Toch nog eens nadenken ver Nationaal Park BB gaat jacht weer zelf verhuren 4 iü mam BIJDAG 25 MAART 1988 TEXELSE COURANT PAGINA 13 Je vijfde en laatste lezing in het kader van de serieNatuur op Texel" erd donderdag in Ecomare gehouden door Roel Klaassen, districts- nofd van Staatsbosbeheer op Texel. In zijn verhaal, waarin de nodige losofie was verwerkt, pleitte hij voor een Nationaal Park, zette zich tegen de jacht op de houtsnip en ging in op het beheer van het \xelse bos en het Hogeberg-gebied. voor vogeltjesgekken of Groene Mafia. ,,Het verlies van vogels en planten valt te betreuren maar de oorzaak van dit verlies is veel erger. Het bewijst dat er iets mis is met ons ecologisch systeem". De voordelen van een Nationaal Park zullen voor SBB niet zo groot zijn, maar stellen wel de subsidies voor Ecomare veilig. Volgens Klaassen zal het effect op het publiek iets zijn zoals een terrenaanduiding voor een restau rant in de Guide Michelin. Het ver baasde Klaassen dat men van agrari sche zijde eraan voorbijgaat dat SBB aan Frans Koorn en Flip Stark de gele genheid heeft gegeven hun bedrijven in de duinen voort te zetten. Hij hoop te dat de tegenstanders van het Natio nale Park in de gemeenteraad de moed zouden kunnen opbrengen de zaken weer op een rijtje te zetten en dat men daarbij de partijbelangen niet zou laten voorgaan boven het alge meen belang. spreker wilde niet ingaan op de uit- ring van de relatienota, want dat is taak van de dienst beheer land- uwgronden, een afdeling van het nisterie van Landbouw en Visserij, tatsbosbeheer (SBB) heeft er geen icte bemoeienis mee. Ook zei assen niet veel over de biologische :onderheden van flora en fauna. Hij ift zelf een opleiding gevolgd in |sbouw en cultuurtechniek. Nu is hij itrictshoofd bij SBB en hij heeft ral te maken met management. B staat voor een reorganisatie. De itste is in 1985 geweest, maar wat komt is ingrijpender. Voor 1985 was B behalve een beheersdienst ook beleidsdienst en de taak betrof de •g voor natuur, bos en landschap, ikele jaren ervoor waren de natuurre- rvaten van het ministerie van CRM overgeheveld naar dat van Land- uw en Visserij. In '85 is een duidelij- scheiding gemaakt tussen beheer beleid. Alle terreinen, dat waren swachterijen en natuurreservaten igen over naar het nieuwe dienstvak reinbeheer. SBB heeft nu alleen g maar met beleidszaken te maken rer het de eigen terreinen betreft. Waddenzee t natuurbehoudsbeleid ging over ar de Directie Natuur, Milieu en Fau- beheer (NMF), een nieuwe dienst het ministerie, gevestigd in recht. De taken die SBB op de rddenzee uitoefende met behulp van schip de ,,Phoca" moesten ook irden overgedragen aan deze dienst, het dienstvak Bos- en Landschaps- uw werd het beleid van die twee dergebracht en als iemand advies of asidie wil hebben voor beplanting iet daar worden aangeklopt en niet ier bij SBB. vroegere CRM-reservaten waren rverskooi, Roggesloot, Polder Was- laar, hoeve Zeeburg, Waalenburger- de Hoge Berg, Ceres, Noorder- 3i en het bosje Californië. SBB moet onder haar verantwoording vallende bieden optimaal instandhouden en (wikkelen en ook zorg dragen voor i goede recreatieve functie van de reinen. Voorlichting is ook een be- igrijke taak. SBB Texel heeft mo- inteel zo'n twintig vaste medewer- s en in de zomer worden zo'n zes lelijke krachten aangetrokken voor bewaking van de natuurterreinen ewel de vogelwacht. SBB werkt k veel met aannemers. Eénvierde el van Texel, ruim 4000 hectare, irdt door SBB beheerd.. Nationaal park lassen is een voorstander van aan- zing van de Texelse duinen als nati- aal park. Hij juicht het toe omdat t hele gebied dat daarmee gemoeid zijn op SBB-terrein ligt en er geen rtere, met name agrarische belangen e worden geschaad. Met klem zei spreker dat van bufferzones" geen ake is. „Er komt beslist geen ge- "d waarin agrarische activiteiten aan Iels zijn gebonden". Klaassen hoop- dat de Texelse tegenstanders van park hun gezond verstand en ge el voor nuchterheid zouden laten orgaan boven de in het verleden op roepen gevoelens van onbehagen en introuwen. Hij had wel begrip voor weerstand omdat de voorlichting 'uit Den Haag in het verleden niet lid uitmuntte door duidelijkheid en "lijkheid. Elke boer moet hard wer- voor een boterham en het is niet 'ijk dat natuurbeschermers hen de he Piet toespelen". Maar Klaassen d het ook niet terecht dat deze na- (beschermers worden uitgemaakt Rotgans Klaassen had nog een aantal onder werpen waar hij nader op in wilde gaan. Hoeve Zeeburg werd in '76 door de staat aangekocht als fourage-en rustgebied voor de rotgans. De rot gans is de kleinste soort gans die in Nederland komt en het is de enige die gebonden is aan een gebied bij zout water. Ze broeden in een smalle zone rond de noordpool. Er zijn drie ver schillende „ondersoorten", op Texel zit de zwartbuik-rotgans. Deze broedt in het uiterste noorden van westelijk Si berië, voornamelijk aan de westkust van het Taymir-schiereiland. De broed- duur van deze rotgans is korter dan die van de meeste andere ganzensoor- ten, namelijk 25 dagen. De jongen groeien heel snel, maar dat moet ook wel want er zit geen speling in de tijd, in drie maanden moet het hele pro gramma zijn afgewerkt. In september trekken de vogels weg uit hun broed gebied en ze leggen vaak afstanden van 5000 km. af naar de overwinte- ringsgebieden. Niet sympathiek In het voedingspatroon van de rotgan zen is het één en ander veranderd en daarom staan ze bij veel boeren in het waddengebied als minder sympa thiek aangeschreven! Ze hebben een voorkeur voor zeegras of zeewier, groenwieren als zeesla en darmwier en de verschillende zoutminnende grassen en andere planten van kwelders en schorren. Vroeger was het zeegras in overvloed aanwezig, rond 1900 waren er velden van van zeker 10.000 ha. Na dat jaar liep het aantal rotganzen te rug, waarschijnlijk doordat er veel op hen werd gejaagd en de Samojeden er velen vingen in de broedgebieden. Dit volk profiteerde van de ruitijd, waarin de dieren niet kunnen vliegen. De gan- zenstand liep helemaal schrikbarend terug toen in de jaren dertig een ziekte in het zeegras uitbrak. In de Wadden zee heeft het zeegras zich niet erg her steld, waarschijnlijk door de toegeno men getijdeverschillen en de verleg ging van stromingen na het afsluiten van de Zuiderzee. In de jaren vijftig bleek dat de zwartbuik- rotganzenpopulatie tot ver beneden de 20.000 vogels was gedaald. In de zestiger jaren werd de jacht op deze dieren in de meeste westeuropese lan den gesloten. Pas nadat in 1971 ook in Denemarken de jacht werd gestopt nam het aantal zwartbuikrotganzen weer toe. Veel schade De dieren aten zich vol op cultuur graslanden met als gevolg veel schade voor de boeren. In het seizoen 1975/1976 keerde het jachtfonds alleen al op Texel voor ruim 7161.000— aan ganzenschade uit. Er dreigde een soort „ganzenoorlog" te ontstaan en na tuurbescherming maakte zich sterk om deze relatief zeldzame ganzensoort te beschermen. Hoeve Zeeburg werd dus gekocht om de dieren rust en voedsel te kunnen bieden. Maar ook andere vogels kunnen daar terecht. In het begin werd het bedrijf aan een schapenboer verpacht die de helft, dat was 50 ha., optimaal moest beheren voor de ganzen. SBB-medewerker Piet Postma werd ingeschakeld om de schade door rotganzen buiten Zeeburg te voorkomen. Vanaf '84 werd de wild beheereenheid Texel hierbij ook inge schakeld. Tegenstrijdige belangen ver oorzaakten problemen met de pachter en in het voorjaar van '86 werd heel Zeeburg vrijgemaakt voor de rotgan zen. Uit een onderzoek van het RIN en de rijksuniversiteit te Groningen is gebleken dat rotganzen op Texel jong en eiwitrijk gras eten. Deugnieten Het bos op Texel werd aangelegd als onderdeel van een oud plan om de Nederlandse zeeduinen permanent vast te leggen. De gedachten hierover wa ren er al in het begin van de 18e eeuw. Een meneer Vatebender raadde in 1802 al aan „tuchtelingen en deug nieten aan kruiwagens geklonken" als arbeidskrachten hiervoor te gebruiken! In 1895 zijn de bebossingswerkzaamhe den op Texel gestart, in eerste instan tie onder toezicht van de Heidemaat schappij en vanaf 1899 van het in dat jaar opgerichte SBB. Het meeste werk bestond uit het afronden van scherpe duinkoppen, grondbewerking en tijde lijke vastlegging. Omdat er gebrek aan „vastleg gingsmateriaal" zoals heide was, werd door toenmalige houtvester Pieter Boodt de zg. „Terschellinger methode" met turf geintroduceerd. Deze metho de is in 1930 op het huidige Turfveld toegepast. De turf moest eerst een maand in het water liggen. Nog niet zo lang geleden zijn er bomen op het Turfveld gerooid en bleken de turven nog grotendeels intact te zijn. Het eerst beplante duin was in 1898 de Fonteinsnol. (In 1903 is de bron die daar ontsprong opgedroogd door ont watering). De grootste delen werden beplant met naaldhout, wegens de snelle sluiting en de lage eisen wat be treft groeiplaatsen. Er werden verschil lende soorten aangeplant zoals grove den, Oostenrijkse; Corsicaanse- en bergden. Opvallend is dat van de soor ten waar men veel van verwachtte weinig terecht kwam en dat anderen waar men weinig fidutie in had, zoals de Oostenrijkse en de Corsicaanse den het heel best deden. Volgens hout vester Boodt was de voorkeur voor naaldhout misschien ook verklaarbaar door de angst voor schade door konij nen. Hij was een groot voorstander van verdelging van konijnen onder het motto „frappez, frappez toujours!" Na 1915 was het loofhout in opmars, met name in windsingels en de zg. trekgat bebossing bij weilanden aan de westrand van het bos. Meisje Voor de bebossing waren arbeiders no dig en die vielen niet makkelijk te krij gen rond 1900. Boswachter Min schreef met groot ongenoegen in zijn dagboek dat hij gedwongen was ge weest een meisje aan te nemen.... Na 1935 is de omvang van het Texelse bos weinig meer toegenomen. Dat komt omdat bebossing erg veel kost. Bovendien kwam men bij de grenzen van de ingestelde natuurreservaten. In 1925 werd SBB door de regering aan gewezen als beherende dienst van de staatsnatuurreservaten. In 1926 werden de Geul, de Westerduinen, de Muy en de Slufter aangewezen als natuurreser vaten en in 1929 het Mientje en het Pieter Rozenvlak. Het toerisme maakte een explosieve groei door en SBB moest zich steeds meer richten op bewaking van de ge bieden. Er zijn vele bedenkingen te verzinnen tegen het bebossen van gaaf en na tuurlijk duinlandschap, maar het heeft ook gezorgd voor een heel aparte landschappelijke verrijking die niet meer valt weg te denken. Het voorziet in een behoefte aan beschutting voor recreanten. De paden in de bossen zijn overigens niet aangelegd met het oog op recreanten. Met de minste aanleg en onderhoudskosten werd een zo maximaal mogelijke ontsluiting en be rijdbaarheid gemaakt. Het bos is dus puur kunstmatig aan gelegd met niet inheemse boomsoor ten. In de bosbouw worden deze „exoten" genoemd. Driekwart van de Dennen wordt gevormd door exoten. In het Texelse bos wil SBB proberen via natuurlijke verjonging en „uitkap" een duurzaam bos te krijgen. Uitkap wil zeggen dat maar één of enkele bo men op een bepaalde plaats worden gekapt om op de ontstane open plek ken een natuurlijke verjonging te krij gen. Daarvoor moeten de bomen wel goed zaad kunnen leveren en dat kan pas bij een bepaalde leeftijd, verschil lend bij de diverse boomsoorten. In het Texelse bos verjongt de Corsicaan se den zich op bepaalde plaatsen al en er zijn zelfs plekken waar deze zaailin gen al ongeveer drie meter hoog zijn. Een cultuurbos moet geregeld worden uitgedund. De bomen moeten namelijk de ruimte hebben om zich te kunnen ontwikkelen. De „dunningen" zijn erop gericht de meest gezonde bomen over te houden. De methode die SBB de laatste vier jaar toepast heet de toe- komstbomenmethode. Voor Nederland is dit vrij nieuw, maar zeker 200 jaar geleden werd het systeem al toegepast in Frankrijk en Denemarken. Al vrij vroeg worden bomen aangewezen die de kwaliteit en hoedanigheid bezitten om het einde van de rit te halen. Dit Op de Fonteinsnol ontsprong ooit eens een bron. Nu stoet er een uitkijktoren, (foto Arend Nijkempi Het Hogeberg-gebied heeft een soortenrijke flora en in de diverse bosjes broeden veel vogels, (foto Arend Nijkempi is een aantal van 80 tot 140 stuks per ha, afhankelijk van de boomsoort. De ze bomen worden gemerkt en bij alle dunningen worden de bomen verwij derd die de „toekomstboom" belem meren in de groei en ontwikkeling. Jacht Vanaf '53 wordt de jacht op SBB- terreinen niet meer door SBB zelf ver huurd, maar door het faunabeheer, een afdeling van NMF. Dit was omdat er enkele zaken niet in de haak bleken. Er waren enkele houtvesters die de jacht zelf hadden gepacht voor een zacht prijsje en het kwam ook voor dat de bosarbeiders in diensttijd als drijvers werden ingeschakeld. De bos wachters hadden in die tijd het recht om op schadelijk wild te jagen. Er werd beweerd dat er eentje was die door de konijnenjacht meer verdiende dan met zijn officiële baan.... Er kwam een voorschrift waardoor ambtenaren van SBB niet meer zelf mochten jagen op gronden van het Ministerie van Landbouw en Visserij, Bij de komende verzelfstandiging zal de verhuur van de jacht weer door SBB zelf worden geregeld. Passie De jacht is voor velen een passie. Klaassen heeft zelf 16 jaar lang actief gejaagd op kleinwild, dus hij wist waar hij het over had. Over de reden waar om hij is gestopt zei hij: „Op een ze ker ogenblik besefte ik dat ik bezig was voor het bevredigen van mijn lust gevoelens medeschepselen te doden. Vroeger vond ik dat jacht thuishoorde in de natuurbescherming, later ging ik beseffen dat het meer te maken heeft met „egologie" dan met ecologie". Toch rekent hij zichzelf niet tot de anti-jagers. Als eenmaal is vastgesteld dat een be paald gebied moet worden bejaagd wil Klaassen het liefst dat de jacht wordt verpacht. En daarbij wil hij de kwaliteit van de jager laten voorgaan boven de hoogte van de te ontvangen jach- thuurpenningen. Klaassen constateert dat de jacht een beladen onderwerp is met uitgespro ken voor- en tegenstanders. Over de jacht op konijnen zijn de meningen niet zo sterk uiteenlopend. Vooral in de duinen kan een grote konijnenbe volking enorme schade aanrichten. Maar een ander geval is de jacht op de houtsnip. Die mag worden bejaagd, maar het diertje veroorzaakt geen en kele schade, waarom moet zo'n mooi vogeltje dan worden neergeschoten? Jagers verzetten zich fel tegen een eventuele bescherming van de houts nip. Het is een geliefd object om op te schieten en zij vinden dat het aantal niet door de jacht wordt bedreigd. Uit een onderzoek is gebleken dat de jacht het totale sterftecijfer van de houtsnip niet verhoogt, maar dat het de andere doodsoorzaken compen seert. Anders gezegd: honger, koude, te nat weer en ziekten zouden naar mening van de onderzoeker sterker hun tol eisen als er meer dieren op een bepaald oppervlak voorkomen. Maar het grootste deel van de Texelse houtsnippen komt uit Scandinavië. Er is hier geen sprake van selectie zoals het schieten van uitsluitend mannetjes, zoals in sommige Oost-Europese lan den alleen in het voorjaar mag worden gedaan. De stand van de houtsnip schijnt in Westeuropa toe te nemen en in Oosteuropa en Scandinavië af te ne men. Dan zou dus juist op Texel niet moeten worden geschoten op houtsnippen.... De Hoge Berg In 1968 is de Hoge Berg en omgeving aangewezen als landschapsreservaat van ongeveer 275 ha. Ongeveer 115 ha. is door de staat gekocht en in pacht uitgegeven. Bij de ruilverkaveling zijn op Texel veel tuinwallen, schape boeten, drinkpoelen en dergelijke ver dwenen, maar in het Hoge Berg gebied niet. De eerste tuinwallen wer den op Texel rond 1600 aangelegd, om de schapen van het land van anderen te houden. Na de tweede wereldoor log werd het in stand houden van de tuinwallen te duur en ging men veelal over op ursusgaas. Het gebied van de Hoge Berg is als vanouds bekend om de schapenteelt. Ook is er akkerbouw en vanaf het begin van deze eeuw vindt er op bescheiden schaal bloem bollenteelt plaats. Momenteel neemt de teelt van lelies van de orientahs- groep een belangrijke plaats in. Het Hoge Berg-gebied is de enige plaats in Nederland waar deze lelies kunnen worden geteeld. Natuurwetenschappelijk is het ook een belangrijk gebied: de diverse bosjes hebben een rijke vogelstand, met o.a. boomvalk, ransuil en barrhsijs. Onge veer een kwart van de Nederlandse flora kan er worden gevonden. Er groeien veel verschillende soorten bloemen en planten op de tuinwallen en in de wegbermen. In de waterpoe len komen bijzonder zeldzame planten voor als waterpostelein, ondergedoken moerasscherm en bronkruid. Omdat veel van deze kolken zijn verdwenen is het plan opgevat er weer een aantal te graven. Akkerbouw Na een periode van verval is er op de Hoge Berg een min of meer stabiele situatie ontstaan. Het beheer was con serverend, maar het is de vraag of dat zo kan blijven. Door een onzekere situ atie wat betreft schapenhouderij en melkquotering zou de akkerbouw wel eens kunnen intensieveren. Is het dan zinvol om de eerder genoemde land schapselementen te blijven conserve ren? Als de natuurwaarden optimaal worden ontwikkeld kunnen de agrari sche bedrijven waarschijnlijk geen dro ge boterham meer verdienen en dat is niet de bedoeling, want SBB wil zowel ontplooiingsmogelijkheden in de agrari sche sector als ontwikkeling van de natuurwaarden. Ter afsluiting filosofeerde Klaassen over de plaats van de mens in de na tuur. Dat de natuur op vele plaatsen wordt bedreigd door de mens is be kend. De oude leer, dat de mens de bekroning van de schepping vormt, wordt in dat licht wel heel bedenkelijk. God heeft opdracht gegeven aan de mens de aarde te onderwerpen. De mensen hebben in de westerse wereld als heer en meester over de natuur beslist en er koopwaar van gemaakt omdat men dacht en geloofde dat de aarde hen toebehoorde. Klaassen be trok de houding ten opzichte van de natuur bij de religie: men moet een gevoel van verbondenheid en eenheid hebben met alles wat ons omringt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1988 | | pagina 13