„Wij zijn het enige leerhuis met een leer-bed" Texels Leerhuis begint aan achtste seizoen: IE SEIZOENPROGRAMMA TEXELSE LEERHUIS jDERDAG 11 OKTOBER 1990 TEXELSE COURANT PAGINA 13 Texelse Leerhuis is inmiddels het achtste seizoen begonnen mag zich in een zekere stabiele Hilariteit verheugen. Natuurlijk gt het van de spreker en het on- iverp af hoeveel mensen er op bepaalde avond komen, maar het algemeen kunnen de orga- itoren rekenen op een harde kern zo n vijfentwintig deelnemers. nAname aan het Leerhuis is geheel ifijvendEr is geen vereniging of hting die zich bezighoudt met organiseren van de avonden, het odigen van de sprekers en het ?ren van de financiën. Er zijn statuten en er is geen huishou w-A re9,ement- ledereen is vrij om 1 va omen, om weg te blijven, en om jducés mee te nemen. Het Leer- is een particulier initiatief en ^iaat bij de gratie van persoonlijke ngstelling. kirw hei lens n dl nitiatiefnemers van het Texelse huis zijn Hendriek en Jan Vla- uit Den Burg. In de jaren zestig wJtn zij in Amsterdam getuige van :pkomst van het verschijnsel Leer- en dit maakte zo'n indruk dat zij op Texel iets dergelijks wilden tten. Hendriek, als kerkeraadslid de Nederlands Hervormde kerk, in die kringen poolshoogte en werd geraden een oproep te jeliglsen in de Texelse Courant. Op ordi -erste oproep werd door een tal geïnteresseerden gereageerd, hoop gaf voor de toekomst. Een id werd georganiseerd, een spre- itgenodigd, en een tweede ep geplaatst. Tot grote verbazing de organisatoren bleek het zaalt- gelijk vanaf de eerste keren re- vol te zitten en dat is tot ir zo gebleven. Natuurlijk zijn er uitschieters bij en als er een belangwekkend onderwerp op genda staat, of een spreker van en faam is uitgenodigd, komt Ételfs voor dat stoelen uit de kerk len worden bijgesleept om ieder een plaats te kunnen bieden, over het algemeen is er een of meer vaste groep van zo'n g deelnemers overgebleven, rvan er ongeveer vijfentwintig de kern' vormen, die elke keer lezig is. «oord Leerhuis is een vertaling het Hebreeuwse 'beth hamidrasj', plaats van samenkomst' bete- ln de joodse traditie is de beth drasj de plek waar de gelovigen inkomen om te luisteren naar de 2n uit de Tora en de Talmoed oodse 'bijbel' en de belangrijkste nentaren) en deze te bespreken, ook worden er de alledaagse lemen uitgewisseld. Het Texelse wis wijkt in deze af van de oor- okelijke vorm dat het niet de ge- Me is zelfstandig aan het werk son. De organisatie is zich hier ge van bewust en probeert dit Matig te veranderen, maar de Je deelnemers hebben liever een ter die een lezing, een monoloog f. waarna zij vragen kunnen stel ten dat zij daadwerkelijk zélf aan ^commentariëren slaan. Natuur- fin met alle sprekers hiervan ge- ten het komt meer dan eens een spreker al vanaf het be- fln de avond een dialoog-vorm Sndhaven, uitgaand van het idee leerhuis geen kerk is. Sterker tet Leerhuis staat los van elke ijke overtuiging. Natuurlijk heeft shandelde onderwerp raakvlak- Met de kerkelijke beleving van de *mers, maar het Leerhuis zelf is buiten-kerkelijke aangelegenheid. ^9np leerhuis is niet onbekend herland. Na de inspanningen ^bbijnen met grote namen als 6nazy en Jacob Soetendorp om zestiger jaren in Amsterdam Verhuis van de grond te krijgen, j aantal leerhuizen in Nederland tels opgelopen tot rond de ne- 1 De doelstellingen zijn overal 'eer hetzelfde: Men wil via het j5 komen tot een beter weder- tegrip tussen beide geloofsover- W. Het Texelse Leerhuis heeft Eertijd expliciet uitgesproken ,e weten te willen komen over uitleg, zoals vastgelegd in 'Jdse traditie, liefst uitgelegd /Oodse leraren. Op deze manier Het is een gewone doordeweekse maandagavond. De schemering daalt en de geur van herfst in de lucht maakt duidelijk dat de zo mer voorbij is. Een late vogel zingt nog dapper in de bomen en over straat spoeden zich de deelnemers aan het verenigingsleven naar hun repetitie-avond. Een gedeelte van hen begeeft zich naar het zaaltje van de Doopsgezinde Kerk in Den Burg, waar zo'n tien keer per seizoen de deelnemers aan het Leerhuis bijeen komen. Opgeroepen middels kleine berichtjes in de Texelse Courant, ko men zij van over het hele eiland naar het achteraf gelegen zaaltje. Aan de hand van lezingen, gesprekken en vragen proberen zij tot een beter wederzijds begrip te komen tussen het Jodendom en het Christendom. krijgt men niet alleen een beter beeld van het Joodse geloof, maar ook van de eigen, Christelijke, overtuiging. Per slot van rekening is het Christendom uit het Jodendom voortgekomen en hebben beide overtuigingen nog steeds tweederde deel van de Bijbel gemeen. Een probleem bij de totstandkoming van een Texels leerhuis was, zoals vaker het geval is, de excentrische ligging van het eiland. Een inleider, zoals de sprekers steevast worden genoemd, is voor een lezing, een in leiding, toch ruim een half etmaal on derweg. En altijd is daar die overnachting. De inleiders logeren ten huize van de familie Vlaming, wat het Texelse Leerhuis tot het enige leerhuis in Nederland maakt met een leer-bed. Dit gegeven maakt het, sa men met het gegeven dat de meest gevraagde sprekers altijd het drukst zijn bezet, haast onmogelijk een serie lezingen te organiseren, zoals elders gebruikelijk is. Het is veelal ondoenlijk een inleider vaker dan eens of hoog stens twee maal per jaar te laten overkomen. Aan dit probleem heeft het Texelse Leerhuis een heel eigen vorm te danken: De inleiders komen maar één keer, en spreken dan over iets dat henzelf, op dèt specifieke moment bezighoudt. Het gevolg isdat het Texelse Leerhuis een bont pro gramma biedt, met een bonte verza meling inleiders. En deze formule lijkt „Een rabbijn kan zijn eigen ge schriften beter uitleggen dan dat een dominee dat doet." - Een van de deelnemers aan het Leerhuis. bijzonder goed te werken, want al ruim zeven jaar komen de toehoor ders gemotiveerd opdagen. In het be gin is wel eens geprobeerd om met plaatselijke sprekers te werken, maar dit stuitte op het grote bezwaar dat mensen elkaar in een kleine gemeen schap als Texel is, tè goed kennen, zodat het moeilijk wordt om ineens als leraar en leerling tegenover elkaar te staan. Toch is het moeilijk te verklaren waar het succes van het Texelse Leerhuis vandaan komt. Iedere aanwezige ver klaart zijn aanwezigheid op een ande re manier: komt de één om iets over het Jodendom te horen, de ander wil weten hoe de situatie in Israël op dit moment is en hoe het land zich in stand houdt, een derde ziet de dia loog tussen Christenen en Joden als een middel om nader tot elkaar te komen en oude haat te doen verdwij nen. Maar velen zijn er om hun eigen geloof, het Christendom, beter te le ren begrijpen. Zij gaan uit van de overtuiging dat de oude geschriften, waarop ook het Christendom is geba seerd, beter kunnen worden uitgelegd door een rabbijn dan door een domi nee, omdat de rabbijn beter weet te verklaren onder welke omstandighe den en voor welke mensen de teksten in eerste instantie waren be doeld. Alle deelnemers zijn er echter van overtuigd dat Joden en Christe nen onafscheidelijk met elkaar zijn verbonden en dat een dialoog nood zakelijk is. Velen zijn zich ervan be wust dat de Christenen in de loop van de geschiedenis de Joden veel onrecht hebben aangedaan, wat zijn oorsprong vond in het ontbreken van begrip voor eikaars situatie. De leer huizen zouden een middel zijn om dit noodzakelijke begrip te creëren. Maar een duidelijk antwoord is de bezoe kers van het Leerhuis niet te ontfut selen. Natuurlijk is het geloof geen gemakkelijk bespreekbare en boven dien erg persoonlijk zaak. Ook de or ganisatoren, Hendriek en Jan, zijn niet eensluidend in hun oordeel. De vraag naar hun drijfveer zet hen wel aan het denken, maar blijft on beantwoord. Niettemin is het zaaltje iedere keer weer gevuld met mensen die ver wachten iets te zullen leren. Het gros van de deelnemers bezoekt de lezin gen gewapend met potlood en pa- „Door een dialoog proberen we vooroordelen weg te nemen." - Een van de deelnemers aan het Leerhuis. pier, want sommige inleiders kunnen de neiging niet onderdrukken te ver vallen in hun eigen jargon en op dat moment bieden eerder gemaakte aantekeningen uitkomst. Hoewel het Jodendom over de hele wereld is ver spreid, bedient het zich altijd en over al van de Hebreeuwse taal, en de namen van feestdagen, gebeden en rituelen, en ook de eretitels van voor gangers en predikers zijn hier dan ook van afgeleid. Voor een goed be grip van hetgeen wordt verteld, is het dus noodzakelijk dat de deelnemers een beetje thuis zijn in de gebruikte terminologie. Voor de nieuwelingen, waarvan er elke avond wel een paar zijn, levert dit nog wel eens proble men op, maar de oudgedienden zij al tijd bereid gefluisterd commentaar te leveren, zodat voor niemand de es sentie van het vertelde verloren hoeft te gaan. De terminologie van het Joodse geloof, van het Joodseleven „Ik zou denk ik geen Christen meer zijn, als ik hier niet kon komen om te leren." - Een van de deelnemers aan het Leerhuis. en in mindere mate van de Bijbel zelf, is in ieder geval iets dat de deelne mers aan het Leerhuis ook daadwer kelijk leren. Alle lezingen die in het Leerhuis zijn gehouden, inmiddels ruim zeventig, zijn opgenomen. Behalve de opnames uit het eerste jaar, die tijdens een verhuizing teloor gingen, zijn alle le zingen op deze wijze bewaard geble ven. Niet alleen de woorden van de inleiders, maak ook de door de deel nemers gestelde vragen worden vast gelegd. De opnames worden in eerste instantie gemaakt voor deelne mers die verhinderd zijn de avond bij te wonen en om hen in staat te stel len toch nog, zij het achteraf, de in formatie tot zich te nemen. Bij belangwekkende of moeilijke onder werpen komt het ook wel voor dat de luisteraars die de avond wél heb ben bijgewoond een bandje willen hebben om het vertelde nogmaals te kunnen horen. Ook gezins- en fami lieleden worden op deze wijze bij het Leerhuis betrokken terwijl de banden ook kunnen worden gebruikt om ge gevens die zijn weggezakt weer op te halen als voorbereiding op een be paald onderwerp. De avonden van het Leerhuis verlo pen allemaal ongeveer volgens het zelfde patroon: Na de inleiding van de spreker, die meestal een uur duurt, volgt een korte pauze. Al tij dens deze pauze bespreken de deel nemers het vertelde met elkaar, daarbij geholpen door een keur aan studiemateriaal en boeken die door de organisatie in bruikleen zijn gege ven. Na de pauze ontspint zich dan een meer of minder levendige discus sie, al naar gelang de interesse van de deelnemers, de duidelijkheid van de spreker en de aard van het onder werp. Blijft het de ene keer bij het stellen van vragen, waarop de inlei der antwoord tracht te geven, een andere keer verliezen de deelnemers zich daadwerkelijk in discussies en komt de ware aard van een leerhuis even bovendrijven. Ook worden er wel vragen gesteld die slechts zijde lings met het onderwerp te maken hebben, maar die de deelnemers al langere tijd bezighouden, of die wor den opgeroepen door associaties met het behandelde onderwerp. De spre kers trachten alle vragen naar beste weten te beantwoorden, hoewel zij uiteraard af en toe het antwoord schuldig moeten blijven, vooral als de vraag hun vakgebied ver te buiten gaat. Na afloop bespreken de deelne mers onderling de kwaliteiten van de spreker, dit afmetend aan de ervarin gen met voorgaande sprekers. In de praktijk komt het er veelal op neer dat de deelnemers niet graag zien dat een spreker al te technisch wordt, terwijl praktijkvoorbeelden, anekdotes en aanschouwelijke lezin gen, met voorbeelden, dia's en wat dies meer zij, hogelijk worden ge waardeerd. De sprekers zelf komen graag naar het eiland, ondanks het feit dat zij lang onderweg zijn voor een avond van enkele uren. Eén van de 'vaste' sprekers komt zelfs al vanaf de oprichting ieder jaar terug. Niet alleen is daar de natuurlijke charme van het eiland en de verplichte overnachting, maar de Texelse luisteraars luisteren ergkritisch. De vragen die worden gesteld zijn over het algemeen erg di rect en kunnen tot fraaie discussies leiden. Het is zelfs zó, dat één van de min of meer 'vaste' sprekers, die colleges Judaïca geeft aan de Univer siteit in Utrecht, zijn verhaal niet hoeft aan te passen voor het Texelse publiek. Zijn Utrechtse colleges zijn goed genoeg voor de Texelaars. In de loop van de tijd heeft het Texelse leerhuis dan ook een bepaalde naam gekregen bij een keur aan sprekers, wat tot gevolg heeft gehad dat lei dende figuren op het eiland te gast zijn geweest. Natuurlijk brengt de losse structuur van het Leerhuis bepaalde proble men met zich mee. Zoals gezegd gaat het meeste initiatief uit van Hendriek Vlaming, die zeven jaar ge leden het Leerhuis op poten heeft gezet. Uiteraard wordt zij hierin bij gestaan door andere trouwe bezoe kers, maar tot haar taak behoren het verzorgen van de avonden en het uitnodigen van de sprekers. Het is nog onduidelijk of iemand de fakkel wil overnemen op het moment dat zij door omstandigheden niet meer in staat zou zijn zich van haar taak te kwijten. Maar vooreerst is dat niet aan de orde. Het Leerhuis draait re delijk tot goed, en er is geen reden tot klagen, ook niet wat betreft de financiële kant van de zaak. Want natuurlijk brengt een Leerhuis kosten met zich mee. Deze mogen dan niet al te hoog zijn, maar de inleiders krijgen een vergoeding voor hun komst en bovendien worden reis kosten vergoed. Ook het zaaltje van (onder voorbehoud) 22 oktober - Lou Evers 19 november - Lou Evers 10 december - G.H. Cassuto 14 januari - mevrouw Pereira 28 januari - mevrouw Pereira 18 februari - Piet van Boxel 25 februari - Henk Vreekamp de Doopsgezinde Kerk moet worden gehuurd en er moeten advertenties worden gezet. Om dit alles te be kostigen wordt van de deelnemers een vrijwillige bijdrage gevraagd, die per avond kan worden voldaan. Bo vendien krijgt het Leerhuis, hoewel een buitenkerkelijke instantie, een fi nanciële bijdrage van zowel de Her vormde als de Doopsgezinde gemeente. De toekomst van het Texelse Leerhuis laat zich dan ook tamelijk rooskleurig aanzien en ook het achtste seizoen wordt met het volste vertrouwen tegemoet gezien. Tekst: W (Pip) Barnard Foto Pieter de Vries

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1990 | | pagina 13