Betere bescherming atrijs op z'n plaats Cajunklamme handen en Ierse volksmuziek u College B en W akkoord met verkeersmaatregelen Loodsmansduin Accordeonist Wim de Bruin: Kledingmarkt De Schakel in Rederijkerskamer UDI treedt voor voetlicht Zon, maan en hoog water Geld gestolen /BIJDAG 13 MAART 1987 TEXELSE COURANT PAGINA 11 over mensen helemaal niet zo argwanend! Alweer een paar jaar geleden schreef ik een Witte Lieuw over de fazant. Daarin vertelde ik o.a. dat deze vogels hier eigenlijk niet thuishoren, hoeveel er ook van rondlopen op Texel. In het verre verleden werden deze hoenders in gevoerd ter wille van de jacht. Mis schien kijkt u er vreemd van op, maar ook met de patrijs is dat op Texel het geval. Toch is er een verschil. De fazant is namelijk in heel Europa een exoot. Niet inheems dus. Hij leeft van oor sprong alleen in het Centraalaziatisch bergland. De patrijs daarentegen is wel degelijk een Europese èn Nederlandse soort. Maar omdat hij een echte standvogel is die geen lange afstanden vliegt, heeft hij nooit kans gezien Texel op eigen kracht te bereiken. Hij is dus op ons eiland ingevoerd. In Brieven over Texel" van Pieter van Cuyck lezen we dat al in de tweede helft van de 18e eeuw patrijzen op Texel werden uitgezet: ,,,Mijn vriend had hier ook patrijzen geplant, waar van wij het eerste jaar reeds kudden van zestien of zeventien jongen ontdekten; zij bleven het den winter door houden en broed den het volgend jaar wederom even sterk, zoo dat zij waarschijnlijk een zeer aangenaam voortbrengsel voor het eiland zouden geworden zijn, in dien zij uit zuivere vuilaartigheid niet waren uitgeroeit door een slegten kae- rel, die als jager bijèèn van de Texel- Donderdag 26 maart houdt de her vormde vrouwendienst een kleding markt in De Schakel, naast de N.H. kerk in Den Burg. De opbrengst komt ten goede aan een project van De Wil de Ganzen voor de aanschaf van bo ten en materiaal ten behoeve van de vissers in Madras (India). Alle soorten van kleding (wel schoonl zijn welkom en kunnen ingeleverd worden bij De Schakel op de volgende data: maan dag 23 maart van 10-12 uur; dinsdag 24 maart van 2-4 uur; woensdag 25 maart van 9-12 en van 2-4 uur. De ver koping is op 26 maart van 9-17 uur. Degenen die niet in staat zijn kleding zelf te brengen kunnen contact opne men met mevrouw De Haas, Wilsterstraat 46, telefoon 02220-2298. Zij komt de kleding dan afhalen. Tij dens de markt wordt koffie met cake verkocht. Een aantal enthousiaste leden van to neelvereniging UDI zijn hard aan het repeteren om op zaterdagavond 28 maart in de schouwburgzaal van De Lindeboom de tragi-komedie ,,Oud speelgoed" op de planken te zetten Dit stuk is geschreven door Chiem van Houweningen, één der schrijver van ,,Zeg 's AAA". Het stuk speelt zich af in deze tijd. Een revue-artieste Rosalie, die haar glorietijd beleefde in de jaren vijftig heeft besloten om eindelijk haar zolderkamer te verhuren. Het gelukkige jonge paar, Frank en Kiki Boreel, gaan hun toekomstige woning bekijken. Wat zich vanaf die tijd allemaal afspeelt is een droom gelijk. De werkelijkheid is echter geheel anders... Er is bal na o.l.v. de Kees Geense Band. De entree is f7,50, donateurs hebben gratis toegang. Toegangsbewij zen zijn aan de zaal verkrijgbaar en bij Carita's Boutique in de Weverstraat. De aanvang is 20.00 uur. De zon komt 21 maart op om 6.41 uur en gaat onder om 18.53 uur. Maan: 15 maart V.M.; 22 maart L.K. Springtij: 17 maart; doodtij: 24 maart. Hoog water ter rede van Oudeschild: Vrijdag 13 maart 7.24 en 19.36 Zaterdag 14 maart 8.12 en 20.18 Zondag 15 maart 8.53 en 20.57 Maandag 16 maart 9.32 en 21.35 Dinsdag 17 maart 10.06 en 22.11 Woensdag 18 maart 10.34 en 22.42 Donderdag 19 maart 10.32 en 23.05 Vrijdag 20 maart 10.47 en 23.30 Zaterdag 21 maart 11.19 en Aan het strand is het ongeveer een uur eerder hoog water. Laagwater valt gemiddeld 6.15 uur na hoogwater. sche Heeren gedient hadt, hij schoot de ouden zoo wel als de jongen, en hadt ze boven dien aan het gemeene volk leeren kennen". Tot zover Van Cuyck die ook nog ver telt dat die slegten kaerel" honden bij het gewone volk introduceerde. Dieren die veel schade aan het wild toebrachten. Over uitzetpogingen in de vorige eeuw is niets bekend, in 1935 echter pro beerde men het weer. Weer zonder het gewenste resultaat. Pas na de tweede wereldoorlog slaagden jagers er in de patrijs op grote schaal op Texel te doen inburgeren. Actief De meeste kans om op Texel patrijzen te zien hebben we in het akkerland in de polders en langs de binnenduinen- rand. Vroeg in het voorjaar zijn ze al heel actief. Vooral in de schemering op rustige avonden vechten ze hun fa milieruzietjes uit of vindt paarvorming plaats. Met veel opgewonden, scherpe en krassende geluiden rennen ze met een geweldige vaart achter elkaar aan. Patrijzen leven de hele winter in fami lieverband in een vast gebied. Als een familie een buurfamilie ontmoet, ont staan er meestal strubbelingen. Maar van die gelegenheid wordt door de jonge dieren ook gebruik gemaakt om elkaar te leren kennen (en eventueel een paar te vormen). Het zijn altijd de wijfjes die initiatieven tot een en ander nemen. De mannentjes die hen niet aanstaan worden met veel misbaar weggejaagd. Patrijzen komen door dat gedrag wel eens over als opgewonden en agressieve dieren, maar ze staan ook bekend als schuwe vogels. Als echter het niet goed lukken van wintervoedering wordt geweten aan „natuurlijke schuwheid" is dat niet correct. Kleine op de grond levende vogels met beperkte vliegcapaciteiten zijn vanwege hun kwetsbaarheid altijd wel waakzaam. Schuw zijn ze echter alleen maar omdat ze al eeuwen aan sterke vervolging bloot staan als jacht vogel. In gebieden waar nooit op pa trijzen gejaagd wordt, zijn ze tegen- Een nest vol De patrijs heeft zoals alle hoenders veel eieren. Het wijfje legt er zo'n 15 tot 18! Dat duidt er al op dat de sterf te van jonge (en oude) dieren groot is, ook groot moet zijn want anders zou er spoedig een patrijzen-plaag ont staan. In een ongestoorde natuur ont staan plagen niet, of als ze wel ont staan „bloeden" ze door natuurlijke mechanismen ook weer spoedig „dood". Uit onderzoekingen blijkt dat het nor maal is dat 50 tot 70 procent van de king uit. Als eenmaal het laatste ei ge legd is, begint het wijfje aan haar 23 dagen durende broedtijd. De jongen die geboren worden, worden door bei de ouders verzorgd. Ze hebben echter weinig overlevingskansen. Gemiddeld halen nog geen drie diertjes per paar de herfst. In een natte zomer zelfs nog minder. Het sterftepercentage daarna is zo'n 30 tot 40 procent per jaar. Pa trijzen worden dus niet oud. Maar zelfs met genoemde jaarlijkse „uitval" blijft het aantal dieren nog constant. Het neemt pas af als één paar patrij zen gedurende hun hele leven gemid deld minder dan twee jongen groot brengen. en dat gebeurt nu, helaas, Steeds minder Er is zeker vergeleken met andere broedvogels, weinig bekend over de aantallen die op Texel leven en leef den. Midden jaren '60 schatten we het totaal aantal paren op zo'n 155. Ook in 1974 kwamen we na uitgebrei- op te geven hoeveel dieren er doodge schoten worden. Zelfs de reservaatbe heerders weten dat niet. Zeker is dat door ruilverkaveling, grootschalig agra risch werken, verstedelijking, bebos sing e.d. de soort veel aan leefruimte heeft verloren. Patrijzen houden meer van een kleinschalig, afwisselend land schap. Vooral belangrijk is voldoende dekking, 'n schuilplaats. Wat struikge was, een houtwal, ruigten en verloren grassige hoekjes, wilde bermen en braakliggende landjes zijn ideaal. Daar vindt de soort ook veel onkruidzaden (het hoofdvoedsel) en zanderige plek jes om een stof bad te nemen. Al dit soort plaatsen zijn, door niet-kenners, als waardeloos omschreven, als lastig of als schuilpaats voor „ongedierte" veelal uit ons cultuurland verdwenen. Bovendien zijn door de moderne agra rische landbouwmethoden met driftig gebruik van chemicaliën veel onkrui den voorgoed van de akkers uitgebannen. Niet alleen op Texel, maar eigenlijk in heel ons land bestaat onzekerheid over de grootte van de afname. Uit Midden-europese landen is, door de jachtstatistiek, veel méér bekend. In Oostenrijk werd de totale stand in 1908 geraamd op 427.000 paar, in 1973 op 120.000 paar. In West-Duitsland werden voor verschillende deelstaten afnemingen geconstateerd van tussen de 20 en 62 procent tussen de dertiger en zestiger jaren. Cijfers uit Engeland en Denemarken wijzen op een achter uitgang sinds de vijftiger jaren tussen 50 en 90 procent. Er zijn nauwlijks re denen om aan te nemen dat het in Nederland beter gaat. Daarom is het eigenlijk vreemd dat de soort nog steeds op de lijst van de bejaagbare soorten staat. Betere bescherming zou voor een in zo'n snel tempo verdwij nende soort toch wel op z'n plaats zijn. Adriaan Dijksen De voorgenomen verkeersmaatre gelen in Den Hoorn rond camping Loodsmansduin zijn door B en W goedgekeurd. De mening van de politie dat het instellen van een parkeerverbod aan de zuidzijde van het Klif geen goede zaak is, wordt met verschillende argumenten ont- krachtigd. De voorrangsregeling op het kruispunt Klif/Witteweg/Rom- melpot wordt gewijzigd. legsels verloren gaat. In sommige ge bieden bijna 90. Allerlei roofdieren en roofvogels zijn daarvan oorzaak. Ook vindt veel verstoring door de mens plaats, bijvoorbeeld door recreatie of agrarische werkzaamheden. Heel vreemd is dat juist fazanten ook nesten verstoren. In Tsjecho-Slowakije vond men dat zelfs 25 van alle patrij- zenlegsels door z'n grotere uitheemse neef werd verstoord. Fazantenwijfjes hebben dikwijls de merkwaardige nei ging hun eieren in een patrijzennest te willen leggen. De mannetjes fazant houdt dan de woedende patrijzen op afstand. Soms nemen ze hele legsels over, soms ook niet. In beide gevallen echter draait het op een totale misluk- de tellingen op zo'n 155 paar. Nadien lijken er toch steeds minder op het ei land voor te komen. Daar is een aantal oorzaken voor. In de eerste plaats kan de soort slecht tegen strenge winters. Vooral als er veel sneeuw ligt of ijzel wordt het voedsel voor de dieren on bereikbaar. Deze wintersterfte is echter een natuurlijk gegeven. Een gezonde patrijzenbevolking moet deze verliezen weer snel goed kunnen maken. Daar- - maast is er een combinatie van jacht en het verdwijnen van leefgebied. De eventuele gevolgen van bejaging zijn moeilijk of zelfs helemaal niet in te schatten. In tegenstelling tot veel an dere Europese landen zijn jagers hier namelijk niet verplicht bij te houden en Tegen het verzoek van de RST om een aantal wijzigingen op het kampeerter rein Loodsmansduin te mogen uitvoe ren, zoals een nieuw hoofdgebouw, kwam vorig jaar een. bezwaarschrift bij de gemeente, getekend door een der tigtal bewoners van de Klif in Den Hoorn. Zij vonden dat de nieuwe hoofdgebouwen zo gesitueerd moesten worden dat de aan- en afvoer van kampeergasten niet meer door en rond het dorp hoeft plaats te vinden. In september 1986 werd een avond be legd waarop personen met bezwaren van gedachten konden wisselen met wethouder Daan Schilling. Er zijn toen voorstellen gedaan met betrekking tot de verkeerssituatie waarin de meerder heid der aanwezigen zich kon vinden. De nieuwe in- en uitgangen zullen voor het seizoen gereed zijn. Het gaat om de oude in- en uitgang aan de Witteweg ten behoeve van het strand- verkeer, een ingang aan de Rommel pot en een uitgang aan de Mokweg Voorts worden een aantal ver keersmaatregelen genomen. Eén hier van is het omdraaien van de bestaan de voorrangsregeling op de kruising Klif-Witteweg-Rommelpot. Nu heeft het Klif voorrang op de Rommelpot. Door het omdraaien van de maatregel wordt gepoogd de verkeersveiligheid te verhogen doordat men dan langzamer zou gaan rijden daar. Een tweede maatregel betreft het instellen van één- richtingverkeer voor de (verlengde) Rommelpot (uitgezonderd fietsers, verzorgend- en werkverkeer). De derde maatregel is het instellen van een par keerverbod aan de zuidzijde van het Klif, vanaf het kruispunt Klif- Rommelpot tot aan de Naalrand. De huidige situatie laat parkeren aan beide zijden toe, wat de doorstroming van het verkeer niet bevordert. Er zijn nog enkele aanvullende maatre gelen voorgesteld. De richtingen strand, RST en boot zouden duidelijk met borden moeten worden aangege ven en aan het begin van de (verleng de) Rommelpot zou moeten worden aangegeven dat er sprake is van een doodlopende weg en een aanduiding „Ingang camping Loodsmansduin". De politie vindt een parkeerverbod aan de zuidzijde van het Klif geen goede zaak. Het aan beide zijden parkeren houdt in de ogen van de politie juist een rustiger verkeersbeeld in stand. B en W zien dit echter anders en hou den zich vast aan de voorgenomen maatregelen. Een dertigjarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats wordt gezocht in verband met een diefstal van meer dan duizend gulden uit de kas van een ontwenningskliniek op Texel. De man die hier een kuur volgde is inmiddels van Texel verdwenen. De beheerder heeft de diefstal ontdekt en bij de poli tie gemeld. in de Oudeschilder woning van Wim de Bruin (43) bevindt zich een keur van muziekinstrumenten: een viool, blokfluiten, klavecimbel, cornamuse (renaissance-fluit met karakteristieke klank), gitaar en 12-snarige gitaar. Een verzameling accordeons speelt echter de hoofdrol; de analist bij het NIOZ bezit er een stuk of zeven, varië rend van een Italiaanse handgemaakte tot een 120-bassige „gewo ne" accordeon. Wim de Bruin is de vierde en laatste Texelse amateur-musicus in de winterserie met het thema „muziek". In de openbare bibliotheek was de afgelopen weken een expositie over de blaasbalgachtige instrumenten, waartoe de accordeon behoort, te zien. In tegenstelling tot zijn voorgangers in deze serie, vindt er geen optreden van De Bruin in de leeszaal plaats. de verleiding niet weerstaan om het daarmee ook eens te proberen. Liever nog speelde hij echter op het harmoni um dat in het ouderlijk huis op het voormalige eiland Rozenburg een war me plaats innam. Vader De Bruin, die timmerman was, speelde er graag op in zijn vrije uurtjes en ook moeder bracht nu en dan kinderliedjes en psal men ten gehore. Daarnaast bezat va der ook een citer en een viool die hij gebrekkig bespeelde. De voorliefde voor muziek maken heeft Wim de Bruin dus niet van een vreemde. Les heeft hij nauwelijks gehad. Bij zijn Op Texel geniet Wim de Bruin bekend heid als lid van de NlOZ-band, de achtmans formatie die Ierse volkslied jes als specialiteit heeft. Volgens De Bruin is de accordeon bij uitstek ge schikt voor volksmuziek: ,,Het is nog maar een jong instrument, maar in veel landen ingeburgerd bij de volksmuziek. In Amerika bijvoorbeeld bij de „cajun", de door Franse invloe den geïnspireerde blues. Da's hartver scheurend, ik ben daar een enorm lief hebber van. Volgens mij kan je dat haast alleen maar spelen als je zelf met die cultuur bent opgegroeid, dat moet in je zitten. Hetzelfde geldt voor de Oost-europese volksmuziek (Bal kan). Ik ben eenmaal in Bulgarije ge weest, zulke rare maatsoorten als ze daar met accordeon spelen zou hier zowat niemand kunnen presteren, alles wordt staccato gespeeld". Voorts is de accordeon onmisbaar bij de Zuid- Amerikaanse tango en Franse musette. En Ierse folk natuurlijk. Samen met vi olist Bouwe Kuipers stond De Bruin aan de basis van de NlOZ-band. „Bouwe kwam van een Zweedse reis terug met een stapel volksmelodietjes en zocht daarbij begeleiding. Hij herin nerde zich dat ik eens een personeels- barbecue had opgeluisterd met m'n di atonische accordeon. Toen zijn we sa men die Zweedse liedjes gaan doen. Die melodieën klinken prachtig melan choliek. We hebben zelfs nog eens in hét volkscafé van Amsterdam ,,'t Ge veltje" opgetreden, maar dat werd een flop. Ik beheerste de moeilijke stukken niet zo en kreeg klamme handen en een inzinking. Gelukkig was er maar weinig publiek". lerland-fan Om het spelen in een gelijkmatig ritme te bevorderen, werd het duo aange vuld met trommelaar Hans Witte. Maar die vond als lerland-fan dat Zweedse gedoe maar niks. „Van liever lee" groeide dit uit tot de acht man sterke NlOZ-band, bestaande uit Rikus Kloosterhuis (staande bas), Rick Ni chols (gitaar en zang), Wim Klein Bre- teler (mandoline), Swier Oosterhuis (doedelzak) en Lennart Fonds (tinwhistle). Zo is Wim de Bruin op latere leeftijd nog in een bandje beland en treedt hij daarmee op bescheiden wijze in de voetsporen van broer Rien. Die maakt deel uit van de landelijk bekende „Amazing Stroopwafels' en was ook degene die in een ver verleden Wim met de passie voor de accordeon besmette, Rien kreeg namelijk op zijn verjaardag een kleine 48-bassige „Lud- wig" accordeon cadeau en Wim kon harmonium-lessen leerde hij het kla- varscribo, een voor bespelers van kla vierinstrumenten handig notenschrift. Met het gewone notenschrift heeft hij nog altijd moeite, omdat dan telkens veel noten in één oogopslag moeten worden gelezen. Als De Bruin blokfluit speelt, heeft hij geen moeite om het gewone notenschrift te volgen. Hij heeft geen zin om nu nog les te ne men. „Door dingen aan te pakken die net iets boven je vermogen liggen, kun je toch technisch vooruit blijven gaan", is zijn verklaring. Oefenen doet De Bruin meer dan vol doende. Elke avond pakt hij wel een instrument en fantaseert dan naar ei gen believen. „Dat hoeft dan heus niet goed te zijn, muziek is een uitlaat klep voor me". De laatste tijd neemt hij vooral de kleine, diatonische accor deon in handen, omdat deze het meest geschikt is voor de NlOZ-band in verband met de heldere, directe klank. Datzelfde geldt voor het nog kleinere „Skippertje", de eerste accor deon van De Bruin. Met een repertoire van vijf tien liedjes heeft hij daarmee zelfs eens als straatmuziekant in Amsterdam gewerkt. „In principe is de accordeon zowel voor de begelei ding als voor solo's bruikbaar", weet Wim de Bruin. Linkerhand Op de vraag of het leren bespelen van een accordeon veel moeite kost, ant woordt De Bruin ontkennend. „Het is makkelijker aan te leren dan gitaar. Je hebt een minder soepele linkerhand nodig. Bovendien klinkt het al gauw goed". De linkerhand is nodig voor de bediening van de vele knopjes aan de linkerzijde van de accordeon, de bas- senzijde. Met de rechterhand wordt het klavier bespeeld, oftewel de melo diekant. Het lijkt een groot probleem dat de accordeonist niet kan zien wel ke van de talloze (120) basknopjes hij indrukt, alles gaat dan ook op gevoel, met slechts één miniem steunpuntje: het basknopje dat het C-akkoord aan geeft, is gemarkeerd. Rugklachten zijn een bekend verschijn sel onder accordeonspelers. Een grote (gewone) accordeon weegt naar schat ting tegen de tien kilo. Maar dit ge wicht weegt niet op tegen het plezier dat het zelf muziek ermee maken verschaft.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1987 | | pagina 11