Grazende vogels voer
vóór eindeloze discussie
De geschiedenis van de rotganzen in vogelvlucht
Piet Postma:
„Maken we het
probleem zè/f
niet groter
PAGINA 6
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 7 NOVEMBER ||J
belast
exPIr
tend waren, duurde het tot dit najaar
voor de totale oppervlakte van de hoe
ve ook in de herfst bèschikbaar kwam
voor de rotganzen. In de voorgaande
jaren graasden op grote delen van Zee
burg in de herfst nog schapen.
Voor- of najaar
De nadruk op de problemen met de
rotganzen heeft echter altijd op het
voorjaar gelegen. Op de graspercelen
kan dan meer schade worden aange
richt. In het najaar is het niet zo erg
als het wat oudere gras wordt wegge
vreten en gekortwiekt de winter in
gaat, maar in het voorjaar is het gras
hard nodig. Een uitzondering hierop
vormen de nieuw ingezaaide percelen,
Elke lente en herfst komen ze ter sprake op Texel: de vliegende
grazers, die in het najaar uit noord Rusland op doorreis zijn naar
Engeland of Frankrijk en in het voorjaar in omgekeerde richting.
Duizenden rotganzen vereren het eiland met een bezoek en hon
derden blijven hier zelfs overwinteren. Niet iedereen is blij met het
neerstrijken van de eendachtigen. Als ze buitendijks niet meer ge
noeg voedsel vinden in de vorm van wadp/anten komen ze van het
Texelse gras snoepen en omdat ze dat massaal doen ondervinden
de boeren schade.
Vandaar dat de rotganzen onderwerp
zijn van telkens oplaaiende twist tus
sen boeren en natuurbeschermers.
Moeten of mogen rotganzen ver- of
bejaagd worden? Zo ja, door wie? En
als ze verjaagd worden: waarheen?
Het lijkt een verhaal zonder eind,
waarin persoonlijke, emotionele en
vooral financiële belangen een grote
rol spelen, maar waarin de hoofrolspe-
lers volmaakt onverschillig als ze zijn
onverdroten voortgaan met hun schijn
baar doelloze gereis langs de noord
kusten van Europa.
Zwartbuikrotganzen (Branta Berni-
cla Bernicla) broeden op de noord-
Russische toendra: een kale mos
vlakte met een eeuwig bevroren
ondergrond. Daar legt deze
kleinste Europeese ganzensoort in
een nest op de grond drie tot vijf
eieren, die binnen 25 dagen wor
den uitgebroed. De jongen zijn na
10 weken vliegensvlugOmdat
de periode, die de oudere dieren
op de toendra verblijven, vrij krap
is bemeten en tijdens het ruien
vleugellam en daarom erg kwets
baar zijn, kunnen de omstandighe
den daar van grote invloed zijn op
de grootte van de rotganzenpopu-
latie. A/s de zomer in noord-
Rusland lang duurt en de rotgan
zen niet door andere factoren wor
den gestoord in hun broeden kan
de ganzenbevo/king toenemen met
wel dertig procent terwijl hun ge
schiedenis ook plotselinge en aan
zienlijke bevo/kings-afnames kent.
De rotgans die op Texel vertoeft is
de Siberische variant en heeft in
tegenstelling tot de Amerikaanse
soortgenoten een donkere onder
kant. De rest van het drie pond
wegende beestje is diep en glan
zend zwart, behalve op de halszij
de waar het een witte dwarsv/ek
heeft, die op een halsband lijkt.
Zijn Nederlandse naam dankt deze
gans aan het geluid dat hij voort
brengt: ,,rot-rot". Daarmee zijn
meteen de fabels uit de wereld a/s
zou het arme dier als voedsel een
rotsmaak hebben.
De gevleugelde tweevoeter is
overigens zelf volledig vegetarisch,
eet - zoals bekend - gras, maar
ook mos, korstmos (op de toendra)
en 's winters verobert hij het liefst
zeegras en groene wieren. Waarom
de rotganzen elk ha if jaar zo'n vijf
duizend kilometer vliegen om maar
zo dicht mogelijk bij de vorst te
kunnen zijn moge onverklaarbaar
schijnen, maar zeker is dat ze het
liefst vertoeven in een temperatuur
die rond de nul graden ligt. Dat is
tevens de oorzaak van het grotere
aantal ganzen op Texel wanneer de
winter zacht is. Minder ganzen zet
ten dan de reis in zuidwaartse rich
ting voort.
Slim
Rond de eeuwwisseling dacht men
slim te zijn door voortaan met gebruik
van fuiken honderden vogels tegelijk te
vangen. Op die wijze nam de jacht op
ruiende rotganzen in noord-Rusland
grote vorm aan, omdat rotganzen in
de rui niet kunnen vliegen. Ook in De
nemarken nam de jacht sterk toe. De
wereldpopulatie aan rotganzen bedroeg
in 1900 volgens schattingen ongeveer
200.000, maar door die geweldige toe
name van de jacht nam het aantal
zienderogen af. Een volgende aafislag
op de bevolkingsdichtheid van de gan
zen volgde in 1930 toen een schimmel
ziekte het zeegras in geheel Europa
aantastte. Omdat buitengaats aldus
geen voedsel meer te vinden was trok
ken veel ganzen landinwaarts, waar
deze hongerige dieren een gemakkelij
ke prooi waren voor jagers. Ook in de
ze periode viel het op hoe vooral in
Denemarken veel slachtoffers onder de
ganzen vielen.
Afsluitdijk
De schimmelziekte heerste van 1930
tot 1934. Gedurende die jaren vond
nog een verandering plaats in flora en
fauna van de Waddenzee door de aan
leg van de Afsluitdijk in 1932. Vóór die
tijd waren de rotganzen nooit op Texel
binnendijks geweest om te eten, maar
door de veranderingen van stroming in
de Waddenzee en de daarmee gepaard
gaande verdwijning van verschillende
zandplaten moesten de ganzen wel,
wilden ze niet verhongeren. Omdat het
jagen op rotganzen nog nergens aan
banden was gelegd daalde het aantal
in de jaren na 1934 nog aanzienlijk,
hoewel het zeegras zich in Engeland
en Frankrijk redelijk herstelde van de
ziekte. In de jaren vijftig waren er nog
maar 20.000 rotganzen op de hele we
reld. Ter vergelijking: op de Schorren
broeden zo'n 15.000 kokmeeuwen. Het
zag er naar uit dat ze zouden uitster
ven. Zover kwam het echter niet; in
de meeste landen werd in het begin
van de zestiger jaren een jachtverbod
op de rotganzen afgekondigd, wat een
gestage groei tot gevolg had. Spec-
taulair werd die groei in 1971 toen ook
in Denemarken tot een jachtverbod
werd besloten. Dat nam niet weg dat
mèt de groei van het aantal rotganzen
de hoeveelheid voedsel niet toenam en
waarschijnlijk is dat één van de rede
nen waarom het totale aantal rotgan
zen nooit meer zal bedragen dan on
geveer 200.000. Dat welhaast magi
sche aantal is kennelijk het maximum
dat zich kan voeden op de plaatsen
waar rotganzen graag zijn. Alsof ze
zich van hun bevolkingsdichtheid be-
Piet Postma bij het gebouw van Staatsbosbeheer aan de Molenstraat: ,,Dat verjaagplan mag best van mij. Maar wat dan? Mogen straks
de rotganzen helemaal niet meer over de dijk komen?"
wust zijn neemt de geslachtsdrift bij
rotganzen af wanneer hun aantal toe
neemt. De elementen helpen ook een
handje mee. Twee van de drie jaren
wordt het de ganzen in hun broedge
bied eenvoudig onmogelijk gemaakt
door slechte weersomstandigheden om
een fatsoenlijk nest met-jongen te krij
gen, waardoor hun aantal automatisch
met ongeveer twintig procent afneemt.
Gestage groei
Terug naar het begin van de zeventiger
jaren. Het aantal van 200.000 lag nog
ver in het verschiet, maar het eerste
herstel had zich na het jachtverbod af
getekend. In 1971 waren er 38.000 rot
ganzen en dat aantal nam in de twee
daaropvolgende jaren snel toe omdat
er in 1972 en 1973 respectievelijk 44 en
40% jongen bijkwamen zodat eind
1973 alweer 74.000 rotganzen hun
halfjaarlijkse trektocht langs de Europe
se kusten maakten. De zomers van die
jaren kenmerkten zich vooral door de
sneeuwvrije toendra's ip juni, juli en
augustus: de belangrijkste voorwaarde
voor een goed broedseizoen. Omdat
de ganzen op het wad niet meer het
voedsel vonden van vóór de jaren der
tig trokken ze en masse landinwaarts
op zoek naar mals gras. Op Texel
bracht het grazen van de ganzen in
1975 een totale schade voor de boeren
met zich mee van 7160.000,—. Dit werd
mede veroorzaakt doordat het vee bij
gebrek aan vers gras na een uitzonder
lijk droog voorjaar in plaats van eind
april pas begin juni naar buiten kon.
Plagen
Het was niet voor het eerst dat de
strijd tussen milieubeschermers en
agrariërs oplaaide over de grasverslin-
dende vogels en er werd overwogen
een stuk land aan te kopen om de
ganzen op te vangen. Aanvankelijk
werd dit idee terzijde gelegd, maar
omdat de te vergoeden schadebedra
gen steeds groter werden, kwam dat
plan in 1975 weer boven water en
werd in 1976 hoeve Zeeburg, groot 105
ha., met het daarbij behorende land in
de Eendracht aangekocht om de gan
zen op te herbergen. De keuze viel op
Zeeburg, omdat rotganzen voor dat
stuk Texel een voorkeur bleken te heb
ben, tesamen met vele steltlopers als
wulpen, grutto's en scholeksters, die
weliswaar geen gras eten maar door
hun formidabele aantallen hele hecta
ren gras bezetten.
Staatsbosbeheer werd eigenaar van de
hoeve met het land en de infrastruc
tuur rondom Zeeburg werd zodanig
aangepast dat de dieren er in alle rust
hun dagelijks maaltje gras konden ver
orberen. Mede door de dijkverhoging
konden auto's niet meer in de buurt
komen en de fietsers moesten voor
taan buitendijks langs de hoeve rijden.
De boederij werd in pacht gegeven
aan een schapenhouder, maar omdat
de pachtvoorwaarden bij aanvang van
de overeenkomst niet helemaal slui-
die ook in het najaar erg kwetsbaar
zijn. Een andere factor, die het voor
jaar tot probleemtijd maakt is het aan
tal rotganzen. In de lente veelal meer
dan 10.000 tegen hooguit 8.000 in de
herfst. Bovendien blijven die ,,her-
fstganze'n" meestal maar een paar we
ken alvorens door te trekken naar En
geland, terwijl de ganzen in het voor
jaar soms wel twee maanden op Texel
vertoeven. Met de aankoop van Zee
burg door Staatsbosbeheer waren ech
ter niet alle problemen opgelost. Veel
rotganzen bleven op andere stukken
agrarisch land grazen en bleven de
Texelse boeren dus schade toebren
gen. Om de ongehoorzame dieren wat
op te voeden werd op vele manieren
getracht het land buiten Zeeburg voor
hen onaantrekkelijk te maken. Tiental
len vogelverschrikkers werden neerge
zet in de bontste kleuren en Staats
bosbeheer deed zijn best de dieren te
bewegen zich naar Zeeburg te bege
ven. Reservaatwachter Piet Postma uit
De Cocksdorp, door SBB
de rotganzenproblematiek,
teerde met allerlei
van het afschieten van één
ter afschrikking van een grote
tot het gebruik van
zelfs balonnen. Zelf meent hij
jagen alleen zin heeft als je
methode wisselt. De ganzen
makkelijk gewend aan een
techniek. Zo herinnert Postma
groep ganzen die zich op het
land naar hartelust volschrokte
op nog geen vijf meter een
raat in werking was! Bij iedere
sprongen de dieren een klein
op, maar van vertrekken was
sprake. Datzelfde geldt voor d
verschrikkers. Als die in
worden gezet hebben ze half
hun functie al verloren; dan
voor de vogels een onderdeel
landschap.
Palen en
Eén van de meest effectieve
van verjagen bleek het zetten
len en draden. Om de zoveel
wordt een creosootpaal gezet
een vast patroon, tussen de
wordt een dunne nylon draad
nen, die op de wind fluit, wat
zen als onaangenaam ervaren,
dien worden de dieren door de
belemmerd bij het landen, maard
wordt door veel boeren tegengesp
ken, omdat de rotganzen bij veel ak
als een helicopter tussen de
kunnen neerdalen. Nadat het
aantal rotganzen zich in 1980
gestabiliseerd rond 200.000 werd
al na de zachte winter van 1983
hoge voorjaarschade door de
overwinterde ganzen erkend dat
meer moet gebeuren. Op
was men in 1982 begonnen met e
nieuw soort van verjagen: De Will
heerseenheid aldaar schoot een ai
rotganzen af zodat de rest zich vs
schrik naar de Bosplaat begaf. De
Bosplaat is een natuurgebied waai
rotganzen ongestoord mogen graz as
Dit jaagplan werd twee jaar achtei |e
uitgevoerd en lukte redelijk, maar: ar
tegen de zin van de natuurweten
schappers. Die vonden dat teveel
-ganzen werden gedood. Maar voo:
Kritsich Faunabeheer en andere m
organisaties, protesteerden tegen
optreden van de Wildbeheereenhei
van Terschelling en deze organisali
begonnen een procedure bij de Ri
van State, tegen de minister vanl
bouw en Visserij.
Verjaagpll
Inmiddels had men op Texel een a
gelijk plan opgevat, maar dan in te
overleg met Staatsbosbeheer, zodil
elk geval gecontroleerd kon worden
de jagers zich niet te buiten zouden
gaan aan óejagen van rotganzen ie
plaats van het bedoelde verjagen.
Staatsbosbeheer deelde speciale ki
ten uit en organiseerde rondritten i
de jagers, zodat misverstanden ove
plaatsen waar geschoten mocht wi
den niet konden ontstaan. Duidelif
werd afgesproken dat men zich aai
verjaagregels diende te houden c
anders de vergunning werd ingetrol
Lees verder pagin
Rotganzen boven het Texelse land: bedreiging of zegen?
De veilige haven voor de rotganzen: Zeeburg. Ze hebben er zelt voor gexozen.