In de bevroren Waddenzee
ert de dood op
e durft door te
de vermetele
dringen"
zige stranding voor Texeis kust
,,The Bronx Warriors"
Dart-kampioenschappen
in café De Kuip
Opnieuw verliest
Tetak 1 fors
Opgetekend uit de
verzameling van
K/aas Uitgeest
BRUAI»3 FEBRUARI 1984
TEXELSE COURANT
PAGINA 9
Freek Buys, redder en verteller. Hij schreef
zijn avonturen op in een schoolschrift.
De kinderen daarentegen trokken zich
van het omkleden niets aan en onderna
men een run op de levensmiddelen,
waarbij ze zich volgens Buys geen tijd
gunden de broodzakken gewoon los te
maken. ,,Ze trokken ze stuk en begon
nen te eten." Na de verkleedpartij waren
twee van zijn helpers volgens Buys
moeilijk te herkennen: ze droegen kleren
van de schippersvrouw.
Nadat een ieder zich te goed had ge
daan aan spijs en drank werd de gasge
nerator opgestookt en de natte plunje in
de machinekamer te drogen gehangen.
Na drie uur hard stoken was de kleding
helemaal droog en twee Texelaars wil
den nog dezelfde avond terug naar de
vaste wal. De drie anderen, waaronder
Freek Buys, vonden dat geen goed idee.
„Het was vloed en al was er maanlicht,
dit zou toch onmogelijk zijn en zeker niet
goed aflopen". Na enigen druk" van
Buys en de andere twee tegenstanders
besloot men deze nacht op het schip te
blijven.
Hachie
,,Wij begrepen natuurlijk dat onze
vrouwen en familie, ja het gehele dorp,
in dodelijke ongerustheid zou verkeren
over ons. Maar ik zei tegen mijn maats:
Van ongerustheid is nog niemand
gestorven, in één nacht zeker niet en als
wij nu gaan dan schieten we er ons ha
chie bij in." Deze woorden heeft Buys
volgens hemzelf aan boord gesproken
en het is meteen bijna het laatste wat hij
over de moedige, koude en langdurige
reddingstocht heeft vermeld in zijn
schoolschrift.
Over de terugtocht rept Buys met een
enkele zin. Men kan aannemen dat de
geul met de sloep van het motorschip
werd overgestoken 'en dat Het weefde
volgerttfë"dög. be'dutdénd beter was dan
tijdens de heenreis. ,,De andere morgen
vertrokken wij met het aanbreken van de
dag en bereikten om tien uur 's morgens
de Texelse wal en ze kwamen ons al te
gemoet. Groot was de blijdschap over
de behouden thuiskomst", schreef Buys
en dat was natuurlijk logisch: vijf moedi
ge Texelaars hadden een moeilijke en
koude redding tot een goed einde
gebracht.
Zaterdagavond worden in café De
Kuip voor de eerste maal de open
Texelse Dart-kampioenschappen
gehouden.
Dart komt oorspronkelijk uit Ierland en
Engeland en wordt in ons land steeds
populairder. Het spel met de pijltjes en
het ronde bord is echter niet zo eenvou
dig van opzet als het lijkt. Men gaat bij
aanvang van de wedstrijd uit van een ge
tal (301 of 501) en de spelers proberen op
nul uit te komen door de verschillende
scores op te tellen. Vooral de laatste
worp is altijd van belang. In café De Kuip
is het gooien met de Dart-pijlen zeer po
pulair en vanuit de vaste klantenkring
hebben zich al tien personen aangemeld
voor het kampioenschap.
De organisatie hoopt echter op meer
animo, zodat de kampioenschappen een
jaarlijkse gebeurtenis kunnen worden.
Opgave voor de wedstrijden van zater
dagavond is mogelijk op telefoonnum
mer 02228-225. Er wordt op twee borden
gespeeld en bij veel belangstelling in
poules. Deelname kost niets en voor de
winnaars zijn er prijzen beschikbaar.
Alle teams van tafeltennisvereni
ging Tetak speelden een thdis-
wedstrijd in sportzaal De Ferrever te
Den Burg. Tetak 1 ontving DOV 6 uit
Heerhugowaard. Ook ditmaal was
de tegenstand voor de Texelaars te
groot.
Desondanks zag Fred Mosk toch kans
om één partij winnend af te sluiten.
Lieuwe van der Veen en Frans Room wa
ren af en toe wel dicht bij setwinst maar
slaagden hierin echter telkens net niet.
Beide heren wonnen samen het wel zeer
spannende dubbelspel in drie sets:
20-22, 21 -15 en 21 -18. Al met al bete
kende dit dat Tetak 1 voor de tweede
achtereenvolgende keer een gevoelige
8—2 nederlaag moest incasseren.
Tetak 2 kreeg het vrij zwakke Polisport
5 uit Schagen op bezoek. Tiete Faber,
Martin Janssen en Ruud Neuhoff had
den geen enkele moeite met hun tegen
standers. In de allerlaatste partij verkeek
Tiete Faber zich enigszins in zijn tegen
stander en verloor deze partij. De overi
ge partijen werden ruim door Tetak 2 ge
wonnen zodat de ploeg met een 9—1 ze
ge huiswaarts kon keren.
Het Tetak jeugdteam blijft het goed
doen. Zaterdag won het zeer knap zijn
tweede wedstrijd en wederom met 6—4.
De tegenstander was ditmaal Polisport 6
uit Schagen. Alexander Bakker en Mar
cel Bos waren erg goed op dreef en
wonnen resp. drie en twee partijen. Jelte
van der Kooi kwam ditmaal niet tot
winst in zijn enkelspelen, maar het dub
belspel samen met Alexander Bakker
werd zeer fraai in drie sets gewonnen:
21-7, 19-21 en 21-14.
Zaterdag 4 februari spelen alle Tetak
teams een uitwedstrijd. Tetak 1 gaat
naar Schoorl om daar aan te treden te
gen Duintreffers 2. Aanvang 14.00 uu,
vertrek boot 13.05 uur. Tetak 2 speelt in
Den Helder tegen Noordkop 4. Aanvang
13.00 uur, vertrek boot 12.05 uur. Het
jeugdteam reist met Tetak 2 mee en
speelt tegen Noordkop 2. Ook deze
wedstrijd begint om 13.00 uur.
Leden van een New Yorkse jeugdben
de kun je als eerzaam burger in regel be
ter niet tegemhet lijf lopen. Een nachte
lijke ontmoeting brengt zelfs regelrecht
levensgevaar met zich mee. Toch is een
ontmoeting niet denkbeeldig want naar
schatting hebben zich in New York zo'n
100.00 op geweld beluste knapen bij een
buurtbende aangesloten. Samen vor
men deze „streetgangs", een primitief
leger dat de plaatselijke politiemacht in
getalskracht verre overtreft. Beelden
waarin je enkele duizenden van deze op
geschoten woestelingen in hun krijgste-
nue bij elkaar ziet, zijn al ruimschoots
voldoende de toeschouwer de rillingen
over zijn rug te bezorgen.
De overheid van de stad New York
geeft haar pogingen op om in de be
ruchte vervallen wijk de Bronx de wet te
handhaven. Vanaf dit ogenblik wordt de
Bronx een niemandsland, dat beheerst
wordt door jeugdbenden, die na veel on
derlinge gevechten tenslotte overeenge
komen zijn dat elke bende zijn eigen ge
bied zal hebben.
Deze vrede" wordt op een ochtend ver
stoord als twee leden van de rijdersben
de worden doodgeschoten. Op hun
krachtige motorfietsen gaan de „rijders"
op zoek naar de daders om wraak te ne
men. Zij zoeken de schuldigen allereerst
bij de bende van de Menseneter, hun
grote rivaal. Later op dezelfde ochtend
worden echter ook enkele leden van de
Menseneter gedood. Deze bende ver
denkt op haar beurt de rijders en wil de
ze ploeg uitroeien. Pas te laat ontdekken
de bendeleiders dat de moorden ge
pleegd zijn door één man, een bui
tenstaander, die in de Bronx tweedracht
zaait om de politie de kans te geven de
benden voorgoed te vernietigen. Juist
als de twistende benden proberen de
vrede te herstellen om een aanval van
buiten het hoofd te kunnen bieden, trekt
een grote politiemacht de Bronx binnen
met traangasgranaten en vlammenwer
pers. ,,The Bronx .Warriors" van vrijdag
tot en met maandag (16 jaar) in City.
/Stom
jaar of
in zeer
t kan
doet.
jbruari 1919. Een snijdende oostenwind jaagt over de Wadden-
snerpt over de zeedijk en over het Texelse land. Het vriest dat
aakt. Twaalf tot veertien graden vorst. Degene die dan ook niet
akelijk buiten moet zijn, blijft bij de kachel, bij moeder thuis. De
een onafzienbaar ijsveld." Zo begint oud-roeiredder Fr. Buys
;ijn vertelling over een redding die niets had uit te staan met hui-
ge golven, een beukende branding, uitputting van de roeiers,
iuys was roeier van de reddingboot van station De Cocksdorp
rder publiceerden wij al een verhaal uit zijn mond opgetekend
Ie redding van de Tengoy in 1917. In een schoolschrift gaf Buys
jrinneringen prijs en deze werden kort na de oorlog gepubliceerd
NZHRM-blad ,,De Reddingboot". De winterse tocht naar het
rschip ,,De tijd zal 't leren", vastgelopen in het kruiende ijs op de
lenzee is van heel andere aard dan eerdere reddingverhalen rond
maar daarom niet minder spectaculair.
was die vijfentwintigste februari
etkoud en de Texelaars beleefden
nter die ook toendertijd als een
lering kon worden bestempeld,
was, zoals gezegd, een onafzien-
;veld en de op zee door het krui-
gevormde ijsbergen gaven een
aanblik. Dezelfde dag komt in
child telefonisch bericht van rede-
Bekkum uit Purmerend. Er wordt
gd of er op Texel iets bekend is
it Motorschip ,,De tijd zal 't leren"
op 18 februari uit Purmerend is
kken met bestemming De Cocks-
ivaartoen nog een haven was. Het
lig was op 19 februari de sluizen
en Helder gepasseerd en sindsdien
iets meer van het schip of haar be
ng vernomen. Door de telefoon
meegedeeld dat er slechts voor
dagen voedsel aan boord was en
i bemanning bestond uit tien per-
te weten schipper Holleberg met
en zeven kinderen en motordrijver
Bekkum. Bij de rederij bestond
irmoeden dat ,,De tijd zal 't leren"
Waddenzee aan de grond was ge
en nu door extreme vorst door het
de ijs was ingesloten. Dat kruien-
leverde een gevaar op maar het
ste probleem aan boord zal onge-
ild de honger zijn geweest, gezien
lit dat de bemanning en de kinde-
zeker vijf dagen niets meer te eten
Broer de Boer, Cees Boon Azn. en
Freek, het waagstuk te ondernemen.
Het waren allemaal bemanningsleden
van de reddingboot van De Cocksdorp
en dus min of meer vertrouwd met om
gegraven. Toen was ongeveer vijftien ki
lometer afgelegd.
Mist
Of dit alles niet genoeg was, kwam er
een nieuw gevaar bij. De felle oosten
wind nam beduidend af maar daarvoor
in de plaats kregen de dappere Texelaars
een forse portie mist te verwerken. „Een
mistbank vormde zich aan de oosterkim
en plotseling waren wij door een dichte
mist omringd. Dat zag er slecht uit." De
mannen moesten nu geheel op het kom
pas koers houden en de zoekactie werd
nog moeilijker. En passant vond Freek
Buys op het ijs nog een bootshaak die
werd meegenomen. Na een uur lopen
trok de mist weer op en terwijl dat ge
beurde zag men aan de horizon het
gestrande schip liggen. De afstand die
nog moest worden afgelegd werd ge
schat op zeven kilometer en het vaartuig
ging gedeeltelijk schuil achter een op
gestuwde ijsmassa.
toen de diepte werd gepeild door Buys
bleek het water ongeveer tot borsthoog
te te komen. Eén voor één lieten de
mannen zich vanaf de ijsrand in het wa
ter zakken en met de levensmiddelen
pakketten boven het hoofd liep men
langzaam door het ijskoude water. Kees
Boon en Broer de Boer hadden het veel
zwaarder. Zij waren de kleinsten en het
De Cocksdorp had in vroeger dagen een „echte" haven van waaruit de plaatselijke vissersvloot vertrok. Bij „De tijd zal 't leren" vertrok de red
dingsploeg ook vanuit deze haven. Dat er ijs lag deed daar niets aan af: zo was de route bekend.
beringen en een strijd op leven en dood,
zoals de onderneming in dit dorp werd
betiteld. „Geen strijd met een woeste
branding van de Eierlandse Gronden
maar met de geheimen van de bevroren
Waddenzee, want daar loert de dood op
stille, geheimzinnige wijze op de verme
tele, die daar op zulke tijden durft door
te dringen", aldus Buys die aanvult dat
de nood drong en hulp kon in feite niet
worden geweigerd.
De volgende morgen om tien uur ver
trokken de vijf roeiredders lopend met
een partij levensmiddelen op de rug.
Daarbij zat ook kindermeel en gecon
denseerde melk omdat de jongste telg
van de schippersfamilie een baby van
slechts twee maanden oud was. Buys:
„De baby werd door de moeder gevoed
maar het was te voorzien dat de voed
selbron uitgeput zou raken wegens ge
brek aan voeding van de moeder zelf."
Het vroor bij vertrek nog elf graden en
naast' voedsel had men ook een kompas
en een lange lijn meegenomen voor als
er iemand door het ijs zou zakken. Men
vertrok vanuit De Cocksdorp en ver
wacht werd dat het schip op ongeveer
dertig kilometer vanaf de oostkust in het
ijs _zat.
Omwegen
Op het was moesten bovendien grote
omwegen worden gemaakt om enkele
diepe wad-geulen te vermijden en er
moest scherp worden opgelet: de zwak
ke plekken in het onafzienbare ijsveld
waren legio.
De eerste die van de lange lijn gebruik
moest maken was Jaap van der Kooy.
Hij zakte tot zijn middel door het ijs en
werd door zijn collega's weer naar een
steviger plaats getrokken. Het tweede
slachtoffer was Freek Buys zelf die ook
met de lijn uit zijn koude en natte positie
werd bevrijd. Twee mannen waren dus
tot hun middel doornat en het tempo
werd versneld om door voldoende li
chaamsbeweging de bloedstroming te
activeren. Plotseling, zo verhaalt Buys,
stond het vijftal voor een forse wal van
bevroren schuim. Deze wal was niet zo
breed maar het duurde ruim een uur
voordat door dit obstakel een gang had
De laatste loodjes wogen volgens
Buys ook hier zeer zwaar. Niet alleen wa
ren de redders doodmoe van de lange
tocht maar met „De tijd zal 't leren" in
zicht, kwamen de mannen aan de rand
van een ijsveld met voor hen een brede
geul open water. In beide richtingen was
geen verbinding tussen het ijsveld waa
rin het schip vastzat en de vlakte waarop
Buys en zijn mannen stonden. De bui
tenste rand van het ijsveld was echter
sterk genoeg om de mannen te dragen
en besloten werd de diepte van de geul
te peilen. „Ik peilde met de bootshaak
veertien voet water", aldus Buys en het
was duidelijk dat deze diepte van ruim
vier meter niet wadend genomen kon
worden. Op een andere plaats werd ook
een peiling verricht maar de diepte was
daar hetzelfde.
Troosteloos
Aan boord van het motorschip was
geen teken van leven te bekennen. De
schipbreukelingen zaten waarschijnlijk
bij de warme kachel want brandstof (het
schip liep op een zuig-gas motor) was er
voldoende. Als er iemand aan dek was
geweest of gekomen dan had men de
geul kunnen oversteken. De sloep die
aan dek stond had de bemanning naar
de rand van het ijsveld kunnen brengen
en dan was men de geul overgevaren.
„Maar de mensen verwachtten geen
hulp en zaten in troosteloze stemming
beneden in de kajuit", meende Buys, die
moest constateren dat ook het wachten
op tekenen van leven aan boord geen re
sultaat voor de Texelaars opleverde.
Jaap van der Kooy kwam met een alter
natief dat wel extra tijd en inspanning
zou vergen. „Jaap was de eerste die
sprak. Hij zei: „Als we een half uur om
de noord zien te komen, daar kunnen we
er door, daar is die geul veel ondieper".
Nadat van der Kooy plechtig had ver
klaard zeker te weten dat er verderop
een ondiepte was, gingen de Texelaars
wederom op pad.
Voetje voor voetje
„Na een half uur lopen zei Jaap: „hier
zouden wij het moeten proberen." Van
der Kooy bleek gelijk te hebben want
water kwam hen tot de hals. De geul
was volgens Buys ongeveer tweehon-
ded meter breed en aangezien men voet
je voor voetje vooruit kon komen, ver
keerde het vijftal geruime tijd in het bijna
bevroren geulwater. „Eerst werden de
levensmiddelen op het ijs geschoven en
werd één onzer daarna met vereende
krachten op het ijs geholpen, toen de
anderen, één voor één", aldus Buys.
Uitputting
De omweg van een half uur beteken
de wel dat men drie kilometer terug
moest lopen om bij het schip te komen
en dat zal met de geheel doorweekte
kleren en een lichaamstemperatuur die
mpdisch gezien waarschijnlijk beslist niet
meer verantwoord is geweest, een bijna
onmogelijke opgave zijn geweest. Broer
de Boer begon volgens Buys kort nadat
men de tocht over het ijs vervolgde teke
nen van uitputting te vertonen. De red
der was doodmoe en gaf dan ook te ken
nen even te willen rusten. Uiteraard
werd dit door de overigen tegengehou
den. Buys: „Dit zou zijn dood beteke
nen." De Boer ging zelfs op een ijsheu-
vel zitten omdat hij niet meer verder kon
maar Buys hielp hem overeind en men
trok verder.
Om vier uur 's middags bereikte de
ploeg het motorschip en een simpele re
kensom leert dat de vijf mannen zes uur
onderweg waren geweest. „Wij beukten
op de ijzeren wand van het schip ter
hoogte van de kajuit en langzaam, apa-
tisch stak de knecht zijn hoofd boven de
kajuitskap, zag ons een ogenblik stom
verwonderd aan en uitte toen een kreet
van vreugde", schreef Buys en even later
kwam ook de schipper aan dek. Een lad
der werd overboord geschoven en enke
le minuten later zaten de Texelaars in de
warme kajuit. In alle haast werden ver
schillende kledingstukken bij elkaar ge
zocht en de Texelaars werden uit de nat
te en soms geheel bevroren bovenkle
ding geholpen. Buys gaf aan dat alles
wel netjes bleef: „De vrouw had zich zo
lang teruggetrokken in de kleine
keuken."
Eerste poging
t telefonische nieuws ging als een
id vuurtje over het eiland en nog
ïde dag besloten enkele Cocksdor-
(wie wordt niet vermeld) op onder-
==s uit te gaan met een vlet. „Met een
wordt getracht met de achtervloed
888 het ijs heen te breken. Er staat een
e oostenwind en de redders zijn dan
spoedig met een ijslaag bedekt. Het
tomende water doet inmiddellijk
laag ijs ontstaan op hun kleding,"
lef Buys die een uitleg gaf over het
van de redders. Ze moesten voor
'°on Azn., één van de redders.
de eb inviel een bepaalde punt in de
ddenzee bereiken. Als dat niet lukte
est men terug omdat men anders
>r het afkomende ijs zou worden in
loten waarbij de vlet waarschijnlijk
iworden verwoest. Het lukte niet die
aaide plaats te bereiken en de man-
imoesten onverrichterzake naar huis.
volgende dag werd opnieuw een po-
9 gewaagd met hetzelfde resultaat,
et was onmogelijk langs deze weg
schip te bereiken", waarbij moet
den opgemerkt dat de Texelaars niet
is precies wisten waar „De tijd zal 't
n" moest liggen.
nkele vissers brachten op 21 februari
plan naar voren om lopend over het
het schip te bereiken en volgens Buys
d dit plan aanvankelijk nogal scep-
ih ontvangen, waarbij de term „zeif
ord" viel. Toch besloten vijf vissers,
apvan der Kooy, Gerard van der Kooy,