m
KERSTPUZZEL
Wat dan nog
als je twee vingers
kwijtraakt door
'n kanonslag.
Je kon toch al niet
tot tien tellen.
KSML
Het vergaan van Galjootschip „HARLINGEN
ter walvisch vangst in Straat Davids
te 's morgens 5 uren op 23 Augustus 1826
Against all odds"
+GIR06868
door Kommandeur K. HOEKSTRA van Texe!
MAmi iW.
ri
rOKOïo
OPLOSSING
VRIJDAG 21 DECEMBER 1984
TEXELSE COURANT
PAGINA 21
#r
goed deden om de. warmte, niet veel
hield. Des middags zagen wij, Gode zij
dank, een Deensch huis staan dat wij
zoo noordelijk niet verwacht hadden,
niet wetende dat er op die hoogte
menschen woonden, zijnde wij te Op-
pernewick. Tranen van dankbaarheid
vloeiden ons uit de oogen want wij
waren af, en hadden slechts nog voor
een etmaal brood, zoo dat wij buiten
dit onverwacht geluk, zeker nog van
honger hadden moeten sterven. Met
dubbele moed roeiden wij voort. Aan
wal komende stond de koopman reeds
op de kant om ons te ontvangen, ver
zocht ons dadelijk bij hem in huis te
komen, zeggende, gij moet hier een
paar dagen stoippen, dat zal u lieden
opkwikken.
Hij liet terstond warm eten koken en
deed alles wat hij doen konde. Ik, de
stuurman, mijn zoon en de kinderen
moesten hij hem inkomen, hij gaf ter
onzer verkwikking alles wat hij had.
Onbeschrijflijk was onze vreugde, wij
wierden weder geheel mensch. 's
Mans naam was Georg Jacobsen, me
dicijnen gaf hij aan onze docter welke
daarmee handelde naar bevind van za
ken, des Schiemans hadden moesten
gesneden worden en de nagels der
vingeren, die geheel zwart waren. Des
avonds schonk ons de koopman een
goed glas punch, en moesten, hoewel
wij zulks weigerden, op zijn bed sla
pen. Slapende hij en zijn vrouw op de
stoel en ons volk in de kabakken.
Den 16 October, 's morgens wakker
wordende, gevoelden wij onze leden,
doch waren zeer verkwikt en uitgerust,
zijnde onze vingeren gevoelloos even
of dezelve dood waren, alsmede de
voeten, doch na eenige bewegjng be
terde zulks merkelijk en schenen nieu
we menschen te zijn. Hadden de wind
Z.O. met mooi weer, zoodat wij dien
dag door loopen en warm eten, vrij
wat ophelderden. Wij draagden onze
klederen en reinigden ons zelve dat
ons onuitsprekelijk verfrischte, kregen
,vijf paar wildemans laarzen voor de
stuurman, de kinderen en mij, van de
'koopman present, zijnde veel warmer
dan de onze. Velen van ons volk zaten
den geheelen dag met handen en voe
ten wrijvende in de sneeuw, hetgeen
zooveel hielp dat dezelve van bijna
zwart, rood wierden, verder de handen
vol blaren hebbende verbond de doc
ter dezelve. Wij kookten het weinige
pekelspek dat wij hadden om het niet
meer rauw te eten, doch werd onder
het koken door het hongerend volk vrij
wat gebruikt. Des avonds maakten wij
alles gereed om des anderen daags
naar Preuven, 10 mijl vandaar, te ver
trekken, als kunnen daar niet blijven,
doch de koopman wilde niet dat wij
zonder loots zouden gaan. Hij sprak
met de Esquimaux, doch niemand wil
de, gelaste daarop zijn kuiper dat die
voor geld zoude medegaan, hetgeen
wij gaarne wilde geven. Des nachts
sliepen wij weder op des koopmans
bed, dat ons nog meer dan de vorige
nacht verkwikte.
Den 17 October, 's morgens de wind
Z.O., mooi weer doch koud, waren ge
reed te vertrekken, dan geen brood
hebbende, verzochten wij den koop
man om brood. Hij gaf 120 pond hard
roggebrood, 20 pond dito iets beter,
wij hadden verders genoten 10 pont
spek, 1 schepel erwten, 1 half schepel
gort en een 18 voets sparretje tot een
spriet voor een sloepszeiltje, waarvoor
in adsignatie passeerde. Ten 8 uren
Waren wij gereed om naar Preuven te
vertrekken, maar drie onzer mannen
waren volstrekt buiten staat mede te
gaan en moesten te Oppernewick blij
ven, zijnde onze schieman Harmen
Treking uit het Oldenburgsche, Hart
man Hoek van Harlingen en Jan Bak
ker van Texel. Wij namen afscheid van
deze, niet wetende of wij hen immer
weder zouden zien, denkende althans
dat de schieman zeker zouden sterven.
Wij gingen toen weder op reis, zijnde
de koopman zoodanig over osn be
zorgd, dat hij benevens zijn vrouw, bij
het afscheid nemen schreide en ons in
de hand des Heeren aanbevool. Wij
staken af en roeiden voort, zeilden ook
zooveel wij konden met mooi weer. Na
den middag tusschen de klippen had
den wij harde windvlagen, die gaande
weg toenamen. In sommige bogten
hadden wij het kwaad genoeg; doch
over dezelve en onder de opper van
het land, mooi weer. Des avonds 10
uur kwamen wij te preuven en vonden
daar veel menschen, waaronder 6
Deenen, doch geen koopman of
deensch huis. Wij werden daar weder
op hune wijze zeer goed ontvangen en
in de kabakken geleid, zijnde daar op
zichter Hans Christiaan, bij welke ik,
de stuurman en eenige onzer man
schappen intrek namen, alwaar het
door menigte menschen en lampen
van de warme en de stank, bijna niet
wa suit te houden, ofschoon de men
schen zoo gedienstig waren als wij
maar konden verlangen. Men had een
zeer slegte vangst en het dus zeer ar
moedig. De akeligheid hunner leefwijze
is nauwelijks te beschrijven. In een der
kabakken zaten ruim 40 menschen, al
le moedernaakt, en hadden bijna niets
te eten, echter waren zij nog zeer ver
genoegd en tevreden en onder al hun
armoede in dien zin rijk. De kinderen
zaten met een groot been in de hand
waaraan zij beten en zogen.
Den 18 October, 's morgens waren
allen met hoofdpijn bezet, door den
walm en stank in die hut, zoodat wij
ons buiten hielden zooveel wij konden,
hebbende de wind Z.W. en dik van
sneeuw. Onze sloepen hadden wij in
het water laten liggen en vertuid, za
ten toen droog en weder ontrampo-
neerd, moesten dus aan het herstellen,
alle klederen waren doornat, en vele
door de honden opgegeten. Dien dag
moesten wij nog blijven. Wij verzoch
ten warm eten te mogen hebben, en
kregen ook weder gort en erwten van
de Deensche provisie, de andere men
schen benevens de honden waren zoo
zeer uitgehongerde, dat men mer
permissie - 10 a 12 honden om zich
heen had, die om de afgang als een
lekker beetje vogten. Het drinken was
hier ook mede zeer slecht, wegens de
smeerige klippen met traan bezoedeld,
zoo dat men het niet dan uit grooten
dorst konde gebruiken. Voor den mid
dag zagen wij veel walvisch, en wer
den aldaar op dien tijd jaarlijks gezien.
Des avonds en nachts weer en wind
het zelfde.
Den 19 October, 's morgens doodstil,
dik van sneeuw, de wind zuidelijk had
den wij geen gelegenheid om om de
zuid te gaan, zijnde de afstand tot de
naaste menschen 46 mijlen, waarvan
wij zeker 60 moesten maken, en mo
gelijk meer, omdat wij onder land
langs, bogt uit bogt in moesten en
eindelijk over stukkende Jacobsbogt.
Wij resolveerden om met een sloep
naar Oppernewick terug te keeren, en
verzochten den koopman daar om zij
ne groote barkas, waar wij beter zee
mede konden bouwen, daar wij met
sloepen volostrekt niet dan met mooi
weer en opperwalswinden konden wer
ken of vertrekken. Twee onzer sloepen
daar voor aanbiedende, die beter wa
ren voor hun, daar zij zelve een sloep
hadden endan walvisch konden van
gen, en anders niet. Voor de middag
een harte koelte en moesten met de
sloep terug, daar wij niet tegen de
wind konden oproeijen. Intusschen
hadden die menschen lijnen in onze
sloepen geschoten, en schooten dage-
lijk aan een walvisch vast. Des avonds
kreeg de Deense sloep een ongeluk bij
de visch, en werd door de zelve aan
stukken geslagen. Een der Esquimaux
verdronk, zijnde het water hol/en daar
het donker begon te worden moesten
zij, hoewel de visch lag te sterven de
zelve verlaten, om niet dood te vrei-
zen. Weder te Preuven aan de wal ko
mende was het gejammer en geschrei
over den dooden man verbazend, zeg
gende de Esquimaux verder, dat het
ongeluk veroorzaakt was, om dat zij
geene reine of liever, nieuwe klederen
aanhadden, waarom de visch zoo
boos was geweest.
Den 20 October, 's morgens dood
stil, dik van sneeuw, gingen toe de
Kojakken om de visch te zoeken. Voor
de middag kwamen zij terug, doch
konden door de sneeuwjagt zoo wei
nig zien, dat zij de visch niet hadden
gevonden. Tegen de middag begroe
ven zij den dooden man onder stee-
nen, hebbende bij hetzelve geene de
minste omstandigheid plaats. Twintig
der onze waren met de sloep naar de
andere Esquimaux geweest om te ver
nachten welke terug kwamen en niet
weder heen wilden, als zijnde de ar
moede daar zoo groot dat zij, bij hun
ne komst, alle gevisiteerd waren, of zij
ook levensmiddelen bij zich hadden,
welke zij dan wilden inruilen voor rob-
benvellen. De menschen aten klip-
kroost en waren vol ongedierte, daar
wij mede vrij sterk door geplaagd
werden.
In het kort de morsigheid was zoo
groot, dat ons hart omkeerde. Evenwel
hadden zij de nacht daar moeten
doorbrengen, omdat zij van koude in
de open lucht niet konden houden. Bij
ons ontent even eens doch niet zoo
erg, maar het was te moeten. Bij den
deen in de kabakken vonden wij het
bveter. Na den middag verbeelden wij
ons een schip te zien, dat ons groote-
lijks verheugde, denkende dat het de
Dundee zoude zijn, wijl de kapt. ons
beloofd had, dat hij, uit bezetting ge
rakende, al onder langs langs zoude
houden, maar helaas! bij het opklaren
was het een ijberg; zeer bedrukt keer
den wij in de kabakken terug. Des
avonds aten ik en stuurman bij den
opzigter, soep van witvisvleesch en
smaakte ons vrij goed. Wij aten ok
maktak, zijnde de huid van witvisch,
konden zulks, hoewel rauw, ook eten.
Den 21 October, 's morgens de wind
N.O., mooi weer,'gingen wij voor den
dag weder met een Deensche boot of
groote jol naar Oppernewick om de
groote Barkas te verzoeken, doch bui
ten de klippen komende, woei het zoo
hard, dat wij terug moesten. Wijzagen
toen van deze poging af en besloten
het te wahen met onze sloepen,
schoon wij er vreeselijk tegen op za
gen, zijnde de sloepen te zwak en te
zwaar beladen met menschen, provisie
en bagage, om in de open zee te va
ren. Onze krachten waren mede zoo
danig verminderd dat wij niet konden
doen, dat er anders wel gedaan kon
worden. Wij namen des avonds 120
pond hard roggebrood, 30 pond boter
en hadden verders genooten 2 sche
pels erwten, 2 schepels gort, betaal
den onze loods zijn geld en maakten
ons in alles klaar om des anderen
daags te vertrekken. Des nachts een
harde koelte uit het N.O., zijnde een
goede gelegenheid indien het iets op
helderen en bedaren mogt.
Den 22 October, 's morgens de wind
noordelijk en een stijve koelte, konden
wij niet vertrekken, zeggende de op
zigter, zoo wij met 2 sloepen naar Op
pernewick terug konden gaan en een
derde van het volk bleef bij hem, dat
wij van honger niet zouden sterven,
mits dat wij mede zouden robben van
gen, enz. omdat er anders geene ge
noegzame provisie was, zeggende ver
der, indien gijlieden geen goed weder
treft, is het niet te doen. Wij waren
bijna ten einde raad. Ik ging eerst nog
eens naar Oppernewick met een sloep
om de barkas te vragen, om zoo de
zelve door osn verkregen wierd, dan
dadelijk terug te komen en daarmee
om de zuid te gaan, doch in geen drie
dagen terugkomende zou de tweede
loep ons volgen. Tegen de middag
kwamen wij terug, daar wij het niet
konden oproeien. Des avonds aten wij
weder maktak, met droog brood en
koed water. Wij stelden den opzigter
voor, zoo hij ons nog 150 pond brood
en 30 pond boter wilde geven, wij dan
de reis om de zuid wilden aannemen.
D3t hadden wij noodig, daar wij soms
door harde wind en contrarie winden
wel 4 a 5 dagen genoodzaakt konden
worden aan land te stoppen en dan
geen provisie hebbende van honger
zouden omkomen.
(wordt vervolgd)
In de periode dat Jeff Bridges samen
met Rachel Ward (hoofdrolspeelster uit
de televisieserie De Doornvogels) bezig
was aan de film Against all odds"
waarin een aantal erotische scenes
voorkomen die er niet om liegen,
kreeg de vrouw van Bridges hun twee
de kind. Susan vond het niet erg, al
dus Bridges. Ze is een enorme steun
voor me, ze heeft begrip voor mijn
werk. De man van Rachel Ward, de
Australische acteur Bryan Brown was
minder soepel: hij kwam er rond voor
uit dat hij bepaald niet gelukkig was
met de scenes die Rachel samen met
Jeff speelde.
Against all odds is een vrije bewerking
van de film Out of the Past uit 1947.
In grote lijnen gaat het om een drie
hoeksverhouding tussen twee vrienden
en één vrouw. Jeff Bridges speelt de
rol van Terry Brogan, een footballspe-
ler die wegens een blessure uit het
team wordt gezet. Hij krijgt van de rij
ke nachtclubeigenaar Jake Wise een
baan aangeboden: hij moet diens
vriendin Jessy Wyler gaan zoeken op
het eiland Cozumel in de Caribische
Zee waar de jongedame zich heeft te
ruggetrokken. Jessie Wyler is de stief
dochter van mrs. Wyler, een onvoor
stelbare rijke dame die, behalve een
heleboel onroerend goed in Los Ange
les, ook het footballteam bezit waar
Terry net uit is gezet. Hank Sully is de
coach van het team die later een ver
dachte rol in het hele verhaal zal gaan
spelen. Ben Caxton is de gehaaide ad
vocaat van mrs. Wyler. Deze geschie
denis ontpopt zich onverwacht grim
mig nadat Terry de verblijfplaats van
Jessie heeft ontdekt en hevig verliefd
op haar is geworden. Regisseur Taylor
Hackford die eerder ,,An officer and a
gentleman" maakte heeft met
„Against all odds" een schitterende
film voor een groot publiek weten af
te leveren.
i l'
15 16
19 20
37 38
56 HB57 58
Si I
70 71
Horizontaal
Verticaal
gedichten van Hans Oosterhof
illustraties Arend Nijkamp
64 pag., gebonden f8,
in de boekhandel.
De oplossing van de puzzel in de krant
van 18 december luidt als volgt:
Horizontaal: 1. gans, 4. adrem, 7. et-
na, 11. rai, 12. eel, 13. orel, 15. pw,
16. si, 18. sloe, 19. talon, 21. traag,
23. tor, 24. art., 26. verte, 28. skaat,
31. waard, 32. por, 34. knoop, 35.
aleer, 39. min, 41. idaho, 44. geest,
46. samen, 48. rep, 49. var, 51. aster,
53. nemen, 56. laat, 58, ko, 59. ur, 60.
noga, 62. aal, 63. eis, 64. nita, 65.
reeks, 66. anti.
Verticaal: 1. grot, 2. aar, 3. niet, 5.
down, 6. eist, 8. telg, 9. neo, 10. alex,
14. later, 15. port, 17. irak, 18. satan,
20. lord, 22. arak, 25. kwaad, 26. va,
27. ep, 28. sr, 20. to, 30. spoor, 33.
ooi, 36. eg, 27. eerst, 38, reet, 39,
mt., 40. ns, 41. imam, 42. deren, 43.
an, 45. spek, 47. avcer, 50. plan, 51.
aalt, 52. robe, 53. nurk, 54. noen, 55.
nasi, 57. aai, 61. git.
1. hoog bouwwerk
5. stoot
7. plaats in Zuidholland
1. verdieping
3. verlangen
5. bieding
7. herhaling
9. gedicht
1. nobele
3. lidwoord
4. lengtemaat
6. Frans lidwoord
7. meisjesnaam
9. gouden tientje (afk.)
0. stad der oudheid
2. goud (Frans)
3. rivier in Italië
4. persoonlijk voornaamwoord
5. zonderling idee
7. klaar
9. vlaktemaat
rivier in Italië
1. graansoort
elektrode aan de positieve pool
L droppel
3. laatstleden (afk.)
T Chinese maat
3. droogoven
herkauwer
I. als eerder (afk.)
water in Friesland
k kindergroet
kosten koper (afk.)
klepper
geheel de uwe (Latijns)
I. werkelijk
i. cylinder
niets uitgezonderd
L loot
L gedenknaald
soort papegaai
graveren
soort stof
draagt
spoedig
1. lijst
2. verstand
3. Frans lidwoord
4. akelige
5. specerij
6. heldere
7. levensvlucht
8. zangnoot
9. knoedel
10. studeert
12. persoonlijk voornaamwoord
14. bestaat
16. reukwater
18. smalle strook
20. wapen
22. zangnoot
25. maanstand (afk.)
27. vaartuig
28. soort hond
31. kerkelijke ceremoniën
34. gemeen
35. Gem. Geneeskundige Dienst
36. stuk stof
38. hevig
39. brede gang
40. groet
41. plaats (Duits)
45. walmen
49. bosgod
52. koraaleiland
55. gedroogde vrucht
56. voorzetsel
58. vogel
59. één der profeten
60. namelijk (afk.)
62. Russisch heerser
64. gast
65. vorm van lossen
67. deel van een toneelstuk
68. gerekt
71. dierengeluid
72. N.V. (Frans)
75. toets alleen (afk.)
77. dun
(afk.)*
Vraag de folder aan bij de Stichting Consument en Veiligheid, Postbus 5169,1007 AD Amsterdam.
D« ilfrfx u imftboden door de fc.ttt.oj IdeHe Rciliroc co fle Stctto, Cooumcot co VeMtjficMj