DE COCK EN DE MOORD IN SEANCE Tekort zwembad steeds groter FAMILIEBERICHTEN PAGINA 2 TEXELSE COURANT VRIJDAG 6 JANUARI 1984 ff APPIE BAANTJER VERTELT ,,Toch trouwde ze met hem." Gerard van Klaverbeek streek met zijn hand door zijn haar. Hij leek weer wat rustiger. „Om mij", sprak hij. „Om jou?" Hij knikte, ,,En om ons kind." De Cock trok diepe rimpels in zijn voorhoofd. ,,Ons kind?" Van Klarenbeek knikte opnieuw. Zuchtend. ,,Het kind van Sjaan en mij." Hij blikte De Cock in het gezicht. Kalm. Ontspan nen. „Ik zie, dat u er niets van begrijpt. Misschien gelooft u het ook niet. Toch is het waar. Sjaan trouwde met Charles van Leeuwenhoek om mij en om ons toen nog ongeboren kind." Hij zweeg nadrukkelijk en na een poosje vervolgde hij: „We hadden grote plannen met ons kind. Vooral als het een jongen zou zijn. Hij zou moeten gaan leren. Een universi teit, een hogeschool. Ingenieur worden of meester in de rechten. Echt groot en voornaam. Niet zulke armoedzaaiers als wij." Hij klemde zijn handen om zijn ge zicht; bedwong opkomende tranen. „Sjaan en ik komen uit de goot... om het zo maar eens te zeggen. De vader van Sjaan zoop als een tempelier en haar moeder wierp jaar op jaar een kind. Het was pure armoede en ellende. Een jeugd heeft Sjaan nooit gehad. Ze moest al vroeg de baan op om het gezin thuis draaiende te houden. En bij mij thuis was het bijna net zo. Snapt u? Sjaan en ik wilden voor ons kind iets beters." De Cock knikte begrijpend. „Ze trouwde Charles van Leeuwen hoek om de opvoeding van het kind vei lig te stellen." Gerard van Klaverbeek beet op zijn onderlip. „Ze had het misschien nog niet ge daan, als ik niet van die steiger was gela zerd." Hij sloeg hard op zijn rechterknie. „Stijf... voor altijd. Het gebeurde toen we net tot de ontdekking waren geko men dat Sjaan in verwachting was." Hij zuchtte diep. „Die Charles van Leeu wenhoek liep al een tijdje om Sjaan heen. Hij kwam altijd in de dancing, waar Sjaan bediende. Ze moest hem niet, walgde van hem. En dat zei ze hem ook. Maar toen ik dat ongeluk kreeg en vast kwam te staan dat ik altijd invalide zou blijven, besloot Sjaan om met die vent te trouwen." „Een soort schijnhuwelijk." „Om het geld." Van Klaverbeek balde zijn vuisten. „Ik was er tegen. Maar wat had ik in te brengen? Een invalide vent met een paar centen uitkering. Ik ben toen van ellende ook aan de drank geraakt. Ze schold op mij, dag en nacht. Op een avond toen ik flink bezopen was, liep Sjaan weg. Nog geen maand later was ze met die vent getrouwd." De Cock wreef over zijn kin. „Het huwelijk heeft niét lang standgehouden." Van Klaverbeek gniffelde. Over zijn ver weerd gezicht gleed een glimlach. „Het kon niet langer." „Waarom niet?" Hij wreef met zijn hand langs zijn nek en grinnikte. „Het kind... Richard." „Wat was daar mee?" Hij grinnikte opnieuw. Zijn diepliggende ogen glansden. „Het kind ging steeds meer op zijn echte vader lijken." Hij boog zijn hoofd en plukte aan een van zijn krulletjes. „Rood... dat soort rood verloochent zich niet. Richard kreeg hetzelfde haar en de Van Leeuwenhoeken begonnen te fluisteren. Er kwam geen rood in de fa milie voor. Bovendien was het kind te vroeg geboren. Ze drongen op een echt scheiding aan. Maar daar wilde Sjaan niets van weten. Toen de familie te lastig werd, bracht Sjaan het kind ergens an ders onder." „En ze ging bij Charles weg." Gerard van Klaverbeek knikte. De milde uitdrukking op zijn gezicht veranderde. De gelaatstrekken verhardden. „Toen zijn ze begonnen." „De familie Van Leeuwenhoek?" ,Ja... de Van Leeuwenhoeken., toen kwam hun ware... hun misdadige aard naar boven. Eerst weigerden ze in het onderhoud van het kind te voorzien. Het was geen kind van Charles, zeiden ze. Maar het kind stond op zijn naam. Wettelijk konden ze er niets aan doen. Toen Sjaan met een openlijk schandaal dreigde, begon de familie weer te beta len. Maar vanaf dat moment heeft Sjaan geen rustig uur meer gekend." „Hoezo?" Van Klarenbeek ademde diep. Zijn neus vleugels trilden. „Moordaanslagen." De Cock slikte. „Moordaanslagen?" herhaalde hij verward. Van Klaverbeek knikte traag. „De Van Leeuwenhoeken... ze hebben wel vijf maal geprobeerd haar dood te rijden." Ze reden de Vossestaartstraat in Landsmeer uit. De Cock keek nog even om naar de forse gestalte in de deurope ning. Gerard van Klaverbeek, bedacht hij, een verbitterd man vol haat- en wraakgevoelens. De Cock had het on bestemde gevoel dat hij hem nog wel eens zou ontmoeten, dat zijn rol in deze affaire nog niet was uitgespeeld. Hij stak zijn hand op en wuifde. De man in de deuropening zwaaide terug. Vledder zat aan het stuur. Hij had al zijn aandacht nodig om de wagen op de smalle dorpsstraat van Landsmeer door het drukke verkeer te loodsen. Hij deed het bekwaam, rustig. De Cock zakte onderuit. Zijn gezicht stond strak, somber. Het gesprek met de invalide bouwvakker had hem geschokt. Ondanks zijn jarenlange ervaring met misdadig gedrag hield hij van mensen en was oprecht bewogen wanneer hij met menselijk leed werd geconfronteerd. Het was duidelijk dat Sjaan Streuffels weinig geluk had gekend. Haar gewelddadige dood vormde een trieste afsluiting van een bewogen leven. Hij drukte zich weer iets omhoog, keek naar de vele sloten, de miniatuurbrug getjes, de huizen op eilandjes langs de weg. Wat vormde de aanleiding tot haar dood? Wie achtte het noodzakelijk dat Sjaan Streuffels zo snel stierf? Een kwa de geest... zei het medium Jennifer Jor dan... ze heeft zich duidelijk aan mij ge manifesteerd. Maar hij, De Cock, hield niet van occulte zaken. En in kwade geesten geloofde hij alleen zolang die nog huisden in tasbare menselijke ge daanten. De familie Van Leeuwen hoek... zei Gerard van Klaverbeek... ze hebben een misdadige aard. De Cock wreef over zijn kin. Wie waren de Van Leeuwenhoeken? Wat dreef hen? Een familiecomplot om een mislukt hu welijk en een ondergeschoven kind? Geld is macht. Het deed nog steeds op geld. Hoe machtig waren zij? Vledder loodste de wagen door wat rustiger ver keer in Amsterdam-noord. Hij keek opzij naar De Cock en scheen diens gedach ten te raden. „Wat gebeurt er nu met Richard?" De Cock haalde zijn schouders op. „Ik heb Gerard van Klaverbeek niet naar de verblijfplaats van het kind willen vragen. Het leek mij niet juist. Ik geloof ook niet, dat hij het mij zonder meer had verteld. Charles van Leeuwenhoek zal zich nu wel tot de Raad voor de Kinder bescherming wenden. Hij is volkomen gerechtigd het kind te laten opsporen en op te eisen. Hij is nog steeds de wettige vader en voor zover ik weet, is hem de ouderlijke macht niet ontzegd." „Hij had het kind toch ook op kunnen eisen toen Zwarte Sofie nog leefde?" „Zeker. Hij had altijd een beroep kun nen doen op de kinderpolitie of de Raad voor de Kinderbescherming. Hij had de kinderrechter kunnen inschakelen. Der gelijke zaken maken altijd veel emoties los. Misschien hebben de Van Leeuwen hoeken die weg niet willen volgen. Juri disch is het moeilijk om een moeder te dwingen tegen haar wil de schuilplaats van haar kind prijs te geven." Vledder reed de IJtunnel in. „Geloof jij in die moordaanslagen?" De Cock trok een triest gezicht. „Volgens Gerard van Klaverbeek heeft Sjaan Streuffels van die aanslagen nooit melding gemaakt bij de politie. Er is dus nooit een officieel onderzoek geweest. In hoeverre die moordaanslagen reëel waren, ik bedoel, of ze werkelijk van plan waren haar te doden, weet ik niet. Ik ben bang, dat alleen Sjaan Streuffels ons daarover zou kunnen inlichten." Vledder klemde zijn lippen op elkaar. „Maar zij is dood", zei hij kortaf. De Cock plukte aan zijn onderlip. „Als de Van Leeuwenhoeken inder daad zo misdadig zijn als die Gerard van Klaverbeek ons wil doen geloven, dan loopt ook het kind gevaar." Vledder keek hem verrast aan. „Het kind?" De Cock kwam nog verder omhoog en gebaarde levendig. „De Van Leeuwenhoeken vormen een rijke familie. Om via erfenissen een deel van hun vermogen te laten wegvloeien naar een kind, dat hen listig en bedrieg lijk werd opgedrongen...." Hij maakte zijn zin niet af; bracht zijn wijsvinger voor zijn neus. „Laten we wel beseffen, dat gezien vanuit het standpunt van de familie Van Leeuwenhoek Zwarte Sofie niet meer is was dan een laaghartige bedriegster, die de oprechte gevoelens van hun Charles op een schandelijke wij ze heeft uitgebuit." De mond van Vledder zakte iets open. „Een motief voor moord", hijgde hij. De Cock knikte traag. „Dat, m'n jong, zou het kunnen zijn." Vledder parkeerde wagen op de houten steiger in het Damrak. Via de Oude brugsteeg slenterden de rechercheurs naar de Warmoesstraat. Het werd al schemerig en er viel een kleine motre gen. De kleuren van de lichtreclames weerspiegelden zich in het natte asfalt van de Lange Niezel. De Cock schoof zijn hoed wat naar voren en trok de kraag van zijn jas omhoog. In het voor bijgaan groette hij een oude penoze- kennis en stapte het politiebureau binnen. „De Cock...." Meindert Post brulde van achter de ba lie. De oude Urker wachtcommandant had een stem als een roestige mist hoorn, erfelijk gevormd via generaties van onverschrokken vissers, die elkaar bij storm en ontij over woelig water toeschreeuwden. „De Cock..." De speurder liep naar hem toe. „Wat is er?" Meindert Post schoof het dienstboek van zich af. „Er zit boven een man op je te wachten." „Wat voor een man?" „Dat weet ik niet. Hij heeft zijn naam niet genoemd." „Hoelang zit hij daar al?" De wachtcommandant blikte naar de klok. „Zeker drie kwartier. Ik heb hem ge zegd dat het wel even kon duren voordat je terugkwam." „En?" „Hij zei, dat hij de tijd had." De Cock grinnikte. „In deze jachtige eeuw... een won derlijk man." De beide rechercheurs liepen de balie voorbij en stoven de trap op. Op de tweede etage, op een bank, zat een man. De Cock schatte hem op achter in de veertig. Hij was keurig gekleed, ge distingeerd, in een antracietgrijze jas met witzijden sjaal. Een gleuf hoed lag naast hem op de bank. Toen hij de re chercheurs in het oog kreeg, vatte hij zijn hoed en kwam omhoog. „U eh... u bent rechercheur De Cock?" De Cock knikte en wees opij. „Mijn col lega Vledder." De man schudde beiden de hand. „Mijrf naam is Charles van Leeuwen hoek. Ik wil met u spreken over het plot selinge verscheiden van mijn eh... mijn echtgenote." Hij kuchte even achter zijn rechterhand. „Ik neem aan, dat ik toch de aangewe zen persoon ben om haar uitvaart te regelen?" De Cock knikte gelaten en ging Charles van Leeuwenhoek voor naar de recher chekamer. Bij zijn bureau bleef hij staan, draaide zich half om en reikte de man opnieuw de hand. „Onze oprechte con doleances", zei hij vormelijk. Van Leeuwenhoek reageerde wat verbaasd. „Ja ja", stamelde hij. Condolean ces..inderdaad. Ik dank u hartelijk." De Cock wees naar de stoel naast zijn bureau. „Neemt u plaats." Charles van Leeuwenhoek tilde de pan den van zijn jas op en ging zitten. De gleufhoed op zijn knieën. „Ik heb begrepen dat haar heengaan uw volledige interesse heeft?" De Cock nam tegenover hem plaats. „Beroepshalve", zei hij bedaard. „Ze werd vermoord." Van Leeuwenhoek verschoof iets op zijn stoel. „Dat werd mij gezegd, ja", sprak hij nerveus. „Hoewel... ik kan het nauwe lijks geloven." „Haar dood verbaast u?" Charles van Leeuwenhoek knikte heftig. „Zeker op deze wijze. Wie verwacht dat? Het is afschuwelijk. Volgens mijn zuster..." Hij keek op. „U hebt haar ontmoet?" „We hebben haar ontmoet De- vestigde De Cock. „Net als de andere leden van de spiritistische kring. Vluch tig. Ik heb tot mijn spijt nog niet de gele genheid gehad om uitgebreid met haar van gedachten te wisselen." Van Leeuwenhoek glimlachte. „Moet u doen", zei hij enthousiast. „Ze is een zeer intelligente vrouw. Ik heb altijd veel steun van haar ondervonden. En nog. Sinds vader lichamelijk en geestelijk niet meer zo actief is, leidt An nette in feite de familie. Zeer resoluut en kordaat, moet ik zeggen." De Cock knikte voor zich uit. Intussen keek hij hem onderzoekend aan. Zijn scherpe blik gleed langs de gelaatstrek ken. De beschrijving die Gerard van Kla verbeek had gegeven, leek hem wat overtrokken. Charles van Leeuwenhoek leek hem niet zo slap als de bouwvakker hem had geschetst. De spitse kin en de bolle rossige wangen gaven zijn gezicht een wat pafferige aanblik. Misleidend. De grijsgroene ogen stonden helder en waakzaam. „Wat was de mening van uw zuster?" vroeg hij beminnelijk. Van Leeuwenhoek slikte. „Vergif.... Sofie zou door vergif om het leven zijn gebracht." De Cock knikte nadenkend. „Vergif... dat haar in dat huis aan de gracht moet zijn toegediend. Daarom... al degenen die tijdens de spiritistische seance aanwezig waren, zijn verdacht." Hij zweeg even en boog zich toen met een strak gezicht naar voren. „Ook uw zuster Annette." Charles van Leeuwenhoek grinnikte wrang. Zijn bolle wangen trilden. „Dat is absurd... eenvoudig belachelijk." De Cock keek hem scherp aan. „Vindt u?" Charles van Leeuwenhoek bewoog zich heftig. Zijn hoed gleed van zijn knieën op de vloer. Hij zwaaide met zijn armen. „Natuurlijk vind ik dat. Waarom zou Annette zoiets doen? Dat is.dat is toch waanzin." De Cock reageerde onbewogen. „Moord", sprak hij gelaten, „is waanzin." Charles van Leeuwenhoek raapte zijn goed op en stond op. „Ik praat niet meer met u", roep hij hautain. Vledder kwam naderbij. Hij had het gesprek van een afstand gevolgd en zich opgewonden. Hij duwde Charles van Leeuwenhoek terug in zijn stoel. „De mensen van de kring", betoogde hij fel, „kenden Zwarte Sofie slechts op pervlakkig. Alleen van de wekelijkse seances aan de gracht. Verder bestond er vrijwel geen enkele relatie... zeker geen relatie met aanleiding tot moord." Hij strekte zijn arm beschuldigend naar Charles van Leeuwenhoek. „U u ken de Sofie. U kende haar heel goed. Zij was een vrouw die uw diepste gevoelens heeft misbruikt... vertrapt... die met u heeft gespeeld... die u heeft misleid... die u het vaderschap opdrong van een kind dat niet van u was. Als iemand een motief had om Zwarte Sofie naar het le ven te staan, dan was u het." Hij liep driftig heen en weer en boog zich toen weer met een ruk naar voren. „Maar u, Charles van Leeuwenhoek, was niet op de seance. U kunt haar feitelijke moor denaar niet zijn. U was niet in de gele genheid het gif in haar koffie te laten glij den." Vledder grijnsde een beetje vals. „U hoefde het ook niet zelf te doen. U heeft een zuster... een zuster op wie u uw hele leven al hebt gebouwd... een re solute en kordate dame, die vroeger... en ook nu niet... voor een moord terugdeinsde." Charles van Leeuwenhoek sloeg zijn handen voor zijn gezicht en kromp in el kaar. Het leek alsof de woorden hem ge selden. Heftig schudde hij zijn hoofd. „Het is niet waar." Hij gilde het uit. „Het is niet waar." Smekend keek hij naar De Cock op. „Laat hem ophouden. Laat hem in godsnaam ophouden. An nette heeft het niet gedaan. Annette..." Hij stokte. In zijn ogen sloop verbijste ring. „En als... en als Annette het heeft gedaan... dan heb ik dat niet gewild. Ik niet. Ik hield van Sofie. Geloof me, ik hield van Sofie. Al had ze mij toen on echte kinderen bezorgd... het had mij niet kunnen schelen... als ze maar niet weg was gegaan... als ze maar bij mij had willen blijven." Om de lippen van De Cock speelde een glimlach. „Je was goed op dreef, vond ik." Het klonk wat spottend. „Je had die arme Charles van leeuwenhoek bijna een moord laten bekennen die hij nooit kon hebben gepleegd." Vledder schudde geërgerd het hoofd. „Ik kon mij even niet bedwingen, het is nu toch wel duidelijk dat Annette in de familie Van Leeuwenhoek de dienst uit maakt. Als zij er niet was geweest, dan vormden Charles en zijn Sofie misschien nu nog een min of meer gelukkig paar." De Cock grinnikte vrolijk. „Inclusief een rood kind van Van Klaverbeek." Vledder snoof. „In ieder geval was het idee, dat zijn zuster Annette Zwarte Sofie had ver moord voor Charles van Leeuwenhoek wel aanvaardbaar. Hij achtte haar daar toe wel in staat. Hij zei toch: en als An nette het heeft gedaan... dan heb ik dat niet gewild." De Cock haalde zijn schouders op. „Dat zegt mij niet zoveel" sprak hij achteloos. „Het is een typische uitdruk king voor een man, die altijd de verant woordelijkheden van zich heeft afge schoven. Ik denk dat Annette, als oude re zuster, vaak wel verplicht is geweest om voor haar broer de beslissingen te nemen." Om de mond van Vledder kwam een verbeten trek. „Hoe het ook zij, als er in het verleden moordaanslagen op Zwarte Sofie zijn geweest, dan was dat het werk van An nette en niet van Charles. Die overtui ging heb ik inmiddels wel gekregen. An nette is in mijn ogen inderdaad een dui vels wijf. En die moord op haar eerste man zie ik helemaal zitten." De Cock lachte hartelijk. „Wees maar voorzichtig. We kunnen nog heel wat last van die tante krijgen." „Hoezo?" De Cock plukte aan het puntje van zijn neus. „Wat denk je, dat broerlief nu doet? Ik wed dat hij nu rechtstreeks naar zijn zuster is gegaan om zijn beklag te doen over die jonge onbehouwen rechercheur van de Warmoesstraat die zulke ijselijke beschuldigingen uitsprak." Vledder liet zijn hoofd wat zakken. „Je hebt gelijk", verzuchtte hij., „Ik heb het niet zo taktisch gespeeld. An nette van Leeuwenhoek is nu gewaar schuwd. Ze weet hoe wij over haar den ken. Ik had met mijn beschuldigingen beter kunnen wachten totdat wij haar zelf onder verhoor hadden." De Cock stond op en legde een hand op Vledders schouder, om zijn mond een milde grijns. „Soms, Dick Vledder... soms kun je van die verstandige dingen zeggen." Er scheen een koesterend zonnetje. De vlaggen op de steigers van de rondvaart boten wapperden vrolijk in een strak blauwe lucht. Met zijn hoed nonchalant achter op zijn hoofd, de handen diep in de zakken van zijn regenjas gestoken, slenterde De Cock over het brede trottoir van het Damrak. De vreemde moord in seance hield hem voortdurend bezig. Hij hoopte dat de nieuwe dag hem goedgunstig gezind was. Het recherchewerk was nu een maal een zaak van kennis, inzicht en ge luk. Hij vertrouwde er op dat Vrouwe Fortuna hem vandaag niet in de steek liet en hem dat pietseltje geluk gunde. Hoe langer immers een onderzoek duur de, hoe kleiner de kans op succes werd. Hij blikte om zich heen en glunderde. De meisjes en vrouwen, die zijn ogen streel den, schenen door het zonlicht te zijn verdubbeld. Bij de Oudebrugsteeg bleef hij staan. Aan de overkant werden ladin gen toeristen bij de rondvaartboten ge lost. Come and see Amsterdam. Waar om niet? Amsterdam was een mooie stad... al werd er wel eens iemand heel onchristelijk gemold. Een bijzonder fraai gevormde jonge vrouw in een strakke pantalon trok hem licht heupwiegend voorbij. Hij keek haar na, secondenlang, toen stak hij het Damrak over en sjokte naar de Warmoesstraat. (Wordt vervolgd, Het jaarlijkse exploitatietekort van het zwembad Molenkoog stijgt nog steeds. Het nadelig saldo wordt voor 1984 ge raamd op f185.661,—. Vorig jaar was het j nog f181.492,—. Zowel de gemeente (die krachtens de destijds gesloten overeen- komst het jaarlijks tekort moet dekken) als de RST zijn van mening dat getracht moet worden de kostenontwikkeling zo danig te beheersen dat het tekort wordt gestabiliseerd. Aangezien in de gemeen tebegroting 1984 is geraamd dat I f167.547,— aan het zwembad wordt bij gedragen, zou een aanvullende raming; van f18.114',-H nodig zijn, maar Bv en W. i willen dat niet, wat .inhoudt.dat de RST alsnog zou moeten zorgen dat het nade lig saldo niet hoger wordt dan het be drag dat in de gemeentebegroting was:; geraamd. Overigens worden begroting en tarieven voor het zwembad goedge-. keurd. De tarieven blijven gelijk aan die' van 1983. De RST verhoogt wel de tarieven voor hét kamperen: met 2V2%, hoewel dat aanvankelijk niet de bedoeling was. Ver- wacht wordt dat dé RST-campings dit] jaar een batig saldo van f88.536,— zullen opleveren, wat ongeveer duizend gulden j minder is dan het saldo van het afgelo-1 pen jaar. In vrede is van ons heengegaan, gesterkt door het ziekensacrament, mijn lieve man, onze va der, groot- en overgrootvader Cornells Kuip Mzn., echtgenoot van Agatha Witte, op de leeftijd van 77 jaar. A. Kuip-Witte M. C. Kuip A. Kuip-Smit C. M. Zevenhoven-Kuip P. Zevenhoven M. Bakker-Kuip G. C. Bakker C. P. Kuip C. M. Kuip-Veeger M. Roeper-Kuip D. Roeper kleinkinderen en achterkleinkind Texel, 3 januari 1984, Hollewal 28, 1791 GH Den Burg. De H. Eucharistieviering zal worden gehouden op zaterdag 7 januari in de parochiekerk van de H. Johannes de Doper te Den Burg om 10.30 uur, waarna de begrafenis op de R.K. begraaf plaats zal plaatsvinden. Gelegenheid tot condoleren vrijdag 6 januari van 19.00-20.30 uur in „St. Jan" en na de be grafenis in de Witte Burcht. Met droefheid geven wij U kennis van het over lijden van mijn enige broer en onze oom Cornelis Kuip. Uit aller naam: J. Kuip Mzn. Texel, 3 januari 1984, „St. Jozef". Bedroefd, maar dankbaar voor wat hij voor ons heeft betekend, delen wij U mede, dat na een moedig gedragen ziekte, voorzien van het H. Sacrament der zieken, van ons is heengegaan mijn lieve man, onze zorgzame vader Petrus Gerardus Kuip, echtgenoot van Sibbeltje M. Haarsma, op de leeftijd van 72 jaar. S. M. Kuip-Haarsma Corry Theo Texel, 4 januari 1984, Waalderstraat 72, 1791 EC Den Burg. De H. Eucharistieviering zal worden gehouden op zaterdag 7 januari om 14.30 uur in de Paro chiekerk van de H. Johannes de Doper te Den Burg, waarna de begrafenis op het R.K. kerkhof zal plaatsvinden. Gelegenheid tot condoleren vrijdag 6 januari van 20.45 - 21.45 uur in „St. Jan" en na de be grafenis in de Witte Burcht. Met droefheid geven wij kennis van het overlij den van onze lieve schoonzoon, zwager en oom Piet Kuip, geliefde echtgenoot van S. M. Kuip-Haarsma. Den Burg: W. Haarsma-Agricola F. R. Haarsma-Witte Den Helder: C. Haarsma-Scholte De Waal: R. Haarsma-v. Heerwaarden Den Burg: L. Haarsma Amstelveen: N. Haarsma-Celie De Waal: A. Haarsma-Reij Delfzijl: J. Haarsma-Schulte Den Helder: T. Haarsma-Berendse Californië: R. Haarsma-Besseling Amsterdam: A. Haarsma-de Raat Rhoon: H. Haarsma-Raymakers neven en nichten Texel, 4 januari 1984. Bedroefd geven wij kennis van het heengaan moeder, oma en van onze overgrootmoeder Hendrika Aagje de Ruyter, sinds 10 juni 1983 weduwe van Sijbrand Dirk Keijser, op de leeftijd van 86 jaar. Wij zijn dankbaar dat verder lijden haar bespaard is gebleven. G. E. Stam-Keijser D. J. Stam klein- en achterkleinkinderen Texel, 4 januari 1984, Beatrixlaan 147, 1791 GB Den Burg. Een korte overdenking zal worden gehouden op vrijdag 6 januari om 14.00 uur in huize Irene, Lijnbaan, Den Burg, waarna de begrafenis op de Algemene Begraafplaats zal plaatsvinden. Gelegenheid tot condoleren donderdag 5 januari van 19.30 - 20.30 uur en na de begrafenis in hui ze „Irene". In plaats van kaarten. Wiebe J. Laan heeft afscheid genomen van zijn leven. Fam: Laan De begrafenis heeft in besloten familiekring plaatsgevonden op de Algemene begraafplaats te Alkmaar. De heer en mevr. v.d. Bijl-Visser, Weverstraat 71, Den Burg, en de heer en mevr. Otjes-Bakker, Dr. v. Peltlaan 66, Bergen (N.H.) hebben het genoegen u kennis te geven van het huwelijk van hun kinderen Eleine en René op donderdag 12 januari 1984 om 15.00 uur in het stadhuis van Alkmaar. Receptie van 17.00 - 18.30 uur in restaurant Koeken bier te Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1984 | | pagina 2