Unieke collectie jutter Meijert Spigt
3500 flessen bijeen in
voormalige koeienstal
„Vaders flessenmuseum
moet op Texel blijven"
Voorlichtingsavond
pootaardappelen
,,De Samenkomst"
wordt herhaald
„Boerenkoolfuif"
Scouting Texel
Van Sambeek
breidt uit
School exposeert
jubileumfoto's
Drijver verbouwt
raadhuishal
Pontweg versperd
I 19SVRIJDAG 8 JANUARI 1988
TEXELSE COURANT
PAGINA 7
Meijert Spigt voor het schuurtje met de f/essenverzemeling: ,,!k vond het gewoon mooi om
r,Flessen verzamelen was een hobby van het hele gezin." De zondagse strandwandelingen van Meijert en leme Spigt zorgden voor een om
vangrijke en bijzondere collectie, keurig gesorteerd op planken en een tafel bijeengezet in een schuurtje achter huis.
in de hobby gekregen, en zorgden er
voor dat de collectie gestaag met
nieuwe exemplaren werd uitgebreid.
Zodoende zijn lang niet alle 3500
exemplaren langs de waterkant aange
troffen. Een aantal kwam bijvoorbeeld
in de badkamer aanspoelen": zoals
lege parfum- en shampooflesjes van
Spigt's dochters.
Kennissen en badgasten kwamen met
lege drankflessen aan van diverse af
metingen en vormen: in de vorm van
een zeehond, een Amerikaanse auto,
de Martinitoren, met een afbeelding
van een dier in goudverf op de hals,
een fles van de Nederlandse Jagers-
bond met een glaasje als dop, flessen
in rieten mandjes en ga zo maar door.
Er werd zoveel aangevoerd dat nog
nauwelijks onderscheid te maken was
tussen welke flessen waren gejut en
welke niet.
Etiketten
Eén criterium bleef van toepassing:
een soortgelijke fles mocht nog niet
tot de verzameling behoren. Dus bij
voorbeeld flessen met heel fraaie eti
ketten, die menigmaal werden meege
nomen door Texelaars die uit Spanje
van vakantie terugkeerden, kwamen
niet in aanmerking als het model van
de fles al in bezit was. „Etiketten ver
gaan, flessen niet", luidt Spigt's com
mentaar.
Tot de grootste flessen behoort een
halve meter hoge „Mercier" champag
nefles; de allerkleinste is waarschijnlijk
een anderhalve centimeter metend
parfumflesje „Chanel nr.18 Paris". De
bekende flessekleuren bruin en groen
zijn ruim vertegenwoordigd, maar ook
een hoekje blauw-paars ontbreekt niet:
grotendeels flesjes afkomstig uit een
apothekersmagazijn. Welbekende fles
sen van bijvoorbeeld Coca Cola staan
er ook, niet ver verwijderd van dure
whisky-merken. Een onopvallend bruin
bierflesje blijkt een heel bijzonder
exemplaar te zijn. „Brauerei Germa-
nia" staat erop. Het al bijna een halve
eeuw oude model is een zeldzaam
heid: zelfs de Duitse fabriek bleek
geen exemplaar meer in bezit te heb
ben. De familie Spigt had het flesje
gekregen van een kennis die het had
gevonden bij het afgraven van een
tuinwal. Het flesje moet daarin tijdens
de tweede wereldoorlog zijn verstopt
Op de vijf planken langs iedere wand
en de grote tafel (met opstaande ran
den) in de midden, zijn de flessen „op
soort" gesorteerd. Naar kleur, naar
herkomst en naar grootte. „Als ze hier
straks de boel komen ophalen, moeten
ze zorgen dat ze soort bij soort hou
den, anders wordt het een heidens
karwei om alles weer bij elkaar te zoe
ken."
Voorkeur voor een bepaalde fles heeft
Spigt niet. ,,Hoe een fles eruit ziet is
niet zo belangrijk. Ik vond het gewoon
mooi om een fles te vinden die ik nog
niet had."
Maandagavond, 11 januari spreekt in
„De Pelikaan" Prof. dr. Ir. H. van Ar-
kel, directeur NIVAA, over de toe
komstverwachtingen van export van
pootaardappelen. Naast het directeur
schap van het NIVAA is de heer van
Arkel praktiserend akkerbouwer in de
Haarlemmermeer en doceert aan de
Universiteit voor Landbouw te Wage-
ningen. Gezien het belang van de
pootaardappelteelt voor de akkerbou
wers op Texel wordt een goede op
komst verwacht. De bijeenkomst be
gint om 20.00 uur. Een ieder is wel
kom. Het is een activiteit van de Ver.
v. Bedrijfsvoorlichting „Texel".
Het programma „De Samenkomst",
dat op eerste kerstdag via de lokale te
levisie werd uitgezonden, zal worden
herhaald. Deze uitzending heeft plaats
dinsdag a.s. om 19.00 uur.
Voor de gidsen en verkenners van
Scouting Texel is er vrijdag geen bij
eenkomst. Ruim een week later, op za
terdag 16 januari, wordt in het clubge
bouw aan de Bernhardlaan de traditio
nele „Boerenkoolfuif" gehouden. Alle
Scouting-leden worden om 18.00 uur
verwacht. Opgave moet bij Zegel Her
enmode jn de Weverstraat, zodat de
leiding weet hoeveel aardappelen er
moeten worden geschild.
De heer W. van Sambeek wil zijn be
drijfsgebouw op het industrieterrein
van Oudeschild uitbreiden, wat moge
lijk is als de gemeente hem een strook
grond verkoopt en als het bestem
mingsplan wordt gewijzigd. B en W
hebben besloten zowel aan het een als
het ander mee te werken. Het hele
perceel, inclusief een groenstrook die
daar eigenlijk niet voor bedoeld was,
krijgt nu een bedrijfsbestemming, als
de gemeente een zg. voorbereidings-
besluit neemt en als de artikel 19 pro
cedure die daarop volgt, naar wens
verloopt.
In de School met de Bijbel in Ooster
end worden vrijdag 15 januari foto's
geëxposeerd die zijn gemaakt tijdens
de viering van het 100-jarig bestaan
van de school in mei j.l. De opnamen,
voornamelijk van de reünie, kunnen
worden bekeken (en eventueel na
besteld) van 16.00 tot 18.00 en van
19.00 tot 21.00 uur.
Halverwege deze maand zal Drijver
Bouw B.V. beginnen met de ver
bouwing van de hal van het raad
huis. Het werk moet rond 1 april
gereed zijn. De totale kosten, zo is
overeengekomen, zullen ƒ201.300,—
bedragen. Dat betekent dat het
project blijft binnen de grenzen
van het krediet van f219.500— dat
door de gemeente beschikbaar
was gesteld.
Vanaf donderdag zal de helft van de
rijbaan van de Pontweg, van de Ro-
zendijk tot De Koog worden afgezet
wegens werkzaamheden voor het leg
gen van de glasvezelkabel van de PTT.
Het verkeer zal met borden en lichten
langs de afzetting worden geleid.
langs de zee was te vinden. „Meteen
toen ik had leren lopen, ging ik te jut
ten", vertelt Spigt. En om te bewijzen
dat dat geen onzin is, roept hij stran
dingen in herinnering ten tijde van de
eerste wereldoorlog en het begin van
de jaren twintig. Zo bewaart hij op de
schoorsteenmantel nog een koperen
fluitje, afkomstig van een in WO I ver
gane zeillogger.
Er is bijna geen stranding te noemen,
of Spigt was er bij betrokken. Soms al
heel snel, zoals bij het Noorse schip
„Hoydal", dat in 1928 ter hoogte van
De Koog strandde. De jonge Meijert
liep met zijn vader over het strand,
toen ze een vuurpijl zagen: schip in
nood! Na de stranding was Spigt on
der degenen die werden aangesteld
om de lading te helpen lossen.
Oorlogsjaren
Het jutten zat Spigt zó in het bloed,
dat hij zich ook tijdens de oorlogsjaren
op het strand waagde, tijdens de be
zetting verboden terrein. Van de Sluf
ter naar De Koog en terug liepen Duit
se patrouilles over het strand.
„Dat was rot jutten. Beweegt die
strandpaal nou of niet, vroeg je je
soms af.
Er spoelde puur wat aan tijdens de
oorlog, dus het was het gevaar wel
waard. Je moet niet vergeten dat er
een grote armoede was, dus je was
ook blij als je op die manier aan wat
goeds kon komen. Een keer nam ik
bijvoorbeeld een prima baaltje bloem
mee van het strand, daar konden weer
heel wat broden van gebakken wor
den."
„Om bij paal 22 te komen, moest ik
door een mijnenveld heen. Dankzij de
Russen die daar in de bunkers zaten,
had ik het goede pad leren kennen. Ik
was met de Russen in contact geko
men nadat ik een keer een vliegtuig
had zien neerstorten. Ik liep naar de
hoge duinen om te kijken, en zag het
vreselijk branden bij de Slufter. Toen ik
wilde teruggaan, werd ik gegrepen
door de Russen. Ze zeiden dat ze me
naar de commandant zouden brengen,
maar ik wist ze te bepraten en nodig
de ze uit voor een kopje koffie. Sinds
dien was er een goed contact. Zo ben
ik een keer met de Russen meegeraakt
naar de bunkers en vanaf dat moment
wist ik dus het pad."
Granaten
Ook toen de oorlog was afgelopen,
mochten de Texelaars nog niet op het
strand. Eerst moesten de BS de bun
kers en het strand ontdoen van mij
nen, granaten en andere munitie.
„Het gebeurde de laatste middag. We
hadden munitie meegenomen naar
pension „Hollandia" in De Koog en
dat daar in een kast opgeborgen. We
kregen soep, maar toen mijn neef
Hannes Halsema naar een lepel zocht
in die kast, ontstond er een grote ex
plosie. Ik sloeg met soepkop in de
hand over de tafel tegen de muur. Wat
er precies aan de hand was wist ik
niet, maar ik probeerde weg te komen
uit het raam. Ik kon zo naar buiten
stappen, want het hele raam was uit
de muur geslagen. Binnên was het
een en al gekerm, dus ik ging weer te
rug naar binnen. Halsema was dood,
zijn broer Ben zwaar gewond, evenals
Sieme Witte. Ikzelf kwam eraf met een
scherf in m'n achterwerk. Die is er uit
gehaald, maar ik heb nog altijd een
suizing in mijn oren van die klap", ver
telt Spigt een herinnering die voor al
tijd diep in zijn geheugen zit gegrift.
Ammoniak
Een leukere anekdote, hoewel er ook
een explosie in voorkomt, is die over
een gejutte fles ammoniak. Met een
collega-jutter bracht Spigt eens een
kolossale fles met een onbekende
vloeistof naar huis. De fles zat vol en
de vracht was zo zwaar, dat die met
z'n tweeën achterop de fiets moest
worden gezet. Niemand had interesse
om in het bezit te komen van zo'n
hoeveelheid ammoniak. „Zelfs de apo
theek wilde niet, maar na lang speuren
vonden we eindelijk een liefhebber.
Dat werd tijd ook, want als je in het
schuurtje kwam waar we die fles be
waarden, schoten de tranen je in de
ogen. De stank kwam door de kurk
heen. Het was nog een heel gemartel
om die fles naar buiten te krijgen. Uit
eindelijk legden we hem op een matje
en rolden het spul over het beton naar
de deur. Maar toen we de fles over de
drempel heen trokken, barstte hij uit
elkaar. De rook kwam uit m'n klom
pen!"
Badkamer
Terug naar de flessen. Toen die uitge
zocht op stellingen lagen, verflauwde
Spigt's belangstelling om vrachten
nieuwe flessen aan te slepen enigs
zins. Maar anderen hadden aardigheid
Het Maritiem en Juttersmuseum in Oudeschild is komend voor
jaar een opvallende attractie rijker. Eén wand zal volledig in
beslag worden genomen door flessen: grote en kleine, gewone
en bijzondere, doorzichtige en gekleurde, in totaal ongeveer 3500
stuks. In de loop der jaren verzameld door de nu 80-jarige bol-
lenkweker en jutter Meijert Spigt. De flessen staan momenteel
nog uitgestald op rekken en een tafel in een schuurtje, een voor
malige koeienstal, in het land achter de woning van de familie
Spigt aan de Ruigendijk. In bijgaand artikel vertelt Spigt hoe en
waarom zijn collectie tot stand kwam, afgewisseld met nog nooit
eerder beschreven juttersbelevenissen.
„Vaders flessenmuseum moet op
Texel blijven", hadden de kinderen
•ezegd. Dat is nu dus geregeld:
voor het statiegeld" (zoals Spigt
zelf zegt) is de collectie in het be
zit van het museum gekomen,
kt maar zonder pijn in het hart is de-
rg ze overgang niet. „Soms denk ik:
Ik had het eigenlijk niet moeten
doen, 't is toch zonde dat het hier
allemaal verdwijnt. Maar aan de
andere kant is het een goede
oplossingZoveel jaar had ik er
hier toch niet meer van kunnen ge
nieten en nu beleef ik nog wat er
mee gebeuren gaat", zegt Spigt.
'e- En dan weer, tegenstrijdig: „Ach,
wat moeten ze er mee? Eigenlijk
stelt het toch niks voor...."
Hoeveel is dat eigenlijk, 3500 flessen?
Om dat te weten te komen, nemen we
een kijkje in de zwart gecarobileumde
schuur van Spigt. De schuur is net zo
oud als het huwelijk van het echtpaar
Spigt: ruim 55 jaar. Tot voor elf jaar
geleden was de schuur in gebruik als
koeienstal, en stond toen naast de
zin. Iedere zondag ging ik naar het
strand „om 'n lóópie" met vrouw en
kinderen. Als we dan een fles vonden
die nog in de verzameling ontbrak,
werd die meegenomen."
Zijn vrouw vult aan: „Soms waren die
flessen knap smerig, met teer en zo er
nog aan. Ik maakte ze schoon, zette
ze in een tobbe met water en liet dat
spulletje een paar dagen staan. Dan
waren de flessen klaar om te worden
bijgezet."
Verzamelwoede
De hobby van het hele gezin was ont
staan uit een vlaag van verzamelwoe
de van pa.
Spigt: „Na de oorlog ben ik ermee
begonnen. Vóór die tijd nam ik wel al
flessen mee naar huis, maar niet spe
ciaal om te bewaren. M'n vrouw wilde
bramen inmaken en had daarvoor
doorzichtige flessen nodig, vandaar.
Maar na de oorlog spoelde hier heel
veel huisvuil aan, dat door Den Helder
in zee werd gestort. Ik merkte dat
plastic voorwerpen enorm in opmars
waren en kreeg de idee dat het niet
boerderij aan de Ruigendijk waar de
familie Spigt indertijd woonde. Naast
die boerderij werd toen de huidige wo
ning gebouwd en toen de familie ver
huisde, was in het nieuwè huis geen
plaats meer voor de verzameling fles
sen die in de boerderij stond opgesla
gen. De koeienstal, die werd afgebro
ken en op de huidige plaats weer werd
opgebouwd, bood die ruimte wèl.
Nu moet men niet denken dat 3500
flessen evenveel ruimte innemen als
tien koeien. Nee, slechts een beschei
den oppervlakte van de voormalige
Éstal hoefde te worden omgebouwd tot
„flessenmuseum". Meijert Spigt tim-
M merde eigenhandig een hok van onge-
veer vijf bij tweeëneenhalve meter en
isoleerde de ruimte zo goed en zo
^Jp/vaad als mogelijk was. De balken
H^eeft hij nog uit de „onbeheerde ver-
oop" van aangespoeld hout weten te
lemachtigen. Een authentieke ruimte
lus....
,'t Is schoon, maar niet echt stofvrij",
egt Spigt bij het betreden. Schijn be-
riegt, luidt dan de conclusie, want de
essen staan de bezoeker glimmend
ip te wachten, alsof zij zojuist nog
tuk voor stuk een poetsbeurt hebben
J indergaan. „Als je er nu eentje zou
loetsen, zie je het verschil met de an-
leren wel. Dus is het beter om daar
naar niet aan te beginnen, want dan
ilijf je bezig", verklaart Spigt.
Schoongemaakt zijn de flessen alle-
naal wèl. Dat was de taak van Spigt's
ichtgenote, leme Spigt-Smit, een ge-
loren Terschellingse, maar getogen
5-jarige Texelse. Spigt: „Een hobby
noet nooit alleen iets van jezelf zijn,
iflie moet je samen doen, anders krijg
3 herrie thuis. Flessen verzamelen was
lan ook een hobby van het hele ge
lang meer kon duren dat glas door
plastic zou worden verdreven. Glas zou
volgens mij dus een schaars artikel
worden. Toen ben ik hard aan de gang
gegaan. Wat ik op strand tegenkwam,
nam ik mee naar huis. Als bloembol-
lenboer had ik natuurlijk stapels hou
ten kisten. Nou, de ene kist na de an
dere kwam vol met flessen, ik wist
echt niet meer hoeveel ik er had en
wat ik ermee moest."
„Op een gegeven moment ben ik de
hele boel gaan uitzoeken; alle flessen
die ik dubbel had of waarvan ik er nog
meer had, moesten weg. De glascon
tainer bestond toen nog niet, dus al
die flessen moesten naar de vuilnis
belt. Ik heb toen drie of vier keer heen
en weer gereden om alles weg te
brengen. Daar zit trouwens nog een
leuke anekdote aan vast. Al jaren was
ik namelijk op zoek naar een mooi
„buik'-flesje, maar was die nooit tegen
het lijf gelopen. Maar toen ik wat
rondkeek op de belt, zag ik daar zo
maar een hele „kwak" van zulke fles
jes...."
Fanatiek jutter
De flessen die waren overgebleven,
werden met liefde behandeld en wer
den in de boerderij op stellingen gezet.
De verzameling had vanaf dat moment
allure.
Voordien had Spigt zich niet als verza
melaar gemanifesteerd, maar als fana
tiek jutter zat dat uiteraard wel in zijn
bloed.
Als jongste in een gezin met elf kinde
ren was Spigt met de jutterij opge
groeid. Vanuit het huisje in het Koger-
veld was het niet ver naar het strand
en het was daarom niet vreemd dat bij
tijd en wijle een heel elftal Spigten