In het spoor van Bill Tilman
:b
Spitsbergen-expeditie, deel 2: De terugreis
I
P'
PAGINA 6 TEXELSE COURANT VRIJDAG 9 SEPTEMBER JD
Na een reis van ruim acht weken liep het motorzeilschip
„Pandora" zaterdag de haven van Harlingen binnen. Zondag
10 juli was de zeventien meter lange tweemaster voor een
„historische tocht" naar Spitsbergen vertrokken. Aan boord
twaalf avonturiers, waaronder drie Texelaars: Jan Moens, Pe
ter Lock en expeditieleider Jan Knippenberg. Een opvarende
(Watze de Vries) zou de reis niet volbrengen; wegens aan
houdende zware zeeziekte vloog hij twee weken voor de
thuiskomst terug naar Nederland. Het lag in de bedoeling
ook de Oudeschilder haven even aan te doen alvorens in
Harlingen te finishen, maar wegens het slechte weer van
eind vorige week lukte dat niet. Al met al beleefden de be
manningsleden een onvergetelijke reis, die een indruk gaf on
der welke omstandigheden poolreiziger Willem Barentsz in
vroeger eeuw zijn barre tochten maakte. Bovendien slaagde
het zeilteam erin via het vaste pakijs van de Noordpool en
de Hinloopenstraat (zeestraat bij Spitsbergen) weer naar on
ze streken terug te keren. In een recente TC-editie werd ver
slag gedaan van het eerste deel van de reis, eindigend in
Spitsbergen's hoofdstad Longyearbyen. Nu het vervolg en te
vens slot, geschreven door Jan Knippenberg.
posten moeten zich ook zo voelen.
We zoeken ineens een echte uitweg.
Het valt niet mee. Waar zit de Pando
ra? Heel erg ver, zien we twee
scheepjes ruim om de ijsvelden heen
trekken. Voorop de kapersschuit van
De Wit, erachter de witte zeilen van
Ben Veenstra. Kunnen we elkaar be
reiken? Voorlopig besluiten we door
te gaan. Afspraak is afspraak. Het ijs
sluit zich niet verder. Er wordt weer
meer gelachen. Soms duw je met de
punt van kajak of peddel een klomp
ijs weg en verlies je even je even-
te genieten in de kajuit. De kajaks lig
gen weer op dek en de wereld is
mooi. Bart grijnst. Dat doet ie trou
wens vaker. Peter grijnst met een
raar geluid en Watze praat honder
duit. Ik zwijg en denk er het mijne
van in positieve zin. Laat de Russen
maar komen!
Russische ontvangst
Barentsburg is grandioos. Vooraf wa
ren er twijfels gerezen over de „haal
baarheid" van ons bezoek. We
hadden geen toestemming per brief
der breekt. Discussies die gaan over
de EK-finale, economie en het nieuwe
Rusland. Er wordt veel gelachen. De
Russische kinderen nemen al snel de
taalbarrière met reuzenstappen en
worden op papier gezet door onze
scheepstekenaars. Even later zitten
we aan het ijs en de chocola. We
voelen ons zelfs een beetje opgela
ten. De Juttertjes liggen nog aan
boord. Verder hebben we niets bij
ons. Halen dan maar. Zo verstrijkt de
tijd. Later wippen Peter, Simon, Loek
en ik de sporthal in. Je waant je in
een stad als je binnen bent. Simon
belandt in de body builderskamer-
geef daar maar eens een goede ver
taling in het Russisch voor en hangt
even later tussen twee Russische be
ren van mijnwerkers, die zich suf la
chen om het kleine Hollandse aapje.
Huisdier
We verlaten Barentsburg in opper
beste stemming op weg naar Ny Ale-
sund. Het ijs is verdwenen en Robin,
onze Amsterdamse historicus ligt
weer opgerold in zijn slaapzak in de
kajuit. Ons huisdier wordt hij ge
noemd, Bello de hond. Overal maakt
hij zich verdienstelijk, bromt nooit,
bijt zeker niet en is nooit zeeziek.
Sturen gaat hem goed af, maar hij is
dan ook jarenlang „busdriver in the
States" geweest. De zee kent hij
nauwelijks. Het is een openbaring
voor hem. Bello de zeehond. De vol
gorde der dingen wordt van nu af
aan onduidelijk. Zo hoort het ook hier
op deze breedtegraden, waar de
mens zich slechts bij de gratie van
de zomer onbelemmerd mag en kan
bewegen. Het licht hier doet je soms
twijfelen aan die volgorde der dingen.
Dag en nacht vervloeien in elkaar en
verandering van ritme is onmisken
baar het gevolg. De intensiteit doet
de reisduur langer schijnen. Schijnen?
De wachten op het schip worden het
enige houvast. Vaste tijden en afwis
seling, want een schip moet varen.
Navigare necesse est. De doos van
Pandora gaat steeds verder open.
Rampen en rampspoed, daarmee was
Ny Alesund onverbrekelijk verbonden.
Als startplaats van vele klassieke
poolreizen bekend geworden, dus ook
bekend door de vele trieste misluk
kingen. Wie bezoekt er nu zo'n plaats
met zo'n schip. Gedenktekens alom.
Ja zelfs een robuust brok rots ter na
gedachtenis van de in het verre ver
leden omgekomen Vaderlandse
walvisvaarders. Had dat niet beter op
de Noordwesthoek kunnen staan bij
Smeerenburg of op een der andere
plekken? Of komen daar niet genoeg
toeristen? We dwalen langs het ene
gedenkteken na het andere, net zoals
drie jaar terug. Weer blijf ik staan bij
het geloogde houten kruis van de on
navolgbare sledehonden. Meer nog
dan de andere, menselijke gedenkte
kens boeit dit eenvoudige door de
tand des tijds aangevreten brok hout
me. Waarom? Ik weet het niet. Is het
omdat ik steeds meer ga beseffen
dat als er al wezens thuishoren in dit
gebied der stilte het dieren moeten
zijn en geen mensen. Dieren zijn be
ter aangepast, weten magnifieke
oplossingen te vinden voor kou en
ontbering. En weer denk ik aan de
vogels hier, de Noorse sternen die
zonder Satellietnavigatie hun weg
tussen Zuid- en Noordpool vinden.
Witte stilte
Kou en witte stilte verschralen je da
gelijkse doen tot behoud van warmte.
Het denken ontdoet zich van iedere
luxe, zet zich daartoe en ook het
gaan in dit barre koele land is gericht
op zelfbehoud. Het leven klampt zich
vast aan pels. Zintuigelijk leef je hier
temidden van hard blauwe en grijze
kusten. Het wit daarbij ontziet nie
mand, geen dier, geen mens. Aan de
omhelzing van dit land ontkomt nie
mand hetzij levend, hetzij dood.
Slechts de vogels wijzen ons de weg
naar water. Azuren kust met witte
vogels, schrale wind. Bol en koud. De
zomers zijn kort hier en verwezen zijn
zij geweest: Gangreen, de route kwijt
en verwording van de geest was het
lot van menigeen. Van Nobile tot No
va Zembla was rampspoed gaande
op deze koele kusten en gingen velen
hen vooraf en trokken verder van het
aardse af. Zo althans moet het vroe
ger geweest zijn. In dit licht is alles
wat wij hier doen een tocht te noe
men. Het woord expeditie is al te
vaak misbruikt.
Maar de tijd jaagt ons verder naar
het Noorden. Op weg naar
Magdalena-fjord, waar ik ooit op een
oude vergeelde foto het scheepje van
Tilman zag liggen voor het grote
gletsjerfront. Hier zijn de bergen in
derdaad gepiekt. Spitse bergen. Zo
zagen de oude zeevaarders dit land.
Op weg naar Amsterdam eiland, op
weg naar de Harlinger traan-kokerij
en de Zeeuwse uitkijk. Op zoek naar
de bronnen van de rijkdom van de re
publiek onwetend van het leed der
dieren en zich daarvan ook niet be
wust. Weer ontkom je varend in deze
streken tot het besef, dat het hier zo
ontzettend stil geworden is. Het we
melde van het leven hier in deze
zeeën. Walvissen en walrussen. Waar
zijn ze gebleven? Op Jan Mayen is
vrijwel geen poolvos meer over. Ge
lukkig neemt het aantal beren hier op
en rond Svalbard gestaag toe. Maar
nu reeds gaan stemmen op dat het
er alweer te veel zijn en dat ze afge
schoten dienen te worden tot op
kere hoogte. Homo Lupo homo,
mens is de wolf een mens, zou
spreekwoord beter kunnen luidei
Bezeten Zwi
Longyearbyen is zeker niet de
schoonste plaats ter wereld. Een
verschraald mijnwerkersstadje waar
oude en nieuwe stellages elkaar af
wisselen en dat ontdaan van
sneeuw in de zomer een kale indruk
achterlaat. Verderop, hogerop de
gletsjers. Erachter blinkt, als de zon
schijnt, de sneeuw. Dèèrvoor zijn we
hier tenslotte.
De sneeuw lokt en langzaam klaute
ren Simon, Bart, Jan Tjeerd en ik de
morene van de Gletsjer op. De te
leurstelling van de te korte Beeren-
bergtocht moet even ongedaan
worden gemaakt. Hogerop hangt de
mist. Sluiers van geheimzinnigheid.
Poollandschap De sneeuw is vrijwel
verdwenen nu. Het kale ijs met zwar
tig morenegruis geeft voldoende hou
vast op het glazige geheel. De
scheuren en spleten zijn goed zicht
baar. Donkere zwarte gaten en blau
we doorschijnende kloven wisselen
elkaar af, vervloeien tot groene
sprookjesachtige trollengrotten, waar
door het water zich gorgelend en
schuimend een weg baant. Diep, diep
daaronder moet het koud zijn. Dat
voel je in je ruggegraat. Net zoals
angst. Want voorzichtig blijft een
mens altijd in dit landschap. De ne
vels vervormen de werkelijkheid voor
tdurend hier. Dan weer de zon die je
doet twijfelen over de juiste afstand.
Ineens verschijnt een top. De weg er
naartoe voert door zachte sneeuw,
steil en glibberig. De pickel bewijst
zijn waarde. Dat is het mooie van
zo'n tocht. Het op weg zijn, de reis
zelf, het verplaatsen ter zee en te
land. Dat is de verbeelding ten voe
ten uit. Niet de top halen, maar ook
en vooral het op weg zijn naar de
top. De rest is mooi meegenomen.
Aan de andere kant is de sneeuw
verder weg. Zwart vulkanisch gruis
maakt het mogelijk steil en snel naar
beneden te rennen, sensatie, met val
len. Een steen schiet rakelings langs
mijn knieholte. Ja, het blijft hier op
passen.
Als we terugkomen aan boord is het
laat. Het loopt tegen middernacht.
Naast ons ligt de Bastaard van Kam
pen, een befaamd schip met haar
bruine zeilen en zwarte romp. Een
beetje een kaperschip. Zo oogt ook
de schipper Jan Wit met zijn zeven
tiende eeuwse zeildoeken muts. Sa
men met vrouw Paula bevaart hij al
zes jaren de Noordelijke zeeén hier en
hij was het die vorig jaar het eerste
Nederlandse zeilschip door de ijsvel
den in Hinloopenstraat stuurde. Een
jaar lang ben ik op zoek geweest
naar deze vrijbuiter en nu zit hij hier
voor mijn neus. Dat kan geen toeval
zijn. Je bent toch niet die dwaze
hardloper. Die van die hele lange af
standen! Raakvlakken. De wereld is
klein. Een schip is net een duurloper.
Eenzaam op weg. Een nomade op
zoek. Uitdagingen boeien ook Jan
Wit. We zitten op hetzelfde spoor.
Het spoor van Bill Tilman. Daarvoor
zijn weinig woorden nodig. Een blik
van verstand-houding is voldoende.
Beneden in de ruime kajuit van zijn
schip staan de reisverslagen van de
legendarische reiziger, bergbeklimmer
en zeiler Tilman op een rijtje op de
kleine boekenplank. Bij mij thuis
staan ze ook, behalve High Moun
tains, Cold seas, dat op de Pandora
ligt. Raakvlakken. Het ijs is gebroken.
We maken een afspraak elkaar later
in Nederland nog eens te ontmoeten.
Wie weet wat eruit voortkomt.
Inspirator
BUI Tilman als inspirator. Hij verspeel
de zijn geliefde schip Mischief op de
klippen bij Jan Mayen. De oude Pilot-
cutter was een mooi, maar houten
scheepje, kwetsbaar dus. Op Jan
Mayen besefte ik dat die daar ergens
op de bodem lag. De stroming had
Tilman verrast toen hij even beneden
zat, heel even maar. Roeiend met de
Even van boord stoppen in de door ..spitse bergen" omgeven Magdalenafjord
riemen die hij nog had moest hij naar
de kant. De Noren kwamen hem te
hulp met de Brandal, tevergeefs. De
Beerenberg beklom hij nooit. Ik be
grijp hoe dat voelt. Wij (Bart, Simon
en ik) gaan dat ooit nog eens over
doen Tilman kreeg daarvoor nooit
meer de kans, verloor later het leven
ver weg in de buurt van Antartica
rond de South Orkneys. Sinds Rio de
Janeiro werd toen niets meer van
hem en zijn nog jonge bemanning
vernomen. Dat was in '78. Voor die
tijd rondde hij ook Spitsbergen via
Hinloopenstraat en zo valt alles weer
op zijn plaats.
Peter, Bart, Watze en ik besluiten di
rect aansluitend per kayak de Pando
ra vooruit te varen op weg naar
Barentsburg, de Russische nederzet
ting, die tot 1927 Nederlands was.
Het is ons volgende reisdoel. We krij
gen vier uur voorsprong. Dat zal no
dig zijn, anders is onze kajaktrip van
korte duur. Begeleid door een Pools
en Amerikaans onderzoeksvaartuig -
leve de perestroika - gaan we op
weg. We glijden soepel door het ijs
koude water. Heerlijk van de boot
weg te zijn. De wereld is tenslotte
groot genoeg. Hier heb ik eerder ge
varen in anderen omstandigheden.
Nu lijkt er mets aan de hand. In de
verte drijft wat ijs. Ver weg. Een dun
ne lijn aan de horizon. De lijn be
weegt op het oog nauwelijks. Vogels
vliegen over de boeg van onze fragie
le, maar o zo zeewaardige bootjes.
Authentiek vervoermiddel ongeëve
naard ook als het om snelheid en
wendbaarheid gaat, mits in handen
van bekwame lieden. Klein, maar
dapper. Het ijs dat van de gletsjers
aan de overkant moet zijn, komt nu
onmiskenbaar onze kant op door
wind en getij. Eerst geleidelijk, maar
dan zitten we er plots middenin.
Ruim genoeg voor onze op maat ges
neden vaartuigjes koersen we be
hoedzaam, soms met kleine
omwegen naar de met de Pandora
afgesproken plek.
De brokken, plakken en weet ik wat
al niet ijsvormen drijven in massa om
ons heen. Indrukwekkende ijstorens
en plakken krufijs in kleuren van
zwart, groen, grijs, blauw en alles
daartussen. Soms roze van de glets
jersmorenes en het puin. Zeehonden
volgen ons zwemmend of half dut
tend op het ijs. Soms krast een brok
de boot. Af en toe een harde knal
verderop. Je moet blijven uitkijken in
dit landschap.
Lucifers
Het witte landschap klimt nu wel erg
dicht opeen. Lucifers tussen deur-
Mer dit scheepje, de ..Pandora" maakten 12 avonturiers de Spitsbergen-reis.
wicht. Dan weer ver om. Onder
ijspoorten door die onder water met
elkaar verbonden zijn is nog het
leukste. Zo'n klomp moet dan niet
wentelen. Het is een spel, maar geen
roekeloos spel. „Calculated risk", zou
Tilman zeggen. Het eerste ijsveld
trekt verder weg en we besluiten iets
dieper de fjord in te steken. Mis
schien zijn we zo eerder bij de Pan
dora, waarvan we niet weten of ze
erdoor kan komen. Discussies volgen.
Is het verstandig of juist niet. Kunnen
er beren op het ijs zitten? Vrijwel on
mogelijk hier op de IJsfjord, maar
wat is hier onmogelijk? Het blijkt in
ieder geval onmogelijk verderop door
te steken. Geschreeuw tegen elkaar.
Een enkele vloek, méér vloeken. Het
ijsveld voor ons is dikker en zwaar
der. En het gaat sneller. Weer zitten
we erin en we drijven hard in de ver
keerde richting. Nu en dan deint het.
Daartussen komen is bloedlink en
een gedeukte, gehavende kano over
dit natuurgeweld slepen is nu althans
een onaantrekkelijke gedachte. Nat
worden trouwens ook. We moeten er
wel snel uit nu. De kanaaltjes worden
kleiner en minder talrijk. De doos van
Pandora is blijkbaar open getrokken.
Een paar uur later zitten we na een
spannende, maar prachtige tocht na
gevraagd doch louter vertrouwd op
het eerste contact. Vooroordelen die
nen tenslotte bestreden te worden.
Daar zijn ze voor. Twee Russische he
likopters vliegen laag over. Het is
goed jongens, toe maar, we komen
met vredelievende bedoelingen. Laat
ze maar kletsen, die Noren zitten er
ook niet alleen voor de mooie steen
kool. Op de steiger staat een man
druk te gebaren met een walkie tal
kie. Hij lacht en wij lachen terug. Ons
Russich is nog beroerder dan zijn Ne
derlands. Zijn Engels beter en we
mogen aan land. Geen enkel pro
bleem toch Gorbatsjov of gewoon?
Op zoek naar het kleine museum en
daar weer op zoek naar mijn naam in
het gastenboek van 1985. Zo gaat
dat. Met gebaren gaan alle zaaltjes
tenslotte open. We krijgen zelfs de
sleutel.
We besluiten toch maar even naar
het consulaat te gaan met paspoort
en andere officiële papieren. Andrei
Krivotorov is secretaris op het consu
laat, jong en erg aardig. We krijgen
na kort overleg te horen dat hij mee
gaat koffie drinken. Zo belanden we
in een gezellig met muurschilderingen
naar oude Russische volkssprookjes
beschilderd cafeetje, waar het ijs ver-
De Pandora ligt voor Virgohmna,
oude Harlingertraankokerij en aan
eind van de 19e eeuw de startpl per
van een der wonderlijkste poging,de
in de geschiedenis de Noordpool
bereiken. Hiervandaan vertrok de
nen, de ballen van Andreé, de be
ten Zweed, op weg naar de Pool re
er iemand bezield was, dan was
deze kleine Zweedse ingenieur ei
twee metgezellen. Het was ruim
twintig jaar voor de Zeppelin van it.
bile en de eerste pogingen per vl
tuig Dromen waren het geweest
diepe onbereikbare dromen van s
hout en beton. Een hangar zou h elijl
bouwen op deze sombere plek. n t
spanten liggen er nu al een klein
eeuw onbewogen. Al snel na het
trek was de ballon al niet meer t
sturen omdat één der kabels die
tact met de grond kon houden dlpla
raakte. Het werd een nachtmerrii
zou eindigen op het pakijs benoo >r
het eiland Kvitóya, waar de mani
ondanks voldoende mondvoorraa doi
dood vonden door besmet beren-
vlees. Hun lijken werden in de dl
ger jaren gevonden. De negatievi i w
van de foto's die ze onderweg h< zoe
den genomen waren in het „eeui
ijs" bijzonder goed bewaard en d mt
foto's zelf zijn messcherp. Beterer
waard dan de lichamen van de b wa
lonvaarders. st
ka
Alsof de duvel er mee speelt, vir lak
we later op de avond aan de kus t,
van Deneneiland een grote hoevj ei
heid graven. Als Loek aan een st
sjort, staart hij in het gezicht of ir c
de doodskop met muts van een
17e eeuw begraven Scandinaviët
tanden zijn beter dan de mijne,
hij. Het graf gaat weer dicht, maltier
het blijft een vreemde gewaarwo d.
ding. Afblijven en in tact laten. 0 fjoi
ie
rlijl
Perestrojka in Barentsburg. Bemanningsl
mon toont een Russische bodybuilder z; 'l
spierkracht in de prima geoutilleerde d,
sportzaal. (se
hierin moet de mens niet meer tit
den alle wetenschap ten spijt. W
zover van huis nog een rustplaat:
heeft gevonden heeft recht op ei
wigdurende bijstand. Weer glijdei
kajaks over het water in hun een
ge ritme van peddel en koers. W
zijn op weg met Watze, Jan Tjee
en Peter. Smeerenburgfjord word
overgestoken naar de Zeeuwse
kijk, maar we varen via het magi
ke Fugleoya waar kolonies stern:
belagen.
Smartlapp
Op de fjord surfden we heerlijk o
golven, maar nu is het bladstil,
glinstert een gletsjer en weer wofOI
foto's genomen en weer wordt h
landschap bezongen letterlijk en
guurlijk. Het is soms niet om aanap
horen hoe de stilte verscheurd dr
te worden door een stelletje Holl s
ders die de meeste smartlappen
het Nederlandse zeemansrepertoiLjj
aanpassen aan deze omstandigh*
Gaat de heimwee nu reeds knagf
is het een verfijnde uiting van de
menselijke geest. Dan is het wee jn
en ook de kajaks vallen neer op i e
verlaten strandje, waar het jutter:
bloed zich doet gelden, s' Avond
laat zien we rendieren gehaast d
vlakte oversteken en moeten we
passen geen jonge vogels te vert
pen in hun nesten op de kale grc
Eiderdons ligt hier voor het oprap
als bruin sneeuw zo zacht. Een if
jager voert een kreupel ritueel uit
de aandacht van het jong af te l!
den. Even later duikt het beest v
dend rakelings langs mijn kop.
Wegwezen hier. Laat me met rus
giert het door de lucht.
Doel nad
Het is een dag als alle andere. D
lucht is blauw, de zon schijnt en
bijna geen wind. Geleidelijk nade
we het grote doel van onze tocht
doorvaart van Hinloopenstraat. V
Biscayerhuken zijn we steeds oot
ker gaan varen, maar we doen e<
nog Reindeerflya aan. Daar steke
we lopend over naar de andere k
Een tocht van een kleine twintig
meter. Het lijkt een nazomerdag
een Nederlandse achtertuin. De t
is evenwel kilometers lang en bre
Lees verder pagi
p.
id
dti
v
ist
v
ir
irir
te
s
Pi
er
holi
e
de
Wc
el.
taf
ilu
I 0
da
>r
- f
1t
tel
G
k
es
i