iantal jonge toeristen op Texel vertreft landelijk gemiddelde Waddeneilanden veruit favoriet bij de jeugd 'lar JPslisi Grafiek 1: LEEFTIJDSOPBOUW NEDERLAND 511 Jafiek 2: HET VAKANTIEGEDRAG IN VERHOUDING TOT DE LEEFTIJDSOPBOUW Grafiek 3: VAKANTIEBESTEMMINGEN VAN 15 TOT 19-JARIGEN ,x; - |DEBDAG 27 SEPTEMBER 1990 TEXELSE COURANT PAGINA 5 discussie over de aard en kwaliteit van de Texelpromotie jrt maar voort, maar te weinig wordt getracht aan de hand i cijfers duidelijkheid te brengen in deze materie. Met name vraag of ,,de jongeren" al dan niet voldoende vertegenwoor- d zijn in verhouding tot het totaal aantal toeristen op Texel is i brandend vraagstuk in bepaalde kringen. Belangrijkste con- iie uit een door de Texelse Courant-redactie gehouden onder- k is dat het aantal jongeren dat op Texel de vakantie vbrengt eerder toe- dan afneemt. hoofdconclusie is in over- itsmming met de gunstige ont- jeling die het toerisme in zijn eel op Texel doormaakt. Ook het lil jongerenplaatsen op campings te stijgen, in tegenstelling tot nening die bij verschillende be- igroeperingen heeft postgevat, blijkt uit onderzoek van het traal Bureau voor de Statistiek SI dat jongeren de meeste voor geven aan een vakantie op de Ideneilanden. Afgezet tegen het dat het absolute aantal jongeren, lelijk gezien, afneemt, kan dat rooskleurige ontwikkeling voor gekomst worden beschouwd. Vergelijking de Texelse cijfers duidelijk te ma- dienen deze vergeleken te wor- met de landelijke gegevens over (kingsopbouw, vakantiegedrag Het CBS publiceert elk jaar een ibreid verslag over het toeristi- gedrag van de Nederlander. Het baseert zich op het Continu Va- Onderzoek (CVOI, een enquete ier maal per jaar gehouden en als zeer betrouwbaar be staat. Het laatst gepubliceerde izoek is van 1988. De cijfers 1989 zijn wel al gereed, maar met voor publicatie vrijgegeven. CVO-woordvoerder deelde ons dat de cijfers van 1989 niet lenswaardig afwijken van die fl I988. Zowel leeftijdsopbouw als ïptiebestemming hebben prak- geen verandering ondergaan, de cijfers duidelijk te maken zijn in grafieken weergegeven. Leeftijdsopbouw land vergrijst, dat is bekend. De Isgroep van 15 tot 19 jaar, die tgangspunt is genomen voor mderzoek, is de kleinste bevol- iroep van ons land met slechts cent, oftewel 980.000 perso- Onmiddellijk gevolgd door de ca- e 25/29 jaar met 9 procent en Ijaar met 10 procent, respectie- 1.220.000 en 1.370.000 perso- grafiek 1). rakantieonderzoek gaat na hoe- rensen in de verschillende leef- toepen op vakantie gaan en te heengaan. Hierbij doen zich rkelijke feiten voor. Zo gaat in stegorie 19/24 jaar 69 procent il meer keren op vakantie en an gaat 40 procent naar het "land. Van de resterende 60 int die in Nederland vakantie gaat slechts drie procent naar ideneilanden, waarmee die va kantiebestemming het laagste scoort. Overigens is het verschil tussen num mer één (Brabant-Limburg) en laatst nog geen 6 procent. In de categorie 15/19 jaar gaat 70 procent op vakantie en 86 procent daarvan blijft in Nederland. De Wad deneilanden zijn veruit favoriet bij de ze groep. Liefst 15 procent geeft de voorkeur aan de eilanden om zijn of haar vakantie door te brengen. Het verschil tussen de nummer één en laatst (de Veluwe) is hier 14 procent (grafieken twee en drie). Andere methode Van het totaal aantal Nederlanders dat op vakantie gaat, ging in 1988 6 procent naar de Waddeneilanden en in 1989 7 procent. Hiermee bezetten de eilanden de zesde (met 322.000 personen), respectievelijk de vierde plaats (met 376.000 toeristen) in een rij van zeventien binnenlandse vakan tiebestemmingen. Het CBS-onderzoek is uitsluitend gericht op het aantal personen dat op vakantie gaat. Iemand die drie keer op vakantie gaat wordt in het onderzoek dan ook als drie personen geteld. Men houdt der halve geen rekening met de lengte van het verblijf zodat er een ruim verschil is tussen het aantal personen dat volgens het CBS onderzoek naar de Waddeneilanden op vakantie gaat en de cijfers van de gemeente Texel die betrekking hebben op het totaal aantal overnachtingen van alle toe risten samen. Texels onderzoek Om de cijfers naar Texel te vertalen moet duidelijk zijn hoe de verhouding is tussen de verschillende eilanden met betrekking tot het aantal toeristi sche slaapplaatsen. Voor Texel is het uitgangspunt het befaamde aantal van 47.000. Dat is dus hoger dan het aantal gerealiseerde slaapplaatsen op dit moment. Alle andere eilanden tezamen hebben 53.000 toeristische plaatsen. Voor de jongerenplaatsen ligt de ver houding iets anders. Informatie bij de gemeentehuizen op de andere Wad deneilanden leert dat het aantal jon gerenplaatsen, althans het aantal geregistreerde, op alle eilanden even hoog ligt als op Texel. We hebben daarom de verhouding 50:50 gehan teerd. De bovengenoemde en in de statistieken verwerkte gegevens kun nen dus met deze cijfers voor Texel worden uitgerekend. Geen leeftijdsonderzoek 1 jdsc In deze grafiek is te zien hoe de Nederlandse bevolking over de verschillende leeftijdgroepen is verdeeld. (gegevens: CBS 15-19 20-24 25-29 30-39 40-49 50-64 Om de specifiek Texelse gegevens boven water te krijgen is een aan merkelijk moeilijker klus. Vóór van enig onderzoek sprake is kan reeds een belangrijke conclusie worden ge trokken: er wordt op Texel weliswaar veel onderzoek gedaan naar de aard van het toerisme (met name de VVV houdt regelmatig in- en externe on derzoeken), maar het is bijzonder moeilijk een inzicht te krijgen in de leeftijdsopbouw van de gemiddelde Texelse toerist. Hiernaar wordt geen gericht onderzoek gedaan, zoals bij voorbeeld gebeurt bij het CBS. De daarvoor bij uitstek geschikte in stantie is de gemeente, die aan de hand van het toeristenbelastingre- gister een zeer nauwkeurig overzicht kan geven. In dit register wordt mel ding gemaakt van leeftijd, woon plaats en beroep van de toerist en de grootte van de groep met wie hij/zij op vakantie is. De VVV kan de gege vens uit zijn reserveringssysteem niet gebruiken omdat die te summier zijn. Daarentegen doet de VVV veel met de resultaten die zij halen uit onder zoek. Dat wordt intern gedaan bij de genen die reageren op de talloze advertenties die in alle regionale en landelijke bladen geplaatst worden en extern door het bureau Kappelhoff. De resultaten hiervan zijn besproken op de gisteravond gehouden TVL- vergadering. Omdat tot nu toe geen enkele instan tie antwoord op de door ons gestelde vragen kan geven over leeftijdsop bouw enz., kan de in de inleiding ge noemde discussie eindeloos doorgaan zonder dat men zich op cijfers, „har de gegevens" dus, baseert. Op enke le plaatsen is in de afgelopen jaren op kleine schaal geënqueteerd en voor de duidelijkheid zijn de resulta ten daarvan in ons onderzoek mee genomen. Toeristische groei Er zit een aanzienlijke groei in het toerisme, zoals blijkt uit de cijfers van het CBS over 1988 en 1989, de ex plosief gestegen vervoerscijfers van Teso, en de gemeente, die het toe- ristenbelastingregister bijhoudt. Dat wordt duidelijk aan de hand van het volgende staatje: totaal aant.overn campingovern 1987 1.775.500 860.000 1988 1.842.000 911.000 1989 2.040.000 1.027.000 Opvallend bij deze cijfers is dat het aantal camping-overnachtingen een constante factor is van 50 procent op het totaal. Of het aantal jongeren gelijke tred houdt met deze algehele stijging is de vraag die centraal staat in ons onderzoek, waarbij als niet on belangrijk punt meetelt het gestaag teruglopend aantal jongeren in de Ne derlandse samenleving. Meer jongerenplaatsen Bij ons onderzoek is uitgegaan van de groep jongeren die ruwweg valt tussen 15 en 20 jaar. Deze groep bestaat voor het grootste gedeelte uit personen die de eerste vakanties zonder de ouders doorbrengen, of Texel bezoeken met werkweken in de groepsaccommodaties en sinds enke le jaren middels de „bruine vloot" in de haven van Oudeschild. Deze laat ste twee categorieën zijn buiten be schouwing gelaten bij ons vergelijkend onderzoek. Wel worden ze, gezien hun belang, apart vermeld. De enquetes zoals die op grote cam pings in 1988 en 1989 zijn gehou den, geven praktisch dezelfde cijfers. Beide onderzoeken melden op het to taal aantal kampeerders een percen tage jongeren van 12 tot 13 procent, waarbij de jongeren die met hun ouders kampeerden ook werden mee geteld. Vervolgens hebben we geïnformeerd en geïnventariseerd hoeveel jongeren plaatsen er zijn op de campings op Texel. Dit onderzoek is met ingang van de zomer 1989 betrouwbaar. Toen werd voor het eerste jaar bij de Recreatie Stichting Texel (RST) één jongerencamping geëxploiteerd. An dere campinghouders weten, mede door de commotie die toen ontstond, exact hoeveel jongerenplaatsen men exploiteert. Minimum-scenario Wij zijn uitgegaan van een „minimum-scenario", d.w.z. slechts de plaatsen waar alleen jongeren staan zijn meegeteld. De praktijk is dat naast dit vaste aantal plaatsen een aantal campings jongeren opne men op andere plaatsen, als a) het jongerenterrein vol is, en b) deze jon geren „niet openbare orde gevoelig" zijn. De kleinere campings zijn nóg flexibeler. Zij nemen jongeren op naar behoefte: hoe meer aanbod, hoe meer jongeren toegelaten worden, waarbij in aanmerking moet worden genomen dat er maar een beperkt aantal plaatsen is, dus „vol is vol". Maar voor ons onderzoek zijn we ook in deze gevallen uitgegaan van een vast aantal op minimumbasis. Op basis van deze gegevens hebben we het totaal aantal jongeren plaatsen geïnventariseerd en het to taal aantal overnachtingen doorbe rekend: jongerenplaatsen overnachtingen 1989 2500 99.500 1990 2610 112.000 Duidelijk wordt uit ons onderzoek dat het aantal jongerenovernachtingen op de campings overeenkomt met de uitslagen van de verschillende enque tes, ongeveer 10 procent van het totaal. Andere accommodaties Vanzelfsprekend zitten niet alle jon geren op Texel in tentjes op cam pings. Steeds vaker boeken zij een zomerhuis of appartement. Deze boe ken zij rechtstreeks of via de VVV. Informatie bij de VVV leert dat van alle reserveringen en boekingen via de VVV, zeven procent onder de noemer jongeren" valt onder te brengen. Een nadere verdeling in de ze categorie is niet te maken. Wel is het mogelijk een gedegen overzicht te geven van het aantal overnachtingen van jongeren in de jeugdherbergen, kampeerboerderijen en op de bruine vloot". Sinds half juni 1989 heft de gemeente in de haven toeristenbelasting bij de char- tervloot. Daarnaast hebben we on derzoek gedaan naar het totaal aantal overnachtingen dat de groep saccommodaties boeken. Vijfenne gentig procent van de bezetting van deze accommodaties bestaat uit jon geren. Totaal worden er liefst 163.000 overnachtingen in deze twee secto ren geboekt, terwijl we ook hier van een minimum scenario zijn uitgegaan. Conclusies Op grond van het bevolkingsonder zoek en de verwachtingen van het CBS zit de jeugd de komende jaren in de hoek waar de klappen vallen. Zeven procent van de Nederlanders is tussen de 1 5 en 19 jaar. Rea listisch gezien zou een gelijk percen tage toeristen in die leeftijdsgroep het hoogst haalbare zijn. Op Texel is dat echter niet zo. Sterker nog, de jeugd is in opmars. Uit de cijfers van het CBS blijkt een onverholen voor keur voor de Waddeneilanden bij de jongeren en dit wordt onderschreven door de koele cijfers uit ons eigen onderzoek. Natuurlijk waren er vroe ger méér jongeren op Texel, maar de geboortegolf is uitgewerkt en we moeten het gewoon met minder jon geren doen. Texel scoort bij jongeren goed: 10 procent van alle kampeerders zijn jongeren en als de bruine vloot en de groepsaccommodaties worden mee geteld scoren jongeren zelfs tien pro cent van de totale toeristenmarkt. Dat is drie procent boven het lande lijk gemiddelde! Belangrijkst De belangrijkste conclusie is echter dat er arote behoefte bestaat aan een nauwkeurig, enkele malen per jaar te houden, onderzoek naar het toeristisch gedrag. Alleen op die ma nier kan men discussies voeren over het toeristisch beleid in het algemeen en de promotie in het bijzonder. Al naar gelang de uitkomst van zo'n en quete kan men gerichte en adequate promotie bedrijven, kan de gemeente haar beleid bepalen en kan het be drijfsleven haar activiteiten aanpas sen. Het economisch belang en het ge drag in het algemeen van de jonge ren laten we bij dit onderzoek even buiten beschouwing evenals de in vloed van de aanwezigheid van jon geren op de openbare orde. Dat is een heel andere discussie, die op korte termijn waarschijnlijk ook aan de orde komt. Hierin wordt duidelijk gemaakt aan welke vakantiebestemmingen de groep vakantiegangers van 15 tot 19 jaar de voorkeur geeft. (gegevens: CBS-CVO) 9raf/ek zijn de gegevens van grafiek 1 (de leeftijdsopbouw van de Nederlandse bevolking) uitgezet in de achterste kolom. De middelste aan welk percentage van een bepaalde bevolkingsgroep daadwerkelijk één of meerdere keren per jaar op vakantie gaat In de voorste ^slotte is weergegeven hoe groot het percentage per vakantievierende bevolkingsgroep is, dat een voorkeur geeft aan de Waddeneilan- Wan tie-bes temming. CBS-CVO) .,V .V De noodcamping aan de West er weg wordt geheel door jongeren bevolkt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1990 | | pagina 5