wonen, omdat je om haar niet thuis wilt blijven? En dan de roddelaarsters van Waalburgen nog méér stof geven?" „Wie zegt u dat het roddel is?" „Ik weet hoe er geroddeld wordt... tussen twee haakjes, meisje, van wie heb jij het verhaal van dat jongetje?" „Van Juul Kerssemakers." „Dacht ik al. En die heeft het van haar ma. Nu, José dat is nu niet bepaald de meest betrouwbare nieuwsbron. En jij hebt er dat verhaal aan tafel uitgeflapt. Was Tilly er bij?" Ze zag José kleuren. „Ja" kwam het fluisterend. „Kind... hoe kon je dét doen." En toen waren er opeens de verlos sende tranen. Toen huilde José al haar ellende, haar eenzaamheid uit, een ellende, een eenzaamheid die ze aan zichzelf te danken, die ze zelf gezocht had. De vervreemding van de vader aan wie ze zo hing, van haar broer, van Tilly aan wie ze zo verknocht was. En toen zag ze weer het gezicht van Anne aan tafel... en ze wist dat het gemeen geweest was, wat ze had gedaan... dat ze partij had gekozen met de Kersse makers en hun aanhang, tegen haar eigen familie. „José" zei Thilde tenslotte „zo heb je es lekker schoon schip gemaakt en nou ga je allereerst eens fijn naar bed. En je blijft hier maar es gezellig een paar dagen, ik zal je vader wel bellen..." „Dat doe ik zelf." „Goed zo. That's the spirit. En we maken er een paar gezellige dagen van en dan kienen we uit hoe we het nu verder zullen doen." „Tante Thil, u bent een schatl" En met José's armen om haar hals, staarde José zat naast haar vader, die haar uit Utrecht had afgehaald, in de auto. Ze had zelf opgebeld, dat ze een paar dagen bij tante Thil bleef logeren en Bert opgelucht ook door haar toon had het zonder meer goed gevonden. Nu kwam hij terug uit Amsterdan, waar hij voor zaken heen moest zijn dochter afhalen. Maar José was niet op haar gemak. Ze begreep dat dit uitgepraat moest worden. En Bert begreep het ook. Bij een zijweg stond een bord 'Chalet du Bois, 500 meter'. „Dat is een aardige tent" merkte Bert op „daar moesten we maar een kopje koffie gaan drinken, vind je niet?" José knikte. Even later zaten ze in makkelijke stoelen bij een tafel met een schemerlampje. Ergens verder zat een oud heertje in een fauteuil, verdiept in de krant. De ober verdween achter het buffet. Verder was er niemand. „Ik moet met jou een paar dingen be praten" begon Bert moeilijk. José zweeg, zat rechtop, in afwach ting. „Allereerst moet ik je iets vertellen. Ik had het je eerder moeten vertellen, maar daar had ik de kans niet toe." Ze knikte. Hij had kunnen zeggen: daar heb je me de kans niet toe gegeven. „Dat jongetje, waar jij het over had, is een kind van de broer van Anne. De jongen is spastisch, je weet wat dat zeggen wil?" Ze knikte weer, ze had er laatst een artikel over gelezen. „Dus niet idioot, of achterlijk. Anne ouderhoudt geen enkele relatie meer met haar broer maar ze heeft zich dat kind aangetrokken, omdat hij zelf er zich niets van aantrekt. Hij betaalt alleen, gelukkig. Anders geloof ik dat zij dat óók nog zou doen. Zij is de enige die dat kind een beetje liefde geeft. Eens in de maand gaat ze daar naar toe. Dat is eigenlijk veel te weinig, maar Heideveld is nogal ver en ze heeft thuis ook heel wat te doen. Dit om je even van de feiten op de hoogte te stellen." José hoorde weer de woorden van Juul Kerssemakers, zo vol leedvermaak. Tante Mathilde had gelijk gehad om trent de roddelaarsters van Waalburgen. „Dan wou ik je dit vragen: wil je liever bij ons weg? Kun je het bij ons niet harden?" Gespannen wachtte hij, maar José staarde nog steeds zwijgend voor zich uit. „José, kind... als het zo moeilijk voor je is, dit leven zo... als je liever niet meer bij ons woont..." „Zegt u dat uit u zelf of heeft zij dat gezegd?" „Wie is zij?" „Nou... Anne." „Nee... zij wil het beslist niet. Zij zegt dat het allemaal goed komt en ze is er vierkant tegen dat je weggaat, tenzij je zelf beslist wilt. Maar ze hoopt van niet, zei ze." „Dat zal ze wel menen." „Ze zegt niets dat ze niet meent." „Hoe weet u dat?" „Omdat ik haar ken. Jij hebt nooit de moeite gedaan om haar te leren kennen, anders zou je het ook weten." „U moet me nou nog gaan vertellen dat ze van me houdt" smaalde José. „Dat kun jij je natuurlijk nier voor stellen, maar het is toevallig nog zo ook. stelde haar vader vast. „Dan toch desondanks." „Ja, desondanks. En ze heeft gelijk. Ze heeft altijd tegen me gezegd: dit is de echte José niet. Nu, dat wist ik zelf maar al te goed. Je bent nooit zo ge weest. Dit is iets dat je niet kunt vol houden. Daar ga je zelf aan kapot, kind. En daarom... als je bij ons niet gelukkig bent..." „Ach vader..." „Je kunt helemaal je eigen gang gaan, kind. Sympathie laat zich niet dwingen. Maar deze sfeer in huis dat kan niet langer. Ook voor Tilly." Nu, zag hij, had hij een kwetsbare plek geraakt. Tilly houdt erg veel van Anne, dat weet je. Ze was er helemaal van over stuur, toen jij zo tekeer ging. Wij zijn grote mensen, wij kunnen wel tegen een stootje, maar zo'n kind..." „Ik weet het, het was gemeen van me." „Fijn, dat is mij genoeg. Nou, dochter van me" en opeens hoorde ze weer de oude liefkozing in zijn stem „je bent een echte Van Wedrighem, echt een kind van je moeder... als je nou es bedenkt wat je moeder... wat tante Thilde zouden hebben gedaan, kun je het dan niet opbrengen om bij ons te blijven?" „U hoeft niet meer te praten" zei José vastbesloten „ik ga mee. En ik zal proberen me als méns te gedragen." Ze voelde zich opeens zo wonderlijk opgelucht en blij, dat ze spontaan haar arm door die van haar vader stak, toen ze de deur uitgingen. „Zeker z'n secretaresse" zei de ober tot de man achter het buffet, ,,'n Ouwe bok lust ook nog wel een groen blaadje." „Je moet niet allen mensen naar jezelf afmeten" kreeg hij terug „want een kind kan zien dat het z'n dochter is. En een knappere dochter dan jij ooit zult krijgen, lelijkmanskind!" Anne deed zelf open. José beducht voor het weerzien, zag opeens haar ogen oplichten met een ongekunstelde blijdschap. Maar Anne durfde niets zeggen. Bert bleef met een voor hem zeld zame tact nog even treuzelen bij de auto. De twee, Anne en José stonden tegenover elkaar. „Hier ben ik weer" zei José en ze lachte een beetje, want ze hoorde hoe onnozel het klonk. „Ja, gelukkig wel" zei Anna. „En ik wou zeggen dat het gemeen van me was." Ze zag hoe Anne kleurde. Een ogen blik stonden ze zo, besluiteloos. José was bijna even groot als Anne, ze konden zusters zijn. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1981 | | pagina 17