Met de „Elizabeth" naar Terschelling IER UUR iAMEN WDERWEG g JIJ DAG 13 AUGUSTUS 1982 TEXELSE COURANT PAGINA 7 ,,Het hoogtepunt van uw vakantie op Texel is een bezoek aan Ter helling." Met deze slagzin, bedacht door een eilandelijke tekst- hrijver, werft Leo Visser (42) uit Oudeschild passagiers voor zijn iepboot „Elizabeth" waarmee hij drie keer per week naar Ter helling vaart, Die slagzin is voor Texel niet erg vleiend maar hij werkt ijkbaar wel, want honderden mensen hebben inmiddels op deze ijze een bezoek gebracht aan het Friese waddeneiland. De verhalen e zij er na afloop over vertelden tegen familieleden en kennissen n zodanig positief dat ook hier een belangrijk reclame-effect vanuit lat. De tocht blijkt te worden ervaren als een spannend avontuur et als bijzondere charme dat de reis niet overdreven glad is ie:organiseerd. De sleepboot voldoet volledig aan de eisen die aan ,e issagiersvervoer worden gesteld, maar het karakter van de stoere n jot met zijn hoge schoorsteen is er nauwelijks door aangetast. De e issagiers hebben het gevoel aan boord te zijn van de legendarische niin van Gent of de Furie uit „Flollands Glorie." lie ai Het optreden van Leo Visser versterkt ocit idee nog. Hij is geen keurig geuni- rmeerde, glad pratende steward, maar t type van een zeeman die zich niet een geluidsinstallatie tot de opva- nden wendt. Hij maakt gedurende de is met iedereen een praatje en geeft Ity larbij desgevraagd uitgebreide infor- atie over zijn schip, de techniek in het varen en over de Waddenzee. zijn schipper en opvarenden een uur vier gezellig samen onderweg. Dat neemt niet weg dat iemand die >or zo'n Terschelling-reis boekt, wél oet weten waaraan hij begint. Dat ijkt niet altijd het geval te zijn. Hoewel reistijd duidelijk in het foldertje staat rmeld, zijn er telkens mensen die enen dat je in drie kwartier of een jrtje wel even naar Terschelling kunt iren. Ze vinden het niet leuk als ze bij rtrek horen dat het vier of vijf keer zo ng duurt, al blijkt achteraf dat die tijd is ngevlogen. Kennissen Volgens Leo Visser heeft zo'n lang- jrige vaartocht positieve sociale as- icten. 65 personen aan boord van een epboot van 98 bruto registerton kun- n elkaar maar heel korte tijd ontlopen, raken gegarandeerd met mekaar n de praat en tegen het eind van de zijn veel mensen kennissen van kaar geworden. Om zeven uur 's morgens ligt de iven van Oudeschild er nog stil en ver en bij. De enige menselijke drukte ordt gevormd door de passagiers van i „Elizabeth" die druppelsgewijs en iet slaperige gezichten arriveren. Leo isser staat hen op te wachten, de jekingslijsten in de hand. Hij wil wel oeger vertrekken maar beslist niet "Iter. Zodra iedereen aanwezig is, wordt k'dieselmotor gestart en maakt de izabeth zich los van de kade. Twee issagiers zijn niet komen opdagen, jewel ze wel hebben betaald. Dat >mt meer voor. De mensen verslapen ch wel eens en ze arriveren ook wel ins te laat in Oudeschild omdat ze hun Bmping niet op tijd hebben kunnen i irlaten. Veel campings worden 's ichts afgesloten met een slagboom zodat ze er 's morgens vroeg niet met de auto af kunnen. Kampeerders die een reis naar Terschelling boeken krijgen van Visser daarom de tip een regeling te treffen door de auto de avond tevoren buiten de camping te parkeren of de sleutel van de slagboom aan de exploi tant te vragen. Overal welkom De passagiers verspreiden zich snel over het schip. Het is nergens verboden toegang. Zelfs in de machinekamer mag je een kijkje nemen. „Als je maar nergens aan begint te schroeven." ledereen wordt voorzien van een lunch pakket en van koffie, dat is bij de prijs inbegrepen. Het blijkt dat de „Eliza beth" veel meer passagiers zou kunnen meenemen dan het getal van 65 dat als maximum is gesteld. „We nemen niet meer mensen mee dan we benedendeks kunnen vervoeren", zegt Leo Visser. „Deze zomer hebben we fantastisch weer, maar het kan natuurlijk ook anders en de mensen moeten niet ge dwongen worden bij slecht weer buiten te blijven." Omweg De reis naar Terschelling loopt via de diepere geulen van de Waddenzee, dus via een omweg. Op de zeekaart kunnen de mensen het precies bekijken. Aan vankelijk wordt via de Texelstroom naar het midden van de Waddenzee gevaren, zodat de Afsluitdijk in zicht komt. Dan gaat het verder door het Scheurrak, Oude Vlie, Inschot en Vliestroom. Je kunt het verloop van de tocht precies bijhouden. De genummerde groene en rode boeien die de vaarweg markeren, zijn op de zeekaart terug te vinden. Op de Waddenzee is heel wat te zien. Af en toe komen boeien en tonnen van afwijkende kleur en model in zicht en de betekenis daarvan wordt door Leo Vis ser uitvoerig uitgelegd. „Kijk er groeien daar allemaal bo men", roep iemand. Visser legt uit dat het takken zijn waarmee mosselper celen zijn afgebakend. Waarna een cau serie volgt over de mosselteelt in het waddengebied en de techniek die daar bij komt kijken. Alsof het afgesproken werk is dient het „illustratiemateriaal" voor de causerie zich onmiddellijk aan: Zeeuwse mosselkotters die voorbijvaren en boven de percelen aan het werk zijn. De radar is in werking, ledereen wil een tijdje naar de geheimzinnig oplich tende stipjes op de radarbuis kijken. Het controleren of de door de radar gesig naleerde objecten in de omgeving van het schip er ook werkelijk zijn, is een aardig gezelschapsspelletje. Andere passagiers zijn minder bewe gelijk en geïnteresseerd maar niet min der gelukkig. Een vrouw zit op een van de houten bankjes aan dek onverstoord te breien. Tegen het eind van de dag is de trui waaraan zij is begonnen gro tendeels klaar. Leo Visser, die vorige maand zijn 25-jarige jubileum als Texelaar vierde, is afkomstig uit de Rijnvaart. Hij bleef in 1957 op Texel „hangen" toen hij daar verkering kreeg. Jarenlang heeft hij ge werkt in de sleepvaart en de visserij. Vorig jaar mei begon hij naast dit werk met de exploitatie van de „Elizabeth" die met hulp van vrienden en kennissen werd opgeknapt en waarmee aanvan kelijk alleen met sportvissers zou wor den gevaren. Dat beviel echter niet en nu ligt het zwaartepunt van de activiteit op het varen met passagiers naar Ter schelling of desgewenst Vlieland. Het ziet er naar uit dat dit een schot in de roos is geweest, zodat Visser er in ieder geval mee wil doorgaan. Ander schip? „Maar er is wel een kans dat we een ander schip aanschaffen. Je moet niet vergeten: een sleepboot is gemaakt voor zwaar trekwerk. We varen niet erg hard maar gebruiken wel zestig liter olie per uur. Nou, je weet wat gasolie tegenwoordig kost. Er zijn schepen waarmee je tegen dezelfde energiekos ten veel sneller kunt varen. Ik weet best dat de mensen zich helemaal niet ver velen als ze eenmaal aan boord zijn, maar als de tocht naar Terschelling een uur korter zou duren zou dat wel aan trekkelijk zijn. Vakantiegangers vinden het niet leuk om erg vroeg hun bed uit te moeten. Bij een sneller schip zou je om acht uur kunnen vertrekken en even goed om elf uur op Terschelling zijn, De „Elizabeth" loopt de haven van West-Terschelling binnen. terugweg worden de passagiers getracteerd op vis, die tijdens het verblijf op Terschelling aan boord is gebakken. Er komt geen tafelzilver 9 pas. De vis wordt wt de hand gegeten en de graten worden overboord gegooid. Leo Visser (links) en stuurman Pieter Jan Slik in de brug van de „Elizabeth". Tot de vaste bemanning hoort ook Maartje Visser, die in het kombuis de scepter zwaait zodat je daar genoeg tijd hebt om rond te kijken." Zeeziek De stabiliteit van de „Elizabeth" is voorbeeldig. Ook bij winderig weer slin gert het schip nauwelijks. Menige pas sagier constateert dat met grote op luchting. Het blijkt dat veel mensen bang zijn voor zeeziekte. „Als ik van iedereen die daarover ongerust is een gulden zou krijgen, had ik een leuke bijverdienste", zegt Leo Visser die zich overigens heeft voorgenomen beslist niet te varen bij slecht weer. Uit eigen belang. „Je hoeft maar één keer een tocht te maken met veel zieke mensen aan boord en je hebt een enorme anti-propaganda. Als mensen boeken, schrijven we hun adres en telefoon nummer meteen op zodat we hen kunnen waarschuwen als de tocht we gens slecht weer niet doorgaat." Het gaat ook niet door als het aantal passagiers dat boekt erg klein is. Want het is geen lijndienst en Visser wil er geen geld op toeleggen. Dertig opva renden is wel ongeveer het minimum. Voor de tocht naar Terschelling en terug moet 750,— worden neergeteld. Voor kinderen tot 12 jaar moet MO,— worden betaald en heel kleine kinderen die samen met hun ouders reizen gaan voor 715,— mee. Dit uitje komt een gezin dus al gauw op een paar honderd gulden te staan. Schrikken de mensen daar niet van? Visser: „Soms, want het natuurlijk wel een bedrag. Maar achteraf vinden de mensen het toch heel billijk. Het lunchpakket en de huur van de fietsen die voor elke passagier mee naar Ter schelling worden genomen, zijn inbe grepen. En vergeet niet dat je voor dat geld een hele dag vermaak koopt, waar geen andere kosten bijkomen, afgezien natuurlijk van wat je op Terschelling zelf wilt besteden. Je moet het vergelijken met andere vakantie-uitgaven. Als dat zelfde gezin tegenwoordig in een res taurant gaat eten zijn ze ook een der gelijk bedrag kwijt. Dan is zo'n reis naar Terschelling toch wel een veel interes santere belevenis. Maar we zien best in dat je voor dat tarief geen groepen schoolkinderen kunt meenemen. Toch willen we in voor- en naseizoen iets met groepen gaan doen. Als je kunt rekenen op bepaalde aantallen gedurende lange re tijd achter elkaar, is er aan de prijs nog wel wat te doen Voor de orga nisatoren van schoolreisjes en werk weken kon het best wel eens aantrek kelijk zijn. Je moet denken: die kinderen worden de hele dag bezig gehouden en 's avonds slapen ze gegarandeerd als rozen, zodat ze er dan geen omkijken naar hebben." Om tien uur passeer de „Elizabeth" het vogeleiland Griend en aan bakboord heeft men een vrij goed gezicht op Vlieland. Verrekijkers komen te voor schijn en de passagiers wijzen elkaar op allerlei details die op deze wijze zijn te ontdekken. Ook Terschelling met het zeer kenmerkende silhouet van de Brandaris komt in zicht. De meeste passagiers weten al het zichtbare land bij de naam te noemen voordat de schipper het hen heeft verteld, maar andere blijken zich op zee totaal niet te kunnen oriënteren. Een Duitse vrouw wijst op de kerktorens van Harlingen en zegt met stelligheid tegen haar dochter tje: kijk, Terschelling! Dezelfde vrouw zag aan het begin van de reis Den Helder voor Wieringen aan en dacht dat het marinedok in Den Helder een schip was. Bij laag water is de tocht naar Ter schelling het meest interessant. Het schip vaart dan dicht langs de droog gevallen delen waarop massa's vogels zitten en waar je met een beetje geluk ook zeehonden kunt ontwaren. Service Visser zoekt met de radio contact met de Brandaris. Hij zegt dat de „Eliza beth" eraan komt en informeert of in West Terschelling kaderuimte beschik baar is. Vooral 's zomers is het in de Terschellinger haven zeer druk, maar voor de „Elizabeth" wordt altijd plaats gemaakt. Leo Visser is vol lof over de medewerking van de mensen van Rijks waterstaat op het Friese waddeneiland. „Aan service geen gebrek. Dat is eigenlijk wel logisch want wij zorgen ervoor dat drie maal per week zestig mensen een middag op Terschelling verblijven, ledereen eet of drinkt daar wat en dat is voor de middenstand een mooi extraatje." Met de Terschellinger rijwielverhuur ders heeft Visser echter geen zaken kunnen doen. Het lag voor de hand dat hij de fietsen waarmee de Elizabeth- passagiers het eiland verkennen bij een Terschellinger bedrijf zou huren, maar Visser kreeg dat niet op de door hem gewenste condities voor elkaar. Daarom worden de fietsen meegenomen van Texel. Visser neemt voor elke reis contact op met Guus Zegel uit Den Burg en deze zorgt ervoor dat het ge wenste aantal rijwielen tijdig aan boord wordt gebracht. Op Terschelling moe ten al die fietsen weer worden uit- en ingeladen. Dat is dus een heel gesleep, vooral bij extreem laag water. De Terschellingreis is niet alleen inte ressant voor toeristen, maar ook voor Texelaars, al bekijken die het eiland met heel andere ogen. De meeste Texelaars zijn nooit op Terschelling geweest en voor hen is het een bijzondere ervaring om kijken en vergelijkend over het buur- eiland rond te lopen. Er zijn veel over eenkomsten maar ook belangrijke ver schillen, zowel in goed als slecht op zicht. De zes uren die op Terschelling wor den doorgebracht zijn voldoende voor een globale indruk Je kunt het „agra rische" deel van het eiland rondfietsen en in bijna alle dorpen wat rondkijken. Straaljagers Over het welkom dat de Koninklijke Luchtmacht verzorgt vlak voordat de „Elizabeth" de haven binnenloopt, zijn de meningen verdeeld. Keer op keer scheren de F 16 toestellen laag en met donderend lawaai over de boot en voeren in duikvlucht beschietingen uit van de vlak bij West Terschelling gele gen Noordvaarder. Het vliegtuiglawaai is in het hele dorp goed te horen Veel toeristen Op Terschelling is de toeristendrukte niet geconcentreerd op enkele punten zoals op Texel het geval is. Kampeer terreinen en andere verblijfsaccommo- datie is over alle dorpen en ook over het buitengebied gespreid en je komt dan ook overal recreanten tegen. Ondanks dat is het dorpsschoon van Terschelling vrij goed bewaard geble ven. Er wordt kennelijk veel geres taureerd en gerenoveerd. Voor zover dat uit het straatbeeld is af te leiden komen op Terschelling naar verhouding veel jongeren. Ondanks de seizoen- drukte nemen veel Terschellinger on dernemers graag de tijd voor een praatje met de mensen, vooral als ze merken dat die mensen Texelaars zijn. Merk waardig is dat Terschellingers Texel niet als een echt waddeneiland beschou wen, meer als een verlengstuk van Noordholland. Als ze over „de eiland- den" praten, hoort Texel daar kennelijk niet bij. Ze weten er weinig van en zijn er meestal nooit geweest, maar dat is dus wederzijds. Terschellingers en Texelaars wedijveren in chauvinisme. Beiden we ten zeker dat alleen hun eiland de parel der wadden is, het mooiste eiland... Geen gevaar Is er kans dat de toeristen die met Leo Visser naar Terschelling gaan, het vol gend jaar de vakantie doorbrengen op het Friese waddeneiland omdat ze het daar aantrekkelijker vinden? Tijdens de terugtocht naar Texel is er volop gele genheid om de grootte van dat „ge vaar" te taxeren, door het beluisteren van de gesprekken waarin de mensen hun ervaringen uitwisselen. Een pluspunt voor Texel is de makke lijke en (in vergelijking met Terschelling) betaalbare manier om er met de auto heen te gaan. Maar wie op de fiets met vakantie gaat kan op Terschelling even gelukkig zijn als op Texel. Liefhebbers van duinen en brede merendeels stille stranden komen op Terschelling met zijn indrukwekkend mooie Boschplaat mis schien nog beter dan op Texel aan hun trekken. Maar daar staat weer tegen over dat Terschelling minder gevarieerd is, en dat er voor een bepaalde categorie minder is „te beleven" waarbij komt dat men bij het kopen van levensmiddelen op Terschelling duurder uit dan op Texel Eerlijk vergelijken is overigens ondoen lijk, maar uit de gesprekken aan boord vallen geen verontruste conclusies te trekken. In tegendeel. De toeristen die voor Texel hebben gekozen, hebben daar achteraf geen spijt van. Als men toch eens met vakantie naar Terschel ling zou gaan, zou dat niet gebeuren omdat het daar beter is, maar omdat men eens „wat anders" wil. De Texelse toeristenindustrie hoeft in ieder geval niet ongerust te zijn over het initiatief van Leo Visser.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1982 | | pagina 11