Oorlog langs Texels kust
Half Texel stonk naar
de dieselolie
angavond van Texelse
oren in Ned. Herv. kerk
Opgetekend uit de-
verzameling van
Klaas Uitgeest
Informatie
Brommers op
het strand
RTUDAG 4 MAART 1983
TEXELSE COURANT
PAGINA 11
Hut voorschip van de tanher op de Eierlandse Gronden stak toen deze foto in 1961 werd gemaakt nog een flink stuk boven de zeespiegel uit. Op
de voorgrond mensen van de KNZHRM op de ,,Joer> Hodshon".
kele malen schreven we al over 'reddingen langs Texels kust'
irbij een ieder, die dat wilde, de stranding of redding kon volgen en
werd redelijk zorgvuldig in archieven opgeslagen. In tijd van
Idoorlog II was dat anders. Strand en duinen waren een groot
van de bezettingstijd verboden gebied en wat er allemaal achter
randing gebeurde was daarom voor velen een raadsel. Ook de
Iers van de (toen nog) N.Z.H.R.M. wisten niet wat voor leed zich
iaal op zee afspeelde als gevolg van gevechten. Dikwijls werd
hulp niet ingeroepen. Vast is komen te staan dat rondom Texel in
jaar tijd minstens tien forse schepen de grond in zijn geboord,
ngs was dit gegeven weer even actueel toen mensen van het
en de KNZHRM op 'walvissenjacht' gingen en moesten
tateren het met een scheepswrak uit de oorlog te doen te
en. Hieronder meer bijzonderheden over deze stranding en
^Jng met daarbij een kort relaas hoe in de oorlogsjaren jacht werd
aakt op Duitse convooien rondom Texel.
issen Texel en Vlieland liggen twee
igswrakken op de zeebodem. In de
e oorlogsjaren, de exacte datum is
gekend, is een klein schip de grond
■boord en eind november 1943 is
Noors tankschip vol dieselolie bo-
p het, bij water gedeel-
boven water stekende, oude wrak
ren. Wrakonderzoek van Rijkswa-
aat heeft uitgewezen dat het Noor
chip in tweeën is gebroken. Het
arste gedeelte is vrijwel meteen
r de zeespiegel verdwenen.
lalf Texel stonk naar de dieselolie",
de nu bejaarde Jacob Buis uit de
erhoutstraat in Den Burg, die in de
)g gedwongen was hand- en span-
5ten voor de Duitsers te verrichten
3 ten tijde van de stranding ook bij
uurtoren kwam. „De tanker was,
ik het schip zag liggen, een week
en gestrand", aldus Buis, die deze
matie gedeeltelijk uit de mond van
ezetter kreeg. Het voorschip was
egen het oude wrak opgevaren en
p de rand van de Eierlandse gron-
Naast zo'n zandbank is het erg
vandaar dat het achterschip met-
was verdwenen", zegt Buis, die
[uit dat het schip in convooi voer en
ibtërVVkbs'."
De herinneringen van de twee Texe
laars blijken wat betreft het ongeval met
de rubberboot juist te zijn. Twee rappor
ten uit het KNZHRM-archief geven aan
dat op twee en drie december door de
f,Joan Hodshon" en de „Dorus Rij
kers" uit Den Helder zoekacties zijn
uitgevoerd. De toenmalige secretaris
van de plaatselijke reddingscommissie,
H. K. Remmers, gaf uitgebreid verslag
van de reddingstocht van de 'Hodshon',
maar uit dit verhaal wordt niet duidelijk
commandant zei toe dat hij hun korfist
daar zou melden. Grappig is het door
Remmers beschreven voorval als men
onderweg wordt aangehouden door
Georgiërs: ,,Even voorbij het Eierland-
sche Huis werden wij aangehouden
door Russische schildwachten die blijk
baar nog geen instructie hadden ont
vangen om ons door te laten, aangezien
deze knapen geen stom woord Duits
verstonden zagen wij geen kans hun aan
het verstand te brengen wat of wij nu
eigenlijk wel wilden, totdat een van hun
op de adelaar wees welke op zijn
uniformjas was geborduurd. Hieruit be
grepen wij dat als we maar een stuk
papier konden tonen met zo'n adelaars-
stempel er langs mochten".
De kwestie werd met vindingrijkheid
opgelost want de chauffeur van de auto
bleek in het bezit van een verlopen
Ausweis, voorzien van een dergelijk
stempel. ,,Bij het vertoonen daarvan
ging oogenblikkelijk de slagboom om
hoog", aldus Remmers. Deze 'komedie'
herhaalde zich nog eens bij een prikkel
draadversperring en uiteindelijk kwamen
Remmers, Lap en Epe in de onder
grondse wachtpostbunker bij de vuur
toren.
Roetdonker
Daar had men de reddingboot niet
waargenomen en het drietal ging naar
de uitkijkpost op de duinen en wederom
werd een witte lichtkogel afgeschoten.
,,Het zicht was nog steeds slecht. Het
regende en het was roetdonker", aldus
Remmers. Toen de commissieleden
naar het reddingboothuis gingen kwam
men de bemanning van de Hodshon"
tegen. Om acht uur 's avonds bracht
schipper Bakker verslag uit in hotel De
Hoop en vertelde dat men om vijf uur
was uitgevaren. Het lanceren van de
reddingboot had enige problemen ge
geven. „Terwijl men langzaam de boot
wagen over de wrakke rails liet loopen
was een handvol Russen bezig het
uiteinde der railbaan uit het zand te
graven". Bakker vertelde dat hij een
paar maal heen en weer had gevaren
tussen De Krim en de vuurtoren. Vol
gens de schipper had hij ruim een uur
eerder terug kunnen zijn als hij de twee
Duitsers die ook aan boord waren, hun
zin had gegeven.
Warme kachel
,,Die heeren hadden er bepaald gauw
genoeg van, zij zaten ook liever bij den
warmen kachel in plaats van in een open
boot met regenachtig weer", aldus de
schipper. Ook op drie december is de
„Hodshon" uitgevaren op zoek naar
overlevenden van de rubberboot. Van
aotot uur 's morgens tot een uur 's
middags werd gezocht. Bij daglicht was
ook het wrak van de Noorse tanker door
de bemanning goed te zien. Daarnaast
lag de reddingboot uit Den Helder. Dat
klopt met een strandreddingsrapport uit
Den Helder dat vertelt over deze tocht.
kan een torpedo zijn geweest maar er
was niets te ontdekken", aldus Bot die
zich kan herinneren dat er van het schip
„niet veel meer te halen viel". Hoe de
bemanning tijdens de stranding van
boord is gekomen werd door de Duit
sers niet aan hem verteld.
De Duitse commandant poogde wel
wat materiaal (wat is met bekend) mee
te nemen naar Den Helder, maar de
vader van Piet Bot weigerde dit met als
reden dat de „Dorus Rijkers" onder
Rode Kruis vlag voer en dat dan geen
Klaas Uitgeest is bezig meer
informatie te verzamelen over stran
dingen en reddingen in WO II. Hij
heeft daarbij ontdekt dat veel feiten
niet meer boven water zijn te halen
zonder hulp van mensen die in die
tijd op wat voor manier dan ook,
'direct of'indirect bij Texelse stran
dingen waren betrokken. Wie over
strandingen m de oorlog meer kan
vertellen wordt verzocht contact
met hem op te nemen telefoon
(02228) 393).
bergingswerk mocht worden verricht.
De reddingboot keerde om 13.30 uur in
Den Helder terug en door de plaatselijke
commissie werd aan het hoofdbestuur
gevraagd een gratificatie van acht gul
den toe te kennen.
Opgeruimd
Het voorschip van de tanker is nog tot
het begin van de zestiger jaren bij laag
water zichtbaar geweest. In 1951 werd
een groot gedeelte van het wrak opge
ruimd door de Fa. Kroos uit Oosterbeek
en omstreeks dezelfde tijd werd vanaf
de tanker een film opgenomen die nu
nog te zien is in het reddingmuseum in
Den Helder. Uit het voorgaande mag
duidelijk zijn dat ook de vrijwilligers van
de reddingmaatschappij in oorlogstijd
met op de hoogte waren van alles wat,
zich voor de kust afspeelde. Maar al te
vaak verkoos de bezetter met eigen
materieel op redding uit te gaan in plaats
van deze 'pottenkijkers' die ondermij
nend konden werken voor de Duitse
propagandamachine.
Aanval
Duitse donvooien die vlak langs
Texels kust voeren waren meestal af
komstig uit Hoek van Holland en gingen
naar Scandinavische landen. In een na
de oorlog verschenen nummer van het
NZHRM blad „De Reddingboot" doet
luitenant ter zee Peter Scott (zoon van
de zuidpool-onderzoeker Robert Scott)
Voor de boeg
ftlgens Cor Ellen uit Oosterend, die
|te werk was gesteld op het strand,
Ie tanker met echt geraakt. „Engel-
iarinevliegtuigen schoten voor de
en daardoor raakte de tanker uit de
'ooi-koers", meent de Oosterender,
dit Engelse optreden een 'faire
ier van oorlogvoeren' noemt.
Igens beide 'ooggetuigen' zijn en-
bemanningsleden en soldaten
ironder, volgens Cor Ellen, een
andant) een week na de stranding
het schip gaan kijken of het nog
letrokken kon worden. Dit zou er
p wijzen dat de tanker nog groten-
intact was en pas later doormid-
n is gebroken.
De mensen die met een rubber bootje
inderzoek uitgingen zijn op één na,
it teruggekeerd. Zowel Buis als Ellen
n zich te herinneren dat zes man
verdronken. Alleen een machinist
het Noorse gevorderde schip wist
mend het strand te bereiken.
Bijna 40 jaar na de stranding maakte de KNZHRM Texel onlangs weer een vergeefse tocht naar
het gebied rond de Noorse tanker.
'rijdagavond 11 maart wordt in de Ned. Hervormde kerk in Den Burg een
gavond gehouden waar zeven Texelse koren enkele liederen ten gehore
Bn brengen. Het concert wordt georganiseerd door het contactorgaan
U en Muziek en de toegang is gratis.
De zangavond begint om 20.00 uur.
onder volgt het volledige
Jramma.
'uderenkoor „Zanglust", o.l.v.
i' M. Ronday.
lu breekt uit alle twijgen - bew. Jan
Beekum;
Wiegelied - Carl Maria von Weber,
Jan v, Beekum.
'oorjaar (Kymrische melodiel - bew.
nauta, pianobegeleiding mevr. J.
ïema.
emengd koor „The Singers of the
1 o.l.v. de heer P. Zwart,
's. 150 bew. P. Zwart
Ive Verum - W. A. Mozart
'oek eerst het Koninkrijk van God -
En Lafferty.
emengd koor „Advendo", o.l.v.
M. Ronday.
Jerr, deine Güte reicht so weit - A.
Wer leis an das Ende beharrt - F. M.
Iholdy;
^nis Angelicus - César Frank.
Texels Vrouwenkoor" - o.l.v. mevr.
iuisman-Beerling.
lm Frühling - Woldemar Bargiel;
b. Rozen uit het Zuiden - Johann
Strauss bew. M. C: VAN DE Rovaart,
pianobegeleiding, mevr. J. Tuinema.
„Interkerkelijk koor" o.l.v. de heer
D. Wassink.
a. Ps. 84 onberijmd gezongen volgens
de Engelse traditie.
b. Gez. 385 uit Liedboek v.d. Kerken -
Sethus Calvisius vert. Ad den Besten;
c. Gez. 408 uit Liedboek v.d. Kerken
Johann Crüger vert. Ad den Besten.
Gemengd koor „The Gospeltrain"
o.l.v. de heer H. Kievits.
a. De Gospeltrain
b. Laschia chic pianga
c. Precious Lord take my hand
d. Steal a way.
„Texels Chr. Mannenkoor" o.l.v. de
heer A. Kuik.
a. Het nieuwe begint - Wim Hardenbol
b. Denk dan aan ons Heer - Wim Har
denbol,
c. Dierb're Heer Jezus - Klaas J.
Mulder.
Alle medewerkenden, o.l.v. de heer
A. Kuik.
a. Daar was een wuf die spon - bew.
H. Badings.
Remmers en de heren Lap en Epe van
de Texelse commissie besloten ook naar
De Krim te gaan om zich zo goed
mogelijk van de gang van zaken op de
hoogte te stellen. Voordat men uit Den
Burg kon vertrekken moest er geruime
tijd op een auto worden gewacht en pas
om half zeven 's avonds kwam het
drietal bij de Noordbatterij aan. Lap had
burgemeester Rijk de Vries op de
hoogte gesteld van het bezoek en die
had op zijn beurt de commandant weer
ingeseind. Op de Noordbatterij waren
de zoeklichten ingeschakeld om het
werk van de „Hodshon" te ondersteu
nen maar de resultaten waren volgens
Remmers nihil wegens 'fijne dichte
motregen'.
Lichtkogels
Op verzoek van de commissieleden
werd een witte lichtkogel afgeschoten
en even later zag men „om den noord
uit zee eveneens een witte lichtkogel
omhoog gaan, zonder evenwel te weten
waarvan afkomstig". Remmers verhaalt
ook van de wrakken die er volgens hem
toen veertien dagen lagen en er ont
stond een discussie met de comman
dant over de mogelijkheid dat de be
manning van de rubberboot het Noorse
wrak had bereikt en daar hoog en droog
zat te wachten. Den commandant was
van mening dat verblijf op één der
wrakken zeer wel mogelijk moest wor
den geacht", schreef Remmers waarbij
dus niet direct werd aangegeven, maar
ook niet ontkend, dat de rubberboot op
weg was naar de gezonken tanker.
Ausweis
De commissieleden besloten na een
half uur naar de vuurtoren te gaan en de
Om zes uur 's morgens werd op bevel
van de Wehrmacht uitgevaren en de
redders kregen 'hulp' van vijf zoge
naamde Duitse voorpostboten (vaak
omgebouwde visserschepen) met als
opdracht het zoeken naar een 'afgedre
ven rubberboot bemand met vijf (I)
Duitse zeelieden". Dit wijst er op dat de
rubberboot bemand was met opvaren
den van de Noorse tanker.
verslag van een Engelse aanval op een
convooi vlakbij Texel met drie Motor-
gunboats (MGB's) en twee Motortorpe
doboten (MTB's). De aanval werd uit
gevoerd in de nacht van 10 op 11
september 1942 en de Texelaars zullen
niet veel van deze aanval gemerkt
hebben behalve mogelijk het flitsen van
mondingsvuur en het blaffen van zwaar
geschut. Ditmaal werd de NZHRM wel
ingeschakeld en de reddingboten van
West-Terschelling, „De Brandaris" en
de „Jhr. H. J. Ortt" haalden 13 zwaar
gewonde Duitsres en één dode van een
voorpostenboot waarvan het voorschip
door een torpedo was weggeblazen.
In de haven van Den Helder werd op
11 september een beschadigde Britse
motor-kanonneerboot binnengebracht.
De Duitsers hadden in de oorlog een
eigen reddingonderdeel met de naam
„Zeereddingsdienst" en ook deze sche
pen voeren onder Rode Kruis vlag De
Engelse boot werd door een schip van
deze diensL £n_ voorpostboten .gebor
gen. C. Bot van de „Dorus Rijkers"
tekende bezwaar aan tegen de werk
wijze bij de Geneefse conventie.
Hospitaal
Het 'oneigenlijke' gebruik van het
hospitaalschip werd door de conventie
veroordeeld en de 'Marinebefelshaber'
betuigde later zijn leedwezen over dit
misbruik. Het Duitse hospitaalschip
werd „om herhaling te voorkomen" uit
de Duitse reddingdienst teruggetrok
ken.
Dat waren dus enkele gevolgen van
de beschietingen op het convooi dat
door de MTB's en MGB's voor de kust
was opgewacht, en waarbij de E-boten
van de bezetter ook voor resultaat
zorgden, getuige de 'vangst' die in Den
Helder werd afgeleverd.
Het was één aktie uit vele gevechts
handelingen rondom Texel waar men
toendertijd het fijne niet van wist en die
ook nu nog veel vraagtekens oproepen.
Wat de Texelaar hoorde was slechts
kanongebulder en Wat men nu een
enkele keer bij zeer laag water kan zien,
zijn de wrakresten die onlangs dan ook
nog voor walvissen werden gehouden.
De politie verbaliseerde het afgelopen
weekend twee Texelse jongens, die
met hun brommers op het strand
reden. Eén van hen gaf bij het aan
houden een valse naam op en daar
voor kreeg hij een tweede proces ver
baal.
Bergers
De „Dorus Rijkers"-bemanning kreeg
in de Eierlandse Gronden aangekomen
opdracht het gebied rond de wrakken af
te zoeken en ook moest men naar de
stalen obstakels varen zodat enige Duit
sers er op konden. Voormalig redder
van de „Dorus Rijkers", Piet Bot uit
Den Helder, weet zich de actie nog goed
te herinneren en is zelf ook op het wrak
geweest. Of het schip raak geschoten
was, was volgens hem niet te zien. „Het
De ploeg die In 1951 een tocht neer het wrok maakte, van rechts neer links Kleas Schegen uit
Oudeschild, L J. van Hoom, IV H. Lap (plaatselijke bestuurders KNZHRM), schipper Jan
Bakker, bestuurder T. J. A/derlieste, met schipperspet Hendrik Stolk en daarnaast Piet
Schagen. Geheel links drie toeristen.
of de rubberboot uitvoer met beman
ningsleden van de Noorse tanker of niet.
Zoekactie
Schipper Bakker kreeg op twee de
cember om vier uur 's middags opdracht
met de reddingboot uit te varen om
tussen Paal 28 (De Krim) en de vuurto
ren te zoeken naar de zes opvarenden
van het rubber vlot. Oorspronkelijk
bestond de bemanning van de rubber
boot uit zeven personen, een ervan had
zwemmende de kust bereikt en alles
gerapporteerd aan de commandant van
de Noordbatterij, aldus Remmers, die
aanvulde dat uit dit rapport niets werd
meegedeeld aan de bemanning of plaat
selijke commissie van de NZHRM. „Van
dit rapport zijn wij niets te weten kunnen
Komen, evenmin waar deze rubberboot
nu eigenlijk vandaan komt". Remmers
had toen de indruk dat alle opvarenden
van Duitse nationaliteit waren.
Kabinet
De opdracht om met de reddingboot
uit te varen kwam van de Wehrmacht en
werd later ondersteund door 'het ge
meentehuis' waar men van de Orts-
kommandantur opdracht had gekregen
de reddingboot uit te laten varen.
Remmers had zo zijn eigen gedachten
over deze handelswijze en geeft dat aan
in het rapport: Men (de Duitsers) geeft
er bepaald de voorkeur aan een omweg
en schakelt het „kabinet" van den
Burgemeester in, men kan niet voor
zichtig genoeg zijn tegenwoordig". Mo
gelijk dat Remmers met deze cynische
opmerking wilde uitdrukken dat in de
eerste plaats toch de plaatselijke red
dingcommissie overtuigd moest worden
van het nut om de reddingboot uit te
laten varen. Hoe het ook zij, de
„Hodshon" was een uur na het recht
streekse bevel aan het adres van schip
per Jan Bakker vertrokken.