Twee kanonnen uit wrak
in Molengat geborgen
pitsbergen-expeditie, deel 2: De terugreis
i
ERVOLG VAN PAG. 6
nnekoekenhuis: ook
or gebitsreparaties
Afkomst schip nog onbekend
Gemeentelijke
studietoelage
Aanrijding
Vals geld
Hengelspullen gestolen
Zon, maan en hoog water
IER JDAG 9 SEPTEMBER 1988
TEXELSE COURANT
PAGINA 7
t op
10,
OU
idenl
Zw#
ina,
aar
weg heel ver weg naar het zuid-
de niet te ontkomen vergletsjerde
irtpli pen witter dan wit en het zwart
ging ide hellingen zwarter dan zwart,
isteren in de zon is dit. De rugzak
zien er na een uur uit als stakeri-
puizenstelsels door de geweien
JOOl
c de
e bi
3ool rendieren die hier verzameld wor-
als ware het schelpen. Een kud-
rendieren rent voor ons uit.
derop Brandganzen hoog in de
it. Hun onmiskenbare geluid. Ook
iwart en wit. Anderen kleuren heb
lier niet nodig of het moest blauw
De wind steekt op en draait ge-
elijk naar zuid door. De anoraks
vas
jr ei
uim
van
ir vl
eest
an s
ju h
lein
het
er t
die
heb ik hier op lopen wachten, maar
nu is Nanook, de grote zwerver er
dan. Verdomme, dat is niet zo mooi.
Vijftig meter meer niet. „Een beer,
een ijsbeer, schiet het door me heen.
Alle clichées ten spijt, maar mijn hart
bonkt in mijn keel. Wegwezen is het
eerste en rustig aan. Gemakkelijk ge
zegd, moeilijker gedaan. Rustig
fluisteren we elkaar toe, maar we
willen alledrie rennen. Geweer is vei
ligheid, lulkoek. Raakschieten is vei
ligheid. „It attacks without warning",
staat erin de brochure, maar ook dat
weet je niet zeker. De hut is bijna
114 kilometer ver weg, rennen wil je,
rustig moet je. Ik knijp in het geweer.
Zeker weten dat ik het heb. Uit het
wil geen dooie beer geen Daktari bo
ven de Poolcirkel, maar een dooie
Homo Sapiens is ook niet alles. Geen
„Wij kennen beren"-tonelen van bio
logen. We besluiten in de hut de din
gen af te wachten. Weining voedsel
is geen argument. Die beer heeft ook
bijna niet te vreten tenslotte.
Toendra
De uitkijk bemerkt in de verte een
wit figuurtje dat zich rennend over
de toendra spoedt. Het blijkt Peter te
zijn die is afgezet door Jan Moens en
ongewapend- schrik- niets vermoe
dend en dat is maar beter ook- zoekt
hij ons. Bart en Watze gaan hem
voorzichtig tegemoet. Gewapend. Pe
ter verteld hen hoe de Pandora
ik. n aan. Het scherpe zonlicht blijft,
groep loopt zo nu en dan te ver
Ikaar. Zo goed en zo kwaad als
gaat, probeer ik de groep in de
pn te houden. In de verte lonken
in d platte rotseilandjes van Andoyane.
errii moeten naar Stationsouyane of
noo >r Worsleyhamn. Zo'n kleine na-
nam ilijke haven in een kleine baai. De
rraajdora tegemoet. Ons vertrouwde
eepje is in de baai en ook verde-
de fjord nog niet te zien. Wel
ievi i we de toenemende witte koppen
g h voelen we de plots harde wind,
op de kaart aangegeven hut
sn d mt op als stip aan de horizon. Als
ter er komen staat voor de deur een
Ie b|wam-achtige stellage van hout. Er
st weer een baken. In het hutje
kacheltje dat al snel brandt. Een
vinlald Duck, oude kranten, kolen en
kus t, wat gereedschap, roestige spij-
nevf i en wat overgebleven voedsel
i st een oudere Italiaanse expeditie,
of ir de hitte valt de een na de an-
en in slaap. Loek slaapt zittend met
vièt lodderige blik in de ogen. Watze
e, d rkt als een walrus. Ik dut in en
me tien zit buiten in de zon uit de
rwo d. Simon loert door het raampje
i. O Ijord op. De golven worden steiler
Je wind giert al aardig. Het is ze-
»el tegen de acht, als je het water
iet stuiven.
en een kwartier verandert het
Het blijft ongelooflijk. Met dat
tje kan zelfs Jan Moens in deze
itandigheden nooit en te nimmer
ten. Wachten tot de wind gaat
ïn voorlopig. Bart is gaan verken
en bericht later dat de Pandora
lizaam deze kant op komt, kruipt.
Ruud is wezen verkennen. Zon-
wapen. De vlegel! Je weet
lotte nooit. Ik loop samen met
:ien die kant op. Hoe waarschu
we de Pandora dat wij er al zijn
at zij. naar de beschutte baai
i? Ruud komt ons tegemoet. We
iten maar weer proberen op de
iper in het zicht van de Pandora
;omen. We dalen af naar de kust.
lerop ligt het gave sloepje dat ik
drie jaar geleden al zag liggen,
de kust geworpen door ijs en zee.
Texel zou het er geen dag liggen,
ligt het nu al jaren in weer en
d, ijs en dooi, en blijft goed ge
serveerd. Te mooi om te laten lig-
ir til, te groot om mee te nemen.
W
aati
o ei
jder
een
W
[jee
Een graf met geraamte werd toevallig aangetroffen op Deneneiland
ord
IJsbeer
dat ogenblik kijk ik naar links te-
de lage zon in. Een grote donke-
estalte schuifelt traag in onze
ting. Ineens is ie er dan. Jaren
zicht eerst en dan pas hardlopen,
maar wel bijelkaar blijven. We dalen
iets af. Uit mijn ooghoeken zie ik de
schaduw van de beer nu rechtop. Hij
staat op zijn achterpoten en speurt
de omgeving af. Als hij ons verderop
maar niet de pad afsnijdt. Scherp
loeren we naar rechts. Niets te zien.
Het geweer weegt als lood. Bertien
kan niet harder, maar wil niet versa
gen. Niet harder? Dit lijkt wel joggen.
Bijelkaar blijven, maar ik dwing de
anderen door te lopen. Geen confron
tatie met een misschien hongerige
beer. Ontlopen is de boodschap Het
rooige zand langs het strandje zuigt.
Honderd meter in 10 seconden. Bijna
50 km. per uur kan ie als het moet.
Heel even maar. Het leven is zo
mooi. We moeten lachen van de
schrik en van de zenuwen. Het is
donderdag 12 augustus en het is de
dag van de beer.
In de hut leidt het signaleren van de
witte zwerver tot verhoogde activi
teit. ledereen is plotseling wakker,
maar het bevordert allerminst de
overzichtelijkheid. Hoe nu verder? In
ieder geval moeten we wachtlopen
met zijn tweeën. Het voedsel geteld,
voor het geval we langer op de Pan
dora moeten wachten. Tot de storm
gaat liggen en de beer misschien
ook. Watze maakt zich buiten ver
dienstelijk door een afstand van 15
meter uit te zetten voor het geval we
besluiten toch te schieten. Liever laat
ik het beest rond de hut snuffelen. Ik
zwoegde door de zware golven van
de fjord. Korte nijdige spitse kanjers.
Zo verloren zo onder weg de vlonder
van de rubberboot en met allerlei hel
se toeren pikten ze die weer op. Toen
moesten ze met die windkracht acht
onder kant zien te komen. Peter voor
in, om de boot laag op de golven te
houden en Moens voorzichtig sturend
achterop. Hij wacht op het strandje.
Zo lopen twee avonturen door elkaar
heen. Onbereikbaar voor elkaar. Dit
landschap laat niet met zich spotten.
De doos van Pandora waardig. In
ganzepas ons zo breed mogelijk ma
kend, gaat het nu voorzichtig richting
rubberboot. Voor het gevoel dat de
geweren in de aanslag. Geen beer te
zien in de buurt van de sloep. En dat
is maar goed want schipper Moens
kan slechts drie man tegelijk vervoe
ren. Ik blijf achter op het strandje en
wacht tot de anderen over zijn. De
robbekarkassen die ik hier drie jaar
terug zag liggen, waren dus prooi-
resten van beren. De koppen heb ik
thuis op Texel. Eenmaal aan boord
beseffen we het avontuur pas goed
als Jan Tjeerd met de kijker weer het
beest bespeurt op enkele meters af
stand van waar we net nog zaten.
Hij was er dus wel. Simon geeft me
een knipoog en steekt zijn duim om
hoog. Ik grijns.
Het grote doel nadert. De onbereken
bare Hinloopenstraat moet ons door
gang verschaffen. Het is eringaan en
doorstoten. Zo niet dan moeten we
het hele eiland om de Noordwest te
rug. Ik moet er niet aan denken. Het
laatste wat de doos van Pandora
bood was de hoop, zo gaat het ver
haal en die hebben we nodig. Het is
het enige dat rest, want de doos is
bijna leeg. Weer denk ik aan Tilman
die hier jaren geleden met zijn simpe
le uitgeruste bootje heenvoer.
Meestal, wat meestal? Altijd zonder
radio, want een mens dient zichzelf
te redden nietwaar, voer hij het ijs in
in zijn eeuwig optimisme en vertrou
wend op zijn ervaring opgedaan in
bergen en vlakten, ijs en sneeuw.
Kapitein Haak
Jan Moens, Simon en ik hebben
wacht. Gelukkig, want wat is er
mooier het ijs in te varen met Kapi
tein Haak van Texel achter het roer
en Siem en ik als uitkijk op het dek
huis. Samenwerking is nu geboden,
waar de een fungeert als oog voor
de ander. Zwaar ijs vooruit en zoeken
naar de felbegeerde doorgangen Let
ten op het onder de boot verborgen
keiharde ijs. Zo hard als een kade
muur en als het moet messcherp.
Schuren en bonken. Af en toe een
beste klap. We roepen Ben, die al
snel Bennie de Beuker heet. Hij heeft
vroeger een tijdje gebokst en dat
komt nu goed van pas. Moens zit nu
op de voorplecht en duwt versperrin
gen opzij als dat gaat. Soms slaan
we op de motor hard achteruit. Het
giert zo nu en dan, maar het weer is
prachtig en de helderheid groot. Het
poollicht is weer veranderd. Onuit
sprekelijk. Van roze naar paars, blauw
in het westen, afstanden van 60 ki-
lomter lijken aanraakbaar. De zee is
nu glas. Je ziet de robben onder het
schip door duiken en de altijd en
eeuwig aanwezige stormvogel in
spiegelbeeld scheren als een mes op
het water. Het is nacht nu, maar het
licht doet pijn aan je ogen. Is wit hier
de uiterste exponent van de kaalte of
accentueert het slechts de leegte
door de helderheid? Wit is alom en
onontkoombaar door niets weerhou
den dan zee onttrekt het zich aan ie
dere waarneming. Verminkt het
onderscheiden van overgangen in het
landschap en vernauwt op den duur
het bewustzijn. Pas als je je ogen
sluit, ontstaat het ruimtelijk besef
van die leegte Ontsnappen past hier
niet. De nagalm is ontzettend. De
scherpte doet fysiek pijn, terwijl de
psyche doldraait. Voldongen feit. Zo
varen we tenslotte verder om weer
te keren. Hier stoppen betekent geen
weg meer terug.
Ivoormeeuwen
We naderen water. Ineens opent zich
het ondoordringbare ijsveld. Verderop
ziet Bart een Moeder beer met twee
jongen. Gelig tegen het witte ijs. Hij
ziet altijd alles. Later weer een
zwemmende beer en de prachtige
ivoormeeuwen. Schepsel van de
eerste dag, als je ze zo ziet zweven.
We varen door verstild landschap,
want ook zee is landschap. Wie dat
niet ziet, ziet niets. We varen in een
kijkdoos. De brokken worden hoger.
Luchtspiegelingen. Als het hier gaat
waaien wat dan? De stroming is be
rucht. Verderop bij Helyesundet loop
het minstens 8 knopen. We besluiten
Freemansundet te nemen. Niet overal
even duidelijk op de kaart zijn de
diepten opgetekend of het is onzeker,
oppassen geblazen.
We hebben betere kaarten dan Til
man die hier in dat gat vastliep en
zijn water en ballast over boord
moest zetten ondanks de stroming.
Later ging hij stenen sjouwen met
zijn bemanning. Wachtend op het tij
dat het schip moest lichten. Hij zat
nergens mee. Misschien was zijn ple
zier juist dat wel. Het stoicijns ver
dragen van tegenslag. Ze bestaan
niet meer, had Jan Wit nog tegen me
gezegd. Een uitstervend ras. Zeuren
over te weinig eten of een glets
jerspleet deden ze niet. Dat was in
gecalculeerd. Wie in het schuitje zat,
moest meevaren. We zijn erdoor. Het
ijs is gebroken. Jan Moens stuurt ons
door de laatste resten „soft ice". Ben
Veenstra zag het steeds zitten. Een
apart geval. Dat ben je al snel als
schipper. Hij weet vrijwel overal een
oplossing voor Is zeer rustig maar
wordt nu ook enthousiast. Op Jan
Mayen waagde hij zich op een berg.
Een zeeman op het land. Popeye op
het droge. Hij glimt van genoegen.
De reis kan niet meer stuk.
Walrussen
Het einde nadert. Wat een droom
was en bleek, raakt op. Nog enkele
tientallen mijlen en de zuidpunt van
Edgeöya is in zicht. Op Andréetangen
zoeken we naar de „olifanten zonder
pootjes en slurf". De machtige wal
russen. Ik ontdek ze verderop in zee.
Geen beren deze keer maar waak
zaamheid blijft geboden Bart sluipt
om een hoek en ziet het uitgesleten
zandpad waarover de kolossen naar
zee schuifelen. Het grote dier heft de
kop en snuift. Op het land ben je zo
weg, maar op zee. Nu pas weet ik
ten volle wat er drie jaar terug naast
mijn kajak zwom en dan zag ik alleen
nog de kop.
Even spelen, ouwe jongen.
Nee, laat maar. Een stap dichterbij
en het mannetje verheft zich drei
gend uit het water. Nieuwgierig wa
ren ze met ons meegezwommen tot
bij de rubberboot. Jan Moens trekt
het bootje razendsnel iets meer de
kant op. De dieren versperren ons de
weg naar de Pandora. Peter gaat zin
gen, maar zelfs dan blijven ze liggen.
We zijn met zijn drieën de rest zit al
op het schip en baalt dat wij de wal
russen aan onze voeten hebben. De
Pandora doorklieft de Barentszee.
Halve wind uit het Noordoosten. De
gang zit er goed in. Texel lokt. Langs
de kust van Noorwegen zullen we af
zakken. Via de Lofoten die groen ei
landengroep met geurende bossen.
Het zal de herinnering even vervagen,
heel even maar. Dolfijnen duiken om
het schip als ik aan het roer sta. Bart
- wie anders - was me net voor. Ik
stuur met ze mee, voel me even dol
fijn. Ze lijken het schip te rammen.
Synchroon springen ze uit het water.
Tjesus, wat mooi. In dit heldere wa
ter dubbel zo mooi. Achter ons, voor
ons op de boeg. Simon ziet er een
op zijn patrijspoort dwars voor schie
ten. Hij bukt en schiet in de lach.
Dan zijn ze weer verdwenen. We
stonden te gillen aan dek van de
schoonheid. Genieten is dit.
We naderen de 70 graden breedte. Ik
denk aan de konvooien die hier ooit
voeren via de Barendszee, nu al ach
ter ons naar Moermansk en ik denk
aan een van die velen. Ome Jaap
heette hij. Vijf keer getorpedeerd,
maar hij leefde nog. Wat zich hier
heeft afgespeeld. In de winter. Nu is
het zomer. Ze voeren gewoon door.
We weten hoe koud het water was,
is. Oppikken ho maar. Een marine
konvooi nadert in de verte. De neus
op de feiten.
Texelaar in zicht
De marifoon zendt wel uit, maar ont
vangt niet meer. De wind zit tegen.
We moeten aan slag, wat heet, ma
ken. Het gaat lang duren, de Helden
raken vermoeid. Averij aan een stag
doet ons zonder grootzeil varen met
de motor bij, tot ook die even stopt.
Filter vuil. Daar gaat hij weer. Ineens
is er weer hoop. Een Texelaar ver
schijnt in ons zicht. Te mooi om waar
te zijn onder de Doggersbank. Een
speld in een hooiberg maar hij is het
wel. De TX 19. Als een dolfijn jaagt
Fup om ons heen. We juichen en
zwaaien. Wat een moment. Dit is
geen toeval. Het blijft bij schreeuwen
door de kapotte marifoon, maar
straks weten ze thuis dat we er aan
komen. Wat een wereld.
Twee stormen verder weten we dat
de doos van Pandora pas gesloten
mag worden als de tros aan wal zit.
Net als de huis van de beer. Wind
kracht 8 zuid en 8 tot 9 zuidwest.
We rijden de stormen af, maar het
kost ons tijd. Eerst Texel aan doen
kunnen we vergeten. Dan lopen we
eindelijk Terschelling aan om te bellen
naar Harlingen. Daar wacht een
schare dierbaren te lang en ongedul
dig net als wij. Het is voorbij.
Het kruis voor de sledehonden bij Ny Alesund.
a pp
id van Oosten, die al meer dan
jaar tandtechniker is, opent
aan andag een tandtechnisch
Dratorium bij zijn Pannekoeken-
Kikkertstraat 9 te De Cocks-
p, telefoon 02222-441. ,,De
;rt°' nbinatie lijkt wat vreemd, maar
ighi
0P< 0
iter:
Dnd
vijf kanonnen. Als de twee die nu
zijn geborgen bijzondere informatie
opleveren, zullen de resterende
schiettuigen ook boven water worden
gebracht.
blijkt in de praktijk goed te wer-
i, want mensen die voor kleine re-
"e aties komen nemen hun hele
/veefin mee en maken er meteen een
van", aldus Van Oosten.
lid van Oosten volgde een oplei-
J aan het Instituut Vakopleidingen
Tdtechniek te Utrecht. „Ik had toen
vriendin die als tandarts-
istente werkte bij een groot be
waar ook een laboratorium was.
m"! Ir was een baantje vrij en zo ben
U irin gerold". Tot 1981 heeft Van
iten gewerkt bij tandarts H.J.Sik-
te Amsterdam. Nadat hij zich vier
samen met zijn vrouw richtte op
Pannekoekenhuis op Texel ging hij
er naar Amsterdam terug voor bij-
loling. Hij had daar nog twee jaar
eigen laboratorium. Zijn vrouw
de dan het Pannekoekenhuis en
was alleen in de weekenden op
laf maandag werkt Van Oosten
sluitend op Texel, hoewel hij nog
opdrachten van „overkantse"
dartsen blijft doen.
ïr reparaties ondermeer aan gebit
plaatjes en frames kan men, na
telefoontje ten alle tijden bij hem
icht. Wie geen vervoer heeft naar
Cocksdorp kan het te repareren
laten ophalen. Reparaties duren
estal niet langer dan een half tot
uur, dus men kan erop wachten.
Twee kanonnen uit het zestiende
eeuwse scheepswrak in het Molen
gat zijn dinsdag gelicht en naar Den
Helder vervoerd, waar ze blijven tot
transport naar het WVC-depot in
Alphen aan de Rijn is geregeld. Ar
cheologen hopen dat de kanonnen,
die zijn bedekt met een betonachtige
korst, inscripties hebben die de de
nog onbekende nationaliteit van het
schip onthullen.
De vondsten uit het wrak worden al
lemaal naar het depot 3an Alphen
aan de Rijn gebracht, waar ze zo mo
gelijk worden geconserveerd. Er is in
het verleden wel gesproken over de
oprichting van een regionaal depot
voor archeologische vondsten op
Texel, dat komt er voorlopig niet we
gens geldgebrek. Het ministerie heeft
in eerste instantie een centraal depot
op het programma staan, met alle
dure voorzieningen die nodig zijn
voor het optimaal conserveren van
de historisch waardevolle vondsten.
Toch zijn de voorwerpen uit het oude
wrak niet verloren voor Texel, want
ze komen na conservering in een
Rijksdepot waaruit musea wisselcol
lecties kunnen halen, dus ook het
Maritiem- en Juttersmuseum in Ou-
deschild.
„Alle vondsten bijelkaar zou een veel
te grote en te eenzijdige collectie
vormen voor een museum alleen. Het
ligt wel voor de hand dat hier een
expositie met materiaal van het wrak
komt, want Texel is natuurlijk de
thuisbasis van het onderzoeksteam
geweest en de binding met het ei
land is onmiskenbaar. Het wordt dan
een steeds wisselende kleine greep
uit de vondsten", aldus Thijs Maarle-
veld, hoofd van de afdeling onder-
waterarcheologie van WVC.
Toeval
Dat de kanonnen dinsdag naar Den
Helder zijn gebracht berust op toeval.
„We hadden ze wel naast het wrak
klaar gelegd om ze eens boven water
te brengen als we goede opvang
hadden geregeld", aldus Maarleveld.
Hij en zijn medewerkers maken ge
bruik van de „Phileas Fogg" van
Hans Eelman. Dit schip is echter niet
geschikt om de zware kanonnen te
transporteren. Toen de onderzoekers
dinsdag ter plaatse kwamen, was de
boeienlegger „Terschelling" van
Rijkswaterstaat toevallig in de buurt
en die kon de antieke vracht makke
lijk meenemen naar Den Helder.
Afgezonken
„We hebben de twee kanonnen in
Den Helder weer afgezonken, want
ze moeten onder water worden be
waard tot vervoer naar Alphen aan
de Rijn is geregeld", aldus Maarle
veld. „Ze zijn in slechte staat, het zal
niet meevallen ze schoon te krijgen
en te conserveren. Door het lange
verblijf in het zoute water is een
groot gedeelte van het ijzer in grafiet
veranderd". Men hoopt aan de hand
van eventuele inscripties de nationali
teit van het wrak te achterhalen. „De
bouw lijkt Hollands, maar we hebben
daar nog geen enkele zekerheid
over".
In het wrak liggen nog een stuk of
Het bestuur van de Stichting Prof.
Dr. W. H. Keesomstudiefonds maakt
bekend dat voor het cursusjaar
1988/1989 studietoelagen uit het
fonds kunnen worden aangevraagd.
Dit is mogelijk voor personen met
een goede studieaanleg, die met in
staat zijn de kosten van hun voorge
nomen of reeds begonnen studie
(volledig) te betalen. Verzoeken om
een studietoelage moeten vóór 1 no
vember aanstaande bij het bestuur
worden ingediend. Verzoeken die la
ter inkomen zullen niet in behande
ling worden genomen. Een
aanvraagformulier is verkrijgbaar op
het bureau onderwijs van de ge
meentesecretarie, Groeneplaats 1 te
Den Burg, telefoon 02220 - 3041.
Voorwaarde om in aanmerking te ko
men voor een studietoelage is onder
anderen dat voldoende pogingen zijn
aangewend om in aanmerking te ko
men voor een rijksstudietoelage en/of
een provinciale studietoelage. Een
toelage uit het provinciaal studie
fonds kan nog tot 1 oktober aan
staande worden aangevraagd;
informatie en formulier aanvragen
kan telefonisch: 023 - 169933 (tus
sen 14.00 en 16.00 uur).
Iedere zaterdagochtend haalt Scou
ting Texel oud papier, lompen en ou
de schoenen op. De mensen worden
verzocht deze spullen vóór 10.00 uur
aan de straat te zetten, zodat ze vlot
kunnen worden ingeladen. Bij de oud
papier-wagen kunt u ook gereed
schap voor de derde wereld kwijt.
Komende zaterdag wordt het oude
papier etc. opgehaald in de volgende
straten:
6. Duinreep, Zeebries, Vloedlijn.
Golfslag. Vaargeul, Schoorwal,
Noordwester.
De Koog:
Iedere tweede vrijdagavond van de
maand wordt oud papier opgehaald
in De Koog en directe omgeving, le
der wordt verzocht het papier tijdig
gebundeld aan de straat te zetten.
Bij een bank in Den Burg is weer een
vals briefje van honderd gulden ont
dekt. Het was binnengebracht door
een winkelier uit De Koog. Het viel
niet meer te achterhalen van wie hij
dat geld had ontvangen. Het is raad
zaam oplettend te zijn met biljetten
van deze waarde, daar het vermoe
den bestaat dat er nog meer van in
omloop zijn.
Uit een tent op camping Kogerstrand
te De Koog zijn dinsdag tussen 12.00
en 21.30 uur negen hengels, twee
paraplu's, vier kleine en acht grote
hengelstandaards, negen molens,
twee schepnetten en een viskist met
haken en aas gestolen. Dit alles was
eigendom van een 33-jarige Duitse
toerist.
Op de Pontweg, vlakbij De Koog
vond maandag een aanrijding plaats
toen een 32-jarige Duitser in een
Opel linksaf de Kamperfoelieweg in
wilde slaan. Een 28-jarige man uit
Den Hoorn zag dat niet en wilde
hem inhalen.
Op de Vogelenzang raakten dinsdag
twee auto's licht beschadigd toen
een 20-jarige vrouw uit De Koog en
een 31-jarige man uit Capelle aan de
IJssel bij parkeermanoeuvres elkaar
te laat zagen en met geringe snelheid
tegen elkaar aan reden.
De zon komt 4 september op om
7.08 en gaat onder om 20.04 uur.
Maan; 11 september N.M.
Springtij: 13 september
Hoog water te Oudeschild:
Vrijdag 9 september 8.26 en 21.05
Zaterdag 10 september 9.11 en 21.45
Zondag 11 september 9.48 en 22.16
Maandag 12 september 10.17 en 22.38
Dinsdag 13 september 10.44 en 23.01
Woensdag 14 september 11.13 en 23.28
Donderdag 15 september 11.42 en 23.49
Vrijdag 16 september 12.08 en 23.57
Zaterdag 17 september 12.27 en
Laag water valt gemiddeld 6.15 uur na
hoogwater.
Aan het strand is het een uur eerder hoog
water.