CIV zette Jan van Toon in de Bloemetjes GELOEI Beschermd dorpsgezicht KOST SLAAP VERVOLG VAN PAG. 2 VERVOLG VAN PAG.l „Vooruitlopen op landschapspark is onbehoorlijk bestuur" Naar de sloop Uitleen gemeentelijk kunstbezit PAGINA 6 TEXELSE COURANT DINSDAG 30 JUNI 1981 II Voor do hoorzitting over het beschermd dorpsgezicht Den Hoorn bestond veebe/engstelling. Overzicht van het in een feestzaal omgetoverde autodek van de TESO-veerboot. halen uit de bewogen geschiedenis van de CIV. De heer Van der Vis zelf ging vrij uitvoerig in op de geschiedenis van die zelfde CIV. Hij memoreerde de aankoop van het eerste gebouw van de coöpe ratie (voor f1700,— van de firma Rab). Het eerste inventarisstuk van de CIB bestond uit een handkar „waarvoor eerst prijsopgaaf werd gevraagd" en het eerste personeelslid was Gijs Kruidhoed die voor f2,50 per week magazijn meester werd. Ook de ingebruikneming van de eerste tankboot (genaamd 'Ome Biem' naar de eerste voorzitter en me- Verder werd het woordt gevoerd door de heer T. Visser, oud-medewerker van de Directie der Visserijen en persoonlijk vriend van de familie Van der Vis. Ook hij sprak vol lof over handel en wandel van de jubilerende coöperatie die steeds tijdig de bakens verzette. De heer Visser bracht niet alleen lof aan Jan van Toon maar ook aan zijn vijf voorgangers bij de CIV: Biem Vlaming, Biem van der Vis, Piet Vlaming en Aris Ellen. Ook Rijer van der Vis en de 'oude' Jan van der Vis die in 1931 aan de wieg stonden van de coöperatie beschouwde hij als visserij prominenten. Tekening het beschermd dorpsgezicht moeten worden gehandhaafd en waar mogelijk versterkt. De verkeersdruk mag niet worden vergroot. De voorzieningen in de bedrijfsrecreatieve sector blijven ge handhaafd. Groen in de Herenstraat moet worden teruggebracht. De eerste vraag die donderdagavond gesteld werd had eigenlijk niet met het bestem mingsplan te maken. De heer Drijver zei dat de stoepen in Den Hoorn vaak als parkeerterrein worden gerbuikt. Kort ge leden was de fiets van zijn zoon die op de stoep stond door een auto in elkaar gereden. Uit het publiek werd geroepen dat de geschiedenis zich kennelijk her haalt, want jarenlang hebben auto's van gasten van Drijver zelf op de stoep gestaan. Burgemeester Engelvaart greep in door te stellen dat mogelijk paaltjes gezet kunnen worden, maar dat dat niet via een bestemmingsplan hoeft te worden gerealiseerd. De opmerking van Drijver werd genoteerd en de zaak zal worden „bekeken". Meerdere plannen De heer H. Franz merkte op dat het bestemmingsplan voor het beschermd dorpsgezicht maar een beperkt deel van het dorp beslaat. Op zijn vraag waarom het gebied ten zuiden van de Naalrand niet in de planning werd betrokken, werd geantwoord dat voor dit deel van Den Hoorn al een rechtsgeldig bestem mingsplan bestaat. Ook het strenst beschermde deel van het bestemmings plan beschermd dorpsgezicht beslaat niet 'net hele oude dorp. De grenzen zijn destijds door het ministerie van CRM aangegeven. Overigens is het niets bijzonders dat binnen een dorp van meedere bestemmingsplannen sprake is. Dat is bijna overal het geval. Op heel Texel heeft men te maken met zo'n 60 verschillende bestemmingsplannen. L. Bruining leverde ongezouten kritiek op de gemeente over de wijze waarop zijn aanvraag voor een wijziging van een pand aan de Kerkstraat was behandeld. Hij had die aanvraag vier jaar geleden ingediend en er sindsdien niets meer van gehoord. „Het ligt zeker ergens onder in een la. Maar ik had wel verwacht dat jullie al die vergeelde papiertjes onderin laden hadden doorgesnuffeld voor je hier kwam," zei hij. Engelvaart beloofde dat het nagegaan zou worden, maar Bruining was hierdoor allerminst tevre den gesteld. „Dan duurt het zeker weer vier jaar voor ik weer eens wat hoor", zo bevroedde hij. In antwoord op vragen legde de heer Hut uit wat in een bestemmingsplan het verschil is tussen een monument en een beeldbepalend pand. Een monument blijkt een pand te zijn dat door CRM op de monumentenlijst is gezet. Met beeld bepalende panden is dat niet het geval. Deze worden door de gemeente als zodanig aangewezen en vallen onder andere subsidieregels. Jaap Duinker vroeg zich af waarom zijn huis aan de Herenstraat wel als beeldbepalend en niet als monument genoemd staat. Verder zei hij dat hij wel subsidie van monumentenzorg ontvangt. Hut merkte op dat iemand zelf het initiatief moet nemen als hij zijn huis op de monumen tenlijst van CRM wil hebben. Verder zei hij dat subsidie van CRM wel vaker wordt gegeven als een huis geen mo nument is, maar zich toch binnen een beschermd dorpsgezicht bevindt. VVV kantoor Het mogelijke WV kantoortje op het pleintje voor Goënga was onderwerp van kritiek van Bruining. „Als ik het beleid van de gemeente ten aanzien van toeristen bekijk, is een dergelijk kan toortje daar geheel overbodig", zei hij. „Bestem dat plekje maar als openbaar groen. Hut zei dat er geen sprake van hoeft te zijn dat het gebouwtje een WV kantoor wordt. Het kan net zo goed bestemd worden voor telefooncellen of een bushokje. Bruining bleef openbaar groen echter aantrekkelijker -vinden en Willem Duinker was het daarmee eens. „Het zou te gek zijn als er een ge bouwtje kwam. Als er een WV kantoor moet komen, zetten jullie dat maar bij Arie Smit in de tuin. Daar is plaats genoeg", zei hij. Ook S. Schilling was tegen het gebouwtje. „Je wringt je in 80.000 kronkels om Den Hoorn knap te houden. Dan ineens wordt er midden in het dorp een WV tent neergezet. Je kan er dan net zo goed meteen een patatkraam neerzetten. Hoe rijm je een dergelijk gebouw met een beschermd dorpsgezicht", vroeg hij. Ambtenaar ruimtelijke ordening Le Roux zei dat een beschermd dorps gezicht niet is bedoeld om een dorp BURGEMEESTER ENGELVAART „Het is niet verstandig ons vast te leggen op een ambtelijk stuk uit Den Haag. Laten we afwachten wat de re gering ervan denkt. Ik wil voorstellen het pre-advies nationale landschapspar ken voor kennisgeving aan te nemen." Dit zei burgemeester Engelvaart don derdagavond tijdens de vergadering van de commissie ruimtelijke ordening in Den Hoorn. Het pre advies over land schapsparken kwam aan de orde nadat in die plaats een hoorzitting over het beschermd dorpsgezicht was gehou den. Engelvaart wees erop dat het on zeker is wat de kabinetsformatie voor resultaat zal geven en dat daarom ook niet valt te zeggen hoe een volgende regering tegenover de landschapspar ken zal staan. Vast staat in ieder geval wel dat Wallis de Vries niet terugkomt in een volgend kabinet. De staatssecretaris van CRM wordt namelijk voorzitter van de AVRO. Wanneer een nieuwe rege ring eenmaal een standpunt over de landschapsparken gereed zou hebben, vond Engelvaart het vroeg genoeg om, daarmee te werken. J. Koolhof sprak desondanks zijn ver ontrusting uit over de mogelijkheden die op Texel voor het toerisme zullen blijven bestaan. Hij voorzag het inkrimpen of verdwijnen van Loodsmansduin, de Robbenjager en camping Kogerstrand. Engelvaart deelde de verontrusting van Koolhof. Hij noemde het een daad van onbehoorlijk bestuur om de uitbreiding van het toerisme op Texel tegen te werken omdat Texel potentieel land schapspark is. Texel zal zich dan ook teweer stellen tegen het consolideren van het toerisme op grond van een toekomstige aanwijzing als landschaps park. Dros sprak zijn verontrusting uit over de toekomstige mogelijkheden voor agrariërs binnen een landschaps park. Er ontstond hierop een discussie over het functioneren van een boer binnen het landschapspark. Cor Ellen en Lieuwe Dijksen vonden dat agrarische activiteiten op geen enkele wijze aan tasting van het landschap mogen be tekenen. Dijksen ging hierin het verst. Hij ging uit van een nieuwe economi sche orde waarbinnen de kleine boer functioneert. Hij vond hierin Koolhof, Barendregt en Rienstra als tegenstan ders. Ook namen zij geen genoegen met de bewering dat agrarische activiteiten landschapsbedervend zijn. Uiteindelijk werd het advies uitgebracht het stuk over de landschapsparken voor kennis geving aan te nemen. waren georganiseerd. In deze situatie kwam verandering toen een CIV nieuwe stijl werd opgericht waarbij zowel Noord- als Waddenzeevissers (eige naars èn opvarenden) zich konden aan sluiten, terwijl de CIV zich voortaan tot zijn hoofdtaak beperkte. Maar dat weerhoudt de CIV-mensen er niet van om af en toe weer voor de algemene visserijbelangen op de bres te staan, zoals vorige week nog is gebeurd op dt hoorzitting voor het nieuwe bestem mingsplan voor de haven. Als geschenk stelde Weijdt een klok in het vooruit zicht, aan te brengen op de gevel van het CIV-gebouw op de haven en voor zien van de tekst „Voor 50 jaar CIV van DETV - 27-6-1981." Weinig onderwijs Weijdt betreurde het dat de CIV- statuten voorschrijven dat een bestuur der moet opstappen nadat hij de 65- jarige leeftijd heeft bereikt. Anders zou Jan van Toon best nog een jaar of vijf zijn krachten aan de coöperatie hebben willen geven. Uit het feit dat Jan van der Vis als zeer jonge knaap al op ansjovis viste op de voormalige Zuiderzee, trok Weijdt de conclusie dat hij nooit in de gelegenheid is geweest uitgebreid on derwijs te genieten, dat in aanmerking nemende was zijn bewondering voor de wijze waarop Jan van Toon de Texelse visserijbelangen bij tal van overheids- en andere instanties behartigde, er des te groter om. De heer Van der Vis heeft de pleziervaart als hobby. Regelmatig trekt hij met zijn in Friesland gesta tioneerde kruiser de meren op. Weijdt had geconstateerd dat de stoel achter het stuur van dit scheepje niet in al te beste staat verkeerde en daarom over handigde hij een nieuwe stoel als ge schenk. Namens het Visserijschap werd ge sproken door de heer Ben Daalder uit Oosterend. Hij constateerde dat de CIV al veel heeft om voldaan over te zijn, alleen een nieuwe havenmond staat nog op het verlanglijstje. „Maar daar wordt aan gewerkt", aldus Daalder. Hij prees de visie, collegialiteit en het inzicht dat steeds het doen en denken van de CIV- mensen heeft beheersd. Lof had hij ook voorde heer Van der Vis. „De visserij is veel dank aan u verschuldigd." Wijzend op de enorme belangstelling op deze jubileum- en afscheidsreceptie consta teerde Daalder: „Ze zijn niet naar deze veerboot gekomen om de smikkel en de smakkel maar ze zijn gekomen om u!" nauwe samenwerking met de vissers streven naar verwezenlijking van de wensen. Als geschenk van hem en de havenmeester overhandigde hij een te kening die Nel Koorn-Kikkert had ge maakt van het monument op de haven. Namens bestuur en directie van de Eerste Coop. In- en Verkoopvereniging van visserijbenodigdheden B.A. te Urk sprak directeur A. Villerius. De Urker coöperatie stond destijds model voor de Texelse CIV. De statuten lijken dan ook als twee druppels water op elkaar. Villerius gewaagde van de goede ban den die er altijd tussen Urk en texel hebben bestaan. Wat de economische omstandigheden betreft lijken 1931 en 1981 op elkaar. Ook nu is het levens noodzaak om de samenwerking te be waren en zo mogelijk uit te breiden. Villerius vroeg zich af waarom de diverse visserijcoöperaties in het land elkaar nog niet hebben gevonden. Met een centraal inkoopbureau zou de posi tie van de vissers nog aanzienlijk sterker kunnen worden. „Moet de gasolie eerst nóg duurder worden?!" Als geschenk overhandigde de Urker directeur een serie van twintig boekwerken: de Winkler Prins Encyclopedie. Op zijn eigen simpele wijze dankte de her Van der Vis voor de lof die hem was toegezwaaid. „Ik heb er eigenlijk geen woorden voor. Dank u well" Diner Onder de velen die tijdens het diner in het Havenrestaurant het woord voer den was de heer Cor Vonk, de nieuwe CIV-voorzitter. Hij signaleerde dat het oprichten en instandhouden van de coöperatie niet zo eenvoudig is geweest als wel eens wordt gedacht. Hij riep de aanwezige leden op hun coöperatie ook in de toekomst trouw te blijven. „Steun de eigen coöperatie en ga niet onder hands dingen kopen van handelaars met mooie praatjes." Voor de scheidende voorzitter had de CIV een kostbaar ge schenk: een marifoon (zendontvanger) voor zijn kruiser. Het apparaat zal door Radio Holland gratis worden geïnstal leerd. Gesproken werd ook door de bejaarde heer Willem Ellen die veel wist te ver- deoprichter B. Vlaming Pzn.) was een gedenkwaardig gebeuren. Schipper Pieter Plaatsman verdiende f 15,— per week en eens per twee of drie weken haalde hij 60 ton gasolie uit Amsterdam. In de oorlog werd de tankboot gevor derd evenals veel kotters en kwam de visserij nagenoeg stil te liggen. De coö peratie werd zelf officieel op non actief gesteld en de goederen werden onder de leden verdeeld. Niet alles waaraan de CIV begon werd een succes. De pogingen om de aange voerde vis blijvend via de afslag te Oudeschild aangevoerd te krijgen mis lukten. Met plaatselijke vishandelaren werden overeenkomsten gesloten om te breiken dat texel als aanvoerhaven kon worden behouden. Dat is uiteindelijk niet gelukt en hetzelfde gold voor de vismeelfabriek. In 1955 kreeg de CIV zijn nieuwe tankboot en in 1959 werd op de haven een nieuw hoofdgebouw gezet. Die tankboot was al snel te klein, zodat besloten werd tot de bouw van eigen opslagtanks die met grotere tankers volgehouden moesten worden. Want het olieverbruik van de vloot nam snel toe. Belangrijk doel in die tijd was: olie, ijs en water op één plaats in de haven. Het ideaal van een eigen ijsfabriek verdween omdat op de kotters de scherfijsmachines hun entree deden. Daarentegen werd electriciteit Iwal- stroom) voor elke afgemeerde kotter belangrijk. In 1977 nam de CIV het nieuwe hoofdgebouw in gebruik wat betekende dat het 'alles bij elkaar op haven'-idee volledig gestalte had ge kregen. De heer Van der Vis sloot zijn over zicht af met het uitspreken van zijn ver trouwen in de heer C. Vonk, aan wie hij vervolgens de voorzittershamer over handigde. Een auto die in zeer slechte staat van onderhoud verkeerde werd woensdag door de politie in De Koog uit het verkeer genomen. De auto, die aan een Texelaar behoorde, zal worden ge sloopt. De heer C. P. Harting van de Dienst- kring Texel van Rijkswaterstaat gaf er in zijn toespraakje blijk van begrip te heb ben voor de wensen die de vissers nog hebben ten aanzien van de haven. Hij kon uiteraard niets toezeggen maar be loofde zijn medewerking bij het in Jan van Toon met een van de vele geschenken, die hij tijdens de receptie kreeg: twee poppen in Urker klederdracht Op de voorgrond de heer Cor Vonk, de nieuwe voorzitter van de CIV. Tot 16 juli wordt in de expositieruim te van het raadhuis een tentoonstelling gehouden van het gemeentelijk kunst bezit. Het gaat om werk van Paul Höhner, Corrie Gottschal en Ad Blok van der Velden. Het is de bedoeling de werken uit te lenen aan openbare en charitatieve instellingen. De uitleen aan onderwijsinstellingen zal geen kosten met zich meebrengen. Varv andere instellingen is het de bedoeling te vol staan met een restitutie van de ver schuldigde verzekeringspremie van in bruikleen verkregen werken. Voorkeuren voor bepaalde werken kun nen gegadigden kenbaar maken op het bureau Culturele Zaken. Na drie, zes of twaalf maanden kunnen geleende wer ken eventueel tegen andere worden ge ruild. Het doel van het in bruikleen af staan van de werken is het gemeente lijk kunstbezit in bredere kring onder de aandacht van het publiek te brengen. Overigens bestaat dat totale gemeen telijke kunstbezit uit 218 werken. Voor uitleen komen momenteel ongeveer 100 werken in aanmerking. De uit te lenen werken zijn tevoren gefotografeerd. terug te brengen naar een bepaalde periode uit de geschiedenis. Wanneer in een dergelijk dorp „gaten" zijn dan kunnen die met huizen worden inge vuld. Datzelfde geldt voor het pleintje. Volgens hem zou de vorm van het plein beter tot zijn recht komen door een gebouw. Burgemeester Engelvaart vond dat de verschillende mogelijkheden nog maar eens goed tegen elkaar moesten worden afgewogen. In ieder geval bleek dat men met de huidige situatie op het pleintje ook niet tevreden is. De telefooncellen die er nu staan werden als walgelijk omschreven. „Verder staan er drie bomen die het niet doen", riep iemand. Hut beloofde dat als er iets met het pleintje zal gebeuren dit geheel in stijl geschiedt. Hij hield zelfs de mogelijk heid open dat er een woning zal komen. Ook dit idee viel bij de vergadering niet in goede aarde. J. Duinker wees erop dat een belang rijk deel van het beschermd dorps gezicht bestaat uit gebouwen die oor spronkelijk door boeren werden ge bruikt. „De boeren beleven op het I ogenblik echter hun laatste stuiptrek- f kingen in het dorp", zei hij. Hij vond het niet te rijmen dat de boeren zich buiten het dorp moeten vestigen, maar dat hun gebouwen als karakteristieke delen van het dorp moeten blijven staan. Hut zei dat alle agrarische bedrijven in Den Hoorn als zodanig zijn bestemd. De agrariërs moeten echter aan de eisen van de milieuwet en de hinderwet vol doen en bovendien bij hun activiteiten rekening houden met de schaal van het dorp. „Maar als de boeren uit het dorp weg zijn, wat moet je dan met al die agrarische gebouwen in het dorp", vroeg Duinker. De heer Blokzijl die als vertegenwoordiger van bureau Hajema, dat nauw bij de plannen in Den Hoorn betrokken is, aanwezig was zei dat het plezierig is als de agrarische functies in een dorp behouden kunnen blijven, maar een vrijkomend boerengebouw kan ook een ander functie krijgen. Als mogelijkheden noemde hij verbouw tot woning of een kapsalon. Vooral dat laatste veroorzaakte de nodige hilariteit. Duinker vond de andere bestemmingen voor agrarische gebouwen ongewenst. 1 „Als je van een boerenschuur een woning of een kapsalon maakt is dat l strijdig met het karakter van het dorp", zei hij. Duinker vond dat ten aanzien van de boeren een soepeler beleid gevoerd moet worden, zodat ze zich in het dorp kunnen handhaven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1981 | | pagina 6