1
Voor Goede Vrijdag en het
paasweekend
met
Écho....
T rombosedienst
lllllllllllllllllllllllllllllllllll
Artsen
Groene Kruis
Tandartsen
Apotheek
Groene Kruis
Zuigelingenbureau
Alcohol en drugs.
Dierenartsen
Brandmelding
Rijkspolitie
Noodslachtingen
Kerkdiensten
DAG 9 APRIL 1982
TEXELSE COURANT
PAGINA 13
J„U heeft me wel verstaan, denk lk."
Van Benten was te verbaasd om te
ageren op haar brutale opmerkin-
n. Hij kreeg steeds meer haast om
et Harrie Rechter te spreken.
„Wat zit er op het ogenblik in de
uis?"
„Ik zou het niet weten."
„Is de boekhouder er niet?"
„Die is lunchen."
IDe smalle rug met de wat opgetrok-
n schouders begon hem te irriteren.
„Waar luncht meneer Rechter?" Iets
zijn stem deed haar nu opkijken.
„In de sociëteit."
„Bel de sociëteit en vraag naar
»m. Zeg hem dat lk hem wens te
reken."
Gehoorzaam draaide ze het num-
;r.
|Niet zo gek dat Rechter op de so-
•teit was, overwoog Van Benten
|en hij weer in zijn auto'zat. Kon hij
zelf ook een hapje eten.
hrrie Rechter was een aangenaam
Sappe verschijning,
volgens de gegevens die Van Ben-
n over hem bezat was hij maar vier
?r jonger dan Charles Veenendaal,
aar hij leek nauwelijks vijftig. Zijn
kke zwarte haar vertoonde nog geen
joortje grijs en hij had een jeugdig
ank figuur. Hij droeg een perfekt
:tend grijs pak met een nogal op-
illende lila-rose das. Hij had al zijn
ndacht bij het eten en scheen Van
?nten niet op te merken. Er stond
in half vol glas rode wijn bij zijn
>rd. Rechter keek pas op toen de
lofdinspecteur hem op de schouder
tte. Hij bekeek het dikke mannetje
een keurig maar ouderwets ge-*
(reept pak van top tot teen.
U bent zeker de hoofdinspecteur
jaarover mijn secretaresse belde?"
Inderdaad. Van Benten ls mijn
fam. Mag ik?"w
„Natuurlijk, gaat u zitten. Een
(aasje wijn?" Hij wees op de fles.
Nee dank u, ik neem een biertje."
Rechter ging door met eten en liet
it aan Van Benten over om de ober
roepen.
„Staat u mij toe?" De hoofdinspec-
|ur duidde op zijn half opgerookte
|gaar.
Rechter knikte met volle mond.
„Ik wilde met u praten over uw
mpagnon Charles Veenendaal."
De ander keek even op maar zweeg.
„U bént toch zijn compagnon?"
„Ik zit er voor 25% in. Deel mee in
winst."
„Weet u wie Charles Veenendaal
:rmoord heeft?"
Hij keek verbaasd op. „Wat een
•aag! Natuurlijk niet!"
„U heeft ook geen vermoeden?"
Hij stak opnieuw een hap in zijn
lond en kauwde drie minuten door
|>nder te antwoorden. „Hoe zou ik?"
Van Benten zweeg op zijn beurt. De
})er zette een biertje en een uitsmij-
t voor hem neer. Rechter scheen het
|iet te zien.
Ik meen begrepen te hebben, me
ieer Rechter, dat u goed bevriend
as met Veenendaal?"
Rechter keek hem nu voor het eerst
Dl aan. „We kenden elkaar al sinds
middelbare school. Ik was getuige
j zijn huwelijk. En toen ik aan de
-ond zat, hielp hij mij door mij dit
impagnonschap aan te bieden."
Het was in de tweede klas van de
tiddelbare school. Hij had bijles no-
ig in wiskunde. „Vraag of een van de
>ngens uit de vijfde je kan helpen,"
ad zijn wiskundeleraar gezegd. Het
as een beetje vernederend geweest,
ant de man wist dat Harrie's ouders
een hoog lesgeld konden betalen. An-
ers had hij hem wel aangeboden
em zelf bijlessen te geven.
Harrie was naar Charles gegaan. De
hige aan wie hij het had durven vra-
en. Charles kwam uit hetzelfde dorp
(ls hij. Had ook nooit geld.. Was Char
ts ooit geaccepteerd op school? Har
te wist het niet. In ieder geval scheen
lij er nooit een punt van te maken,
an nature een eenling maar niet
(enzelvig. Vrolijk en intelligent. Hij
Iraatte ook niet zo plat als Harrie.
ff had hij dat in de loop van de
phooltijd kunnen veranderen? Had-
jen ze hem ook uitgelachen om zijn
perse taaltje toen hij de eerste
[chooldag onbevangen het lokaal bin-
jen was gestapt?
„O, ik leg het je even uit," had
•harles gezegd.
„Wat moet je ervoor hebben?"
Hij had het tengere jochie wat laat-
lunkend bekeken.
„Geef me zo nu en dan maar een
iakje sigaretten."
Sinds die tijd had Charles een
loopjongen en Harrie een beschermer,
pe jongens uit zijn klas durfden hem
iet meer te plagen. In de pauzes
(tond hij niet meer alleen en onhan-
lig in een hoekje, als het ware vra-
lend om een pak slaag. Misschien
tad hij de school wel nooit afge-
naakt als Charles hem dat ene jaar
iet geholpen had. De eerste klas was
|en hel geweest. Hij was smaller, klei-
er dan de jongens van zijn klas, een
beetje meisjesachtig met zijn regel
matige, bijna mooie gezicht.
De beschuttende vriendschap van
Charles had hem, naar het scheen,
doen groeien. In de derde, toen hij
het weer zonder Charles had moeten
stellen omdat deze eindexamen ge
daan had, was hij zo lang geworden
dat hij, als het nodig was, zijn be
lagers met gemak van zich af kon
houden. Het was alleen nauwelijks
meer nodig. Hij was net zo'n onge
naakbare eenling geworden als Char
les, alleen somberder, eenzamer. De
jongens lieten hem met rust, sarden
hem niet meer, maar zochten ook
geen kontakt.
Charles was in militaire dienst en
hij zocht hem regelmatig op. Zijn
vriend woonde op kamers en leefde
het leven van een volwassen man.
Vertelde verhalen over meisjes die
Harrie nooit te zien kreeg. Hij bewon
derde en benijdde hem. Op school
werkte hij keihard, vastbesloten om
dat te bereiken wat nodig was om
zijn aanzien bij Charles te verhogen.
„Waar was u gisteravond en van
nacht?"
Rechter keek hem broedend aan.
Nu was het Van Benten die alle
aandacht bij zijn bord had.
„Ik ben naar de bioscoop geweest."
„Alleen?"
De ander aarzelde.
„U begrijpt dat het belangrijk is dat
iemand uw verhaal zal kunnen beves
tigen."
„Ik was alleen. En ik heb geen be
kenden gezien."
„Hoe heette de film en waar draaide
hij?"
„Door de duivel gejaagd." Draaide
in „Extase". Het kwam er vlot uit.
„Hoe laat was de film afgelopen?"
Rechter haalde zijn schouders op.
„Normale tijd, denk ik. Ik heb er niet
op gelet. Het was een tweede voor
stelling en die eindigt meestal om
streeks elf uur."
„Bent u toen naar huis gegaan?"
Weer een aarzeling. Of verbeeldde
hij zich dat?
..Ik ben naar een bar geweest. Hoe
heette dat ding ook weer...?? In de
Sint Jansstraat."
Van Benten bleef hem vragend
aankijken en schudde toen zijn hoofd.
„Het spijt me, geen flauw idee." Er
waren de laatste tijd zoveel van die
duistere kroegjes bijgekomen.
„De Gelaarsde Kat!"
„Tsss! Wat ze al niet verzinnen."
Weer die broedende blik.
„Was u nog steeds alleen?"
„Ja."
„Niemand die u kende? De man
achter de bar?"
Rechter knikte. „Die kent me. Ik
hoop dat hij zich nog kan herinne
ren dat ik er was. 't Was er erg druk."
„En daarna, meneer Rechter?"
„Daarna ben ik naar de kegelclub
gegaan. Ben er tot half twee gebleven
en toen naar huis gegaan."
„U bent toch geen lid van de ke
gelclub?" Van Benten was zelf wel
lid.
„Nee, maar dat is de -enige plaats
waar je na sluitingstijd van de kroe
gen nog wat kunt drinken."
„U heeft daar weer alleen zitten
drinken?'
„Ja."
De ober bracht een kop koffie voor
Rechter. Van Benten had zijn bord
leeg en nam een laatste teug van zijn
bier.
„Heeft u een sleutel van het huis
van de familie Veenendaal?"
„Ja, die heb lk."
Van Benten keek hem verbaasd
aan. Merkwaardig!
„Een paar jaar geleden, in de tijd
dat ik me van mijn vrouw liet schei
den, ben ik enkele weken bij de fa
milie in huis geweest. Ik kreeg toen
een sleutel van Charles. Toen ik hem
later wilde teruggeven zei hij dat ik
hem maar moest houden voor nood
gevallen."
„Wat bedoelde hij met noodgeval
len."
„Vakantie of zo. Hij bewaarde som
mige zakelijke papieren thuis, weet u."
„In zo'n geval zou u toch een sleutel
bij een van zijn dochters hebben kun
nen halen?"
„Die gingen in die tijd nog met hun
ouders mee met vakantie."
„En de werkster? Die had toch ook
een sleutel?"
„Moet u eens luisteren, meneer," zei
Rechter nu op kille toon met veel
nadruk op het woordje „meneer",
„Charles gaf mij die sleutel. Ik had
er niet om gevraagd. We waren vrien
den, ziet u."
Van Benten maakte een veront
schuldigend gebaar. „Waar is die
sleutel nu?"
„Aan mijn sleutelbos."
„Mag ik hem even zien?"
Hij haalde met een snel gebaar een
bos sleutels uit zijn broekzak. Er za
ten zeker een stuk of tien sleutels aan.
Eén voor één liet hij ze door zijn
vingers glijden. Sommigen bekeek hij
even nauwkeurig, anderen schoof hij
snel opzij. Toen keek hij de hoofdin
specteur verbaasd aan.
„Hij zit er niet bij. Misschien ligt
hij in mijn flat, hoewel ik me niet
kan herinneren..."
„Weet u het zeker?" Van Benten
keek hem onderzoekend aan. De ver
bazing van de man leek oprecht.
„Misschien wilt u zich zelf over
tuigen?" Hij overhandigde hem de
sleutelbos.
„Ja, hoort u eens, dat kan ik zo niet
zien." Hij dacht even na. „Dat die
sleutel hier niet bij zit, bewijst na
tuurlijk niets. In ieder geval niet dat
u hem niet in uw bezit hebt."
„Maar dat wil ik ook helemaal niet
bewijzen. Ik heb 'm wel, tenminste...
Waarschijnlijk ligt hij thuis. Ik zal
hem een keer van de ring afgehaald
hebben omdat ik hem toch nooit ge
bruikte."
„Begrijpt u dat het in het bezit
hebben van die bewuste sleutel in
uw nadeel zou kunnen uitvallen?"
De ander keek hem scherp aan.
„Ja dat besef ik. Er zijn geen sporen
van een inbraak gevonden hè?"
„Precies."
„Niettemin leek het me beter u de
waarheid te zeggen."
„Daar heb u gelijk in. Meneer Rech
ter, weet u zeker dat u de sleutel
niet uitgeleend hebt?"
Rechter schudde zijn hoofd. „Als ik
dat gedaan had, zou ik dat wel we
ten."
„Zou iemand hem van uw sleutel
ring afgehaald kunnen hebben zon
der dat u het bemerkte?"
„Tja, dat is natuurlijk mogelijk,
maar niet erg waarschijnlijk. Ik draag
mijn sleutels altijd bij me."
„Maar in theorie is het mogelijk?"
„Natuurlijk."
„Vindt u het goed om even met mij
mee te rijden naar het huis van de
familie Veenendaal? Dan kan ik me
ervan overtuigen dat hij hier inder
daad niet bij zit." Hij hield de bos
sleutels even omhoog en stopte hem
toen in zijn zak. „Bovendien zou ik
zo'n bewuste sleutel graag een poosje
te leen hebben. Ik neem aan dat me
vrouw Veenendaal daar geen bezwaar
tegen zal hebben."
„Hij zegt dus dat hij de sleutel in
zijn bezit meende te hebben, maar
hem nu niet meer kan vinden?"
Kasper Blazoen zat bij zijn chef op
de kamer thee te drinken. Ze zaten
samen aan de kleine ronde tafel. Hij
had zijn benen eronder gestrekt,
waarbij zijn kolossale schoenen er aan
de andere kant weer onderuit staken,
waardoor het leek alsof hij het ta
feltje op zijn knieën droeg.
„Zo is het inderdaad. We zijn nog
naar zijn flat gereden. Hij heeft zeker
drie kwartier gezocht, maar kon hem
niet vinden, zei hij. Natuurlijk kan
hij hem verstopt hebben. Zoiets als
een sleutel is heel gemakkelijk te
verstoppen."
„Moeten we zelf zijn flat niet door
zoeken?"
„Ik geloof niet dat het zin heeft.
Ik heb het gevoel dat hij de waar
heid sprak."
-,,Dus hij heeft de sleutel verloren
of iemand heeft hem van hem ge
stolen," zei Blazoen peinzend.
„Anders was hij er waarschijnlijk
helemaal niet over begonnen. Ik be
doel," de hoofdinspecteur nam een
slok slappe thee, „dan had hij gewoon
ontkend dat hij die sleutel in zijn be
zit had. Zelfs mevrouw Veenendaal
wist niet dat hij er nog een had
Blazoen trok zijn benen in en alleen
een haastig ingrijpen van de hoofd
inspecteur kon voorkomen dat het ta
feltje met de nog half gevulde thee
koopjes ondersteboven ging.
„Sorry chef."
De ander haalde zijn schouders op.
"Aan de thee was toch niets verloren
gegaan. Smaakt nergens naar. 't Geeft
alleen zo'n rommel."
„Tja, ik drink ook liever iets an
ders..."
„Dan moest je die kroegen maar
eens afgaan."
„Nagaan in hoeverre Rechter een
alibi heeft. Waarschijnlijk is het niet
veel zaaks."
Kasper Blazoen sprong geestdriftig
op, waarbij Van Benten een tweede
maal het serviesgoed redde. Hij zucht
te slechts. Zo langzamerhand was hij
gewend aan de stuntelige gebaren van
de ^lun^elfge lange ■"rechei'cheür. Zijn
uit de kluiten gewassen ledematen
leken niet geschikt voor gebruik bin
nenshuis. Van Benten had in het be
gin dan ook weinig vertrouwen in de
toekomst van de jonge politieman ge
had Tot hij ontdekt had dat zijn on
handigheid verdween zodra hij in ak-
tie kon komen. Op het moment dat
niemand het hem kwalijk zoü nemen
als hij als een olifant door een uit
stalling antiek porcelein zou stam
pen, legde hij een behendigheid aan
de dag die iedereen verbaasd deed
staan. Bovendien had hij buitenshuis
nooit problemen met zijn lange lede
maten. Integendeel, als het er op aan
kwam kon hij reuze hard lopen. Ver
der schoot hij als de beste. Niettemin
was ook zijn vrouw Tineke meerdere
malen de wanhoop nabij geweest, tot
dat ze kortgeleden de huiskamer min
of meer ontruimd had, zodat een blind
paard er geen schade meer zou kun
nen aanrichten. Volgens haar zeggen
omdat hun zoon van twee zo'n wilde
bras was, maar Van Benten wist wel
beter.
Blazoen was al bijna de kamer uit
toen Van Benten hem terug riep.
„Rechter beweert dat de man die
gisteravond achter de bar van „De
Gelaarsde Kat" stond hem kent. Laat
hem wat praten. Probeer je een beeld
te vormen van Rechter."
Blazoen knikte.
„En ik zou maar een regenjas mee
nemen." Van Benten wees naar bui
ten waar de regen in stromen neer
viel.
„De Gelaarsde Kat" was gehuisvest
in een smal pand op een hoek naast
een schoenenzaak. Blazoen kon de
straat van deze kant niet inrijden,
éénrichtingverkeer. Hij zag zich ge
noodzaakt zijn auto een straat verder
te parkeren. Hij aarzelde even alvo
rens uit te stappen. De straat stond
bijna blank. De goten konden de
stroom regenwater niet aan en leken
op kleine, kolkende riviertjes. Zuch
tend keek hij naar de watermassa's
die over zijn voorruit heen plensden.
Hij had de raad van zijn chef opge
volgd en een regenjas aangetrokken,
maar hij vreesde niettemin dat hij
doornat bij de bewuste kroeg zou
aankomen Hij schatte de afstand op
een tweehonderd meter. Langzaam
knoopte hij de bovenste knoop van
zijn jas dicht en zette zijn kraag op.
„Sufferd." schold hij in zichzelf, „had
de paraplu van de baas maar ge
leend." Vervolgens troostte hij zich
met de gedachte dat hij hem toch
niet had gekregen, aangezien Van
Benten er die middag ook nog op uit
zou gaan. Hij haalde diep adem en
dook tenslotte de regen in.
Hij voelde het water al langs zijn
nek siepelen toen hij de ouderwetse
koperen deurklink naar beneden duw
de. De deur zat op slot. Hij belde aan.
Zijn schouders voelden verdacht kil
aan. Waarschijnlijk had het vocht zijn
blazer al bereikt. Hij belde nog eens.
En na een kleine eeuw werd de deur
voor hem geopend door een jonge
vrouw met slordig, rood geverfd haar
en donkere kringen onder haar ogen.
Ze droeg een flodderige duster en
pantoffels met rose pompoenen. Het
was donker in de zaak en het duurde
even voordat hij ontdekte dat een
kleine dreumes op kromme beentjes
en met een snotterig gezichtje hem
vanachter een stoel stond aan te sta
ren. De vrouw keek hem afwachtend
aan, maar zei niets.
„Ik zou graag een gesprek hebben
met de man die hier gisteravond ach
ter de tapkast stond." Terloops liet
hij zijn blik nog eens taxerend over
haar heen dwalen. De vrouw van de
baas? Stond de baas achter de tap?
Ze trok haar wenkbrauwen op en
haalde een pakje sigaretten tevoor
schijn uit de zak van haar duster.
„Ik ben inspecteur Blazoen..."
„Als ik het niet dacht, politie!"
Ze ging achter de bar staan alsof
ze zich wilde verschansen.
Blazoen zag de rijen flessen met hun
lokkende etiketten, de laffe smaak
van te slappe thee nog in zijn mond.
„Ik weet niet of Fred thuis is."
„Is hij uw man?"
Ze grijnsde spottend. „Dat zou hij
wel willen."
„Woont hij hier wel?"
„Ja, hij heeft een kamer op de bo
venste verdieping. Ik zal wel gaan
kijken of hij er is." Maar ze verroerde
zich niet. „U kunt uw jas wel uit
doen. U lijkt wel half verzopen."
„Het regent," antwoordde Blazoen
droog en hij volgde haar raad op. Er
liep een straaltje water langs zijn rug
en hij rilde. „Heeft u soms een kop
koffie voor me?"
Ze knikte en kwam langzaam in be
weging. Ze verdween door een deur
naast de tapkast.
De dreumes deed grommend als een
jonge hond een paar wankele stappen
en viel op zijn door luiers misvormde
achterwerk. Er volgde een woest ge
brul dat Blazoen in grote verlegen
heid bracht. Moest hij het kind op
pakken?
De vrouw kwam binnen met de kof
fie en keek hem nijdig aan. Dacht ze
dat hij het wurm stiekum een duwtje
gegeven had? Ze zette de koffie voor
hem neer en nam het kind op. Het
was direkt stil.
„Cognac?" Ze had zijn verlangende
blik gezien
„Nee dank u," zei hij stoer. Vana
vond maar, voordat hij naar bed ging.
Hij had nog een staartje staan.
Met het kind op de arm verdween
ze weer door de deur.
Blazoen dronk zijn koffie. Tot zijn
verwondering was ze sterk en heet.
Hij stak een sigaret op en keek op zijn
gemak om zich heen. De bar leek op
de eerste de beste tapkast uit een
dorpskroeg, bruin, hier en daar kaal
en vol kringen. De hoge bruine bar
krukken met ronde gaten in de hou
ten zittingen droegen de sporen van
intensief gebruik.
Aan de andere kant van de deur
naast de bar was een verhoging met
daarop een grote, halvemaanvormige
tafel, waarvan de rechte zijde tegen
de muur geschoven stond. Er was een
vierkanten uitsparing waarin een
draaistoel stond Blazoen liep ernaar
toe. In de tafel was een uitgebreide
muziekinstallatie ingebouwd, zag hij.
Hij keek naar het merk en siste tus
sen zijn tanden. Zijn ogen zochten de
boxen. Vier stuks In al de vier hoe
ken één En niet zulke kleinen ook.
Hij kon zich bij benadering wel voor
stellen hoeveel geluid deze appara
tuur kon produceren. Er hing hier 's
avonds vast geen sfeertje voor een
vertrouwelijk gesprek Hij keek naar
het ouderwetse meubilair Als de
eigenaar er een knusse, bruine kroeg
van had willen maken, had hij naar
Kaspers idee absoluut gefaald. Hij
haalde zijn schouders op en liep terug
naar de bar om zijn koffie op te drin
ken. Mogelijk was het 's avonds ge
zelliger - de lichtinstallatie was van
dezelfde kwaliteit als die van het ge
luid - maar hij betwijfelde het. De
eigenaar had kennelijk op twee ge
dachten gehinkt toen hij de zaak was
gaan inrichten Een discobar en een
ouderwetse bruine kroeg. Het resul
taat was een smakeloos geheel. Hij
drukte zijn sigaret uit en keek op zijn
horloge. Waar bleef...?
Op hetzelfde moment schoof er een
donkere, harige man naar binnen, ge
volgd door de vrouw. Ze had het kind
niet bij zich.
De jongeman, die Fred Kwint bleek
te heten, keek hem aan met twee
vriendelijke varkensoogjes verscholen
tussen overvloedig haar, dat vrijwel
zijn hele gezicht bedekkend, door
groeide in een slordige baard.
„Stond u hier gisteravond achter de
tap?"
„Jawel." Hij streek door zijn baard
en de zwarte oogjes schoten van Kas
per naar de vrouw die er zwijgend bij
stond.
„Kent u de heer Rechter?" Het speet
Kasper dat hij geen foto had kunnen
meenemen, maar tot zijn verbazing
antwoordde de man vlot:
„Die ken ik ja."
„Was hij gisteravond hier?"
„Ja hoor eens..." Hij schuifelde wat
ongemakkelijk met zijn voeten. „U
denkt toch niet dat ik precies bijhoud
wie er wel en wie..."
(Wordt vervolgd) |g
Uitsluitend voor spoedgevallen
Van vrijdagavond 18.00 uur tot
dinsdagmorgen 8.00 uur
Dokter A. Waverijn, Kogerstraat
87a, Den Burg, tel. (022201 2016.
Dokter R. R. Siebinga, Kikkert-
straat 12, De Cocksdorp, telefoon
(0227?) 234. Bij geen gehoor
(02220) 2323. Aanvragen visites
s.v.p. tussen 9,00 en 10.00 uur.
Zaterdag, zondag en maandag
apotheek geopend en spreekuur
van 12.00-12.30 uur en van 17.00-
17.30 uur, zonder afspraak.
Ambulance (in geval van onge
lukken met betekenend lichame
lijk letsel) (02220) 2011.
Van vrijdagavond 18.00 uur tot
dinsdagmorgen 8.00 uur.
Let op! Aanvragen voor hulp:
uitsluitend te bereiken: zaterdag,
zondag en maandag tussen 13.00 -
14.00 uur en 18.30 - 19.30 uur.
Zr. Ria de Jager, Diek 29, Den
Hoorn, tel. (02226) 304.
Uitleen van verplegingsartikolen
en informatie:
Maandag t/m vrijdag 17.00-18.00
uur. Lidmaatschapskaart meebren-
i gen.
I Voor zeer spoedeisende tandheel-
I kundige hulp kan men zaterdag en
i zondag om 18.00 uur precies te-
recht in het tandheelkundig cen-
j trum in het Groene Kruisgebouw,
i Witte Kruislaan 19.
Iedere woensdagochtend volgens af
spraak van 9.00 tot 10.30 uur. Adres:
Groene Kruisgebouw (ingang tandart
sencentrum), Wittte Kruislaan, Den
Burg, tel. (02220) 4887 (uitsluitend
tijdens bovenstaande uren).
Indien u niet op het afgesproken
tijdstip kunt komen, dan gaarne kon-
takt opnemen voor woensdag met de
administratie van het laboratorium van
het Gemini-ziekenhuis, tel. (02230)
11414 tst. 232 of tst. 299.
Mee te nemen: alle trombosedienst-
gegevens van elders en verzekerings-
gegevens (ziekenfondskaart).
Volgens afspraak. Informatie hier
over op werkdagen van 17.00-18.00
uur: tel. (02220) 3241.
Weverstraat 95, telefoon (07220)
2112. Open van maandag t/m vrij
dag van 8.30-18.00 uur. Zaterdag
van 11.00-12.30 uur en van 15.00-
17.00 uur; de paasdagen, zondag
en maandag van 11.00-12.30 uur
en van 16.00-17.00 uur.
Buiten die tijd alleen voor spoed
eisende gevallen.
Consultatieburean voor alcohol en
drugs, Molwerk 31/45, 't Horntje.
Spreekuur volgens afspraak:
telefoon (02226) 413.
Alleen voor spoedgevallen tele
foon (02220) 2527.
Bij brand altijd bellen (02220) 2066
en bij geen gehoor (02230) 22222.
Dagelijks is het politiebureau van
de groep Texel van de Rijkspolitie
telefonisch te bereiken via tel.
(02220) 2644. Buiten kantooruren
(tussen 18.00 en 08.00 uur) kan
men rechtstreeks contact opnemen
met de meldkamer van het
district Alkmaar, tel. (072) 116444.
Voor noodslachtingen bellen de
heer A. van Heerwaarden, telefoon
(02220) 2182(slachtplaats) of 2663
(Wilhelminalaan 94), b.g.g. (02226)
520 of (02220) 3541
Goede Vrijdag, 9 april 1982
- HERVORMDE GEMEENTEN
g Den Burg 9.30 uur ds. M. Mulder
(Assen)
g 19.30 uur ds. Wisman, avond-
3= maalsviering,
g Den Hoorn 20.00 uur ds. Mulder
g Viering Avondmaal
g De Koog 19.00 uur ds. Mulder
Viering Avondmaal
g De Waal 10.00 uur ds. Wisman
Viering Avondmaal
g Oosterend 9.30 uur ds. Van Zijll
g Langhout, viering Heilig Avond-
maal.
Oudeschild 19.00 uurds. Van Zijll
Langhout, viering Heilig Avond-
maal
GEREFORMEERDE KERKEN
Den Burg 19.30 uur ds. R. J. g
Blaauw, viering H. Avondmaal
Oosterend 19.30 uur ds. J. Donker g
GEREFORMEERDE GEMEENTE g
Oosterend 10.15 uur ds. A. B. van g
der Heiden.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE g
Den Burg 19.30 uur Avondmaals- g
viering
ROOMS-KATHOLIEKE KERK
Den Burg 15.00 uur. Kruisweg
20.00 uur Plechtigheden - g
Herenkoor. g
De Cocksdorp 15.00 uur, Kruis- g
weg
Zaterdag 10 april 1982
HERVORMDE GEMEENTEN
De Waal 21.00 uur Paaswake,
m.m.v. Interkerkelijk koor o.l.v.
Dyo Wassink
ROOMS-KATHOLIEKE KERK
Den Burg 20.00 uur. Dameskoor
Den Hoorn 20.00 uur
Oosterend 22.00 uur
Zondag, eerste paasdag
HERVORMDE GEMEENTEN
Den Burg 9.30 uur ds. Wisman, g
m.m.v. het Interkerkelijk koor
o.l.v. Dyo Wassink, paascolecte g
Uitzending via De Lichtboei
De Cocksdorp 9.30 uur ds. Wolt- g
haus, belijdenisdienst. M.m.v. j=
de heer W. Stam, orgel en Mar-
jolein Stam, fluit. Paascollecte.
Den Hoorn 11.00 uur ds, Wolthaus g
paascollecte
De Koog 9.30 uur ds. Ter Haar g
Romeny g
11.00 uur ds. Ter Haar Romeny g
Paascollecte g
De Waal 11.00 uur ds. Wisman g
Oosterend 9.30 uur ds. Van Zijll g
Langhout, gezinsdienst
Paascollecte
Oudeschild 19.00 uur ds. Van Zijll g
Langhout, Paascollecte g
GEREFORMEERDE KERKEN
Den Burg 10.00 uur ds. R. J.
Blaauw
19.30 uur ds. J. Donker
Oosterend 10.00 uur ds. J. Donker g
19.30 uur ds. R. J. Blaauw
GEREFORMEERDE GEMEENTE g
Oosterend 10.00 uur Dienst
16.00 uur Dienst
GEREF. KERK (Vrijgemaakt)
in de Doopsgezinde kerk, Kogerstr
Den Burg 16.15 uur Dienst
DOOPSGEZINDE GEMEENTE j
Den Burg 10.00 uur ds. Hylkema g
BAPTISTENGEMEENTE
in de Doopsgezinde kerk, Kogerstr. m
Den Burg 19.15 uur ds. Hoekstra g
Uitzending via De Lichtboei
ROOMS-KATHOLIEKE KERK g
Den Burg 10.45 uur. Herenkoor g
De Koog 9.30 uur
Oudeschild 10.45 uur
De Cocksdorp 9.30 uur
JEHOVAH'S GETUIGEN
Koninkrijkzaal, Schilderend 19.
Zondag 10.30 uur Openbare lezing, g
Thema: ,,Hoe neemt u beslissin- g
gen?" g
Wachttorenstudie, 11.30 uur:
Thema: Vrede en zekerheid" - g
Daarna: Plotselinge vernietiging" g
1 Thessalonicenzen 5 3.
Maartdag 2de paasdag
HERVORMDE GEMEENTEN
De Cocksdorp 10.00 uur gezins
viering paasfeest met de
kinderen van de zondagsschool.
GEREFORMEERDE GEMEENTE
Oosterend 10.00 uur Dienst
ROOMS-KATHOLIEKE KERK
Den Burg 10.45 uur Jongerenkoor
Oosterend 9.30 uur, Gezinsdienst
Den Hoorn 10.00 uur.