Twee kanonnen uit wrak in Molengat geborgen pitsbergen-expeditie, deel 2: De terugreis i ERVOLG VAN PAG. 6 nnekoekenhuis: ook or gebitsreparaties Afkomst schip nog onbekend Gemeentelijke studietoelage Aanrijding Vals geld Hengelspullen gestolen Zon, maan en hoog water IER JDAG 9 SEPTEMBER 1988 TEXELSE COURANT PAGINA 7 t op 10, OU idenl Zw# ina, aar weg heel ver weg naar het zuid- de niet te ontkomen vergletsjerde irtpli pen witter dan wit en het zwart ging ide hellingen zwarter dan zwart, isteren in de zon is dit. De rugzak zien er na een uur uit als stakeri- puizenstelsels door de geweien JOOl c de e bi 3ool rendieren die hier verzameld wor- als ware het schelpen. Een kud- rendieren rent voor ons uit. derop Brandganzen hoog in de it. Hun onmiskenbare geluid. Ook iwart en wit. Anderen kleuren heb lier niet nodig of het moest blauw De wind steekt op en draait ge- elijk naar zuid door. De anoraks vas jr ei uim van ir vl eest an s ju h lein het er t die heb ik hier op lopen wachten, maar nu is Nanook, de grote zwerver er dan. Verdomme, dat is niet zo mooi. Vijftig meter meer niet. „Een beer, een ijsbeer, schiet het door me heen. Alle clichées ten spijt, maar mijn hart bonkt in mijn keel. Wegwezen is het eerste en rustig aan. Gemakkelijk ge zegd, moeilijker gedaan. Rustig fluisteren we elkaar toe, maar we willen alledrie rennen. Geweer is vei ligheid, lulkoek. Raakschieten is vei ligheid. „It attacks without warning", staat erin de brochure, maar ook dat weet je niet zeker. De hut is bijna 114 kilometer ver weg, rennen wil je, rustig moet je. Ik knijp in het geweer. Zeker weten dat ik het heb. Uit het wil geen dooie beer geen Daktari bo ven de Poolcirkel, maar een dooie Homo Sapiens is ook niet alles. Geen „Wij kennen beren"-tonelen van bio logen. We besluiten in de hut de din gen af te wachten. Weining voedsel is geen argument. Die beer heeft ook bijna niet te vreten tenslotte. Toendra De uitkijk bemerkt in de verte een wit figuurtje dat zich rennend over de toendra spoedt. Het blijkt Peter te zijn die is afgezet door Jan Moens en ongewapend- schrik- niets vermoe dend en dat is maar beter ook- zoekt hij ons. Bart en Watze gaan hem voorzichtig tegemoet. Gewapend. Pe ter verteld hen hoe de Pandora ik. n aan. Het scherpe zonlicht blijft, groep loopt zo nu en dan te ver Ikaar. Zo goed en zo kwaad als gaat, probeer ik de groep in de pn te houden. In de verte lonken in d platte rotseilandjes van Andoyane. errii moeten naar Stationsouyane of noo >r Worsleyhamn. Zo'n kleine na- nam ilijke haven in een kleine baai. De rraajdora tegemoet. Ons vertrouwde eepje is in de baai en ook verde- de fjord nog niet te zien. Wel ievi i we de toenemende witte koppen g h voelen we de plots harde wind, op de kaart aangegeven hut sn d mt op als stip aan de horizon. Als ter er komen staat voor de deur een Ie b|wam-achtige stellage van hout. Er st weer een baken. In het hutje kacheltje dat al snel brandt. Een vinlald Duck, oude kranten, kolen en kus t, wat gereedschap, roestige spij- nevf i en wat overgebleven voedsel i st een oudere Italiaanse expeditie, of ir de hitte valt de een na de an- en in slaap. Loek slaapt zittend met vièt lodderige blik in de ogen. Watze e, d rkt als een walrus. Ik dut in en me tien zit buiten in de zon uit de rwo d. Simon loert door het raampje i. O Ijord op. De golven worden steiler Je wind giert al aardig. Het is ze- »el tegen de acht, als je het water iet stuiven. en een kwartier verandert het Het blijft ongelooflijk. Met dat tje kan zelfs Jan Moens in deze itandigheden nooit en te nimmer ten. Wachten tot de wind gaat ïn voorlopig. Bart is gaan verken en bericht later dat de Pandora lizaam deze kant op komt, kruipt. Ruud is wezen verkennen. Zon- wapen. De vlegel! Je weet lotte nooit. Ik loop samen met :ien die kant op. Hoe waarschu we de Pandora dat wij er al zijn at zij. naar de beschutte baai i? Ruud komt ons tegemoet. We iten maar weer proberen op de iper in het zicht van de Pandora ;omen. We dalen af naar de kust. lerop ligt het gave sloepje dat ik drie jaar geleden al zag liggen, de kust geworpen door ijs en zee. Texel zou het er geen dag liggen, ligt het nu al jaren in weer en d, ijs en dooi, en blijft goed ge serveerd. Te mooi om te laten lig- ir til, te groot om mee te nemen. W aati o ei jder een W [jee Een graf met geraamte werd toevallig aangetroffen op Deneneiland ord IJsbeer dat ogenblik kijk ik naar links te- de lage zon in. Een grote donke- estalte schuifelt traag in onze ting. Ineens is ie er dan. Jaren zicht eerst en dan pas hardlopen, maar wel bijelkaar blijven. We dalen iets af. Uit mijn ooghoeken zie ik de schaduw van de beer nu rechtop. Hij staat op zijn achterpoten en speurt de omgeving af. Als hij ons verderop maar niet de pad afsnijdt. Scherp loeren we naar rechts. Niets te zien. Het geweer weegt als lood. Bertien kan niet harder, maar wil niet versa gen. Niet harder? Dit lijkt wel joggen. Bijelkaar blijven, maar ik dwing de anderen door te lopen. Geen confron tatie met een misschien hongerige beer. Ontlopen is de boodschap Het rooige zand langs het strandje zuigt. Honderd meter in 10 seconden. Bijna 50 km. per uur kan ie als het moet. Heel even maar. Het leven is zo mooi. We moeten lachen van de schrik en van de zenuwen. Het is donderdag 12 augustus en het is de dag van de beer. In de hut leidt het signaleren van de witte zwerver tot verhoogde activi teit. ledereen is plotseling wakker, maar het bevordert allerminst de overzichtelijkheid. Hoe nu verder? In ieder geval moeten we wachtlopen met zijn tweeën. Het voedsel geteld, voor het geval we langer op de Pan dora moeten wachten. Tot de storm gaat liggen en de beer misschien ook. Watze maakt zich buiten ver dienstelijk door een afstand van 15 meter uit te zetten voor het geval we besluiten toch te schieten. Liever laat ik het beest rond de hut snuffelen. Ik zwoegde door de zware golven van de fjord. Korte nijdige spitse kanjers. Zo verloren zo onder weg de vlonder van de rubberboot en met allerlei hel se toeren pikten ze die weer op. Toen moesten ze met die windkracht acht onder kant zien te komen. Peter voor in, om de boot laag op de golven te houden en Moens voorzichtig sturend achterop. Hij wacht op het strandje. Zo lopen twee avonturen door elkaar heen. Onbereikbaar voor elkaar. Dit landschap laat niet met zich spotten. De doos van Pandora waardig. In ganzepas ons zo breed mogelijk ma kend, gaat het nu voorzichtig richting rubberboot. Voor het gevoel dat de geweren in de aanslag. Geen beer te zien in de buurt van de sloep. En dat is maar goed want schipper Moens kan slechts drie man tegelijk vervoe ren. Ik blijf achter op het strandje en wacht tot de anderen over zijn. De robbekarkassen die ik hier drie jaar terug zag liggen, waren dus prooi- resten van beren. De koppen heb ik thuis op Texel. Eenmaal aan boord beseffen we het avontuur pas goed als Jan Tjeerd met de kijker weer het beest bespeurt op enkele meters af stand van waar we net nog zaten. Hij was er dus wel. Simon geeft me een knipoog en steekt zijn duim om hoog. Ik grijns. Het grote doel nadert. De onbereken bare Hinloopenstraat moet ons door gang verschaffen. Het is eringaan en doorstoten. Zo niet dan moeten we het hele eiland om de Noordwest te rug. Ik moet er niet aan denken. Het laatste wat de doos van Pandora bood was de hoop, zo gaat het ver haal en die hebben we nodig. Het is het enige dat rest, want de doos is bijna leeg. Weer denk ik aan Tilman die hier jaren geleden met zijn simpe le uitgeruste bootje heenvoer. Meestal, wat meestal? Altijd zonder radio, want een mens dient zichzelf te redden nietwaar, voer hij het ijs in in zijn eeuwig optimisme en vertrou wend op zijn ervaring opgedaan in bergen en vlakten, ijs en sneeuw. Kapitein Haak Jan Moens, Simon en ik hebben wacht. Gelukkig, want wat is er mooier het ijs in te varen met Kapi tein Haak van Texel achter het roer en Siem en ik als uitkijk op het dek huis. Samenwerking is nu geboden, waar de een fungeert als oog voor de ander. Zwaar ijs vooruit en zoeken naar de felbegeerde doorgangen Let ten op het onder de boot verborgen keiharde ijs. Zo hard als een kade muur en als het moet messcherp. Schuren en bonken. Af en toe een beste klap. We roepen Ben, die al snel Bennie de Beuker heet. Hij heeft vroeger een tijdje gebokst en dat komt nu goed van pas. Moens zit nu op de voorplecht en duwt versperrin gen opzij als dat gaat. Soms slaan we op de motor hard achteruit. Het giert zo nu en dan, maar het weer is prachtig en de helderheid groot. Het poollicht is weer veranderd. Onuit sprekelijk. Van roze naar paars, blauw in het westen, afstanden van 60 ki- lomter lijken aanraakbaar. De zee is nu glas. Je ziet de robben onder het schip door duiken en de altijd en eeuwig aanwezige stormvogel in spiegelbeeld scheren als een mes op het water. Het is nacht nu, maar het licht doet pijn aan je ogen. Is wit hier de uiterste exponent van de kaalte of accentueert het slechts de leegte door de helderheid? Wit is alom en onontkoombaar door niets weerhou den dan zee onttrekt het zich aan ie dere waarneming. Verminkt het onderscheiden van overgangen in het landschap en vernauwt op den duur het bewustzijn. Pas als je je ogen sluit, ontstaat het ruimtelijk besef van die leegte Ontsnappen past hier niet. De nagalm is ontzettend. De scherpte doet fysiek pijn, terwijl de psyche doldraait. Voldongen feit. Zo varen we tenslotte verder om weer te keren. Hier stoppen betekent geen weg meer terug. Ivoormeeuwen We naderen water. Ineens opent zich het ondoordringbare ijsveld. Verderop ziet Bart een Moeder beer met twee jongen. Gelig tegen het witte ijs. Hij ziet altijd alles. Later weer een zwemmende beer en de prachtige ivoormeeuwen. Schepsel van de eerste dag, als je ze zo ziet zweven. We varen door verstild landschap, want ook zee is landschap. Wie dat niet ziet, ziet niets. We varen in een kijkdoos. De brokken worden hoger. Luchtspiegelingen. Als het hier gaat waaien wat dan? De stroming is be rucht. Verderop bij Helyesundet loop het minstens 8 knopen. We besluiten Freemansundet te nemen. Niet overal even duidelijk op de kaart zijn de diepten opgetekend of het is onzeker, oppassen geblazen. We hebben betere kaarten dan Til man die hier in dat gat vastliep en zijn water en ballast over boord moest zetten ondanks de stroming. Later ging hij stenen sjouwen met zijn bemanning. Wachtend op het tij dat het schip moest lichten. Hij zat nergens mee. Misschien was zijn ple zier juist dat wel. Het stoicijns ver dragen van tegenslag. Ze bestaan niet meer, had Jan Wit nog tegen me gezegd. Een uitstervend ras. Zeuren over te weinig eten of een glets jerspleet deden ze niet. Dat was in gecalculeerd. Wie in het schuitje zat, moest meevaren. We zijn erdoor. Het ijs is gebroken. Jan Moens stuurt ons door de laatste resten „soft ice". Ben Veenstra zag het steeds zitten. Een apart geval. Dat ben je al snel als schipper. Hij weet vrijwel overal een oplossing voor Is zeer rustig maar wordt nu ook enthousiast. Op Jan Mayen waagde hij zich op een berg. Een zeeman op het land. Popeye op het droge. Hij glimt van genoegen. De reis kan niet meer stuk. Walrussen Het einde nadert. Wat een droom was en bleek, raakt op. Nog enkele tientallen mijlen en de zuidpunt van Edgeöya is in zicht. Op Andréetangen zoeken we naar de „olifanten zonder pootjes en slurf". De machtige wal russen. Ik ontdek ze verderop in zee. Geen beren deze keer maar waak zaamheid blijft geboden Bart sluipt om een hoek en ziet het uitgesleten zandpad waarover de kolossen naar zee schuifelen. Het grote dier heft de kop en snuift. Op het land ben je zo weg, maar op zee. Nu pas weet ik ten volle wat er drie jaar terug naast mijn kajak zwom en dan zag ik alleen nog de kop. Even spelen, ouwe jongen. Nee, laat maar. Een stap dichterbij en het mannetje verheft zich drei gend uit het water. Nieuwgierig wa ren ze met ons meegezwommen tot bij de rubberboot. Jan Moens trekt het bootje razendsnel iets meer de kant op. De dieren versperren ons de weg naar de Pandora. Peter gaat zin gen, maar zelfs dan blijven ze liggen. We zijn met zijn drieën de rest zit al op het schip en baalt dat wij de wal russen aan onze voeten hebben. De Pandora doorklieft de Barentszee. Halve wind uit het Noordoosten. De gang zit er goed in. Texel lokt. Langs de kust van Noorwegen zullen we af zakken. Via de Lofoten die groen ei landengroep met geurende bossen. Het zal de herinnering even vervagen, heel even maar. Dolfijnen duiken om het schip als ik aan het roer sta. Bart - wie anders - was me net voor. Ik stuur met ze mee, voel me even dol fijn. Ze lijken het schip te rammen. Synchroon springen ze uit het water. Tjesus, wat mooi. In dit heldere wa ter dubbel zo mooi. Achter ons, voor ons op de boeg. Simon ziet er een op zijn patrijspoort dwars voor schie ten. Hij bukt en schiet in de lach. Dan zijn ze weer verdwenen. We stonden te gillen aan dek van de schoonheid. Genieten is dit. We naderen de 70 graden breedte. Ik denk aan de konvooien die hier ooit voeren via de Barendszee, nu al ach ter ons naar Moermansk en ik denk aan een van die velen. Ome Jaap heette hij. Vijf keer getorpedeerd, maar hij leefde nog. Wat zich hier heeft afgespeeld. In de winter. Nu is het zomer. Ze voeren gewoon door. We weten hoe koud het water was, is. Oppikken ho maar. Een marine konvooi nadert in de verte. De neus op de feiten. Texelaar in zicht De marifoon zendt wel uit, maar ont vangt niet meer. De wind zit tegen. We moeten aan slag, wat heet, ma ken. Het gaat lang duren, de Helden raken vermoeid. Averij aan een stag doet ons zonder grootzeil varen met de motor bij, tot ook die even stopt. Filter vuil. Daar gaat hij weer. Ineens is er weer hoop. Een Texelaar ver schijnt in ons zicht. Te mooi om waar te zijn onder de Doggersbank. Een speld in een hooiberg maar hij is het wel. De TX 19. Als een dolfijn jaagt Fup om ons heen. We juichen en zwaaien. Wat een moment. Dit is geen toeval. Het blijft bij schreeuwen door de kapotte marifoon, maar straks weten ze thuis dat we er aan komen. Wat een wereld. Twee stormen verder weten we dat de doos van Pandora pas gesloten mag worden als de tros aan wal zit. Net als de huis van de beer. Wind kracht 8 zuid en 8 tot 9 zuidwest. We rijden de stormen af, maar het kost ons tijd. Eerst Texel aan doen kunnen we vergeten. Dan lopen we eindelijk Terschelling aan om te bellen naar Harlingen. Daar wacht een schare dierbaren te lang en ongedul dig net als wij. Het is voorbij. Het kruis voor de sledehonden bij Ny Alesund. a pp id van Oosten, die al meer dan jaar tandtechniker is, opent aan andag een tandtechnisch Dratorium bij zijn Pannekoeken- Kikkertstraat 9 te De Cocks- p, telefoon 02222-441. ,,De ;rt°' nbinatie lijkt wat vreemd, maar ighi 0P< 0 iter: Dnd vijf kanonnen. Als de twee die nu zijn geborgen bijzondere informatie opleveren, zullen de resterende schiettuigen ook boven water worden gebracht. blijkt in de praktijk goed te wer- i, want mensen die voor kleine re- "e aties komen nemen hun hele /veefin mee en maken er meteen een van", aldus Van Oosten. lid van Oosten volgde een oplei- J aan het Instituut Vakopleidingen Tdtechniek te Utrecht. „Ik had toen vriendin die als tandarts- istente werkte bij een groot be waar ook een laboratorium was. m"! Ir was een baantje vrij en zo ben U irin gerold". Tot 1981 heeft Van iten gewerkt bij tandarts H.J.Sik- te Amsterdam. Nadat hij zich vier samen met zijn vrouw richtte op Pannekoekenhuis op Texel ging hij er naar Amsterdam terug voor bij- loling. Hij had daar nog twee jaar eigen laboratorium. Zijn vrouw de dan het Pannekoekenhuis en was alleen in de weekenden op laf maandag werkt Van Oosten sluitend op Texel, hoewel hij nog opdrachten van „overkantse" dartsen blijft doen. ïr reparaties ondermeer aan gebit plaatjes en frames kan men, na telefoontje ten alle tijden bij hem icht. Wie geen vervoer heeft naar Cocksdorp kan het te repareren laten ophalen. Reparaties duren estal niet langer dan een half tot uur, dus men kan erop wachten. Twee kanonnen uit het zestiende eeuwse scheepswrak in het Molen gat zijn dinsdag gelicht en naar Den Helder vervoerd, waar ze blijven tot transport naar het WVC-depot in Alphen aan de Rijn is geregeld. Ar cheologen hopen dat de kanonnen, die zijn bedekt met een betonachtige korst, inscripties hebben die de de nog onbekende nationaliteit van het schip onthullen. De vondsten uit het wrak worden al lemaal naar het depot 3an Alphen aan de Rijn gebracht, waar ze zo mo gelijk worden geconserveerd. Er is in het verleden wel gesproken over de oprichting van een regionaal depot voor archeologische vondsten op Texel, dat komt er voorlopig niet we gens geldgebrek. Het ministerie heeft in eerste instantie een centraal depot op het programma staan, met alle dure voorzieningen die nodig zijn voor het optimaal conserveren van de historisch waardevolle vondsten. Toch zijn de voorwerpen uit het oude wrak niet verloren voor Texel, want ze komen na conservering in een Rijksdepot waaruit musea wisselcol lecties kunnen halen, dus ook het Maritiem- en Juttersmuseum in Ou- deschild. „Alle vondsten bijelkaar zou een veel te grote en te eenzijdige collectie vormen voor een museum alleen. Het ligt wel voor de hand dat hier een expositie met materiaal van het wrak komt, want Texel is natuurlijk de thuisbasis van het onderzoeksteam geweest en de binding met het ei land is onmiskenbaar. Het wordt dan een steeds wisselende kleine greep uit de vondsten", aldus Thijs Maarle- veld, hoofd van de afdeling onder- waterarcheologie van WVC. Toeval Dat de kanonnen dinsdag naar Den Helder zijn gebracht berust op toeval. „We hadden ze wel naast het wrak klaar gelegd om ze eens boven water te brengen als we goede opvang hadden geregeld", aldus Maarleveld. Hij en zijn medewerkers maken ge bruik van de „Phileas Fogg" van Hans Eelman. Dit schip is echter niet geschikt om de zware kanonnen te transporteren. Toen de onderzoekers dinsdag ter plaatse kwamen, was de boeienlegger „Terschelling" van Rijkswaterstaat toevallig in de buurt en die kon de antieke vracht makke lijk meenemen naar Den Helder. Afgezonken „We hebben de twee kanonnen in Den Helder weer afgezonken, want ze moeten onder water worden be waard tot vervoer naar Alphen aan de Rijn is geregeld", aldus Maarle veld. „Ze zijn in slechte staat, het zal niet meevallen ze schoon te krijgen en te conserveren. Door het lange verblijf in het zoute water is een groot gedeelte van het ijzer in grafiet veranderd". Men hoopt aan de hand van eventuele inscripties de nationali teit van het wrak te achterhalen. „De bouw lijkt Hollands, maar we hebben daar nog geen enkele zekerheid over". In het wrak liggen nog een stuk of Het bestuur van de Stichting Prof. Dr. W. H. Keesomstudiefonds maakt bekend dat voor het cursusjaar 1988/1989 studietoelagen uit het fonds kunnen worden aangevraagd. Dit is mogelijk voor personen met een goede studieaanleg, die met in staat zijn de kosten van hun voorge nomen of reeds begonnen studie (volledig) te betalen. Verzoeken om een studietoelage moeten vóór 1 no vember aanstaande bij het bestuur worden ingediend. Verzoeken die la ter inkomen zullen niet in behande ling worden genomen. Een aanvraagformulier is verkrijgbaar op het bureau onderwijs van de ge meentesecretarie, Groeneplaats 1 te Den Burg, telefoon 02220 - 3041. Voorwaarde om in aanmerking te ko men voor een studietoelage is onder anderen dat voldoende pogingen zijn aangewend om in aanmerking te ko men voor een rijksstudietoelage en/of een provinciale studietoelage. Een toelage uit het provinciaal studie fonds kan nog tot 1 oktober aan staande worden aangevraagd; informatie en formulier aanvragen kan telefonisch: 023 - 169933 (tus sen 14.00 en 16.00 uur). Iedere zaterdagochtend haalt Scou ting Texel oud papier, lompen en ou de schoenen op. De mensen worden verzocht deze spullen vóór 10.00 uur aan de straat te zetten, zodat ze vlot kunnen worden ingeladen. Bij de oud papier-wagen kunt u ook gereed schap voor de derde wereld kwijt. Komende zaterdag wordt het oude papier etc. opgehaald in de volgende straten: 6. Duinreep, Zeebries, Vloedlijn. Golfslag. Vaargeul, Schoorwal, Noordwester. De Koog: Iedere tweede vrijdagavond van de maand wordt oud papier opgehaald in De Koog en directe omgeving, le der wordt verzocht het papier tijdig gebundeld aan de straat te zetten. Bij een bank in Den Burg is weer een vals briefje van honderd gulden ont dekt. Het was binnengebracht door een winkelier uit De Koog. Het viel niet meer te achterhalen van wie hij dat geld had ontvangen. Het is raad zaam oplettend te zijn met biljetten van deze waarde, daar het vermoe den bestaat dat er nog meer van in omloop zijn. Uit een tent op camping Kogerstrand te De Koog zijn dinsdag tussen 12.00 en 21.30 uur negen hengels, twee paraplu's, vier kleine en acht grote hengelstandaards, negen molens, twee schepnetten en een viskist met haken en aas gestolen. Dit alles was eigendom van een 33-jarige Duitse toerist. Op de Pontweg, vlakbij De Koog vond maandag een aanrijding plaats toen een 32-jarige Duitser in een Opel linksaf de Kamperfoelieweg in wilde slaan. Een 28-jarige man uit Den Hoorn zag dat niet en wilde hem inhalen. Op de Vogelenzang raakten dinsdag twee auto's licht beschadigd toen een 20-jarige vrouw uit De Koog en een 31-jarige man uit Capelle aan de IJssel bij parkeermanoeuvres elkaar te laat zagen en met geringe snelheid tegen elkaar aan reden. De zon komt 4 september op om 7.08 en gaat onder om 20.04 uur. Maan; 11 september N.M. Springtij: 13 september Hoog water te Oudeschild: Vrijdag 9 september 8.26 en 21.05 Zaterdag 10 september 9.11 en 21.45 Zondag 11 september 9.48 en 22.16 Maandag 12 september 10.17 en 22.38 Dinsdag 13 september 10.44 en 23.01 Woensdag 14 september 11.13 en 23.28 Donderdag 15 september 11.42 en 23.49 Vrijdag 16 september 12.08 en 23.57 Zaterdag 17 september 12.27 en Laag water valt gemiddeld 6.15 uur na hoogwater. Aan het strand is het een uur eerder hoog water.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1988 | | pagina 7