40 jaar na de barre winter in Assert „Die Lagerführer redde mij toen het /even.. I Tv'.n»v i I 1"v T .a.. vüi IN 4 BEKENDMAKING. TEXELSE COURANT VRIJDAG 9 NOVEMBER 1»! De Texelse" bank is karakteristiek in het Asser straatbeeld. „We hadden al veertien dagen in de stromende regen staan graven en was dat zo zat dat ik me de volgende ochtend niet meldde. Ik had een oude verlofpas van Kees Keijzer ge kregen en daar ging ik mee de stad in...." Zo begint het ver haal van Sieme Koningsveld, die veertig jaar geleden naar Assen werd getransporteerd om daar voor de Organisation Todt te werken. Met hem gingen nog zo'n 800 Texelse man nen, nagenoeg de hele weerbare mannelijke eilandbevolking. Daar ging het dan ook om, de Duitsers voelden het einde van de oorlog naderen en wilden zeker stellen dat ze tijdens de gevechten niet ook nog eens te maken zou krijgen met een opstandige bevolking. Dat doei werd overigens niet be reikt. De Texelaars kwamen een paar weken voordat de Rus senoorlog begon weer terug op het eiland. dag gingen we naar Hippolytushoef, daar sliepen we in een school. De be volking daar was bijzonder aardig te gen ons. Zo werden we bijvoorbeeld voorzien van andijviestampot door de Wieringers. Elke keer als ik nu nog met de bus langs Hippolytushoef kom en ik zie die school dan moet ik daar weer aan denken." De twee zwaarste etappes moesten De eerste groep van 200 personen ver trok 10 november 1944 voor een uit zonderlijk barre tocht te voet naar As sen. De tweede groep, 500 man, werd omdat het weer zo slecht was niet op 12 november naar Den Helder maar naar Harlingen gebracht. De mannen wisten niet waar zij heen gingen en ook niet dat ze zover zouden moeten lopen. Ze waren niet voor de reis ge kleed en waren wat dat betreft afhan kelijk van de bevolking in de streek waar ze doortrokken. Met hulp van die bevolking kon een stel volkomen ver sleten schoenen nog wel eens worden omgewisseld voor een stel klompen. In de sinterklaasnacht van 1944 werd nog eens ruim h-onderd man-van het bed gelicht. De soms nietsvermoedende Texelaars werden aangemerkt als „staatsgevaarlijk" en vertrokken ook naar Assen. Een groepje van ongeveer dertig man moest van het eiland af, maar had een redelijk grote vrijheid in het bepalen van het reisdoel. Sieme Koningsveld: ,,lk was toen nog te jong om te beseffen hoe ernstig de situatie was". Het verblijf in Assen was vooral hard werken, maar zeker toen veel Texelaars een kosthuis mochten zoeken, werd de pijn wel verzacht. Toch was het daar grimmig, getuige het verhaal van Sie me Koningsveld. Die werd gearresteerd met zijn verkeerde verlofpas. „Ik liep door Assen met Jan Jannes, die hoef de niet te werken omdat hij een paar vingers miste. We zijn toen aangehou den door de Feldgendarmerie en die constateerde natuurlijk dat de naam op mijn pasje niet overeenkwam met de naam op mijn persoonsbewijs. Ik was toen 17, moe, nat en koud en de gedachte was nooit bij me opgekomen dat ik op die manier door de mand zou vallen." „Du, Neger" „Ze brachten ons naar het hoofdkwar tier van de NSDAP, de nazipartij. Die partijleden liepen rond in gele jassen en daarom noemden we ze altijd de goudvinken. Ik werd daar ondervraagd en en passant lieten ze me alle hoeken van de kamer zien, ze sloegen me half verrot. Jan Jannes lieten ze vrij omdat zijn papieren wel klopten. Ik zou dood geschoten worden. Op dat moment besefte ik absoluut niet wat dat zou betekenen, dat drong gewoon niet tot me door. Jannes was ondertussen hardlopend naar onze lagerführer in Port Natal gegaan. Dat was het kamp- hoofd, zeg maar. Die man, een NSB- er, kwam direct naar het hoofdkwartier en hij vertelde dat ik alleen maar vrij had genomen om brood te kopen en op die manier redde bij me. Ik moest wel in de „Knochensturm", de strafko lonie die ook in Port Natal gevestigd was. Toen we daar heenliepen zag ik op een brug een lijk van een man lig gen liggen met een bord om zijn nek waarop stond „Ik weigerde te wer ken". Ik besefte toen overigens niet echt dat ik daar ook had kunnen lig gen. In de Knochensturm heette de commandant Sepp Dietrich en dat was echt een beest. Hij kwam voor me staan en vroeg of ik „Zeichenspra- che" begreep. Ik zei hem dat ik geen gebarentaal sprak waarop hij uitriep dat hij me dat dan wel zou leren. Di rect daarna begon hij verschrikkelijk te slaan. Mijn redding was eigenlijk dat ze een halfbloed binnenbrachten, een aardige jongen die ik wel kende, hij heette Piet. Dietrich zag hem en onder het slaken van de kreet „Du, Neger" begon hij hem toen af te tuigen...." Koningsveld bleek het uiteindelijk in de strafkolonie beter te hebben dan bij de OT. Hij werd geplaatst op een kamer met gedroste SS-ers van Nederlandse afkomst: „Die werden toch wat beter behandeld, ze kregen spek en zo. Een groot deel liep nog gedeeltelijk in uni form en ze hadden een verschrikkelijk grote bek, maar ze hadden niets te vertellen. Ik deed verder licht werk, eten rondbrengen en dergelijke." Andijviestampot Vooral voor de eerste groep was de tocht bar. Jan Kramer uit Den Burg was erbij: „Wij werden eerst met de boot naar Den Helder gebracht. Van daar liepen we naar De Kooy, waar we moesten overnachten. De volgende Jan Kramer: ,,De Duitsers waren doods bang en wilden dekking zoeken. Wij wilden doormarcheren en we zwaaiden naar de vliegtuigen". echter nog komen. „De volgende dag marcheerden we naar Witmarsum in Friesland over de Afsluitdijk. Tot Den Oever was het nog redelijk weer, maar daarna werd het snel minder. Net voorbij Den Oever kwamen er een he leboel vliegtuigen over. Wij wilden ge woon doormarcheren maar de Duitsers waren doodsbang, die wilden dat we van de weg afgingen. Wij stonden ge woon te zwaaien". Ook in Witmarsum ving de bevolking het Texelse transport goed op. De vol gende dag bracht de reis naar Leeu warden. „Dat was echt verschrikkelijk. De hele dag vielen er van die grote sneeuwvlokken en wij moesten maar door de troep baggeren. Ik vertrok die ochtend met zwarte schoenen en toen we in Leeuwarden aankwamen waren ze helemaal wit. Verschrikkelijk was dat." Een paar van de onfortuinlijke wandelaars waren er slecht aan toe en moesten naar het ziekenhuis. De ande ren werden opgevangen door de twee de groep die door een kortere route eerder aankwam. Wilhelmus Het was de bedoeling dat deze tweede groep dezelfde tocht als de eerste zou maken. Door de barre weersomstan digheden mocht de Dokter Wagema- ker van Teso naar Harlingen koers zet ten. Vandaar moest toch nog een zware moeilijke mars naar Leeuwarden worden gemaakt. Het vertrek van de boot werd gekenmerkt door een histo risch incident: de mannen aan boord begonnen vol overgave het Wilhelmus te zingen en dat werd overgenomen door de menigte op de kant. Dat maakte diepe indruk, wellicht sterkte het de Duitsers in het idee dat het ver standig was dit deel van de bevolking elders onder te brengen. De beide groepen ontmoetten elkaar in Leeuwar den, vanwaar de reis verder werd ge maakt in een zeer gammele trein, die in de nacht in Assen aankwam. Tot op dat moment wist niemand wat de bestemming was. De Texelaars werden ondergebracht in de Vissersschool aan de Bosstraat. Die werd later opgeheven en toen kwam de groep in Port Natal. De dag na aankomst werd met het werk begonnen. Ér moesten tank- grachten gegraven worden van vier meter breed en vier meter diep. In het begin vorderde het werk zeer snel, vooral door de aanwezigheid van grondwerkers en boerenzoons in de groep. Dat was echter snel voorbij en niet alleen omdat het de eerste veer tien dagen onafgebroken regende zo dat de mannen regelmatig tot aan hun knieën in het water stonden. Er werd ook steeds vakkundiger de lijn getrok ken, vandaag de dag zou gesproken worden van een effectieve „stiptheids actie". Gezien deze geschiedenis is het niet zo vreemd dat jongens als Sieme Koningsveld het na die eerste veertien dagen wel voor gezien wilden houden. Holzschuhe Koningsveld vertelde dat hij een lijk op een brug had zien liggen. In de uitzen ding die de Lokale Omroep over Assen maakte vertelde een Assenaar hoe dat was gekomen. De man, een Fries, sukkelde met zijn gezondheid en had bovendien heel slechte schoenen. Daarom onderbrak hij die dag zijn werk om op het Duitse hoofdkwartier klompen te gaan vragen. De taalbarriè re bleek hier van een dramatische breedte: de Duitse officier begreep niet dat de Fries, die zijn eigen taal sprak, om klompen vroeg en hij informeerde of de man weigerde te werken. De Fries bevestigde dat, hij wilde immers u A. In Huis Texla moeten zich op 1 December melden: 1.) Alle mannelijke inwoners in den ouderdom van 17 tot 35 jaren, die een vergunning hebben om op Texel verblijven tot 1 December 1944 2.) Allen, die zich NA het transport van de mannelijke inwoners in den ouderdom van 17 tot 35 jaren in Huis Texla hebben gemeld. B. De volgende personen moeten op 1 December 1944 bij den Duitschen dokter komen in het Hauptrevier (voormalige Jeugdherberg Hooge Berg) en moeten diens schriftelijke ver- klaring op 2 December 1944 in Huis Texla persoonlijk ter inzage geven: Stolk, Franz J. 16.12.10 Oudeschild 137 V. d. Zee. Jan 23.7 15 E 94 Schaatsenberg, Cornells P. 23.7.11 Oudeschild 56a Schaatsenberg |acob A 27 12.13 O 106 Spigt, Hendrik 27.2.21 Den Burg, Gasthuisstraat 14 Spigt. Johannes, 21.10.18 K 21 Mechielsen, Adrian, 17.2.16 Den Burg, Molenstraat 14 Molenaar,.Jan, 2.3,14 a.b. IJstroom Muskee. Hendrik L. 10.1.26 Oosterend Bosch weg 13 Van Sambeek, Lambertus, 22 9 11, Den Burg, Zwaanstraat 3 Bruin. Johann, 39.12 Oudescl.ild 56 Hin, Adriar.us C. 1.7.27 S 39 Van Beek, Adrianus A. 29.12.13 WijkE79 Kil jan. Jan, 14.7 12 Den Hoorn 31 Kok, Cornelia, 1.2.19 H 75 Zijm, Piet, 14 5.20 Den Hoorn 24 Witte, Cornelis A. 21.4.12 O 138 Witte, Matthies J. 16.3 15 K 93 Tninoer, Kasper, 30.11.14 Oudeschild 75 Van der Vis, Jan, 10.5.14 Oosterend, Vlas, Jan Cornelis, 19.3.20 OiTdTschi'ld3!^ Dekker, Georg 22 3.12 B 201a Dob, Lamert. 23.7 14, E 101 Dros, |an Simon 5 5.10 Oudeschild 127 Bakker, Willem Johannes 23 2,25 H 12 Kooger, Marinus 16.6.24 Oudeschild 169 Rieswijk, Petrus, 5.12.25 Den Burg. Weverstraat 66 Hoogerheide, |an, 16.10.20 B 12 Dogger, Jan, 24.6.11 H 24 Vlaming, Cornelis 3.6.25 Oosterend, Kerkstraat 8 Koorn, Maarten W, 30.12.13 Den Burg, - W de Zwijgerlaan 21 Plaatsman, |acob, 6.10.16 Oosterend, Peperstraat 4 Roeper, Jan G.. 21 11.26 B 136 Bakker, Cornelis D., 30.10 26 K 85 Stechweij, Stepf. F27.6.25 Den Burg r Nieuwstraat 36 De Graaf, Dirk J., 9.8.27, C 104 Bruin, Hendrikus 20.8.22 Oudeschild "■•■Ml, IM.IIUIIHU3 tu.o.^A wuoescniia 48 C. Alle mannelijke inwoners van het eiland in den ouderdom van 17 tot 35 jaren, die geen vergunning met onderteekeniuq van Luitenant en Adjudant Poer met stempel hebben, melden zich op 3 December 1944 des* morgens 8 uur in Huis Texla. H Tle ,bov™s,aande Pefsonen bedoeld onder A2, B en C brengen bi, de melding in HunTexla uit voorzorg mede; W.nierkleeding, ondergoed en mondvoorraad voo, 4 da™ Voor eiken manneb,ken inwoner van te, eiland in den ouderdom van ,7 tol 3, laZVnff 3 SrTb°r IWJ ">nder Scld:f:t •'••gunning om np Tezel Ie verbllT aangetroffen wordt of van wien vermoed wordt, dat hij alhier verblijft, wordt één fimi- de Weermachtl a g fen.ilioleden) zonder betaling te werk gesteld bij, Alle personen, die aan bovensta.inde"^pgerocpenen hulp -verleunen, om niet aan te ?.en' °P dezelfde wiize behandeld als de mannen tusscS 17 en 35 jaren en zullen bovendien nog bestraft worden. Texel, 29 November 1944. DE 1NSELKOM.MANDANT. ^Zii;.d'e.vrtt,u Nov* 1909 z'j" geb°ren en zij. die na 9 Nov. 1927 geboren zijn, vallen hier dus builen. geuu.en Dit is de bekendmaking waardoor Harm Oosterhof zich Het misleiden. Na dit bericht meen hij nog tien dagen te hebben, zodat hij wei even thuis kon gaan slapen. Daar werd hij van i bed gelicht. Hij viel onder oproep C, die speciaal bedoeld was voor mannen, die zich niet Assen gemeld hadden bij de eerste twee transporten. De kroonluchters die de Texelaars aan de kerk v Vries gaven. klompen. Hij werd standrechtelijk geëxecuteerd en zijn ontzielde lichaam bleef de hele dag op de brug liggen met het bord als afschrikwekkende mededeling. De groep Texelaars werd overgebracht naar Port Natal, omdat de school waarin zij gevestigd waren werd opge heven. Jan Kramer herinnert zich nog goed de sinterklaasviering die in Port Natal werd gehouden: „Leen Kuiper speelde liedjes voor ons op zijn fles- senspel. Dat waren met verschillende hoeveelheden water gevulde flessen die aan touwtjes werden opgehangen. Elke fles bracht zijn eigen toon voort. Die avond was er luchtalarm en de Duitsers waren doodsbenauwd, maar wij trokken ons er niets van aan, wij bleven vrolijk doorgaan met liedjes zin gen. Er was toen ook een orkestje, voor een deel bestaand uit leden van de toen heel populaire „Rhytmische Eilanders." Ben Beumkes, Kees Witte, Luit Sok en Joop Kikkert van de Lin deboom zaten erin." Frisse duik Kikkert zou oorspronkelijk met de eerste groep zijn meegegaan. Aan boord van de Tesoboot in Oudeschild besprak hij echter een ontsnap pingsplan met G. Wilner uit Den Hoorn, „Gerrit Post". Kikkert trok zijn kleren uit terwijl de mannen stonden opgesteld, gaf ze aan Wilner die ze over zijn eigen kleren aantrok, en liet zich in het koude water van de haven zakken. Wilner lichtte de andere man nen in en voor Kikkert bagage en per soonsbewijs werd wat „geregeld". De vader van de ontsnapte stuurde hem echter weer terug, met de tweede groep mee zodat hij zijn broer tot steun zou kunnen zijn in Assen. Bij dat alles zat ook de angst voor de aangekondigde represailles als er man nen niet op kwamen dagen, er goed in. Toch waren er meer ontsnappingspo gingen, mannen die niet terugkwamen van verlof en dergelijke. Er werden overigens ook mensen „legaal" terug gestuurd naar Texel. Daarbij ging het vooral om boerenzoons die op het be drijf onmisbaar waren en die op voor spraak van Texelse NSB-ers toestem ming kregen om naar huis te gaan. Diezelfde NSB-ers zorgden er overi gens voor dat na drie maanden (toen het merendeel van de mannen weer naar huis mocht) veertig mannen in Assen moesten blijven. Zij waren ken nelijk bang voor represailles nu de be vrijding aanstaande was. Jan Kramer had zijn eigen manier om er telkens even tussenuit te knijpen: „Ik zorgde er altijd voor dat ik aan het eind van de stoet liep zodat ik bij de Bosstraat ongemerkt uit de rij kon glippen om naar mijn kosthuis te gaan, dan kon ik daar houtjes hakken." Staatsgevaarlijk Bij de staatsgevaarlijken zat Harm Oosterhof. Zijn broers waren al op di verse plaatsen ondergedoken en vade Jan had al getoond dat hij niet ban- was om zijn mond open te doen.tei de Duitse autoriteiten, zodat duideli is waarom Oosterhof als „staatsge vaarlijk" werd aangemerkt. „Ik had me niet gemeld voor de dienst in Assen. In die tijd woonde ik in de boerderij Bland en Berg, toen nog van Ab Dros. Er kwam een pro clamatie van de Inselcommandant da^ degene die zich niet gemeld had dat alsnog binnen tien dagen moest doen Daarom dacht ik dat het nog wel mo gelijk was om een nachtje bij mijn ou; ders thuis te slapen. Dat was een mis rekening want die nacht werd ik van mijn bed gelicht door een paar Rus sen, die gelijk de kans schoon zagen om spek en worsten van de zolder mee te nemen. Met mijn buurvrouw, de vrouw van Bob Kuyper en Grietje Harm Oosterhof: ,,Het contact, dat veel Texelaars nog met Assen hebben, dat is belangrijk". Bas werden we naar de noordbatterij gebracht waar we graafwerk moesten verrichten. De vrouwen moesten hout zagen. Tegen sinterklaas werden we naar Den Burg gebracht waar we eerst enige uren in de bunker bij Texla door brachten en vervolgens werden we af gevoerd naar het weeshuis. De eerste die ik daar tegenkwam was mijn vadf die ruzie met burgemeester Rijk de Vries had gehad over de arbeidsdienst van één van mijn broers. Daarom was hij staatsgevaarlijk verklaard. Sabotage We werden naar Oudeschild gebracht, maar mijn vader was niet erg gezond. Dokter Boswijk onderzocht hem en stelde dat hij absoluut niet naar Assen mocht. De Duitsers von den dat goed, als hij maar van het ei land afging. Zijn logeerplaats mocht hij zelf uitkiezen. Met Aris Plaatsman van de manifacturenzaak op het Schilder end is hij toen naar de fa. Timmer mans in Alkmaar, een meelfabriek, ge gaan". Jan Oosterhof zag er niet te genop om met de Duitsers te gaan praten als dat nodig was. Zo had één van zijn zoons per ongeluk het aai

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1984 | | pagina 6