'ieg marineluchtvaart stond op Texel e Mok: van vliegkamp :ot Dourleinkazerne jMm- "*88** -SF PLJ^ N> -•' Mf|)PAG 15 MEI 1987 BIJLAGE TEXELSE COURANT PAGINA 3 n r 'K.V'X*. l$n van het vliegkamp De Mok uit de twintiger Jaren. Links da werkplaatsen, hangars en legeringsgebouwen In vogelvlucht en rechts de aan steigers afgemeerde watervliegtuigen met op de achtergrond de Mokbaai i het Marinevliegkamp De Mok 21 augustus 1917 in gebruik \rd gesteld, viel dat vrijwel samen met de officiële oprichting I de Marine Luchtvaart Dienst, drie dagen tevoren. De wieg dit belangrijke onderdeel van de zeestrijd krachten stond l op Texel. De Mok heeft dan ook een bijzondere plaats ge- gen in de annalen van de Koninklijke Marine. «aar werd eind 1916 al een klein kamp ingericht in Schellingwoude, De Mok werd de hoofdbasis in lijd dat de vliegerij nog in de kin- khoenen stond. jjoorloper van de MLD was de lervliegdienst" die van 1916 da- Ten die van start ging met een IGlenn Martin watervliegtuigen die nerika waren gekocht, aangevuld ..geïnterneerde" vliegtuigen van Ie makelij. Dat materieel stond in «ook ter beschikking van De Mok. Ideaal i geen wonder dat het oog op viel als vestigingsplaats van een vliegkamp. De omstandigheden i er ideaal. De Mokbaai biedt een i de westelijke stormen prachtig fiutte taxibaan en het terrein op ndtong biedt voldoende ruimte I legeringsgebouwen, hangars en plaatsen. Het landen en opstijgen 6e vliegtuigen gebeurde meestal fet aan de Mokbaai grenzende deel het Marsdiep, vlak langs de vaar- l van de Texelse boot. Startende landende watervliegtuigen vormden i dagen altijd weer enerverende keltjes voor de bootpassagiers, de Mok werden marinemannen tot vlieger opgeleid, nadat zij zich J hadden bekwaamd met landvlieg- (n. Dat laatste gebeurde aanvanke- i Soesterberg en ingaand 17 okto- 918 op het marinevliegkamp De Jbij Den Helder dat toen in ge tik werd genomen. De Mok is dus gr dan De Kooi. Na hun opleiding Mok werden de vliegers meestal ponden naar Nederlands indië. waterrijke overzeese gebiedsdeel ^ijn duizenden eilanden en nog I echte vliegvelden was alleen watervliegtuigen goed te ersen. Jelfstandige Marine Luchtvaart- It is jaren omstreden geweest. Een ing heeft het plan bestaan de J weer op te heffen en de taken ite dragen aan de luchtvaartafde- jran de Kon. Landmacht (de Kon. [tmacht werd pas na de tweede Bdoorlog opgericht). Daarmee sa- pangend werden geen besluiten ■men inzake behoorlijke uitbreiding Jchnische vernieuwing van het end materieel zodat de marine pp de Mok lange tijd met verou- spullen werkte. Daar kwam pas "1 verandering in toen het defini- lesluit viel om de MLD te handha- fen overgegaan werd tot aanschaf pieuwe vliegtuigen. Dat was ech- i laat om nog van veel nut te in zijn toen de oorlog uitbrak. Oorlog 1 mei 1940 waren praktisch alle vliegtuigen overgebracht naar verschillende steunpunten in het land om te voorkomen dat ze op De Mok allemaal tegelijk zouden kunnen wor den vernietigd. De Mok is door de Duitsers meerdere malen vanuit de lucht aangevallen. Bij de capitulatie op 14 mei 1940 maakten de mannen van De Mok het vliegkamp voor de Duit sers onbruikbaar door de gebouwen in brand te steken en de taxibaan in de baai te versperren door enkele achter gebleven lesvliegtuigen in het water te rijden en kapot te schieten. Het vliegkamp had opgehouden te bestaan en zou nooit meer worden herbouwd. Duitse tijd De Duitsers gaven de landtong aan de zuidkant van Texel, zo dicht bij het strategisch gelegen Den Helder, een andere bestemming. Het werd een opstelplaats voor luchtdoelartillerie, be doeld om Den Helder te beschermen tegen aanvallen van geallieerde bom menwerpers. Dat betekende dat het puin grotendeels werd opgeruimd en dat jarenlang Duitsers waren gehuis vest in de herstelde en nieuwgebouw de bemanningsverblijven. Hoe het er in die tijd op de Mok toeging, komt naar voren uit een boekje dat de Duit sers maakten om de soldaten die er waren gelegerd een herinnering te be zorgen en hen tevens op de hoogte te stellen van wetenswaardigheden over Texel. Foto's laten zien hoe het ver woeste kamp wordt herbouwd en hoe de Duitsers zich in hun vrije tijd ver maakten, spelevarend en zwemmend in de Mokbaai. Mariniers Na de oorlog lag De Mok er onge bruikt bij, totdat in 1949 de mariniers kwamen. Want dezelfde omstandighe den die de zuidpunt van Texel zo ge schikt maakten als vliegkamp, maakten het ook tot een ideale gelegenheid voor amfibische opleidingen. De naam ,,De Mok" verdween, al thans officieel, en maakte plaats voor „Amfibisch Oefenkamp Texel". Het AOK was aanvankelijk een dependance van de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn maar kreeg in 1981 een zelfstandige status. In 1983 was er op nieuw naamsverandering: het AOK werd herdoopt in Joost Dourleinkazer ne, als eerbetoon aan majoor der mari niers J. Dourlein, die 29 februari 1980 was overleden. Joost Dourlein (gebo ren 8 april 1911 in Vrouwenpolder, Zee land) kwam in september 1928 als ma rinier in Rotterdam en werd officier in juli 1944. In 1946 en 1947 was hij com mandant van een infanteriecompagnie tijdens de politionele akties in Indone sië waar hij wegens moedig en tac tisch optreden de Militaire Willemsorde vierde klasse verwierf. Per 1 mei 1959 verliet bij de marine. Naamsbekendheid.... Niet gezegd kan worden dat de naam „Dourleinkazerne" op Texel ingang ge vonden heeft. Menige Texelaars kijkt verbaasd op als men over Joost Dour leinkazerne praat. Daar hebben ze nooit van gehoord, wèl van „De Mok". Waar die naam oorspronkelijk vandaan komt, is overigens een raad sel. Er wordt wel eens veweerd dat het een afkorting is van Marine Oplei- dings Kamp, maar dat klopt niet want de naam „Mok" staat al op kaarten uit de vijftiende en zestiende eeuw, toen er van marine op zuidelijk Texel nog lang geen sprake was. Er is ook wel eens geopperd dat de naam is ontstaan omdat het bevaarbare gedeel te van de baai een opvallend ronde vorm heeft die doet denken aan een mok (drinkbeker). Het zou een mooie opdracht zijn voor de Historische Vere niging van Texel om daar zekerheid over te krijgen. Er zijn overigens meer onzekerheden over de „Mok". De meeste mensen weten niet precies wat daar gebeurt. Dat er mariniers zitten is zo langzamer hand wel bekend, maar wat die daar doen, hoeveel er zijn gelegerd en waar die gebouwen en installaties voor dien- ne weten maar weinigen. Veel contact tussen de Mok en de rest van Texel is er niet. Vroeger was dat anders. In de vliegkamptijd waren de jongens van de Mok voor hun vertier veel meer op het eiland aangewezen, omdat het aller minst vanzelfsprekend was om de vrije tijd thuis door te brengen. Ook in de beginjaren van de na-oorlogse mari niersperiode waren er allerlei vormen van officiële uitwisseling. De mariniers, toen nog herkenbaar omdat ze in hun vrije tijd het uniform moesten dragen, kon je in de dorpen zien stappen, niet zelden met een Texels meisje aan de arm. In de loop der jaren zijn nogal wat Texelsen getrouwd met jongens die zij aan de Mok te danken hadden. De dienst „O., S. O." (Onderwijs, Sport en Ontspanning) organiseerde in „De Oranjeboom" in Den Burg zelfs speciale dansavonden. Mooie taferelen van verbroedering tussen militairen en burgerij moeten zich ook hebben voor gedaan bij de nasi-maaltijden op de Mok, waarvoor allerlei burgers werden uitgenodigd. Drama's Niet alle confrontaties met de Mok waren aangenaam. Als je in de jaren vijftig (de schrijver van dit artikel weet ervan mee te praten) je fiets of brom mer kwijt was, dan viel de verdenking al gauw op de mariniers. Texelaars ste len immers niet en toeristen waren er weinig en in de winter helemaal niet. Het moesten de Mok-jongens dus wel zijn. Het vooroordeel was niet geheel ongegrond want wie de moeite nam om langs de route Den Burg-Den Hoorn-De Mok te gaan zoeken vond zijn rijwiel heel vaak terug, achtergela ten in berm of sloot in de buurt van het kamp. Een marinier had het tijdens het passagieren dan wat laat gemaakt en even een fiets „geleend" om snel in het kamp te kunnen komen. Ook schijnen er in die dagen nogal wat drama's te zijn geweest als een Texels meisje haar Texelse geliefde verliet om zich aan een stoere marinier te geven, een gedrag dat nogal eens werd af gestraft als die marinier van Texel ver dween als zijn tijd erop zat en zijn amoureuze interesse ook naar elders had verlegd. In negatieve zin viel de naam De Mok ook wel eens als bij oe feningen hinder of schade werd ver oorzaakt of als een verkeersongeluk plaatsvond waarbij „wild" rijdende Mok-jongens waren betrokken. Van al gemene afkeer is onder de Texelaars echter nooit sprake geweest, in tegen deel. Vooral als gebruik kon worden gemaakt van de hulp van de mariniers, werden ze zeer gewaardeerd. Mokbootje Bijna legendarisch is het „Mokbootje", waarmee de verbinding tussen kamp en Den Helder werd onderhouden en dat in de loop der jaren tientallen ke ren 's nachts is uitgevaren om burgers te vervoeren die voor zeer dringende zaken naar het vasteland wilden. Het ging dan om mensen, die naar in le vensgevaar verkerende verwanten moesten. Deze service bestaat nog steeds, maar om te voorkomen dat er misbruik van wordt gemaakt, moeten mensen die op deze manier het vaste land willen bereiken wel eerst contact opnemen met de politie. De mariniers vinden het verder vanzelfsprekend dat zij met mensen en materieel te hulp komen bij heide- en bosbranden of an dere rampen en in de loop der jaren zijn er allerlei kleine staaltjes van dienstvaardigheid geweest waar de burgerij van kon profiteren, hoewel de bezuinigingen van de laatste jaren wel hun grenzen hebben gesteld. Feit is dat het Korps Mariniers graag vre destaken verricht en eigenlijk best zou terugwillen naar de intensieve contac ten met de burgerij. Als er plechtighe den zijn op de Mok worden tegen woordig weer burgers uitgenodigd en als mensen in groepsverband (scholen e.d.) een bezoek willen brengen aan de Joost Dourleinkazerne is dat bijna altijd mogelijk. Als het even kan wordt er dan een interessante excursie met demonstraties van gemaakt. Merk waardigerwijs is dat op Texel nauwe lijks bekend: de meeste Texelaars zijn nog nooit op De Mok geweest! De oorzaak moet onder andere worden gezocht in gebrek van continuïteit bij het opbouwen van burgercontacten. Er is elke twee tot vier jaar een nieuwe commandant. Ze doen allemaal hun best maar ieder op een andere manier. Ze hebben nog maar net met Texel 0/lïi 1 Jz* --V T'. Boven en onder: Regelmatig wordt een de Texelse westkust, vooral in de omgeving van de kazerne ..amfibisch" geoefend. De laatste jaren wordt natuurgebied echter gemeden. kennis gemaakt of ze moeten alweer weg. Ondanks die handicap lijkt er de afgelopen jaren toch steeds meer op gang te komen. Opleiding Elke marinier komt ooit terecht in de Joost Dourleinkazerne, waar bij de am fibische training krijgt die hem onder scheidt van een „gewone" militair. Aansluitend op de eerste militaire oefe ning volgen de dienstplichtige, beroeps-en kortverbandmariniers hier een opleiding van twee weken om de grondbeginselen van amfibische opera ties (in het grensgebied van zee en land) onder de knie te krijgen. De trai ning bestaat praktisch helemaal uit praktische oefeningen: drills met lan dingsvaartuigen en helicopters, het uit voeren van amfibische verkenningen, het doen van aanvallen bij dag en bij nacht. De cursisten maken daarna hun basisopleiding af en worden dan ge plaatst in een operationele eenheid er gens in het land. Mariniers, die een kaderopleiding volgen, komen later te rug naar de Dourleinkazerne voor een vervolgopleiding die hen geschikt maakt om bijv. op te treden als onderofficier-bootploegcommandant. De toekomstige officier brengt nog meer tijd door in de Dourleinkazerne, want hij moet leidinggevend kunnen optreden bij amfibische operaties in groter verband. Speciale cursussen Naast de algemene opleidingen wor den ook gespecialiseerde cursussen gegeven zoals voor rubberbootbestuur der (14 dagen), landingsbootbestuurder (15 weken). Operationele eenheden ko men regelmatig voor oefeningen terug naar de Dourleinkazerne, waar veelal wordt getraind samen met de Engelse mariniers en Belgische paracomman do's. De kazerne verzorgt vender de cursus scheepstaken voor mariniers, LCRM-instructie voor vlootpersoneel en training voor beveiligingsdetache menten bij marineschepen. De mobiele eenheden van rijks- en gemeentepolitie worden ook op De Mok getraind. Belangrijk is de Compagnies Boot- groep die in de Dourleinkazerne is ge vestigd, over 12 landingsboten be schikt en regelmatig meedoet aan Nato-oefeningen samen met de Royal Marines onder winterse omstandighe den in Noorwegen en aan de Oostzee kust in Denemarken. Uit een en ander vloeit voort dat het aantal mensen dat op de Mok verblijft sterk wisselt: van enkele tientallen tot enkele honderden. Er wordt veel heen en weer gereisd naar het vasteland. Soms met het ei gen „Mokbootje", maar bijna altijd ge woon per Teso (dat is goedkoperl), die per jaar ongeveer 5000 mariniers vervoert. De meest „typische" mariniersactiviteit is het uitvoeren van landingen op het strand. Dat kan worden geoefend langs de hele Texelse westkust en ook op het zuidelijke dijkgedeelte tot Dijk manshuizen. Nog meer dan vroeger wordt daarbij rekening gehouden met natuur en mensen. Dus bij voorkeur geen landingsoefening op een druk (naakt)strand al is dat toch wel eens gebeurd niet door natuurge bieden lopen en rekening houden met het broedseizoen. Als er nachelijke oe feningen worden gehouden, waarbij geweervuur klinkt, gebeurt dat zo ver mogelijk van woonbebouwing. Zono dig worden de mensen in de omgeving tevoren gewaarschuwd. Op deze ma nier proberen de mariniers de wind uit de zeilen te nemen van de mensen die vinden dat militaire activiteiten in het waddengebied niet thuishoren. De ma riniers willen graag dat zoveel mogelijk mensen vinden dat zij overal thuisho ren, gedachtig de wapenspreuk: „Qua patet orbis" (zo wijd de wereld strekt).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1987 | | pagina 7