itadsrecht paste bij lyrije" Texelaars W UNIEK door Cora Laan Straatoverlast Geslaagd dus van Bang&Olufsen 9 1e 1 Bang&Olufsen j) ONDERDAG 15 MAART 1990 TEXELSE COURANT PAGINA 7 Waarom kreeg Texel stadsrech ten? Oud-Texetse Cora Laan lkleindochter van „meester" :P. Laan uit Den Burg) ging op 'inderzoek uit om op die vraag mtwoord te vinden. Cora stu- ieert politieke geschiedenis ian de Erasmusuniversiteit te Rotterdam, en verwerkte de re sultaten van haar naspeuringen in haar eerstejaars werkstuk Texel en het stadsrecht". Dit 'terkstuk geven wij hierbij inte- I ftraa' weer. Stadsrecht in het algemeen io 1988 bestond veel discussie waar men de grens moest trek- tussen een groot dorp en een Ine stad. In de middeleeuwen be- Ind deze discussie niet, ieder be- angscentrum dat stadsrecht had (vangen was een stad. Stadsrecht ld voor een bevolkingscentrum in, het was onttrokken aan het alge- Ine landrecht, waarmee het bevol- iscentrum een eigen bestuur ig, dat de eigen economische po- i regelen kon. De onttrekking van stad aan het platteland is zowel i economische als van staatsrech- jke aard. Zij is een inbreuk op het nstelsel, dat uitsluitend op landbe- was gebaseerd. He landbezit was feteden wel van enig belang, maar [economische kracht van de stad meer bij de handel en de nijver- j. De voornaamste rijkdom van jplieden bestond uit roerende goe- fen en daarom konden ze zich on gelijk schikken naar het oude op dale verhoudingen rustende recht. Irom is meestal het eerste recht, de Nederlandse steden kregen, van eigen schepenen. ijn grondvorm kwam stadsrecht ir op afstand doen of een inper- van de soevereiniteit van de ir en werd dan ook wel afgedwon- of bij geldnood van de heer afge- :ht. Het kwam echter ook voor, lat een heer in geldnood min of ier met stadsrechten ging leuren. Met het verlenen van stadsrecht ont- de heer zich echter niet de gele- iheid in de welvaart van zijn stad leien, bepaalde rechten hield hij de burgerij ze van hem afkocht, rdat het stadsrecht kon worden [leend, moest de stad zijn ont- an. In Nederland zijn de oudste Ideleeuwse steden vrijwel alle ont staan rond of bij een pre-stedelijke feern, vaak een burcht of abdij. Men jt tegenwoordig te geloven dat de Bdeze kern levende burchtmannen en geestelijken bijgedragen hebben lij de eigenlijke stadswording. Men jpt daarmee af van de stelling van iro van Pirenne, dat handel en idelaars de enige actieve elemen- waren bij stadswording. In Noord- lerland heeft men overigens wei- kunnen beginnen met deze theo- Hier was namelijk geen sprake het automatisme: steden is han en handel is steden. Volgens Ih Ennen ontstonden steden als rolg van de samensmelting van stedelijke kernen en de daarbij Istane koopmansnederzettingen, tegelijkertijd de afzonderlijke ihten van de kooplieden opgingen 'iet stadsrecht. Bij het ontstaan de steden is er sprake van twee rten: de gegroeide steden en de itichte steden. De gegroeide ste- zijn steden die zich door de gun stige economische, politieke en militaire factoren hebben ontwikkeld tot ommuurde plaatsen met eigen rechts- en bestuursinstellingen. De bewoners van deze steden leefden voornamelijk van handel en nijverheid en soms ook nog van inkomsten uit de landbouw. Een stichtingsdatum van een dergelijke stad bestaat niet, een „stadsrecht" in de zin van een handvest, waarin alle voorrechten stonden opgesomd bezaten zij niet. Wel bezaten zij een bundel privileges, waarin de verleende concessies tel kens werden neergeschreven, als ze tenminste niet mondeling waren ver leend. Opvallend is dat men in ver houding tot het buitenland in Nederland weinig van deze steden aantreft. De gestichte steden zijn ste den die door initiatief van een land heer, grondheer of geestelijke instelling tot stad zijn geworden. De ze steden zijn bijna allemaal na 1200 ontstaan. Bij deze steden treft men volledige „stadsrechten" aan, die men beschouwt als het karakteristie ke van de stad. Dit stadsrecht hield vaak in dat aan de te stichten stad het recht van een bestaande stad werd gegeven. Zo ontstonden de zo genaamde stadsrechtfamilies. Wat houdt een stadsrechtfamilie in? Een voorbeeld: Toen Graaf Willem II van Holland de stichting van steden in zijn graafschap wilde stimuleren, nam hij het recht van de gestichte stad 's-Hertogenbosch als voorbeeld. Deze ontleende op haar beurt weer haar recht aan de „gegroeide" stad Leuven in de Zuidelijke Nederlanden. De voornaamstre oorzaak van de ste denstichterskoorts bij de landheren was het verlangen naar baten, die zij van de handel en industrie verwach ten. In de 13e eeuw waren de rivier- tollen de kurk waarop het graafschap Holland dreef. Sommige landheren verwachtten militaire voordelen en in West-Friesland juridische voordelen. Onderdeel van West-Friesland Tegenwoordig wordt met West- Friesland het Noordoostenlijke deel van de provincie Noord-Holland be doeld. In de Frankische tijd duidde men met West-Friesland de gezamen lijke Friesche gouwen ten westen van het Fli aan. Later noemde de Hollan ders de Friezen ten oosten van het Fli Oostfriezen en ten westen West friezen. De graven van Holland en de bischoppen van Utrecht breidden hun gebieden uit ten koste van het oude Friesland, dat onder andere bestond uit het huidige Holland en Zeeland. Alleen de aan het Fli grenzende gou wen: Texla, Wiron en Westlingi, ble ven hun onafhankelijkheid nog handhaven tegen de Hollandse gra ven. Maar de graven kwamen steeds dichterbij, stukken van Texla en Westlingi wisten zij in te nemen. Toen barstte het geweld van de zee ook nog eens los. Deze uitbarsting had tot gevolg dat van de gouw Tex la slechts twee eilanden, Texel en Vlieland, en de Noordelijke punt van Holland overbleven, van de gouw Wi ron bleef slechts het eilandje Wierin- gen over en Westlingi werd een eiland. Dit vond plaats aan het einde van de 13e eeuw. In de 13e eeuw was het streven van de Hollandse graven gericht op herstel van hun ge zag in West-Friesland. Maar West- Friesland bood verzet. Floris V maak te een eind aan dit verzet door het gebied te veroveren en vrede te slui ten. Het eerste onderwierp zich Wie- ringen in 1284, Texel en West-Friesland (Westlingi) volgden in 1289. zij werden echter niet bij Hol land ingelijfd, maar administratief daarvan gescheiden, als de Heerlijk heid Friesland naast de graafschap pen Holland en Zeeland geplaatst. Floris nam toen ook weer de titel van Heer van Friesland aan. Na de onder werping werden Texel en Wiermgen formeel van West-Friesland ge scheiden. Stadsrecht in West-Friesland De onderwerping van Texel, Wierin- gen en West-Friesland door graaf Flo ris V was niet een echte onderwerping. Er was meer sprake van een verdrag van een vorst met een vrij volk, een beslechting van wederzijdse geschillen. De West- Friezen erkenden daarbij de graaf als hun heer, maar ze behielden hun oude rechten. De grafelijke rechten werden nauwkeurig afgebakend. De graaf zou schouten en schepenen be noemen, mocht wegen en vestingen aanleggen en verkreeg bepaalde in komsten, maar grond mocht hij niet verwerven. Van invoering van het leenstelsel was hier dus geen sprake. West-Friesland werd dus niet bij Hol land ingelijfd. In West-Friesland werd in 1299 door Jan I het Kennemer- landrecht ingevoerd. Medemblik was toen de enige plaats met stadsrech ten. Medemblik, dat >n 1289 het sta drecht van Alkmaar had verkregen, bleef lange tijd de enige stad in West-Friesland. Pas in 1355 kregen Enkhuizen en Hoorn in 1356 het stadsrecht van Medemblik. Dit was het begin van de karakteristieke Westfriese stedenformatie. Enkhuizen was namelijk in geografisch en eco nomisch opzicht geen eigelijke stad, maar een vereniging van twee dorpen en hun gebied. Ook merkwaardig was de formatie van Hoorn. Dit was oorspronkelijk geen dorp, maar een handelsplaats, ontstaan in de buurt van het (dorp Zwaag. Het werd met zijn omgeving nu tot stad verheven. In 1364 combineerde Albrecht de dorpen Grootebroek en Bovenkarspel met hun gebied tot stad, waaraan de naam Broek en het stadsrecht van Medemblik werd gegeven. In 1402 werd aan deze stad toegevoegd de dorpen Lutjebroek en Hoogkarpsel, Ook in 1402 werd Schellinkhout met zijn gebied tot stad verheven. In 1408 verenigde Willem VI een aantal dorpen met Hoorn, dat wil zeggen; de dorpen werden niet onderworpen aan het gezag van de stad, maar in gelijfd in het stadsgebied. De graaf ging nog verder. Hij organiseerde het gehele platteland van West-Friesland in stedenvorm. In 1413 stelde Willem VI een ordonnatie vast op het bal juwschap van Medemblik, de oosten- lijke helft van West-Friesland. Daarvan werden enige gedeelte bij al bestaande dorpen gevoegd. Datgene dat overbleef werd in zeven schout beambten verdeeld. In 1414 werden aan deze schoutambten: Westwoud, Hem, Spanbroek, Hoogwoud, Abbe- kerk, Wognum en Sybekarspel het stadsrecht van Schellinkhout ver leend. Deze steden zijn in maat schappelijke zin nooit echte steden geworden, het bleven eenvoudige plattselandsdistricten. In 1415 werd ook de andere helft van West-Friesland, het Westbaljuwschap, georganiseerd. Bij Alkmaar werd een reeks van dorpen ingelijfd. Het overi ge gedeelte van het platteland werd in vijf schoutambten verdeeld en de ze kregen het stadsrecht van Me demblik. Deze vijf steden waren: Niedorp, Basingerhorn, Schagen, Win kel en Langendijk. Maar het beginsel werd verder toegepast. Ook de eilan den Texel en Wiermgen werden tot stad verheven. Texel kreeg in 1415 het stadsrecht van Alkmaar en Wie- ringen in 1432. In 1462 kreeg ook het kleine Burghorn van zijn heer het stadsrecht van Hoogwoud. Westfriese stedeformatie Een stadsrecht, dat door zowel ste delingen als boeren wordt bezeten, kan men zien als een nieuwe vorm van landrecht, waaraan ook de ste den onderworpen zijn. Het is echter wel zo, dat wanneer aan stad en land dezelfde rechten verleend worden, maar dan wel met een hoger recht dan het gewone landrecht, dat de so ciale situatie een dergelijke gelijkstel ling mogelijk moet maken. Het bijzondere van stadsrecht is dat het uitgaat van vrijheid en gelijkheid van alle burgers. Wanneer men er van uit gaat dat het platteland van West- Friesland het enige platteland van Nederland was waaraan vrijwel in zijn geheel stadrechten werden gegeven, dan blijkt daaruit dat de maatschappij Hoorn werd zaterdag een schitterende stadspoort opgesteld. er daar anders uitgezien moet heb ben, dan elders in Nederland. In West-Friesland was de sociale si tuatie anders dan in Holland of Fries land. In West-Friesland was bijvoorbeeld geen machtige leenadel, zelfs geen erfelijke stand van welge borenen. In West-Friesland waren geen rijke, machtige abdijen, die door hun grootgrondbezit net zo goed de sociale orde van het leenstelsel verte genwoordigde als de adel. Ook de kerk was in West-Friesland niet in staat geweest een belangrijk bezit te verwerven. De geestelijken waren hier eenvoudige dienaren van de godsdienst, gekozen en betaald door de gemeente. En machtige steden die het platteland konden en wilde over heersen, bezat West-Friesland niet. De weinig werkelijke steden zijn altijd klein gebleven. Nee, West-Friesland bestond uit wat men noemde buren, uit vrije boeren, kleine grondbezitters. Zij bestuurden hun eigen zaken in hun eigen gemeente en lieten hun eigen recht spreken door de door hun gekozen magnistraten. Het bovengenoemde komt zeer de mocratisch en idyllisch voor, maar was het toch eigenlijk niet. Deelname van alle vrije buren aan het bestuur ven rechtspraak had bezwaren. Het gaf namelijk aanleiding tot corruptie. In het dorpsgerecht bestond namelijk geen hoger beroep, waardoor schou ten en baljuwen vrij spel hadden in dorpen en er sprake is geweest van heel wat afpersing. Er is daarom een verband te leggen tussen de maatschappelijke toestand en de algemene invoering van het stadsrecht. De graaf gaf waarschijn lijk om de rechtspraak te verbeteren de landelijke disctricten stadsrecht. Deze gebieden kregen daardoor na melijk een eigen vrede, zelfstandig recht, een afzonderlijke rechtspraak en werden administratieve eenheden. Maar ook door de verheffing tot stad verdwenen de schepenbanken van de afzonderlijke dorpen en werden een beperkt aantal schepenbanken opge richt, elk voor meerdere dorpen. Ook het aantal schouten werd vermin derd, omdat de districten groter wer den, zodat men vanzelf uniformer moest gaan optreden. Aan de sche penbanken werd nu de gehele rechtspraak overgedragen terwijl de afschaffing van de baljuw ook de ho gere rechtsdwang op de schouten over ging. Verbetering van de rechtspraak was het gevolg. Een an dere oorzaak van de Westfriese ste- denvorming is dat Willem VI West-Friesland gunstig wilde stem men voor zijn verlangen om de opvol ging in zijn erflanden aan zijn dochter Jacoba te verzekeren. Het is echter waarschijnlijker dat de sociale situatie in West-Friesland een grotere veroor zaker was van de stedenvorming. In tact is de Westfriese stedeformatie niet gebleven. In de strijd tussen Ja coba van Beieren en Philips van Bourgondië kozen de West-Friezen de zijde van Jacoba. De straf bleef met uit. Philips trok alle Westfriese stede lijke privileges in, behalve die van Medemblik, Enkhuizen, Hoorn, Schel linkhout, Westwoud en Hein. Langza merhand kregen de steden hun rechten weer terug, echter sommigen niet helemaal. Dit hing samen met een belangrijke sociale verandering, die Philips in West-Friesland invoerde. Philips richtte overal heerlijkheden op ten behoeve van onder andere de tal rijke bastaarden die het Beierse huis veroorzaakt had. Dit tastte de karak teristieke stedeformatie van West- Friesland aan. Het stadsrecht van Texel Op 26 maart 1415 gaf graaf Willem VI van Beieren het recht van de stad Alkmaar aan het gehele eiland Texel. De verlening van dit stadsrecht had, te maken met de Westfriese stede formatie. Texel had zich op vergelijk bare wijze zelfstandig kunnen ontwikkelen als het huidige West- Friesland. Dit is een logisch gevolg van het feit, dat de geschiedenis van Texel en West-Friesland zeer nauw verbonden was en tot op zekere hoogte dezelfde was. Oftewel uit het voorgaande is af te leiden dat Texel beter kon functioneren met het nieu we stadsrecht, dan met het oude landrecht. Uit het feit dat bij de verlening van het stadsrecht de schepenen gedaan wisten te krijgen dat Willem Sy- monsz, die sinds 1408 baljuw was, niet door de graaf tot schout werd benoemd, kan men afleiden dat Texel aan een „eerlijker" recht toe was. De invoering van het stadsrecht op Texel had praktisch dezelfde gevolgen als op de rest van het platteland in West-Friesland. Burgemeesters en schepenen mochten voortaan hun eigen verordeningen opstellen en „poorters" mochten alleen in hun eigen woonplaats voor het gerecht geroepen worden in een geschil met een „niet-poorter". Stadsrecht betekende oorspronkelijk dat rond een dorp, ter verdediging, muren met poorten gebouwd moch ten worden. Dit was een kostbaar karwei en Den Burg, het grootste dorp van Texel, heeft dan ook nooit stadsmuren gekend. Het stadsrecht werd echter aan het eiland Texel ver leend en de dorpen De Westen, De Waal en Oosterend zouden zeker be zwaar hebben gemaakt tegen een muur met poorten alleen om Den Burg heen. Echter uit het vorige hoofdstuk is wel gebleken, dat de Westfriese stedeformatie niet ging om de stichting van „echte" steden, maar om toekenning van stadsrecht aan plattelandsdistricten. Het ontbre ken van een muur is dan ook een lo gisch vervolg. Bovendien werd Texel door een „muur" van water omge ven, de zee. Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten kozen de Texelaars de zijde van gravin Jacoba van Beieren, sa men met de Westfriezen en de Ken- nemers. Logisch, gezien het feit dat haar vader aan zoveel dorpen in deze gebieden stadsrecht had verleend. Het kiezen van deze zijde kwam Texel duur te staan. In 1426 ontnam Phi lips van Bourgondië Texel het stadsrecht. Dankzij consequent doorgevoerde stedenpolitiek van de Bourgondiërs kreeg Texel in 1434 haar oude prilile- ges weer terug. In 1442 beloofde Philips zelfs dat hij Texel nooit zou „verkopen". Dit betekende dat het eiland rechtstreeks onder het gezag van de landheer bleef en dat het dat geen tussenpersoon ermee beleend zou worden. In 1456 bracht Philips door het geven van enkele nieuwe voorrechten de definitieve vrede met Texel tot stand De cocnclusie De centrale vraag in dit werkstuk was: Waarom kreeg Texel stadrech ten? Na het bestuderen van de stof ben ik tot de conclusie gekomen, dat deze vraag alleen te beantwoorden is met behulp van de Westfriese ge schiedenis. Dit is vrij logisch als je weet dat Texel vroeger een onderdeel van het toenmalige West-Friesland was. Texel is niet uniek gebleken door haar stadsrecht. Er waren meer dere plattelandsdistricten die stads recht kregen. Deze plattelandsdistricten lagen echter wel allemaal in West-Friesland. Een lo gisch vervolg van deze kennis is je zelf afvragen: Waarom alleen in West-Friesland? Wel, dit gebied had zich als een van de weinige zonder feodaal systeem kunnen ontwikkelen. Oftewel hier leefden „gelijke" men sen. Door deze ontwikkeling was dit gebied in staat het vooruitstrevende stadsrecht als landrecht te gebruiken. Goed, het gebied moet het dan aan kunnen, maar waarom zijn de graven overgegaan tot het verlenen van stadsrechten? Wel, door het oude rechtssysteem werd corruptie in de hand gewerkt. Door invoering van het stadsrecht zorgde de graaf voor „eerlijker" recht. Het element dat de graaf pro beerde deze gebieden hem gunstig te stemmen, zal ongetwijfeld ook mee gespeeld hebben, maar zal mijn in ziens met van doorslaggevende aard zijn geweest. wi lenn Zijn de bewoners weer eens uitgeno digd om op de hoorzitting 27 maart te vertellen over die straatoverlast in Den Burg. Moeten we weer met ster ke staaltjes aantonen dat het leefkli maat volkomen verziekt is door een paar zakkenvullers die het normaal vinden om in het centrum hun bedrijf te voeren waarmee hele hordes ge lokt worden voor vertier. De vakantie gangers, schoolreisjes, toernooigangers, nachtbrakers, brom fietsers zijn ook allemaal welkom, als ze maar veel consumpties bestellen, en of ze maar wel de glazen laten staan en fluisterend op straat rond lopen en hun plas ophouden tot thuis. Ja, ja. De politie zal die avond weer verweten worden dat ze nooit wat doen en dan krijgen wij te horen dat ze onderbezet zijn. Je zal zien dat er weer geprobeerd wordt om de mate van overlast te meten aan het aantal klanten dat er binnen komt. Dit is ons in het verleden al eens ge flikt. Van horecazijde zal weer gewe zen worden op het sociale werk, wat ze doen; dat hun uitsmijters prima functioneren en dat de gebouwen volgens de allerlaatste normen zijn geïsoleerd, maar dat de puinbak op straat de taak van de overheid is en dat we erg overdrijven. Waarom zou den wij eigenlijk nog gaan? Het is toch algemeen bekend dat ons cen trum een grote achterbuurt is gewor den. Maar ja, we hebben weer een nieuwe burgemeester en een nieuwe hoofdcommissaris, die opgezadeld zitten met verkeerde beslissingen van hun voorgangers. Ze zoeken naar een oplossing, dat is prijzenswaardig. Een uitgaanscentrum aan de rand van Den Burg kost veel geld en ze willen natuurlijk weten of zo'n dure structu rele oplossing de moeite waard is... Zullen we er dan nog maar voor één keer er naar toe gaan, voor de aller laatste keer?! Marian Bijvoet Den Burg Douwe Hoekman, Maria Witte, Caroli na de Haas en Jolanda Krijnen slaag den in Alkmaar voor het praktijkdiploma machineschrijven. Zij zijn via de RSG opgeleid door Insti tuut Typotex volgens de norm van de VSLM. Elke Bang&Olufsen hifi installatie is een centrale voor superieure geluidsweergave in uw hele huis Dat is het unieke van het Beolink systeem Elk Bang&Olufsen TV/videosysteem is een centrale voor satellietontvangst en videobeelden in uw hele huis. 3 Jaar garantie De Beolink 1000 afstandsbe diening is uw sleutel tot een bijzondere beleving. Muziek en beeld zijn overal in huis op te roepen met een enkele U Q 1 t In een huis met een Bang&Olufsen Beolink systeem beschikt u over centrale hifi en video. Net zo vanzelfsprekend als centrale verwarming. toetsdruk Dat kan geen ander merk u bieden. U bent bij ons welkom voor een demonstratie. Ooit kiest u voor mooist Jan Brouwer Spinbaan 15 Tel. 02220-15130 DEN BURG

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1990 | | pagina 7