Groepsrechercheurs Aad Blom en Lauwrens Nijhuis
i
TEXSEï&RS
iy
N HU
'ER
RINGVINGER 13/14
PINK
t z. r>-
'0ë%üi.
PAGINA 6
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 6 ME11
„Ze krijgen ons
niet meer weg"
„Het is triest maar waar. Het merendeel van de jeugd op Texel dat
met criminaliteit in aanraking komt, is afkomstig uit onvolledige gezin
net. De studieresultaten op school zijn meestal matig, men sport niet
enhobbys blijven beperkt tot het rondhangen in een kroeg of het sleu-
telei aan brommers." Aad Blom en Lauwrens Nijhuis, groepsrecher-
chejrs van de Rijkspolitie Texel, schetsen geen vrolijk beeld over de
toeiame van diefstal onder de jeugd maar hebben wel een lichtpuntje.
,,lnnegen van de tien gevallen is het met de criminaliteit gedaan als
mei de twintig is gepasseerd." Of deze „regel" op Texel van toepas
sing blijft, is echter de vraag. ,,De werkloosheid en de verveling ne-
mtn enorm toe en wij weten niet of we over enkele jaren nog voldaan
kinnen zeggen: „Die jongen is zijn vreemde streken gelukkig weer
kviijt."
niet was „geroddeld." „Op een eiland
hou je iets niet lang stil"
Met genoegen wordt steeds door de
groepsrecherche geconstateerd dat de
Texelse jeugd, behoudens een enkele
uitzondering die de regel bevestigd, het
na enkele puberale schreden op het cri
minele pad op oudere leeftijd niet meer
probeert. Dat heeft volgens de wacht
meesters te maken met de sociale con
trole in een kleine gemeenschap. Men
wordt niet meer door leeftijdsgenoten en
ouderen geaccepteerd. „Jongens van
16, 17 jaar moeten een keuze maken in
interesses en leren hun vrije tijd te beste
den. Ze lopen dan tegen zoveel zaken op
en kiezen soms de verkeerde kant.
meent Aad Blom die de toekomst toch
niet zo rooskleurig ziet. De jeugd blijkt
We praten met beide 34-jarige spe-
cidisten naar aanleiding van het on-
largs afgesloten onderzoek naar
tiettallen kleine diefstallen en inslui
pingen. Daar waren, zoals bekend
twntig Texelse jongeren bij betrok-
kei in leeftijd variërend van 13 tot 20
jag-, „Vroeg of laat komt het altijd
uit althans als het Texelaars betreft.
Het frappante is dat we elk voor- en
najaar een forse Texelse zaak
hetben."
Aal Blom heeft dit onderzoek geleid en
vetelt in grote lijnen hoe de zaak aan het
rolfen kwam. Het begon ruim een
mand geleden met een tip dat gestolen
waa' naar Amsterdam zou worden ge
bracht. Blom postte met een collega bij
de boot en een 19-jarige Texelaar werd
aaijehouden. In zijn auto lagen gesto
len televisies. „Toen hadden we nog
getn idee wat er allemaal achter zat. De
beduurder fungeerde slechts als tussen-
penoon die ook niet van de hoed en de
rard wist." Na onderzoek konden twee
inbekers worden aangehouden Toen
wed het topje van de jeugdige ijsberg al
zicltbaar. Er was, zoals bekend, geen
spnke van een jeugdbende in die zin dat
mei alles van elkaar wist of dat de inbra
ken nauwkeurig werden georganiseerd
doo leiders. Veel jongeren werken in
kleiie groepjes, met z'n tweeën of
allein.
Kein spul (cassetterecorders e.d.l
werden links en rechts op Texel verkocht
en dat leverde de politie ook aanwijzin
gen op. De keten van diefstallen werd
vanaf een „andere ingang" bij toeval
ontdekt. Een jongen werd aangehouden
met een niet verzekerde brommer die
geitolen bleek te zijn.
Stijl
De televisies die in 't Horntje in beslag
weden genomen, waren nog niet eens
als gestolen aangegeven. Ze waren de
naiht ervoor gestolen uit caravans op
Loodsmansduin. „Die tv's rakf'n ze op
Texel niet kwijt en daarom werden ze
mateeri naar Amsterdam gebracht. Je
kunt er op rekenen dat ze voor een paar
toastellen net honderd gulden kregen."
Aad Blom zegt niet alleen door de telefo
nische tip en de toevallige aanhouding
op iet spoor te zijn gekomen. ,,Na een
eerste aanknopingspunt werk je toch
vaar op intuitie en dat was hier ook het
gevil."
Dat kan erop neerkomen dat een aantal
personen gewoon in de gaten wordt ge
houden. „In het gunstigste geval zie je
aan de manier van werken meteen een
bepaalde stijl en dan weet je bij wie je
zoi kunnen zoeken. In andere gevallen
blijtt wel met welke groep je te maken
hebt, maar dat is natuurlijk veel vager."
Eerste keer
lij deze zaak waren zowel scholieren
als werkende en niet-werkende jongens
berokken en twee meisjes. Het overgro
te deel van de verdachten kwam voor
he' eerst met de politie in aanraking. „Ze
gingen nogal prat op hun daden" vertelt
Aad Blom die meent dat de diefstallen
ocx opgelost zouden zijn als er onderling
Nijhuis vinden de film niet zo toepasse
lijk. „Wij zijn geen Starsky en Hutch of
zo iets. Er worden wel grapjes over ge
maakt omdat we geen uniform dragen
en in een Volvo rijden." Die „outfit" is
nodig om het meer „informerende" con
tact met het publiek makkelijker tot
stand te brengen en natuurlijk is het ook
bedoeld om niet zo op te vallen. „Wij
zijn niet preventief. Wij komen op de
proppen als er iets fout gaat."
Dat Lauwrens Nijhuis en Aad Blom
onafscheidelijk zijn is volgens eigen zeg
gen ook schijn. Iedere groepsrecher-
cheur heeft zijn eigen onderzoeken en er
wordt (officieel) alleen overleg gepleegd
over de voortgang van een en ander. Om
die reden weet Aad Blom ook alles over
bovengenoemd onderzoek en moet
Lauwrens Nijhuis toeluisteren. Een
recherche-onderzoek, variërend van een
brommerdiefstal tot een forse inbraak,
wordt altijd uitgevoerd door meerdere
mensen uit het Texelse korps en de
valsheid in geschrifte in een grote winkel
op Texel. Alle betrokkenen moesten een
briefje schrijven en het Gerechtelijk
Natuur-Wetenschappelijk Laboratorium
kon toen vertellen wie zich met een valse
handtekening financieel had verrijkt.
„Juist als je dan bewust een ander
handschrift gebruikt komen ze er
achter."
Opleiding
Lauwrens Nijhuis was na de middelba
re school (HBS) werkzaam in tal van be
roepen maar kon zijn draai niet vinden.
„Toen solliciteerde ik dus bij de politie",
zegt hij lachend. Na een opleiding in
Arnhem werd hij geplaatst in Avereest
en later in Zwolle. Op eigen verzoek („Ik
wilde naar een kustplaats vanwege de
natuur") kwam hij op Texel, nu ruim ze
ven jaar geleden. Aad Blom werd in 1971
eilandbewoner. Na een paar jaar Mulo
was hij bouwkundig tekenaar en op zijn
achttiende werd hij dienstplichtig mili
tair. De rechercheur volgde een militaire
politie-opleiding bij het korps Mariniers
en toen werd hem duidelijk dat een be
roep tussen vier muren niet meer kon.
„Dat leek me zo zouteloos." Na de
opleiding kwam Blom meteen naar Texel
waar oudere collega's hem na vijf jaar
uniformdienst de fijne kneepjes van de
recherchetak bijbrachten. Een aanvul
lende opleiding werd genoten op de re
chercheschool, uitgebreid met een cur
sus explosieven, luchtvaart ongevallen
en kinderpolitie.
wordt een proces verbaal opgemaakt en
een hulp-officier van justitie (bij de groep
Texel zijn er vier; Scheuneman, Smit,
Zeilstra en Jylderda) beslist dan of hij of
zij nog langer op het bureau moet blij
ven. Dan kan met 2 keer 24 uur „zelf"
worden bepaald en daarna moet de offi
cier beslissen of het voor het onderzoek
ren naar en verhoren van verdachten, t
komt veel administratief werk bij kijken
Naast het opmaken van processen ver
baal, het nemen van foto's van situatie
en verdachten en het nemen van vinge
rafdrukken is er het „landelijke nieuws'
dat moet worden doorgenomen. Dj
nieuws betreft een lange telexrol die elk
noodzakelijk is dat de betrokkene nog
eens 24 of 48 uur achter de tralies gaat.
Als het onderzoek rond is, wordt de ver
dachte voorgeleid bij de officier die hem
vrij kan laten of op kan sluiten.
Daarvóór (na de eerste zes uur) heeft
de verdachte al het recht een advocaat
of reclasseringsambtenaar in te schake
len. Er gaan de laatste tijd stemmen op
om een raadsman al bij het eerste ver
hoor aanwezig te laten zijn maar de
Texelse rechercheurs zijn daar niet zo ge
lukkig mee. „Dat zal belemmerend wer
ken. Een raadsman kan het verhoor
steeds onderbreken en de verdachte ad
viseren wat hij wel en niet moet zeggen.
Een verdachte hoeft dan zelf helemaal
niet meer na te denken". Een verdachte
krijgt al bij de aanhouding te horen dat
„J'lto
steeds meer geld nodig te hebben om
zich te vermaken („Ze kunnen vaak niet
eens vertellen waar de poen aan is
besteed. Het wordt er gewoon „doorge
jaagd") en het huidige toekomstbeeld
(werkloosheid) wakkert de kleine crimi
naliteit aan.
Sport
Zichtbaar kwaad zegt Aad Blom: „Ik
vind het onbegrijpelijk dat iemand de
gymlessen in de hoogste klassen van de
middelbare school wil afschaffen. Juist
sport en hobbys moeten op school en in
de opvoeding meer aandacht krijgen. In
de Verenigde Staten is sport een hoofd
vak." Het gegeven dat de meest ver
dachten („Schrijf maar gerust bijna alle
maal") uit onvolledige gezinnen komt,
noemt hij triest. De controle op het doen
en laten van de kinderen neemt af en de
tolerantie ten opzichte van alcoholge
bruik neemt toe.
Natuurlijk zijn er ouders die zich zorgen
maken en ook proberen het kroost op
andere ideeën te zetten. „Die mensen
zijn duidelijk opgelucht als je aan deur
komt om met ze te praten. Ze geven ver
der ook alle medewerking."
Kwalijker vinden ze het dat druk sei
zoenwerk van ouders mede-oorzaak is
van veel problemen. „In de zomermaan
den werken de ouders keihard en naar de
kinderen wordt niet omgekeken. Die mo
gen het zelf uitzoeken."
Grijpstra
We praten met beide heren in het poli
tiebureau De Koog waar een televisie
voor toepasselijke achtergrondgeluiden
zorgt; gierende remmen en een enkel
pistoolschot. Het is de speelfilm
„Grijpstra en De Gier", handelend over
twee onafscheidelijke Amsterdamse re
chercheurs op heroinejacht. Blom en
groeps-recherche heeft vooral een coör
dinerende en begeleidende taak. „Het is
in feite zo dat de rest van de groep het
onderzoek doet. Wij kijken hoe ver ze
zijn en slechts in enkele gevallen komt
alles op onze schouders. Dat zijn uitzon
deringen." Door deze manier van wer
ken doet ieder wachtmeester ervaring
op met alle facetten van het politiewerk.
Men houdt verkeerscontroles maar is net
zo bedreven in het verhoren van ver
dachten, dit in tegenstelling tot grotere
korpsen waar veel meer met specialisten
wordt gewerkt. Soms krijgt de groepsre-
chercheur een wachtmeester uit de uni
formdienst naast zich als assistent om in
burger een fors onderzoek te begelei
den. „Het is op Texel het principe dat al
le collega's alles te laten doen wat maar
voor handen komt", vertelt Blom, die
verder uitlegt dat deze werkwijze ook
een praktische achtergrond heeft. De
groepsrechercheurs hebben wisselend
weekenddienst. Als er bijvoorbeeld twee
grote inbraken vlak achter elkaar gebeu
ren, zou men met twee rechercheurs
werkend aan één zaak in de problemen
komen.
Schrijfproef
De politie heeft verschillende moge
lijkheden om een misdrijf op te lossen.
Zij zoeken naar feiten die later door de
rechtbank worden betiteld als „sterke
aanwijzingen" of „overtuigend bewijs".
Naast vingerafdrukken is er de sorteer-
proef waarbij een politiehond ruikt aan
een voorwerp dat de dader heeft vastge
houden tijdens zijn overtreding. De hond
kan dan later de dader herkennen. Na
tuurlijk wordt ook gewerkt met het her
kennen van verdachten door getuigen of
betrokkenen of met foto-herkenning.
Minder alledaags is de schrijfproef die
Blom en Nijhuis hebben toegepast bij
Lauwrens kwam niet in aanmerking
voor een aanvullende opleiding omdat
de groep Texel qua grootte maar één re
chercheur mag hebben. De hogere in
stanties weten dat Nijhuis hetzelfde
werk doet als Blom en dat is ook geen
probleem, maar een extra opleiding zat
er financieel niet in.
In de praktijk wordt een summiere
taakverdeling aangehouden. Nijhuis
houdt zich bezig met vreemdelingenwet
geving, wet op de kansspelen, drank- en
horecawet en verdovende middelen.
Blom is in eerste instantie de aangewe
zen persoon voor jeugdzaken, explosie
ven en luchtvaartaangelegenheden.
Fantasie
„Toch bellen we elkaar elke dag wel",
zegt Nijhuis bijna verontschuldigend.
„We zijn zo op elkaar ingespeeld en de
ervaring van een goede collega kan je al
leen maar helpen."
Lauwrens omschrijft zichzelf als eigen
zinnig („Ik houd een onderzoek graag in
handen") maar ook gemoedelijk. Aad
denkt dat hij bij tijd en wijle eigenwijs en
avontuurlijk is. Een portie fantasie is in
hun vak onontbeerlijk. Aad vertelt dat hij
zich probeert te verplaatsen in de dader
als de zaak vastzit. „Dat helpt." Beiden
zijn geen liefhebber van detective
verhalen en het enige wat op vakgebied
in de vrije tijd kan boeien zijn de Duitse
crime-series zoals Derrick. „Dergelijke
series hebben weinig met de Texelse
werkelijkheid te maken maar ze lijken me
wel realistisch. Als wij een verdachte
verhoren gaat het echter niet zo ruig."
Belemmering
Iemand die is aangehouden mag zes
uur worden vastgehouden voor het af
nemen van eerste verhoren. Daarna
hij niet hoeft te antwoorden en dat vin
den Blom en Nijhuis voldoende. „Ik zou
graag wat meer aandacht willen voor de
slachtoffers van misdrijven. Die groep
wordt vaak vergeten."
Seponeren
Een officier van justitie beslist dus uit
eindelijk wat er met een verdachte moet
gebeuren en soms wil hij een gesprek
met de persoon in kwestie. Soms wordt,
al dan niet naar aanleiding van een
gesprek, besloten niet te vervolgen. Aad
Blom zegt zich tegenwoordig te kunnen
„verenigen" met het seponeringsbeleid
van justitie maar in het verleden is dat
anders geweest. „Dan dacht je: ben ik
daar nu zo voor in de weer? Ze doen he
lemaal niets." Ook Lauwrens Nijhuis her
innert zich dergelijk ongenoegen. „Je
bracht iemand naar Alkmaar en twee
uur later liep hij weer in Den Burg. Ik be
greep dat niet." Dat ongenoegen heeft
geresulteerd in gesprekken met de rech
terlijke macht en beiden zeggen nu iets
genuanceerder tegenover het justitiebe-
leid te staan.
„Een officier is vaak ook aan handen
en voeten gebonden. De gevangenissen
zijn vol en ik ben me ook af gaan vragen
of zwaar straffen altijd wel goed is", al
dus Aad Blom. Nijhuis zegt nog wel
eens te „balen" als er naar zijn mening
te makkelijk op een aanhouding wordt
gereageerd, „maar de frustraties van
vroeger zijn weg." „Als je je daar druk
om blijft maken, kun je je werk niet
doen. Wij doen ons portie en de rest is
voor justitie. Ik lig er niet meer wakker
van en begrijp nu wel dat je iemand niet
te snel in een cel moet trappen. Daar
moet je voor uitkijken want het doet een
heleboel met mensen."
Recherchewerk is niet alleen het speu-
morgen ligt te wachten en onbekends
daderverslagen. „Dat moet je elke t'
doorlezen om op de hoogte te blijvt
van zaken waar je mee te maken ku;
krijgen. Of je ontdekt dat elders iets gj
flikt wordt op een manier die jou heel te
kend voorkomt." Daarnaast zijn er m
de rechercherapporten van het dist™
Alkmaar en het blad Recherche Inform
tie met uitgebreide documentatie o«
speciale misdrijven. Of deze papierma
sa evenveel oplevert als er aan enerj
wordt ingestopt, weten ze niet. „Het
een goeie zaak dat alles wordt vastgr
legd. Wij hebben er meerdere malen0'
voordeel mee kunnen doen of collegr
aan de vast wal kunnen helpen."
Zowel Blom als Nijhuis zijn tevredr
met hun stek op Texel en willen n
meer weg. „Je maakt alles wel een ke
mee. Van een vliegtuigongeluk tot a
geëxplodeerd toilet." Men zou niet gra-
willen ruilen met collega's in bijvoo
beeld Amsterdam al lijkt het interesss
om een jaar me te draaien in de grc
stad. Blom: „Ik zou vrijwillig wel e
tijdje op het bureau Warmoesstraat v.
len zitten om die ervaring eens op
doen, maar in een stad kan ik niet#
den." Nijhuis: „Ik ben verknocht;
Texel, aan de mensen en de gemoeo
lijkheid hier."
Tips
De politie en de rechercheur in hetl
zonder is afhankelijk van informatie:
de burgerij. Niet voor niets is er dek
delijke campagne met de leus .„diep
past ons allemaal." Over de betrokkr
heid en de medewerking van de Te
laars in het algemeen zijn beide he
goed te spreken. „Ik heb veel lieverl
ze me een keer teveel aanspreken da»
weinig. Alles wat je weet,
meegenomen."
Men is tevreden maar het kan natuiri
altijd beter. Vooral Aad Blom zegt int
begin bewust aan het „maatschapp
ke leven" te hebben deelgenomen
mede duidelijk te maken dat informs
van buitenaf belangrijk of beter geze
onontbeerlijk is. „Je moet je puM
nooit afstoten. Het zijn je contacte
Om die reden is Blom's vrouw in fs
ook een beetje bij de politie. ,We won
zoveel thuis gebeld, maar dat vind ik»
erg. Vooral 's avonds blijkt het bel
naar de meldkamer in Alkmaar nog»
drempel en ik vat het op als een con
quentie van mijn werk."
Integer
Blom zegt politiewerk ook nooil
isolementsbaan te hebben gezien b
nen de maatschapppij. „De bo«
meester, oom agent, de notaris en
burgemeester, dat waren vroeger li
mensen waar tegenop werd gekeken,
mengden zich ook niet zo tussen'
„volk"." Die tijden zijn veranderd IJ
zijn niet meer dan een ander") r»
toch kunnen ze zich heden ten dager
ergeren aan de houding van een enk
collega die zich liever afzijdig houdh
burgercontacten. Die zijn bang dat
contacten alleen maar problemen zd
opleveren omdat werk en privé niet n»
te scheiden zijn. „Dat vind ik jamr»
...r..;-