KLM-lijn met Amsterdam: romantische herinnering msm mm tr*. - De vijftiger jaren Spitfires boven de Texelse duinen ten zuiden van De Slufter. K* i AXa. -«_> -ats&i ks 'fi Het K.L.M-Agentschap (BurtJ Crt, Den Burg, Telef. 11 njfl Het eerste vliegtuig op Donfl Juli, 8.25 van Texel, is volgehfl tocht wordt gemaakt door de h9 stoor Brinkman en Pastoor Boel de heer en mevr. Van Luijn metbT twee jaar, de heer en mevr. \fJ gee reu op Vredestein; reizen (d Rotterdam) en de heeren De IJ Gravenstein. De tweede dienst op ZaterdJ (13.35 van Texel) is op twecT na reeds volgeboekt. Bespreekt steeds zoo spoedig J Wij reserveeren, desgevraagd, o3 de terugreis en zorgen voor het 1 naar het vliegveld. Wc herhalen: Iedere Zondag jL Aug van TWEE TOT VIJE uJ vluchten. Bij voldoende deelnaj Zondags vluchten naar AmstcrdJ KERMIS-KRABBELS. SCHOUWBl Men sclinjft ons. "grdag wordt in SchJ opgevoerd, dej 'tie Staa' toeristische luchtvaart nam toe, I bedrijf Tessel Air verzorgde rontfl ten, luchtreclame en chartervluci en in de afgelopen 15 jaar werdt] copters die een tussen landing n op weg naar booreilanden in de Noordzee een steeds regelmatige verschijning. De groeiende activiteit op het vi I werd zeer aangewakkerd door Ee I Bruijn, die zijn vader als havenmP opvolgde. Hij bleek een fijne net promotie en publiciteit te hebber bracht Texel in binnen- en buiten in de aandacht als aantrekkelijk d. van een vliegtocht. Het viel de vI blijkbaar niet tegen, want ze bleJ komen en zorgden door mond-toï mond-reclame voor een sneeuwlJ fect, dat eraan bijdroeg dat het\| thans winstgevend kan worden geëxploiteerd. Geen luchtlijn rtl Maar zelfs voor De Bruijn (die wJ zijn gastheerschap door de Aircrtl Owners and Pilots Organisation onderscheiden met de Prix d'O ge") zal het niet mogelijk zijn om luchtlijn met Amsterdam, waar lemaai mee is begonnen, in eer stellen. Het is een financieel onh re kaart geworden. Daarbij moet worden bedacht dat binnenlandse luchtverkeer voor log vooral tot bloei kon komen de toen veel slechtere infrastruct De meeste mensen hadden geen de wegen waren slechter en de bus- en bootverbindingen waren minder frequent dan tegenwoorrf concurrentiepositie van het vlieg op de korte binnenlandse lijnen ook verslechterd omdat het vlieg zelf met veel hogere kosten gepa ging en ook hier de wet van de schaligheid zich liet gelden. Rend luchtvervoer werd alleen met gro toestellen mogelijk, waarbij de brandstof en andere kosten per gier het laagst waren. Maar dan moesten die grotere toestellen bezettingsgraad van minstens zes procent halen en zoveel passage dienden zich voor de luchtlijn Amsterdam-Texel niet aan. Date trouwens ook voor de meeste an binnenlandse lijnen. Direct na de log is er nog wel vrij intensief bi lands luchtverkeer geweest, omd vervoer over de weg omslachtig door de vele vernielde bruggen dere verbindingen. De toestellen voerden praktisch alleen overhei functionarissen die betrokken wa de wederopbouwactiviteiten. Ter? bij de na-oorlogse vliegerij niet ken geweest. Er zijn nog wel en particuliere pogingen gedaan om kleine toestellen een regelmatige verbinding tussen Texel en het v land op te zetten. In het begin zestiger jaren was Teso daar zelfs betrokken. Die bootonderneming met f80.000,— deel in de N.V. Si die met optimisme aan een lucht- met Schiphol begon. Dat geld b het water te zijn gegooid, want berg ging al gauw failliet. PAGINA 2 Er was een tijd dat het niet vanzelfsprekend was om met de boot naar Texel te gaan. Toen was er een tweede mogelijkheid: het vliegtuig. Van 1937 tot de mobilisatie van 1939 had Texel een regelmatige luchtverbinding met Amster dam, geëxploiteerd door de KLM. De opening van de lucht lijn op 1 juli 1937 hield rechtstreeks verband met het Texelse vliegveld dat op initiatief van de KLM was gesticht a/s on derdeel van de plannen om een binnenlands luchtnet op te zetten. Duizenden Texelaars en toeristen heb ben destijds gebruik gemaakt van de luchtlijn. De toestellen waren bijna al tijd vol, wat niet zo verwonderlijk is want het was, ook volgens de toen malige geldwaarde, niet duur. Een en kele reis kostte ƒ5,50 en een retourtje ƒ8,—. De Texelaars kochten hun kaartje bij het bureau van de Texelse Courant, dat van de KLM het agentsschap had gekregen. Het vliegseizoen duurde telkens van begin mei tot eind september, waarbij op werkdagen twee maal per dag werd gevlogen terwijl op zaterdag en zon dag wel vijf of zes vluchten werden uitgevoerd. In de weekenden beston den de passagiers meestal uit zakenlie den die bij hun op Texel vakantiehou dende gezinnen op bezoek gingen. Door de vliegreis konden ze het tijd verlies dat de uren durende reis door Noordholland en de toen veel om slachtiger overtocht per boot bespa ren. Uit de vervoerscijfers blijkt dat er elk jaar een vrij groot verschil was tus sen de aantallen per vliegtuig komen den en gaanden. Blijkbaar kwam het vaak voor dat mensen met de Teso- boot naar Texel kwamen en per vlieg tuig weer vertrokken. Als die situatie in deze tijd zou herleven, zou dat voor de Teso slecht uitkomen, want dan zou het noodzakelijk zijn om voor de boot weer onderscheid te maken tus sen enkele reizen en retours en het zou nodig zijn de kaartjes op zowel heen- als terugreis te controleren. Luchtnet De luchtlijn Amsterdam-Texel was on derdeel van een binnenlands luchtnet dat de KLM in die jaren bezig was op te zetten, met onder andere de lijnen Schiphol-Haamstede (1931), Eelde (1931), Vlissingen (1932), Twente (1932) en Welschap (1932). De eerste binnen landse luchtlijn was Schiphol- Waalhaven (1921). In mei 1928 viel het oog van de KLM op Texel, dat toen al befaamd was als vakantiebestemming en dus perspec tieven bood. Het eiland had echter geen vliegveld en dat moest dus eerst worden aangelegd. In mei 1928 schreef de KLM-directie aan de toenmalige Texelse burgemeester W. B. Oort dat belangstelling was geconstateerd voor een luchtverbinding tussen Texel en ,,het centrum van Holland". Zooals door verschillende personen aan ons werd meegedeeld, is Texel als bad plaats van steeds toeneemende betee- kenis; de ontwikkeling van de bad plaats wordt evenwel belemmerd door de zeer slechte verbinding met de ste den als Den Haag, Amsterdam en Rotterdam. Het lijkt ons inderdaad mo gelijk hierin verbetering te brengen door het inrichten van een luchtverbin ding mits op Texel een goed vliegter rein worde ingericht". Schapen wegjagen Als plaats voor het Texelse vliegveld leek het midden van de uitgestrekte Eierlandse polder zeer geschikt. Hier kocht de gemeente voor totaal ƒ18.450,— het weiland van de boerderij ,,De Vlijt" aan de Postweg (26 ha.) plus een aangrenzend stuk van 11,7 ha. van B. Dros Pzn. Het gezamenlijke terrein was groot genoeg om er een ,,vliegpark" te maken van de door de KLM gewenste afmetingen: 600 x 600 meter. Greppels en sloten werden dichtgemaakt en met inschakeling van de Nederlandse Heidemaatschappij werd grondverbetering uitgevoerd. KLM-directeur Albert Plesman kwam op 14 april 1933 persoonlijk naar Texel om het toekomstige vliegveld te bekij ken. Hij ging akkoord maar vond het toch wel bedenkelijk dat het de bedoe ling was het vliegveld als schapenland in gebruik te houden. Dat betekende dat bij de landing van elk vliegtuig de grazende schapen moesten worden weggejaagd. Op Texel werd dat echter geen enkel probleem gevonden. Tot in de zestiger jaren hebben voortdurend schapen op het vliegveld gegraasd en het was één der taken van de luchtha- venmeester om deze dieren telkens naar een hoek van het terrein te drij ven als een vliegtuig landde of opsteeg. Blauwe Tesselaar Oudere Texelaars weten nog met en thousiasme te vertellen over de Blau we Tesselaar. Zo werd het vliegtuig ge noemd waarmee de KLM de verbin ding met het eiland onderhield. Het was een Fokker F7A (blauw van kleur, vandaar de naam) die plaats bood aan acht personen. De vliegkosten kwa men op ƒ58,— per vlucht. Om kosten dekkend te zijn moesten er minstens zes zeven passagiers zijn. Dat was bijna altijd het geval en het verhaal dat de KLM de dienst op Texel later heeft moeten staken wegens grote verliezen is dan ook niet juist. Het was een groot feest toen het vliegveld (voorzien van stationsge bouw, havenmeesterswoning, benzine opslag, opslagloods en radiovoorzie ningen) op 26 juni 1937 officieel in ge bruik werd genomen. Er werd een luchtvaartshow aan verbonden die ook in deze tijd indruk zou maken. De dui zenden belangstellenden die naar het vliegveld waren gekomen zagen toen hypermoderne vliegtuigen zoals de DC 2, de autogyro (voorloper van de heli copter) en de legendarische ,,Scheldemusch". Tal van sprekers voerden het woord waaronder de Texelse burgemeester Kamp, schrijver-vlieger A. Viruly, P. Guillonard van de KLM-directie en de heer Van Ede v.d. Pais, vertegenwoor diger van het ministerie van verkeer en waterstaat. Laatstgenoemde verrichtte de eigenlijke opening, ,,De Nederland- sche vlag wordt geheschen aan de mast van het stationsgebouw, gevolgd door de vlag van de KLM. Texels Fan fare laat het Wilhelmus hooren. De eerewijn gaat rond", aldus de Texelse Courant van 30 juni 1937 die zeer ly risch verslag deed van de grote dag en van de gebeurtenissen die eraan voor af waren gegaan. Dat het eiland was opgenomen in het binnenlandse lucht net van de KLM werd als een histori sche gebeurtenis beschouwd, waarvan een hevige impuls werd verwacht voor het toen nog in de kinderschoenen staande toerisme. Texel zou worden Het openingsfeest op 26 juni 1937. De meest moderne vliegtuigen uit die tijd streken op het Texelse veld neer. Links de aankomst van de DC 2 Koetitan". Vele honderden Texelaars stroomden naar het vliegveld en bewonderden de techniek van de nieuwe tijd. Op de foto onder meer de ro (voorloper van de helicopteren de éénpersoons Sche/demusch BIJLAGE TEXELSE COURANT VRIJDAG 15 M(| TEXEL-AMSTERDAM. Passagiers gaan aan boord van ..De Blauwe Tesselaar". meegesleept in de vaart der volkeren.... Allerlei toestellen Dat eerste seizoen werden 1580 passa giers van Schiphol vervoerd en 1769 van Texel. Het tweede seizoen bedroe gen deze aantallen resp. 2512 en 2875. Dat tweede jaar gebruikte de KLM soms andere vliegtuigen: de aan 14 personen plaats biedende DC 2 (het type waarmee de KLM de Melbourne- race van 1934 had gewonnenl maar soms ook de Lockheed 14 superelectra (11 personen), de 4-motorige Fokker F23 (22 passagiers) en zelfs de 4-motorige Fokker F36 waarvan de KLM er maar één had: De Arend. Dit voor die tijd reusachtige toestel kon 36 passagiers meenemen. Oorlog Op 22 augustus 1939 moest de lucht verbinding Amsterdam-Texel worden stilgelegd in verband met het dreigen de oorlogsgevaar. Vliegveld De Vlijt kreeg een militaire bestemming. Schuin tegenover het vliegveld werd een hangar gebouwd voor militaire vliegtuigen. Er was ook een jachtvlieg- school en een vliegeropleiding voor meermotorige vliegtuigen. Met mitrail leuropstellingen werd het veld bevei ligd en met barricades werd voorko men dat ongewenste vliegtuigen op het terrein konden landen. Al op 10 mei 1940 werd het veld door Duitse vliegtuigen onder vuur genomen waar bij 10 van de 21 gestationeerde militai re toestellen werden beschadigd. Duitse tijd Enkele weken later namen de bezetters het terrein in beslag en maakten er meteen een Duitse basis van. Het vliegveld werd vergroot van 38 naar 100 hectare en er werden twee verhar de startbanen en rolbanen aangelegd. Spoedig werden ook de eerste Duitse vliegtuigen gesignaleerd: Messer- schmitt Me 109, Me 110, de Junkers 188 en de Junkers 52, hoewel die niet op Texel werden gestationeerd. Eind '42 werden de meeste vliegtuigen weer weggehaald om te worden ingezet aan het Oostfront. In 1943 werd de zuid westelijke hoek van het vliegveld om geploegd om het terrein voor geallieer de toestellen onbruikbaar te maken De hangar werd gesloopt en op het vliegveld Deelen weer opgebouwd. Als gevolg van de opstand van de Georgiërs in april 1945 werd het vlieg veld grondig vernield. Mede daardoor werd het terrein na de oorlog door de Rijksluchtvaartdienst als vliegveld afgekeurd. Van 1946 tot 1952 liet de gemeente het veld weer opknappen door de Hei- demij, zodat het in laatstgenoemd jaar feestelijk kon worden heropend met als havenmeester de heer M. van Harn. Toeristisch vliegverkeer was er toen nog weinig. Wel werd het veld ge bruikt door Spitfires en Harvards. Die vlogen met sleepzakken langs de Noordhollandse kust om oefengelegen heid te bieden voor luchtdoelartillerie. Op 20 maart 1956 kreeg het vliegveld een min of meer zelfstandige status door de oprichting van de N.V. Lucht vaartterrein Texel, met als aandeelhou ders rijk, provincie en gemeente. De administratie werd gevoerd door een gemeente-ambtenaar. Uit die tijd kwam het veld in opspraak door het zg. benzineschandaal. De benzine die op het veld werd aangevoerd, bleek niet alleen terecht te komen in de vliegtuigen, ook in de particuliere au to's van sommige Texelaars.... Internationaal Van Harn werd opgevold door haven meester J. C. De Bruijn die ervaring had opgedaan op Schiphol. Onder zijn bewind kreeg het vliegveld de status „internationale luchthaven", een groot woord voor de eenvoudige groene vliegwei, maar toch waar, want het betekende dat de havenmeester de be voegdheid kreeg om als douane ambtenaar op te treden, waardoor bui tenlanders voortaan rechtstreeks naar Texel konden vliegen en niet eerst naar een ander internationaal veld in het land hoefden voor de douaneformali teiten. Voor het voortbestaan van het vlieg veld is dit zeer belangrijk geweest. De huidige opvallende groei van het bui tenlandse luchtverkeer op Texel zou er anders nooit zijn geweest. Een nieuwe activiteit was het zweef vliegen, aanvankelijk door de zweef- vliegclub van de AKU uit Deelen en vanaf 1966 door de toen opgerichte zweefvliegclub Texel. Para's Een flinke versteviging van het econo misch fundament onder het vliegveld was het Paracentrum Texel. Dat ging in 1969 van start met cursussen para chutespringen en is thans Nederlands meest bekende opleidingscentrum, se dert vorig jaar gevestigd in een vol wassen gebouw, compleet met verkeerstoren. In 1973 werd het feitelijk veel te grote vliegveld (waarvan een deel werd ge bruikt voor het weiden van schapen) met 38 hectare ingekrompen. Van in krimpen van de bedrijvigheid op het veld was echter allerminst sprake. De

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1987 | | pagina 6