\'en reis met de Johannes Jan: stomen en haring S£RS 4 'N HU ER I rtmrfim a m r TEXELSE COURANT PAGINA 13 1 k Om ego Specdmoslcr Professional te ervevg-aat dv i rvli 1965 doe «Bo De zaak wordt nu helemaal gevierd en dan breekt een periode van relatieve rust aan waarin de scheepsmotoren het werk moeten doen. Aan het net is een appa raat vastgemaakt dat als een soort echo lood registreert wat er in verdwijnt, de zogenaamde netsonde. Op de bijbeho rende schrijver is dan weer precies te zien of de hele school haring in de ga pende muil verdwijnt of dat het net bij voorbeeld te laag zit, zodat een deel van de vis wordt gemist. Direct na de eerste trek wordt een haring opengesneden om de kwaliteit te kunnen beoordelen. Een spannend moment zal worden om de vangst naar de veiling te krijgen. Samenwerking is iets dat in de visserij niet zo voor de hand ligt. Van ouds is men in deze bedrijfstak gewend zijn eigen broek op te halen. Toch zullen de stijgende stookolieprij- zen en andere wolken aan de visserijhe- Haringl Toch kunnen al die apparaten de be langrijkste vraag niet beantwoorden. Pas als er gehaald wordt, is te vertellen wat voor vis er in het net zit. Bij de eerste keer halen staan de vissers vol spanning te kijken. Als dan het eerste zilverkleuri ge staartje uit de mazen steekt, roept Cees van Dijk: Haringl" Zodra de vis aan boord is, wordt er één ontleed om de kwaliteit te beoordelen. Die blijkt niet slecht te zijn, het is alleen de vraag of het vetgehalte hoog genoeg is. De regel maat aan boord ligt nu vast. Het net uit zetten, een paar uur slapen (een „knip- pie" doen), halen, verwerken, net uitzet ten, enzovoorts. Alleen de landrotten aan boord slaan wel eens een trek over, die liggen dan als oud vuil in hun kooi met een emmer onder handbereik. Op vallend is dat geen van de zeelui zich daar vrolijk over loopt te maken, ze we ten veel te goed hoe vervelend zeeziekte is. De haring komt met regelmaat aan boord, maar dé supertrek blijft uit. Als samen met de maat zo'n 90 kantjes op gevist zijn, wordt besloten maar naar huis te gaan. Een laatste trek levert pre cies één kantje op en dan wordt de auto matische piloot op 150 graden gezet, richting IJmuiden. Stappen De terugreis wordt met enige tegenzin aangevangen. Onderweg wordt de gang van zaken druk besproken via de Spoet nik (marifoon), er worden zeekaarten bij gehaald en de conclusie dringt zich op dat het verstandig zou zijn geweest om de Schotse kust in te stomen en bijvoor beeld in de haven Aberdeen de vaatjes op één schip over te zetten. Dan zou de vangst eerder in IJmuiden zijn geweest (hogere prijzen) en waren de achterblij vers twee onproduktieve dagen gespaard geworden. Als extra voordeel wordt genoemd dat dan in Aberdeen gestapt had kunnen worden. mei die samenwerking steeds meer noodzakelijk maken. Een duidelijk voor beeld van de veranderende tijden is de steeds groter wordende invloed van de EEG op de visserij. Als vele jaren wordt op Europees niveau gesproken over zaken als vangstbeper king en quotering, maar de voorman van de kottervissers, Ben Daalder, verklaarde onlangs nog in een interview in Elseviers Weekblad dat de gestelde regels aan alle kanten ontdoken worden. Zo mogen de Denen als ze op sprot (een haringachtig visje) vissen, tien procent haring als bij vangst aanvoeren. Tien procent bleek nogal een rekbaar begrip. ,,Het begint er nu op te lijken dat het EEG-beleid werke lijk uitgevoerd gaat worden. Dat bete kent dat er internationaal samengestelde controlecommissies komen die in de ga ten houden of iedereen zich wel aan zijn persoonlijk quotum houdt. Als dat ge beurt gaan er klappen vallen", aldus Cees van Dijk. ,,De Nederlandse rege ring heeft in de achterliggende jaren de uitbreiding en de schaalvergroting van de vloot bepaald niet afgeremd, met als reden dat we dan konden wijzen op onze moderne vloot als argument om veel te mogen vangen. Nu wordt de zaak dan écht verdeeld en blijkt dat we veel te groot en te modern zijn geworden. Dan wordt ook nog eens van ambtelijke zijde gedaan alsof ze ons daar altijd tegen hebben gewaarschuwd. En dat terwijl ze jarenlang alles hebben toegestaan." Cees kan behoorlijk giftig worden als het over dit onderwerp gaat. ,,Je moet je eens voorstellen wat het voor een plaats als Urk zou betekenen als een deel van de vloot gesaneerd zou moeten worden op korte termijn. Dat zou een sociale ramp zijn. Voor Texel is de visserij relatief minder belangrijk, maar hier zou het toch ook hard aanko men." Zover is het echter nog niet, voor lopig stomen we met haring in het koel- ruim richting IJmuiden. Vismeel waarschijnlijk voor een grote reder uit Lowestoft, die heeft wel zo'n 170 sche pen in dienst. Die jongens vangen mooie vis, diverse soorten rondvis en dergelijke." Ook allerlei vogels worden opgemerkt. Noorse stormvogels, Jan van Genten, er wordt even gesproken over een boeren zwaluw die een deel van de heenreis heeft gemaakt. ,,Wij zijn nogal geïnte resseerd in het biologische leven om ons heen. Dat komt niet zoveel voor onder vissers. Vreemd eigenlijk, want het is toch je bestaan" Een vogelgids en een visgids liggen op de greep. Ook andere elementen in de omgeving worden op gemerkt. Als er bijvoorbeeld even wat meer golfslag komt, laat Bram met be hulp van decca (electronisch systeem) en dieptemeters op de kaart zien dat we op dat moment over het droogste stuk van de Doggersbank stomen. Even later wijst hij de „Silver Pit" aan, een diepe plek waar veel haring is gevangen. Met enige trots vertelt hij dat een nabijgele gen geultje onder visserlui „het geultje van Bram" heet. Want toen hij nog met een kleine kotter voer lag hij daar altijd te vissen. „We haalden daar de prachtigste platvis vandaan." Tegen de tijd dat we de pieren van IJ muiden naderen is inmiddels de werking van Decca en radar doorgenomen, zijn er telefoongesprekken met thuis gevoerd en zijn de Hoogovens uitgebreid bekeken. Elke keer dat zo'n hoogoven wordt afge tapt wordt de hemel door een prachtige gloed verlicht. De tocht is mooi en geen moment vervelend. Vooral de radar blijkt een apparaat met vele mogelijkheden te zijn, dat tot een vijftig mijl uit de kust een enorme steun voor de navigatie betekent. Zakkig Op de kade staat, ondanks het late tijdstip van half drie, een koelwagen te wachten om de haring over te nemen. In het licht van de booglampen zien we een langharig figuur met pet en zakkige spij kerbroek staan, die niemand anders kan zijn dan een schatrijke, maar excentrieke vishandelaar. Of een werkloze havenar beider die zijn nachtelijke portie nostal gie aan het opdoen is. Hij ziet er in ieder niet uit alsof hij deel uitmaakt van een in ternationale controlecommissie. Er is he lemaal geen inspectie, maar dat was al voorspeld: „Die lui zijn knap lastig als het kantoortijd is, maar nu liggen ze alle maal achter de gebreide broek." Na het lossen en laden van de lege va ten varen we in het eerste ochtendlicht het havencomplex uit, langs een paar oude loggers die ooit gezeild moeten hebben, maar die nu verlengd, hun laatste mistroostige dagen slijten als sportvissersclubschip. Iets verder ligt een opgelegde trawler. Met een paar uur zullen we weer in de haven van Oude- schild zijn. (Advertentie I.M.) Geschenk voor vader: Horloger Juwelier Wovorsiraaf 34 Don Burg (02220) 2912 Visserlui, de laatsten Ier vrije jongens Bram herkent van verre alle vissers schepen die we onderweg tegekomen. „Dat is een Noors fabrieksschip, die vis sen alles op wat ze tegenkomen. Jong goed en dergelijke wordt niet gespaard. Al die vis door elkaar wordt dan verwerkt tot vismeel. Het stinkt verschrikkelijk aan boord van die schepen." Even later: „Dat zijn Engelse trawlers, die varen Hier gaat hat allemaal om: haring. e kotter glijdt zacht brommend over de gladde zee. Aan de kim it vooruit licht IJmuiden oranje op in de nacht. Met het verdwijnen het daglicht zijn de gesprekken op de brug verstomd, maar de ra- vertelt zijn verhaal. De instrumentverlichting is bijna uitgedraaid het nachtzicht goed te houden. Af en toe roept iemand, die in net brug de wacht heeft, over de Spoetnik voor een praatje. Trage jrekken waarvan het tempo bepaald wordt door degeen die de eksleutel ingedrukt houdt, dan kan er immers niemand in de rede «voorgaande nacht stond de he- «manning aan dek, zich schrap end tegen de bewegingen van schip. Imposante waterbergen een meter of vier hoog gleden bij, zij waren het overblijfsel van itorm die 24 uur eerder de ocea- lining nog hoger opklopte, zo- zelfs de vangst van boord spoel- roor hij verwerkt kom worden, meeste trekken werden echter verwerkt en in het visruim wor de kantjes nu bij nul graden aard. at leven van de visserman is wis- allig: hard werken onder zeer enlopende omstandigheden, p tekort dat tijdens het stomen en naar de visgrond weer inge- d moet worden. Spanning over er boven water zal komen en de veel grotere spanning over de imming. Het zijn allemaal ele- iton die meewerken om de vis- tot de laatsten der vrije jongens \aken, maar het is de vraag hoe dat nog duurt. onderwerpen voor deze aflevering e rubriek „Texelaars en hun werk" e gebroeders Cees en Bram van eigenaar-schippers van de „Johan- Jan" oftewel de TX52. Ue verslag- vaart mee in de eerste week dar 1977 weer officieel op maatjesha- gevist mag worden. De gesprekken, zover ze niet door zeeziekte worden inderd, draaien toch telkens weer uit e stand van zaken in de visserij, zo- dit verhaal eigenlijk over meer gaat de TX52 alleen, et begint allemaal op maandagmor- om half negenI nplaats van de gang een bureaustoel achter een redac- jreau ditmaal de reis naar de haven, lohannes Jan is nog niet klaar voor >is, de aanpassing van de bestaande iratuur aan de nieuwe haringmachi- vergt meer tijd, dan was gepland, is niet goed bij de haringvangst, een e dag later vertrekken betekent een e dag later weer aan de afslag zijn, juist in die eerste week de prijzen g beginnen maar vervolgens steeds ren. Er is voor twee weken gebun- I, in de loop van de week moet de jst worden overgegeven aan één er die ermee naar IJmuiden gaat. ere schepen kunnen blijven vissen, weergoden blijken er echter anders te denken. Door het slechte weer tien de schepen later in de week niet szij komen, zodat toch iedereen IJmuiden moet. Twee Katwijkers proberen de vaatjes over te geven irgen hun schepen een berg schade, 1|l een stel kantjes verloren gaat in Dat was misschien net de winst. Wennen et is voor de vloot wennen nu er legaal op haring gevist kan wor- Een deel van de haringschepen uit tsen als Katwijk en Scheveningen is afgelopen jaren verdwenen en voor eren is het teruggrijpen op kennis zes jaar terug. Termen als „leutel" .warren" worden weer gehoord. Do zen met kaakmesjes worden van zolders gehaald. Sommige schepen nemen Kat- wijker visserlui mee omdat die twee keer zo snel zijn in het ambacht van Beukels- zoon van Biervliet als andere mensen. Andere schepen, waaronder de TX52, hebben voor tienduizenden guldens ap paratuur aangeschaft die de vis moet sorteren en kaken. De apparaten verto nen wat kinderziektes. De sorteermachi- ne maakt in eerste instantie herrie als een drukboor. En de kaakmachine blijkt een afkeer van kleine harinkjes te heb ben, die worden zonder pardon ont hoofd. Dat zal allemaal ongetwijfeld worden geperfectioneerd als de haring vangst zich tenminste kan ontwikkelen tot een rendabele activiteit. Voorlopig mag Nederland 3000 ton haring vangen, dat zijn ongeveer 30.000 kantjes. Een echt goede trek levert een paar honderd kantjes op. Het duurt overigens niet lang voor de oude routine weer bovenkomt als de ha ring eenmaal aan boord is. Jachtgronden De jachtgronden liggen voor de Schotse kust in deze tijd van het jaar, de tocht er heen duurt zo'n dertig uur. Ha ringvissen is echt jagen, je moet de scholen opzoeken, daarbij geholpen door ervaring en tegenwoordig door ap paratuur. Zomaar met je kotter de haven van Oudeschild uitvaren in de hoop ha ring te ontmoeten kan natuurlijk niet. Het gedrag van haring biedt echter aan knopingspunten, de vis komt bijvoor beeld op bepaalde plekken waar hij in een bepaald stadium van zijn leven is ge weest, altijd terug. Ervaren haringvissers hebben de plaatsen waar zij haring ge vangen hebben op kaarten aangete kend. Hoe langer zo'n zeekaart in ge bruik is hoe waardevoller hij wordt. Zo zijn er aan boord van de Johannes Jan kaarten die al tientallen jaren oud zijn maar die nog steeds worden gebruikt. Een ander hulpmiddel is de radio, als een visser een school aantreft zal hij in de meeste gevallen zijn collega's waarschuwen. Tijdens de heenreis worden de berichten die over de radio binnenkomen dan ook angstvallig in de gaten gehouden. Toch komt er meer voor kijken dan alleen maar stomen naar de plaats waar een andere visser haring heeft gevangen. Want, zo zegt het oude vissersspree kwoord, gevangen haring is gevangen haring, oftewel: haring die is weggevan gen kan niet meer door een volgende visser worden binnengehaald. Logisch. De echoloden zijn bijzonder belang rijk. Bram van Dijk is gepokt en gema zeld in het aflezen van de schrijvende dieptemeter. De stipjes en streepjes die op het vel verschijnen, geven een schat aan informatie over wat zich onder het schip afspeelt. Ook het kleurenecho- lood, een soort kleurentelevisie die een- doorsnede van het water onder de bo dem van het schip laat zien, is behulp zaam bij het herkennen van vis. Als er dan ook wat speciale vlekjes op de schermen verschijnen, wordt het net voor de eerste keer uitgezet. De TX52 vist met de TX32 in span, dat wil zeggen dat ze samen het net trekken. Zo'n ha- ringkuil lijkt nog het meest op een grote puntzak die een paar honderd meter achter de schepen door het water wordt gesleept. De opening van het net is een staande rechthoek die door vier lijnen en een stel ijzeren gewichten in vorm wordt gehouden. Het net wordt vanaf de TX 52 uitgezet vanaf een grote rol op het achterdek. Als het bijna helemaal over boord is komt de TX 32 dichtbij en wordt een lijntje overgegooid, waarmee de spanmaat zijn vislijnen kan vastmaken. nmaet ITX 32) haalt het achterste deel van het netde zak. naar zich toe. Dia wordt den oord gehesen en geleegd. Het net heeft meer zakken, zodat de buit eerlijk verdeeld kan Bij het bespreken van dit gedachte ko men gelijk de sterke verhalen los over de hoeveelheden whiskey die de gemiddel de Schot kan bevatten en de spontane gevechten die kunnen oplaaien tussen groepen ladderzatte hooglanders. Ne derlanders houden zich daarbij natuurlijk altijd netjes. Afgesproken wordt dat de volgende keer inderdaad samengewerkt er

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1983 | | pagina 13