Wij willen drempel zo
aag mogelijk maken"
Themagroep 5 vrijdag
naar Indonesië
l\GG-hulpverleners Van Velzen en Bosman:
Tally-ho in De Koog
Opgave voor
bouwdorp en -kamp
Geslaagd
MT IK ZEGGEN WOU..'
irleende bouwvergunning
INTERESSANT ONDERDEEL SNELLIUS-EXPEDITIE
IMf V-L/ V\/ „Jl.
MM i
Vreemd geld
IPAG 29 JUNI 1984
TEXELSE COURANT
PAGINA 7
Wij doen al het mogelijke om de mensen te stimuleren des-
ndige hulp te zoeken als zij die nodig hebben. Voor iemand
in problemen zit is het eerste bezoek aan hulpverleners een
lestap, die daarom vaak rijkelijk laat wordt gemaakt. Wij wil-
drempel daarom zo laag mogelijk maken". Aldus de
e Sam van Velzen van de Dienst Ambulante Geestelijke
jondheidszorg (DAGG) voor de kop van Noordholland en
(tl. Van Velzen of zijn 38-jarige college Onno Bosman is sinds
4 elke donderdag op Texel om daar mensen in geestelijke
god van dienst te zijn.
Iveel langer heeft het tweetal te ma-
piet Texelse cliënten. Dat waren er
el dat het praktisch en drempelver-
nd leek om de mensen niet langer
Den Helder te laten komen maar
op het eigen eiland op te zoe-
gke donderdag van 14.00 tot 15.00
erin dorpshuis d'Ouwe ULO (de
van onze „eigen" maatschappe-
iverker Frank van Lare) „aanmel-
sspreekuur" waar het eerste oriën-
contact tussen therapeut en
tot stand komt. Bij dat gesprek
bepaald wat er verder moet ge-
i, In tegenstelling tot wat de aan-
üng „aanmeldingsspreekuur" doet
noeden, komen de cliënten meestal
opeigen initiatief naar dit spreekuur,
ygaans zijn ze verwezen door hun
ais of „gewone" maatschappelijk
Dat is zelfs de beste manier maar
jat het niet uitgesloten is dat iemand
problemen liever buiten zijn huisarts
specialistische hulp zoekt, wordt de
gelijkheid voor spontane aanmelding
eigen initiatief wel nadrukkelijk
oden.
Anoniem?
osman en Van Velzen realiseren zich
dat hun stationering op Texel niet
oralle aspirant-cliënten drempelverla-
is. Het is wel makkelijk dat de tijd-
geld kostende overtocht naar Den
niet hoeft te worden gemaakt,
r Ldaar staat tegenover dat veel men-
zich er (ten onrechte) voor schamen
!zijhulp zoeken. Ze zijn bang voor het
I van mede-Texelaars die hen mis-
voor „gek" zullen verslijten. Ze
daarom toch maar liever naar het
anonieme Den Helder. Om die re-
blijft die mogelijkheid, open. Men
hulp ontvangen waar men wil: in
Den Helder, in d'Ouwe ULO op Texel
maar ook thuis of op een andere plaats.
En wat voor „suunige" Texelaars moge
lijk extra drempelverlagend is: het kost
niets, want dit werk komt helemaal voor
rekening van de overheid.
De Dienst Ambulante Geestelijke Ge
zondheidszorg is een samenwerkingor-
gaan van de Sociaal Psychiatrische
Dienst (SPD), Medisch Opvoedkundig
Bureau (MOB), het bureau voor levens-
en gezinsvragen (LGV) en het Instituut
voor Multidisciplinaire Psychotherapie
(IMP).
De DAGG houdt zich zowel met
jeugd- als volwassenenzorg bezig. Feite
lijk werkt de organisatie op Texel met
drie mensen, want mevrouw („zuster")
Zwaanswijk die ook in dienst is van de
DAGG is hier al geruime tijd eens per
week bezig met problemen waarmee in
het bijzonder bejaarde mensen hebben
te maken.
Geen verslaafden
Welke mensen komen voor hulp van
de DAGG in aanmerking? Onno Bosman
vertelt dat de DAGG-mensen de deskun
digheid hebben om begeleidend en
hulpverlenend op te kunnen treden in
wat ernstiger gevallen. „Je komt niet bij
ons als je zweetvoeten hebt. Het moet
gaan om problemen die mensen met
zichzelf of hun omgeving hebben, waar
ze zelf niet kunnen uitkomen en waarbij
de hulp van een „gewone" maatschap
pelijk werker te weinig specialistisch is.
Maar tevens geldt dat de problemen wel
te overzien moeten zijn zodat kan wor
den verwacht dat de hulpverlening niet
meer dan vier tot zeven maanden in
beslag zal nemen. Mensen die zwakzin
nig zijn,'horen bij.ons.niet- thuis en het
zelfde geldt voor cliënten die worstelen
met alcohol- of andere verslaving. Daar
zijn anderen hulpverleners voor.
Mensen zijn zelf niet altijd in staat te
bepalen of zij voor DAGG-hulp in aan
merking komen. Verwijzing door arts ot
maatschappelijk werker is daarom we
praktisch. Als iemand zelf aanklopt voor
het eerste contact en het blijkt dat hij er
gens anders had moeten zijn, wordt uit
eraard doorverwezen waarbij de thera-
peuten graag als „begeleidende brug"
funtioneren.
Voorbeelden
Welk soort van problemen komen wèl
voor behandeling in aanmerking? Van
Velzen: „Ik zou tal van voorbeelden kun
nen noemen. Mensen kunnen enorm in
de knoop raken door echtscheiding of
verlating, zodat ze niet meer goed func
tioneren. Ook ernstige relatieproblemen
met kinderen en daaruit voortvloeiende
schuldcomplexen komen veel voor. Ook
het op latere leeftijd naar boven komen
van de gevolgen van onverwerkte erva
ringen in de kinderjaren horen tot het ge
bied waarmee wij ons bezig houden,
evenals problemen die mensen krijgen
als gevolg van hun werk. Ook begelei
den we cliënten met driftproblemen en
mensen die om onduidelijke redenen
niet tevreden zijn met zichzelf en daar
door lijden aan maandenlange depres
sies. Problemen van meer acute aard ko
men ook in aanmerking: neiging tot zelf
moord of ernstige agressie ten opzichte
van anderen. Voor alle problemen geldt
dat de mensen het gevoel moeten heb
ben dat ze de oplossing niet zelf kunnen
vinden en er dus gevaar is dat ze steeds
verder afglijden."
Aanpak
Na de eerste contacten waarbij is be
paald wat er mis is, is een veelheid van
therapieën of combinaties daarvan mo
gelijk: gedragstherapie, systeemthera
pie, communicatieleer, behandeling met
medicamenten. Die therapieën kunnen
individueel worden uitgevoerd maar ook
in partner-relatiegesprekken, gezins-
gesprekken en als groepstherapie. De re
sultaten zijn over het algemeen bevredi
gend. Van Velzen en Bosman zijn van
huisuit B-verpleegkundigen (dus des
kundig op het gebied van verzorging van
Zaterdag 7 juli houdt de vereniging
van het aangespannen paard, de
Blijde Rijders, in samenwerking met
De Koog Promotion voor de eerste
maal dit seizoen een tally-ho
wedstrijd.
Anders gezegd, een paardenrace voor
paarden en pony's gereden zonder zadel
of andere hulpmiddelen. Tally-ho is een
wedstrijd waarin eerst honderd meter in
stap moet worden afgelegd, daarna
honderd meter in draf en besloten wordt
met de laatste honderd meter in („vlie
gende") galop. Gereden wordt in drie ca-
tegoriën: pony's met een stokmaat tot
1.25 m; pony's met een stokmaat tot
1.50 m; en paarden met een stokmaat
boven 1.50 m. Voor de wedstrijden zijn
aantrekkelijke geldprijzen uitgeloofd.
Opgave is mogelijk bij de maneges El
zenhof, Bornrif, Zoetelief en Kikkert en
op de dag van de race vanaf 19.00 uur.
Aanvang van de wedstrijd is 19.30 uur.
Het inschrijfgeld voor deelnemende po
ny's en paarden bedraagt tien gulden.
Volwassenen betalen 72,50 entree en
kinderen 71,—
Onno Bosman flinksen Sam van Velzen.
geestelijk zieken) en hebben naast hun
academische studie een aanvullende
specialistische opleiding genoten. Om
hun „niveau" aan te geven zou je kun
nen zeggen dat ze tussen een algemeen
maatschappelijk werker en een psychia
ter inzitten. Daarmee is ook ongeveer
aangegeven met welk soort gevallen ze
zich bezig mogen houden. Het spreekt
vanzelf dat zij doorverwijzen als zij mer
ken dat problemen aan het licht komen
waar mensen met een andere opleiding
voor nodig zijn.
De genoemde eerste contacten be
slaan één tot drie gesprekken waarin de
cliënt over de procedures en behandel
wijzen van de DAGG wordt geïnfor
meerd. Verder wordt voldoende informa
tie over de aard van de problematiek ver
zameld, de omstandigheden waarin de
cliënt(e) verkeert, huidige en voorgaan
de gezinssituaties en leefomstandighe
den en informatie over lichamelijke en
geestelijke toestand e.d. Vervolgens ma
ken de bij het DAGG aangesloten hulp
verleners onderling uit hoe het behan
delplan moet worden en wie dat moet
uitvoeren.
In contact komen met de DAGG
kan dus via huisarts of maatschap
pelijk werker en rechtstreeks door
zich op het spreekuur in D'Ouwe
ULO te melden, maar ook telefo
nisch: donderdag van 14.00 tot 15.00
uur 02220-4185 qn op anderp tijden 't
02230-15805 óf 17044."
Kinderen van de lagere scholen op
Texel kunnen zich deze week opge
ven voor de bouwdorpen en het
bouwkamp, die deze zomer worden
gehouden.
De eerste week bouwdorp wordt ge
houden van 23 tot en met 27 juli en de
tweede week van 30 juli tot en met 3 au
gustus. Het eerste „dorp" staat in het
teken van de Olympische Spelen en in
de tweede week hoopt men op het ter-
reintje achter de Beatrixzaal in Den Burg
een groot pretpark te bouwen.
Dat bouwen gebeurt uit veiligheids
oogpunt niet meer met spijkers maar
met touw, waardoor de deelnemers on
gemerkt ook neg een aantal knopen on
der de knie krijgen. Deelname kost
f17,50 per week en kinderen uit de bui
tendorpen krijgen eventuele buskosten
voor de helft terug.
Het bouwkamp op camping
Loodsmansduin wordt gehouden van 12
tot en met 18 augustus en is bedoeld
voor leerlingen van de 4e, 5e en 6e klas
lagere school. Ook hier wordt gebouwd
met palen en touw, maar de deelnemers
eten en slapen in het kamp. Deelname
kost 765,—. Inlichtingen en opgave voor
beide jeugdevenementen bij het Texelse
jau$jdvyerk>_dorpshuis d'Ouwe ULO, te
lefoon 02220-4300.
Iedere zaterdagochtend haalt Scou
ting Texel in Den Burg oud papier, lom
pen en oude schoenen op. De mensen
worden verzocht deze spullen vóór 10.00
uur aan de straat te zetten, zodat ze vlot
kunnen worden ingeladen. Komende za
terdag wordt het oude papier etc. opge
haald in de volgende straten:
Beatrixlaan. Kogerstraat, Waal-
derstraat, Burgerhoutstraat.
De Waal
Te De Waal wordt papier opge
haald om 14.00 uur.
Rina Boonman uit Oosterend slaagde
te Aerdenhout voor het diploma kraam
verzorgster. Ze is werkzaam bij het
kraamcentrum Den Helder.
rgemeester en wethouders,
ten mij herinneren dat een Texelaar
schuurtje moest afbreken, daar hij
igebouwd had zonder de vereiste ver
ging. Terecht, regels en wetten zijn
voor iedereen! Ik kan mij herinneren
een gemeente-ambtenaar zei: „Al
ik het zelf met een voorhamer moe
slopen, weg gaat het." Hij ging, sa
fe met de politie. Terecht, regels en
eten zijn er voor iedereen,
vele gevallen is/was de kleine man de
pe, met alle daaraan verbonden finan-
le consequenties. Zelf heb ik nog
flit met deze moeilijkheden te maken
maar lezende de Texelaar van j.l.
j vraag ik mij toch af of het ge-
sentebestuur zich hier boven de wet
ft. Met welk recht werd alvast vergun-
ig gegeven?
evt. sloop en de daarbij terecht
■gediende schadeclaim van de heer De
dder, wie draait er dan voor de on
sten op?
burgemeester en wethouders of de
Emeente, dus alle Texelaars? Bij de klei
man, is/was het de kleine man zelf
voor de onkosten opdraaide. Laten
„houders van de wet", door ons zelf
ïkozen, zich ook aan de wetten
ouden.
H. R. Naumann
Den Hoorn
Vandaag vertrekt per vliegtuig de eerste themagroep van de Sne/lius II ex
peditie naar Indonesië. Het is themagroep 5 die tot taak heeft de invloed te
bestuderen van twee rivieren op Java op het zeewater langs de kust en op
de diepzee. In tegenstelling tot de meeste andere themagroepen die uitslui
tend op zee opereren zal deze twaalf personen tellende groep ook op het
land actief zijn. Vanuit Soerabaja waar een /andstation wordt ingericht zul
len gedurende vier weken tochten worden gemaakt naar de rivieren Solo en
Brantas die met behulp van een van Texel meegenomen kajuitcatamaran
zullen worden onderzocht.
Het onderzoek van zee door deze the
magroep behelst in eerste instantie een
vaartocht door de ondiepe wateren
langs de noordkust van Java, via de
straat Bali naar de 6500 meter diepe Ja-
vatrog in de Indische oceaan. Land- en
zee-onderzoek heeft plaats in de droge
tijd als de genoemde rivieren weinig of
geen water op zee lozen. In het najaar
gaat themagroep 5 opnieuw naar Indo
nesië om ongeveer hetzelfde onderzoek
uit te voeren in de regentijd.
Het op 28 mei uit Den Helder vertrok
ken expeditieschip „Tyro" heeft de reis
er inmiddels bijna opzitten. Alles is voor
spoedig verlopen; men ligt zelfs vóór op
het schema. Bij vertrek uit Colombo op
Sri Lanka voor het laatste stuk naar Dja
karta zijn nog vijf Nioz-technici aan
boord van de Tyro gegaan: Peter Roy Al-
kema, Jack Schilling, Sander Asjes,
Harry de Porto en Jack Wagenaar. De
„Tyro" wordt 2 juli in Djakarta verwacht.
De inmiddels gearriveerde themagroep 5
stapt dan gelijk aan boord en vaart mee
naar Soerabaja (aankomst 24 juli) waar
de zeven laboratoriumcontainers waaruit
het landstation bestaat aan de wal wor
den gezet. Tot het eind van het jaar zul
len ze in het havengebied van Soerabaja
blijven staan.
Extractors
De themagroep staat onder leiding
van Jan Everaarts met als assistent-
themacoördinator Theo Hillebrand.
Laatstgenoemde geniet landelijke be
kendheid door de uitvinding van de „ex-
1
ix i
vTTv)
kajuitcatamaran waarmee de NlOZ-wetenschappers twee rivieren op Java onderzoeken.
tractor" waarmee pcb's en vergelijkbare
andere vergiften uit water kunnen wor
den gehaald. Deze extractor zal gedu
rende de expeditie volop worden ge
bruikt bij het bepalen van de gehalten
van deze schadelijke stoffen. Om meer
dere monsters tegelijk te kunnen onder
zoeken heeft Hillebrand zes extractors bij
zich.
De twaalf onderzoekers van thema
groep 5 zijn niet allemaal Texelaars. Er
zijn ook enkele mensen van het Energie
Centrum Nederland uit Petten bij en drie
studenten uit Amsterdam. Verder zullen
aan de groep zeker twaalf Indonesische
wetenschappers worden toegevoegd.
Zoals bekend is de Snellius-expeditie
een Nederlands-Indonesische aangele
genheid. De Indonesiërs zijn vooral geïn
teresseerd in de technieken die bij het
zeeonderzoek worden gebruikt, om deze
later zelf te kunnen toepassen.
De rivier op
Soerabaja ligt 40, resp. 60 kilometer
van de monding van de Solo en de Bran
tas. Dagelijks maakt men de tocht per
auto van walstation (of hotel) naar de ri
vier waar de catamaran ligplaats heeft bij
een noodwalstation, bestaande uit een
legertent. Vier weken lang worden de ri
vieren bevaren over een lengte die we
tenschappelijk interessant is, nl. dat deel
waar de invloed van de zee (vast te stel
len aan de hand van het zoutgehalte)
nog merkbaar is. Er zullen vele water- en
bodemmonsters worden genomen die in
de tent op de wal voorlopig worden be
werkt en voor metingen e.d. naar het
walstation in Soerabaja gaan. De be
langstelling van de onderzoekers gaat
onder andere uit naar de (zeer kleine)
gehalten aan „microverontreinigingen"
in de vorm van arseen, antimoon, wol
fraam, e.d. Deze stoffen dienen als
„gids" bij verdere waarnemingen in het
zoet-zoute water van de rivier. Een ant
woord moet komen op de vraag wat er
precies gebeurt met verontreinigde stof
fen in de rivier tijdens hun weg naar zee.
De Nioz-mensen hebben met de tech
niek van dergelijk onderzoek veel erva
ring opgebouwd in hun eigen instituut,
waar ze evenals in Indonesië te maken
hebben met de invloeden die met name
ondiepe riviermondingen en randzeeën
(estuaria) ondergaan door het vuil dat
van het land afkomstig is.
Anders
In biologisch opzicht zijn de omstan
digheden in Indonesië echter heel an
ders. De als gevolg van de jaargetijden
sterke veranderingen die zich bij orga
nismen in het Noordzeegebied voor
doen, zijn in tropische wateren vrijwel
afwezig, afgezien van de invloed die de
regentijd heeft. Een verschil met zeeor
ganismen uit onze streken is bijvoor
beeld de wijze van vetvorming. Bij het
vormen van vet worden met name
chloorkoolwaterstoffen opgeslagen. Er
zal tijdens de tochten dus biologisch on
derzoek worden gedaan waarbij verschil
lende organismen of groepen van kleine
organismen zullen worden onderzocht.
Dat laatste is vooral een taak van Peter
de Wilde die daarvoor grote klokken zal
plaatsen op de zeebodem. De menselij
ke invloed op de wateren rond Java
moet enorm zijn. Het 92 miljoen mensen
tellende eiland loost enorme hoeveelhe
den huishoudelijk afvalwater, maar de
volop in opbouw zijnde industrie heeft
ook zijn aandeel in de vervuiling, evenals
de intensieve landbouw. Er zijn daarbij
wel verschillen.
De beruchte pcb's worden in Indonesië
nauwelijks toegepast, zodat daar niet
veel effect van wordt verwacht, maar
vergiften als DDT en Dieldrin (die hier al
lang verboden zijn) worden er volop ge
produceerd en gebruikt en komen via de
rivieren in het zeewater terecht. Dat
houdt onder meer een bedreiging in
voor een steeds belangrijker voedsel
bron: de viskwekerijen langs de kust van
Java. De resultaten van de onderzoekin
gen zullen eraan kunnen bijdragen dat
Indonesië genoemde stoffen niet meer
toelaat. Tijdens de „cruise" van de Tyro
langs de kust worden op 26 plaatsen
monsters genomen. De resultaten wor
den later in samenhang met de resulta
ten van het rivieronderzoek bekeken.
Om te kunnen bepalen in hoeverre er
van „afwijkingen" sprake is worden ook
diepe, nauwelijks gestoorde wateren on
derzocht voor vergelijkingsmateriaal.
Als in november of december de re
gentijd begint, veranderen de rivieren in
woeste stromen die enorme hoeveelhe
den water (met afvalstoffen die dan veel
meer verdund zijn) naar zee voeren. Het
onderzoek op zowel zee als land wordt
dan herhaald om het beeld compleet te
maken. Of alles in de praktijk zal verlo
pen zoals nu is gepland, is de vraag. Met
name in de regentijd zou men te maken
kunnen krijgen met woeste bandjirs
waardoor bepaalde programma's in het
honderd kunnen lopen. Ook is op dit
moment nog niet duidelijk hoe het zit
met de bevaarbaarheid van de rivieren.
Sommige stromen en zijstromen (zoals
de Kalimantan) zal men maar een klein
eindje op kunnen omdat vele vaste brug
gen de doorvaart versperren.
Themagroep 5 kan nauwelijks voortbor
duren op de resultaten van de eerste
Snellius-expeditie van vijftig jaar gele
den omdat de studie van rivieren in dit
deel van Indonesië daarbij niet was inbe
grepen. Het spreekt vanzelf dat men nu
dankbaar gebruik zal maken van tech
nieken die destijds niet bestonden. Een
van die technieken is „remote sensing"
waarbij door optische waarneming van
het wateroppervlak (dus op afstand) be
paald kan worden hoeveel plankton er zit
en hoe het zit met sedimenten en meta
len. Deze nog volop in ontwikkeling zijn
de techniek, beoefend door Daniel Spit-
zer en Marcel Wernand, wordt zowel
toegepast vanaf het schip als vanuit een
vliegtuig en zelfs vanuit een satelliet. Bij
dit remote sensing-werk zijn ook Duitse
wetenschappers betrokken.
De eerstvolgende groep die (op 20 juli)
naar Indonesië vertrekt is themagroep 3
die zich bezig houdt met „pelagische
systemen" in de Oost-Indonesische
wateren.
Vanzelfsprekend wordt nauwkeurig
boekgehouden van de wetenschappelij
ke activiteiten en de resultaten daarvan.
Elke expeditieleider houdt een soort we
tenschappelijk dagboek bij. Dat resul
teert binnen drie maanden in een voort
gangsrapport waarin de gegevens zijn
verwerkt die bij nadere bestudering zijn
verkregen. Na zes tot acht maanden
komt een voorlopig totaal rapport van de
hele Snellius-expeditie en binnen een
jaar daarna moet het eindrapport klaar
zijn. Het is de bedoeling in 1987 in Indo
nesië een symposium te houden dat in
het teken staat van de resultaten van de
Snellius ll-expeditie. Tijdens de expedi
tie zullen meerdere films worden ge
maakt voor zowel algemeen educatief
als wetenschappelijk gebruik in Indone
sië. De contacten tussen Nederlandse
en Indonesische wetenschappen zullen
gedurende de hele expeditie talrijk zijn.
De leiding van themagroep 5 zal bijvoor
beeld in Makassar op Celebes en moge
lijk ook in Bandoeng en Jogjakarta col
leges geven.
Westduitse marken
Belgische franken
Franse franken
Zweedse kronen
Zwitserse franken
Deense kronen
Amerikaanse dollars
Engelse ponden
Oostenrijkse schilling
Italiaanse lires
Spaanse peseta's
100
100
100
100
1
1
100
10.000
7110,50
7 5,35
7 35,25
7 37,-
100= 7133,
100= 7 29,50
7 3,09
7 4,12
7 15,85
7 17,40
100= 7 1,94