1 Voor Goede Vrijdag en het paasweekend met Écho.... T rombosedienst lllllllllllllllllllllllllllllllllll Artsen Groene Kruis Tandartsen Apotheek Groene Kruis Zuigelingenbureau Alcohol en drugs. Dierenartsen Brandmelding Rijkspolitie Noodslachtingen Kerkdiensten DAG 9 APRIL 1982 TEXELSE COURANT PAGINA 13 J„U heeft me wel verstaan, denk lk." Van Benten was te verbaasd om te ageren op haar brutale opmerkin- n. Hij kreeg steeds meer haast om et Harrie Rechter te spreken. „Wat zit er op het ogenblik in de uis?" „Ik zou het niet weten." „Is de boekhouder er niet?" „Die is lunchen." IDe smalle rug met de wat opgetrok- n schouders begon hem te irriteren. „Waar luncht meneer Rechter?" Iets zijn stem deed haar nu opkijken. „In de sociëteit." „Bel de sociëteit en vraag naar »m. Zeg hem dat lk hem wens te reken." Gehoorzaam draaide ze het num- ;r. |Niet zo gek dat Rechter op de so- •teit was, overwoog Van Benten |en hij weer in zijn auto'zat. Kon hij zelf ook een hapje eten. hrrie Rechter was een aangenaam Sappe verschijning, volgens de gegevens die Van Ben- n over hem bezat was hij maar vier ?r jonger dan Charles Veenendaal, aar hij leek nauwelijks vijftig. Zijn kke zwarte haar vertoonde nog geen joortje grijs en hij had een jeugdig ank figuur. Hij droeg een perfekt :tend grijs pak met een nogal op- illende lila-rose das. Hij had al zijn ndacht bij het eten en scheen Van ?nten niet op te merken. Er stond in half vol glas rode wijn bij zijn >rd. Rechter keek pas op toen de lofdinspecteur hem op de schouder tte. Hij bekeek het dikke mannetje een keurig maar ouderwets ge-* (reept pak van top tot teen. U bent zeker de hoofdinspecteur jaarover mijn secretaresse belde?" Inderdaad. Van Benten ls mijn fam. Mag ik?"w „Natuurlijk, gaat u zitten. Een (aasje wijn?" Hij wees op de fles. Nee dank u, ik neem een biertje." Rechter ging door met eten en liet it aan Van Benten over om de ober roepen. „Staat u mij toe?" De hoofdinspec- |ur duidde op zijn half opgerookte |gaar. Rechter knikte met volle mond. „Ik wilde met u praten over uw mpagnon Charles Veenendaal." De ander keek even op maar zweeg. „U bént toch zijn compagnon?" „Ik zit er voor 25% in. Deel mee in winst." „Weet u wie Charles Veenendaal :rmoord heeft?" Hij keek verbaasd op. „Wat een •aag! Natuurlijk niet!" „U heeft ook geen vermoeden?" Hij stak opnieuw een hap in zijn lond en kauwde drie minuten door |>nder te antwoorden. „Hoe zou ik?" Van Benten zweeg op zijn beurt. De })er zette een biertje en een uitsmij- t voor hem neer. Rechter scheen het |iet te zien. Ik meen begrepen te hebben, me ieer Rechter, dat u goed bevriend as met Veenendaal?" Rechter keek hem nu voor het eerst Dl aan. „We kenden elkaar al sinds middelbare school. Ik was getuige j zijn huwelijk. En toen ik aan de -ond zat, hielp hij mij door mij dit impagnonschap aan te bieden." Het was in de tweede klas van de tiddelbare school. Hij had bijles no- ig in wiskunde. „Vraag of een van de >ngens uit de vijfde je kan helpen," ad zijn wiskundeleraar gezegd. Het as een beetje vernederend geweest, ant de man wist dat Harrie's ouders een hoog lesgeld konden betalen. An- ers had hij hem wel aangeboden em zelf bijlessen te geven. Harrie was naar Charles gegaan. De hige aan wie hij het had durven vra- en. Charles kwam uit hetzelfde dorp (ls hij. Had ook nooit geld.. Was Char ts ooit geaccepteerd op school? Har te wist het niet. In ieder geval scheen lij er nooit een punt van te maken, an nature een eenling maar niet (enzelvig. Vrolijk en intelligent. Hij Iraatte ook niet zo plat als Harrie. ff had hij dat in de loop van de phooltijd kunnen veranderen? Had- jen ze hem ook uitgelachen om zijn perse taaltje toen hij de eerste [chooldag onbevangen het lokaal bin- jen was gestapt? „O, ik leg het je even uit," had •harles gezegd. „Wat moet je ervoor hebben?" Hij had het tengere jochie wat laat- lunkend bekeken. „Geef me zo nu en dan maar een iakje sigaretten." Sinds die tijd had Charles een loopjongen en Harrie een beschermer, pe jongens uit zijn klas durfden hem iet meer te plagen. In de pauzes (tond hij niet meer alleen en onhan- lig in een hoekje, als het ware vra- lend om een pak slaag. Misschien tad hij de school wel nooit afge- naakt als Charles hem dat ene jaar iet geholpen had. De eerste klas was |en hel geweest. Hij was smaller, klei- er dan de jongens van zijn klas, een beetje meisjesachtig met zijn regel matige, bijna mooie gezicht. De beschuttende vriendschap van Charles had hem, naar het scheen, doen groeien. In de derde, toen hij het weer zonder Charles had moeten stellen omdat deze eindexamen ge daan had, was hij zo lang geworden dat hij, als het nodig was, zijn be lagers met gemak van zich af kon houden. Het was alleen nauwelijks meer nodig. Hij was net zo'n onge naakbare eenling geworden als Char les, alleen somberder, eenzamer. De jongens lieten hem met rust, sarden hem niet meer, maar zochten ook geen kontakt. Charles was in militaire dienst en hij zocht hem regelmatig op. Zijn vriend woonde op kamers en leefde het leven van een volwassen man. Vertelde verhalen over meisjes die Harrie nooit te zien kreeg. Hij bewon derde en benijdde hem. Op school werkte hij keihard, vastbesloten om dat te bereiken wat nodig was om zijn aanzien bij Charles te verhogen. „Waar was u gisteravond en van nacht?" Rechter keek hem broedend aan. Nu was het Van Benten die alle aandacht bij zijn bord had. „Ik ben naar de bioscoop geweest." „Alleen?" De ander aarzelde. „U begrijpt dat het belangrijk is dat iemand uw verhaal zal kunnen beves tigen." „Ik was alleen. En ik heb geen be kenden gezien." „Hoe heette de film en waar draaide hij?" „Door de duivel gejaagd." Draaide in „Extase". Het kwam er vlot uit. „Hoe laat was de film afgelopen?" Rechter haalde zijn schouders op. „Normale tijd, denk ik. Ik heb er niet op gelet. Het was een tweede voor stelling en die eindigt meestal om streeks elf uur." „Bent u toen naar huis gegaan?" Weer een aarzeling. Of verbeeldde hij zich dat? ..Ik ben naar een bar geweest. Hoe heette dat ding ook weer...?? In de Sint Jansstraat." Van Benten bleef hem vragend aankijken en schudde toen zijn hoofd. „Het spijt me, geen flauw idee." Er waren de laatste tijd zoveel van die duistere kroegjes bijgekomen. „De Gelaarsde Kat!" „Tsss! Wat ze al niet verzinnen." Weer die broedende blik. „Was u nog steeds alleen?" „Ja." „Niemand die u kende? De man achter de bar?" Rechter knikte. „Die kent me. Ik hoop dat hij zich nog kan herinne ren dat ik er was. 't Was er erg druk." „En daarna, meneer Rechter?" „Daarna ben ik naar de kegelclub gegaan. Ben er tot half twee gebleven en toen naar huis gegaan." „U bent toch geen lid van de ke gelclub?" Van Benten was zelf wel lid. „Nee, maar dat is de -enige plaats waar je na sluitingstijd van de kroe gen nog wat kunt drinken." „U heeft daar weer alleen zitten drinken?' „Ja." De ober bracht een kop koffie voor Rechter. Van Benten had zijn bord leeg en nam een laatste teug van zijn bier. „Heeft u een sleutel van het huis van de familie Veenendaal?" „Ja, die heb lk." Van Benten keek hem verbaasd aan. Merkwaardig! „Een paar jaar geleden, in de tijd dat ik me van mijn vrouw liet schei den, ben ik enkele weken bij de fa milie in huis geweest. Ik kreeg toen een sleutel van Charles. Toen ik hem later wilde teruggeven zei hij dat ik hem maar moest houden voor nood gevallen." „Wat bedoelde hij met noodgeval len." „Vakantie of zo. Hij bewaarde som mige zakelijke papieren thuis, weet u." „In zo'n geval zou u toch een sleutel bij een van zijn dochters hebben kun nen halen?" „Die gingen in die tijd nog met hun ouders mee met vakantie." „En de werkster? Die had toch ook een sleutel?" „Moet u eens luisteren, meneer," zei Rechter nu op kille toon met veel nadruk op het woordje „meneer", „Charles gaf mij die sleutel. Ik had er niet om gevraagd. We waren vrien den, ziet u." Van Benten maakte een veront schuldigend gebaar. „Waar is die sleutel nu?" „Aan mijn sleutelbos." „Mag ik hem even zien?" Hij haalde met een snel gebaar een bos sleutels uit zijn broekzak. Er za ten zeker een stuk of tien sleutels aan. Eén voor één liet hij ze door zijn vingers glijden. Sommigen bekeek hij even nauwkeurig, anderen schoof hij snel opzij. Toen keek hij de hoofdin specteur verbaasd aan. „Hij zit er niet bij. Misschien ligt hij in mijn flat, hoewel ik me niet kan herinneren..." „Weet u het zeker?" Van Benten keek hem onderzoekend aan. De ver bazing van de man leek oprecht. „Misschien wilt u zich zelf over tuigen?" Hij overhandigde hem de sleutelbos. „Ja, hoort u eens, dat kan ik zo niet zien." Hij dacht even na. „Dat die sleutel hier niet bij zit, bewijst na tuurlijk niets. In ieder geval niet dat u hem niet in uw bezit hebt." „Maar dat wil ik ook helemaal niet bewijzen. Ik heb 'm wel, tenminste... Waarschijnlijk ligt hij thuis. Ik zal hem een keer van de ring afgehaald hebben omdat ik hem toch nooit ge bruikte." „Begrijpt u dat het in het bezit hebben van die bewuste sleutel in uw nadeel zou kunnen uitvallen?" De ander keek hem scherp aan. „Ja dat besef ik. Er zijn geen sporen van een inbraak gevonden hè?" „Precies." „Niettemin leek het me beter u de waarheid te zeggen." „Daar heb u gelijk in. Meneer Rech ter, weet u zeker dat u de sleutel niet uitgeleend hebt?" Rechter schudde zijn hoofd. „Als ik dat gedaan had, zou ik dat wel we ten." „Zou iemand hem van uw sleutel ring afgehaald kunnen hebben zon der dat u het bemerkte?" „Tja, dat is natuurlijk mogelijk, maar niet erg waarschijnlijk. Ik draag mijn sleutels altijd bij me." „Maar in theorie is het mogelijk?" „Natuurlijk." „Vindt u het goed om even met mij mee te rijden naar het huis van de familie Veenendaal? Dan kan ik me ervan overtuigen dat hij hier inder daad niet bij zit." Hij hield de bos sleutels even omhoog en stopte hem toen in zijn zak. „Bovendien zou ik zo'n bewuste sleutel graag een poosje te leen hebben. Ik neem aan dat me vrouw Veenendaal daar geen bezwaar tegen zal hebben." „Hij zegt dus dat hij de sleutel in zijn bezit meende te hebben, maar hem nu niet meer kan vinden?" Kasper Blazoen zat bij zijn chef op de kamer thee te drinken. Ze zaten samen aan de kleine ronde tafel. Hij had zijn benen eronder gestrekt, waarbij zijn kolossale schoenen er aan de andere kant weer onderuit staken, waardoor het leek alsof hij het ta feltje op zijn knieën droeg. „Zo is het inderdaad. We zijn nog naar zijn flat gereden. Hij heeft zeker drie kwartier gezocht, maar kon hem niet vinden, zei hij. Natuurlijk kan hij hem verstopt hebben. Zoiets als een sleutel is heel gemakkelijk te verstoppen." „Moeten we zelf zijn flat niet door zoeken?" „Ik geloof niet dat het zin heeft. Ik heb het gevoel dat hij de waar heid sprak." -,,Dus hij heeft de sleutel verloren of iemand heeft hem van hem ge stolen," zei Blazoen peinzend. „Anders was hij er waarschijnlijk helemaal niet over begonnen. Ik be doel," de hoofdinspecteur nam een slok slappe thee, „dan had hij gewoon ontkend dat hij die sleutel in zijn be zit had. Zelfs mevrouw Veenendaal wist niet dat hij er nog een had Blazoen trok zijn benen in en alleen een haastig ingrijpen van de hoofd inspecteur kon voorkomen dat het ta feltje met de nog half gevulde thee koopjes ondersteboven ging. „Sorry chef." De ander haalde zijn schouders op. "Aan de thee was toch niets verloren gegaan. Smaakt nergens naar. 't Geeft alleen zo'n rommel." „Tja, ik drink ook liever iets an ders..." „Dan moest je die kroegen maar eens afgaan." „Nagaan in hoeverre Rechter een alibi heeft. Waarschijnlijk is het niet veel zaaks." Kasper Blazoen sprong geestdriftig op, waarbij Van Benten een tweede maal het serviesgoed redde. Hij zucht te slechts. Zo langzamerhand was hij gewend aan de stuntelige gebaren van de ^lun^elfge lange ■"rechei'cheür. Zijn uit de kluiten gewassen ledematen leken niet geschikt voor gebruik bin nenshuis. Van Benten had in het be gin dan ook weinig vertrouwen in de toekomst van de jonge politieman ge had Tot hij ontdekt had dat zijn on handigheid verdween zodra hij in ak- tie kon komen. Op het moment dat niemand het hem kwalijk zoü nemen als hij als een olifant door een uit stalling antiek porcelein zou stam pen, legde hij een behendigheid aan de dag die iedereen verbaasd deed staan. Bovendien had hij buitenshuis nooit problemen met zijn lange lede maten. Integendeel, als het er op aan kwam kon hij reuze hard lopen. Ver der schoot hij als de beste. Niettemin was ook zijn vrouw Tineke meerdere malen de wanhoop nabij geweest, tot dat ze kortgeleden de huiskamer min of meer ontruimd had, zodat een blind paard er geen schade meer zou kun nen aanrichten. Volgens haar zeggen omdat hun zoon van twee zo'n wilde bras was, maar Van Benten wist wel beter. Blazoen was al bijna de kamer uit toen Van Benten hem terug riep. „Rechter beweert dat de man die gisteravond achter de bar van „De Gelaarsde Kat" stond hem kent. Laat hem wat praten. Probeer je een beeld te vormen van Rechter." Blazoen knikte. „En ik zou maar een regenjas mee nemen." Van Benten wees naar bui ten waar de regen in stromen neer viel. „De Gelaarsde Kat" was gehuisvest in een smal pand op een hoek naast een schoenenzaak. Blazoen kon de straat van deze kant niet inrijden, éénrichtingverkeer. Hij zag zich ge noodzaakt zijn auto een straat verder te parkeren. Hij aarzelde even alvo rens uit te stappen. De straat stond bijna blank. De goten konden de stroom regenwater niet aan en leken op kleine, kolkende riviertjes. Zuch tend keek hij naar de watermassa's die over zijn voorruit heen plensden. Hij had de raad van zijn chef opge volgd en een regenjas aangetrokken, maar hij vreesde niettemin dat hij doornat bij de bewuste kroeg zou aankomen Hij schatte de afstand op een tweehonderd meter. Langzaam knoopte hij de bovenste knoop van zijn jas dicht en zette zijn kraag op. „Sufferd." schold hij in zichzelf, „had de paraplu van de baas maar ge leend." Vervolgens troostte hij zich met de gedachte dat hij hem toch niet had gekregen, aangezien Van Benten er die middag ook nog op uit zou gaan. Hij haalde diep adem en dook tenslotte de regen in. Hij voelde het water al langs zijn nek siepelen toen hij de ouderwetse koperen deurklink naar beneden duw de. De deur zat op slot. Hij belde aan. Zijn schouders voelden verdacht kil aan. Waarschijnlijk had het vocht zijn blazer al bereikt. Hij belde nog eens. En na een kleine eeuw werd de deur voor hem geopend door een jonge vrouw met slordig, rood geverfd haar en donkere kringen onder haar ogen. Ze droeg een flodderige duster en pantoffels met rose pompoenen. Het was donker in de zaak en het duurde even voordat hij ontdekte dat een kleine dreumes op kromme beentjes en met een snotterig gezichtje hem vanachter een stoel stond aan te sta ren. De vrouw keek hem afwachtend aan, maar zei niets. „Ik zou graag een gesprek hebben met de man die hier gisteravond ach ter de tapkast stond." Terloops liet hij zijn blik nog eens taxerend over haar heen dwalen. De vrouw van de baas? Stond de baas achter de tap? Ze trok haar wenkbrauwen op en haalde een pakje sigaretten tevoor schijn uit de zak van haar duster. „Ik ben inspecteur Blazoen..." „Als ik het niet dacht, politie!" Ze ging achter de bar staan alsof ze zich wilde verschansen. Blazoen zag de rijen flessen met hun lokkende etiketten, de laffe smaak van te slappe thee nog in zijn mond. „Ik weet niet of Fred thuis is." „Is hij uw man?" Ze grijnsde spottend. „Dat zou hij wel willen." „Woont hij hier wel?" „Ja, hij heeft een kamer op de bo venste verdieping. Ik zal wel gaan kijken of hij er is." Maar ze verroerde zich niet. „U kunt uw jas wel uit doen. U lijkt wel half verzopen." „Het regent," antwoordde Blazoen droog en hij volgde haar raad op. Er liep een straaltje water langs zijn rug en hij rilde. „Heeft u soms een kop koffie voor me?" Ze knikte en kwam langzaam in be weging. Ze verdween door een deur naast de tapkast. De dreumes deed grommend als een jonge hond een paar wankele stappen en viel op zijn door luiers misvormde achterwerk. Er volgde een woest ge brul dat Blazoen in grote verlegen heid bracht. Moest hij het kind op pakken? De vrouw kwam binnen met de kof fie en keek hem nijdig aan. Dacht ze dat hij het wurm stiekum een duwtje gegeven had? Ze zette de koffie voor hem neer en nam het kind op. Het was direkt stil. „Cognac?" Ze had zijn verlangende blik gezien „Nee dank u," zei hij stoer. Vana vond maar, voordat hij naar bed ging. Hij had nog een staartje staan. Met het kind op de arm verdween ze weer door de deur. Blazoen dronk zijn koffie. Tot zijn verwondering was ze sterk en heet. Hij stak een sigaret op en keek op zijn gemak om zich heen. De bar leek op de eerste de beste tapkast uit een dorpskroeg, bruin, hier en daar kaal en vol kringen. De hoge bruine bar krukken met ronde gaten in de hou ten zittingen droegen de sporen van intensief gebruik. Aan de andere kant van de deur naast de bar was een verhoging met daarop een grote, halvemaanvormige tafel, waarvan de rechte zijde tegen de muur geschoven stond. Er was een vierkanten uitsparing waarin een draaistoel stond Blazoen liep ernaar toe. In de tafel was een uitgebreide muziekinstallatie ingebouwd, zag hij. Hij keek naar het merk en siste tus sen zijn tanden. Zijn ogen zochten de boxen. Vier stuks In al de vier hoe ken één En niet zulke kleinen ook. Hij kon zich bij benadering wel voor stellen hoeveel geluid deze appara tuur kon produceren. Er hing hier 's avonds vast geen sfeertje voor een vertrouwelijk gesprek Hij keek naar het ouderwetse meubilair Als de eigenaar er een knusse, bruine kroeg van had willen maken, had hij naar Kaspers idee absoluut gefaald. Hij haalde zijn schouders op en liep terug naar de bar om zijn koffie op te drin ken. Mogelijk was het 's avonds ge zelliger - de lichtinstallatie was van dezelfde kwaliteit als die van het ge luid - maar hij betwijfelde het. De eigenaar had kennelijk op twee ge dachten gehinkt toen hij de zaak was gaan inrichten Een discobar en een ouderwetse bruine kroeg. Het resul taat was een smakeloos geheel. Hij drukte zijn sigaret uit en keek op zijn horloge. Waar bleef...? Op hetzelfde moment schoof er een donkere, harige man naar binnen, ge volgd door de vrouw. Ze had het kind niet bij zich. De jongeman, die Fred Kwint bleek te heten, keek hem aan met twee vriendelijke varkensoogjes verscholen tussen overvloedig haar, dat vrijwel zijn hele gezicht bedekkend, door groeide in een slordige baard. „Stond u hier gisteravond achter de tap?" „Jawel." Hij streek door zijn baard en de zwarte oogjes schoten van Kas per naar de vrouw die er zwijgend bij stond. „Kent u de heer Rechter?" Het speet Kasper dat hij geen foto had kunnen meenemen, maar tot zijn verbazing antwoordde de man vlot: „Die ken ik ja." „Was hij gisteravond hier?" „Ja hoor eens..." Hij schuifelde wat ongemakkelijk met zijn voeten. „U denkt toch niet dat ik precies bijhoud wie er wel en wie..." (Wordt vervolgd) |g Uitsluitend voor spoedgevallen Van vrijdagavond 18.00 uur tot dinsdagmorgen 8.00 uur Dokter A. Waverijn, Kogerstraat 87a, Den Burg, tel. (022201 2016. Dokter R. R. Siebinga, Kikkert- straat 12, De Cocksdorp, telefoon (0227?) 234. Bij geen gehoor (02220) 2323. Aanvragen visites s.v.p. tussen 9,00 en 10.00 uur. Zaterdag, zondag en maandag apotheek geopend en spreekuur van 12.00-12.30 uur en van 17.00- 17.30 uur, zonder afspraak. Ambulance (in geval van onge lukken met betekenend lichame lijk letsel) (02220) 2011. Van vrijdagavond 18.00 uur tot dinsdagmorgen 8.00 uur. Let op! Aanvragen voor hulp: uitsluitend te bereiken: zaterdag, zondag en maandag tussen 13.00 - 14.00 uur en 18.30 - 19.30 uur. Zr. Ria de Jager, Diek 29, Den Hoorn, tel. (02226) 304. Uitleen van verplegingsartikolen en informatie: Maandag t/m vrijdag 17.00-18.00 uur. Lidmaatschapskaart meebren- i gen. I Voor zeer spoedeisende tandheel- I kundige hulp kan men zaterdag en i zondag om 18.00 uur precies te- recht in het tandheelkundig cen- j trum in het Groene Kruisgebouw, i Witte Kruislaan 19. Iedere woensdagochtend volgens af spraak van 9.00 tot 10.30 uur. Adres: Groene Kruisgebouw (ingang tandart sencentrum), Wittte Kruislaan, Den Burg, tel. (02220) 4887 (uitsluitend tijdens bovenstaande uren). Indien u niet op het afgesproken tijdstip kunt komen, dan gaarne kon- takt opnemen voor woensdag met de administratie van het laboratorium van het Gemini-ziekenhuis, tel. (02230) 11414 tst. 232 of tst. 299. Mee te nemen: alle trombosedienst- gegevens van elders en verzekerings- gegevens (ziekenfondskaart). Volgens afspraak. Informatie hier over op werkdagen van 17.00-18.00 uur: tel. (02220) 3241. Weverstraat 95, telefoon (07220) 2112. Open van maandag t/m vrij dag van 8.30-18.00 uur. Zaterdag van 11.00-12.30 uur en van 15.00- 17.00 uur; de paasdagen, zondag en maandag van 11.00-12.30 uur en van 16.00-17.00 uur. Buiten die tijd alleen voor spoed eisende gevallen. Consultatieburean voor alcohol en drugs, Molwerk 31/45, 't Horntje. Spreekuur volgens afspraak: telefoon (02226) 413. Alleen voor spoedgevallen tele foon (02220) 2527. Bij brand altijd bellen (02220) 2066 en bij geen gehoor (02230) 22222. Dagelijks is het politiebureau van de groep Texel van de Rijkspolitie telefonisch te bereiken via tel. (02220) 2644. Buiten kantooruren (tussen 18.00 en 08.00 uur) kan men rechtstreeks contact opnemen met de meldkamer van het district Alkmaar, tel. (072) 116444. Voor noodslachtingen bellen de heer A. van Heerwaarden, telefoon (02220) 2182(slachtplaats) of 2663 (Wilhelminalaan 94), b.g.g. (02226) 520 of (02220) 3541 Goede Vrijdag, 9 april 1982 - HERVORMDE GEMEENTEN g Den Burg 9.30 uur ds. M. Mulder (Assen) g 19.30 uur ds. Wisman, avond- 3= maalsviering, g Den Hoorn 20.00 uur ds. Mulder g Viering Avondmaal g De Koog 19.00 uur ds. Mulder Viering Avondmaal g De Waal 10.00 uur ds. Wisman Viering Avondmaal g Oosterend 9.30 uur ds. Van Zijll g Langhout, viering Heilig Avond- maal. Oudeschild 19.00 uurds. Van Zijll Langhout, viering Heilig Avond- maal GEREFORMEERDE KERKEN Den Burg 19.30 uur ds. R. J. g Blaauw, viering H. Avondmaal Oosterend 19.30 uur ds. J. Donker g GEREFORMEERDE GEMEENTE g Oosterend 10.15 uur ds. A. B. van g der Heiden. DOOPSGEZINDE GEMEENTE g Den Burg 19.30 uur Avondmaals- g viering ROOMS-KATHOLIEKE KERK Den Burg 15.00 uur. Kruisweg 20.00 uur Plechtigheden - g Herenkoor. g De Cocksdorp 15.00 uur, Kruis- g weg Zaterdag 10 april 1982 HERVORMDE GEMEENTEN De Waal 21.00 uur Paaswake, m.m.v. Interkerkelijk koor o.l.v. Dyo Wassink ROOMS-KATHOLIEKE KERK Den Burg 20.00 uur. Dameskoor Den Hoorn 20.00 uur Oosterend 22.00 uur Zondag, eerste paasdag HERVORMDE GEMEENTEN Den Burg 9.30 uur ds. Wisman, g m.m.v. het Interkerkelijk koor o.l.v. Dyo Wassink, paascolecte g Uitzending via De Lichtboei De Cocksdorp 9.30 uur ds. Wolt- g haus, belijdenisdienst. M.m.v. j= de heer W. Stam, orgel en Mar- jolein Stam, fluit. Paascollecte. Den Hoorn 11.00 uur ds, Wolthaus g paascollecte De Koog 9.30 uur ds. Ter Haar g Romeny g 11.00 uur ds. Ter Haar Romeny g Paascollecte g De Waal 11.00 uur ds. Wisman g Oosterend 9.30 uur ds. Van Zijll g Langhout, gezinsdienst Paascollecte Oudeschild 19.00 uur ds. Van Zijll g Langhout, Paascollecte g GEREFORMEERDE KERKEN Den Burg 10.00 uur ds. R. J. Blaauw 19.30 uur ds. J. Donker Oosterend 10.00 uur ds. J. Donker g 19.30 uur ds. R. J. Blaauw GEREFORMEERDE GEMEENTE g Oosterend 10.00 uur Dienst 16.00 uur Dienst GEREF. KERK (Vrijgemaakt) in de Doopsgezinde kerk, Kogerstr Den Burg 16.15 uur Dienst DOOPSGEZINDE GEMEENTE j Den Burg 10.00 uur ds. Hylkema g BAPTISTENGEMEENTE in de Doopsgezinde kerk, Kogerstr. m Den Burg 19.15 uur ds. Hoekstra g Uitzending via De Lichtboei ROOMS-KATHOLIEKE KERK g Den Burg 10.45 uur. Herenkoor g De Koog 9.30 uur Oudeschild 10.45 uur De Cocksdorp 9.30 uur JEHOVAH'S GETUIGEN Koninkrijkzaal, Schilderend 19. Zondag 10.30 uur Openbare lezing, g Thema: ,,Hoe neemt u beslissin- g gen?" g Wachttorenstudie, 11.30 uur: Thema: Vrede en zekerheid" - g Daarna: Plotselinge vernietiging" g 1 Thessalonicenzen 5 3. Maartdag 2de paasdag HERVORMDE GEMEENTEN De Cocksdorp 10.00 uur gezins viering paasfeest met de kinderen van de zondagsschool. GEREFORMEERDE GEMEENTE Oosterend 10.00 uur Dienst ROOMS-KATHOLIEKE KERK Den Burg 10.45 uur Jongerenkoor Oosterend 9.30 uur, Gezinsdienst Den Hoorn 10.00 uur.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1982 | | pagina 13