,Nu en dan een paling
naar meestal niks"
jerrit Gieles houdt het vissen voor gezien
-
Noordenwind vangt
is noch vogel"
H
est Texel voor
armoede?
Fazantenpraat
SVO neemt afscheid
van oudgediende
Spanning stijgt in
eerste periode
ONDERDAG 28 NOVEMBER 1991 TEXELSE COURANT PAGINA 11
IFoto's Gerard Timmerman)
Gerrit Gieles heeft na een mager visseizoen besloten zijn netten op het droge te halen
luidt nog steeds het spreekwoord.
Maar o wee als het oostewind was,
dan ving je nog eens paling."
„Evenals het zeegras werden ook de
mosselen, waarmee het wad lag be
zaaid, weggeschuurd door het
snelstromende zeewater De laatste
wilde banken worden nu door de
Zeeuwen weggevist..." De aanleg van
de Afsluitdijk tastte de inkomens de
vissers aan, maar anderzijds zorgde
het schurende water ook voor alter
natief werk. Verzwaarde matten, ge
vlochten van rijshout liet
Rijkswaterstaat op de bodem zakken
om afkalven van het wad te voorko
men. „Net als ik hielpen veel Texe
laars bij het plaatsen van deze
zinkstukken." Het was niet het enige
alternatief voor Gieles. „Ik was ook
vaak op 't land van Zeewijk (aan het
Molwerk) aan het onkruid wieden of
aan het bieten dunnen."
Dienstplicht
Tussentijds vervulde Gieles de militai
re dienstplicht. Hij kwam dichtbij te
recht, op het toenmalige Vliegkamp
De Mok. „In die dagen was het een
komen en gaan van vliegtuigen. Altijd
een encym kabaal, maar je raakte er
aan gewend." De jonge Gieles en zijn
companen hadden de taak de gelan
de watervliegtuigen vanuit het water
naar de hangar de transporteren.
„We stonden tot ons middel in de
Mokbaai om de toestellen op een
vlot te hijsen en met een lier op te
takelen."
Met de mobilisatie mocht Gieles
weer opdraven, maar nu werd hij als
pontenier (bruggebouwer) naar 't
vasteland overgeplaatst. „We waren
in een boerderij bij Dordrecht inge
kwartierd, maar hebben gelukkig
nooit aan vijandelijkheden deelgeno
men. Drie weken na het uitbreken
van de oorlog mocht ik weer naar
Texel terug."
Hausse
Tijdens en in de jaren na de Tweede
Wereldoorlog beleefde de kustvisserij
opnieuw een hausse. „Visserij op de
Noordzee werd door drijvende mijnen
veel te gevaarlijk en langzamerhand
nam ook de hoeveelheid vis in de
Waddenzeeweer toe. We vingen na
de oorlog zelfs tonnen harsmakreel,
die we voor die tijd nog nooit hadden
gevangen. Het zou ook in deze tijd,
waarin door hoogwaardige technie
ken het opsporen van visscholen en
koud kunstje is, geen kwaad kunnen
als de vissers eens wat kalmer aan
zouden doen", meent de oude rot in
het vak. „Want toen na de oorlog
weer volop werd gevist werd het
snel minder." Op zijn 38ste trouwde
Gieles met Catharine Witte uit Oude-
schild. „Waarom zo lang gewacht?
Ach ja, in de oorlog kwam het er niet
van."
Ze betrokken een huisje aan de Noor-
derhaaks, waar ze nu ruim veertig
jaar later nog naar tevredenheid wo
nen. „Tja, 't was destijds wel een
verschrikkelijke uithoek. Er stonden
maar een paar huisjes. Er veranderde
veel met de komst van de veerboot
naar 't Horntje en nog drukker werd
het nadat het Nioz werd gebouwd.
Venten
Door de verslechterde visvangsten
kreeg Gerrit Gieles steeds meer
moeite zijn vrouw en vier kinderen
(twee zoons en twee dochters) te
onderhouden. De gevangen vis, die
hij eerder grotendeels aan overkantse
vishandelaren verkocht, besloot hij
zelf uit te gaan venten met het zee
banket. Niet alleen eigen vis, maar
ook met scholletjes, wijting en schel
vis, die hij in kocht op de voormalige
afslag in Oudeschild. „Vooral op vrij
dag en tijdens de vastentijd, als
Roomse gezinnen geen vlees moch
ten eten, had ik veel klandizie." Zijn
slogan „vrouw moet je nog vis" zal
een enkeling nog bekend in de oren
klinken. Gieles trok - weer of geen
weer - met zijn motorbakfiets het he
le eiland over. „Vooral in de winter
ging je d'r zowat dood op. Op een
ijskoude donderdag in 1960 was ik
het zat, en meldde me bij aannemer
De Vries en van der Wiel, die toen
net met de aanleg van de Pontweg
was begonnen. Je kan morgen me
teen beginnen, was het antwoord.
Het werd maandag, maar zo'n jaar of
vijf heb ik bij dat bedrijf gewerkt. Er
was op het hele eiland volop werk
aan de ruilverkaveling.
Nachtwaker
Na een korte periode bij aannemer
Barhorst in Den Burg werd Gieles
nachtwaker bij de Teso. Vanaf het
moment dat de laatste veerboot 's
avonds had aangelegd, totdat de eer
ste 's morgens vroeg weer vertrok
hield hij een oogje in het zeil. „Echt
gevaarlijk is het nooit geweest.
Meestal waren het jongelui die 's
nachts op de boot wilden overnach
ten. Wanneer ik tegen ze zei dat de
boot geen logement was, dropen ze
doorgaans wel af. Éénmaal sloop een
stel ongure types met een herders
hond over de haven. Ik vertrouwde
het voor geen cent en heb de direc
teur gebeld. Na langdurig zoeken
bleek dat ze zich achter de ankerket
ting hadden verscholen, doodgewoon
om te overnachten. Toen heb ik ze
maar naar het wachtlokaaltje
gestuurd." Tot aan zijn pensionering
bleef Gieles nachtwaker. Hoewel hij
niet meer van het vissen hoefde te
teven gaf hij zijn oude beroep nooit
op. Meest spectaculaire vangst was
een spierhaai, van pakweg één meter
lengte. „Collega Beumkes had eens
een steur in de netten. Uitzonderlijk,
want deze vis waarvan de peperdure
kaviaar wordt gemaakt, hoort thuis in
de Russische Wolga."
Vitaal
Het bejaarde echtpaar zou hun huisje
op 't Horntje dan ook nog voor geen
goud willen verruilen voor een op
trekje in Den Burg. „We voelen ons
nog prima." De reden voor zijn onuit
puttelijke vitaliteit denkt Gieles wel te
weten. „Elke middag na het eten een
uurtje onderuit. Ja, en ik doe het al
tijd kalm aan. Tegenwoordig gaat al
les veel te gejaagd, en autorijden,
wat zou je daar van denken. En ik
neem af en toe een borreltje."
Bij het afscheid nemen we nog even
een kijkje in de vissersschuur achter
het huis. Aan de muur hangt een uit
gebreide collectie visnetten. „Alle
maal zelf gemaakt, een vak apart
hoor, wat meestal in de avonduren
gebeurde. Zolang we aan de visserij
iets verdiende deed ik het graag. Nu
hoeft het voor mij niet meer zo no
dig." Toch was Gieles enige tijd gele
den nog aan het werk te zien tijdens
de Hoornder donderdag. Tussen de
verzameling voorwerpen op het erf
wijst hij lachend op een versleten
vismand, ,,'t is allemaal net als de
baas: oud."
bjks rijdt de bejaarde visser kalmpjes op zijn fiets Isinds kort Spartamet) met aanhanger naar zijn visstek.
maal begonnen met de aanleg van
de Afsluitdijk, in de dertiger jaren.
Voor die tijd was de Zuiderzee een
reuze broedplaats voor allerlei soor
ten vis. Haring vingen we vooral in
het voorjaar, geep tussendoor en de
palingtijd was in de herfst. Ook in de
Waddenzee, waarvan de bodem voor
heen rijkelijk met zeegras en mosse
len was begroeid, zat volop vis." Met
de komst van de Afsluitdijk ver-
dweende beschutting echter van de
zeebodem. „Ze zeggen dat het zee
gras ten prooi viel aan een ziekte,
maar volgens mij verdween de bo-
dembegroeiing door de grotere
stroomsnelheid van het water. Op
plaatsen met stilstaand water groei
den tot voor kort nog kleine veldjes
zeegras. Als het gewas ziek was zou
dat toch nooit mogelijk zijn", zegt hij
fel. Gieles haalt een handvol ge
droogd gras tevoorschijn. „Ooit in
mijn netten achtergebleven. Vroeger
maakten ze van het spul matrassen,
't zou heilzaam werken. Net als nu
de schapenwollen dekbedden", lacht
hij.
Alternatief
In de dertiger jaren, juist toen Gieles
zijn eerste motorvlet had aange
schaft, moest hij net als andere wel
varende komvissers machteloos
toezien hoe aan de rijke visvangsten
langzaamaan een einde kwam. Gieles
beschrijft hoe het in die tijd wemelde
van de visfuiken in de vroegere
„Schanswaard", het rijke visgebied
dat zich uitstrekte tussen het huidige
watergemaal „De Schans" en 't
Horntje. „Niet dat we altijd de netten
vol hadden, 't was ook wel eens
minder. Het ene of het andere jaar
kon de vangst heel verschillend zijn.
Het weer was van grote invloed.
Noordewind vangt vis noch vogel,
Vee hoor, op wat kattevissies na zat er niks in 't net." Gerrit
ieles (82), die zojuist zijn fuiken onderaan de dijk in de Prins
indrikpolder heeft geleegd, is somber gestemd. De krasse vis-
rman plaatst de lege mand in het aanhangwagentje en fietst
daard naar zijn woonplaats 't Horntje. Voorlopig voor het
itst, want Gieles heeft de netten op het droge gehaald en
)udt het na een broodmager visseizoen voor gezien. ,,De aar-
qheid raakt er wel af zo. Maar om nou voorgoed met de visse-
te stoppen..."
eles denkt'vaak terug aan vroeger,
en het in de Waddenzee nog kri
kje van de paling. De visserij was
hoofdberoep. Toen de vangsten
rug liepen bleef het vissen naast
vaste baan nog slechts hobby.
>1 een liefhebberij waar hij zich de
I voor gunt. Het bedaarde gangetje
armee hij zich sinds mensenheu-
nis naar zijn visstek begeeft is
ar het bewijs van. Wie tijdens het
seizoen het fietspad langs de dijk
sen het poldertje Ceres en 't
mtje neemt, maakt grote kans de
ize visser tegen te komen. Je kan
klok er zelfs op gelijk zetten.
■er of geen weer, de visserman
t tijdens het palingseizoen geen
g onbenut zijn fuiken te lichten. En
je hem in 't voorbijgaan vraagt
i het die dag met de vangst is
steld, kan je het antwoord wel ra-
n: ,,'t Is niks waard". Maar toch
1st hij de volgende dag wéér voor-
Argwanend - met in het achter-
jfd het spreekwoord: een goed
serman vangt nooit wat - kijken
ditmaal over zijn schouders mee.
lange visserman, met laarzen to
ri zijn middel, stapt zonder aarze-
G er rit Gieles (82): visserman in hart en nieren
len in het ijskoude zeewater en
begeeft zich langs de hoge schut-
wand in de richting van de verderop
gelegen fuik. Minutieus controleert hij
de inhoud van zijn netten. Er is geen
visje in zijn fuik te bekennen maar
wel een zilvermeeuw in zijn netten
verstrikt geraakt. „Gelukkig nog
springlevend", zegt Gieles, terwijl hij
de vogel zijn vrijheid teruggeeft.
Afluitdijk
,,'t Is eigenlijk al jaren slecht gesteld
met de vangst. Af en toe een palink
je, maar meestal bliekies (jonge ha
ring)", zegt hij terwijl hij met een
minachtende blik het formaat van de
ze „kattevissies" aangeeft, ,,'t Is alle-
BRIEVEN VAN LEZERS
BUITEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDAKTIE
wij hebben het idee dat op het
nd Texel heel veel mensen met
d weten of „vergeten" zijn wat
Relatienota is. Uiteraard weet
'reen of kan in elk geval een ieder
zeker degenen die er iets over te
gen hebben, weten waarom de
i is opgesteld, wat er in staat en
hij uitgevoerd gaat worden.
tuurders die dat niet weten lijken
niet erg capabel! Zo moet men
Texel hebben, geweten dat er een
'ede Ronde kwam. Het is vastge-
regeringsbeleid (belastingverho
gen gelden ook voor Texel). Beleid
brede kamersteun, ontworpen
o.a. CDA en VVD. (Toch partijen
er om bekend staan agrarische en
krnemers-belangen te behartigen),
arom die brede steun? Omdat de
atienota met in de eerste plaats
nota is ter behartiging van de
tuurbelangen" (met de komst van
Relatienota verdween bijvoorbeeld
aankoopbeleid van gronden die
chikt waren voor natuurontwikke-
door C.R.M.), maar juist ook ter
artiging van het agrarisch belang,
is de „relatie" van de nota; het
'en van twee belangen. Hebben
agrariërs dan steun nodig? Het is
^zo'n gezonde, bloeiende econo
mische bedrijfstak die veel werkgele
genheid biedt? Je zou het bijna gaan
geloven als je sommige uitspraken
leest. Maar natuurlijk is dat toch niet
helemaal waar. Bij geen enkele ar
beidstak op Texel verdwenen in korte
tijd zoveel arbeidsplaatsen en er is
geen andere activiteit op het eiland
die zoveel „onvriendelijke" stoffen in
het milieu brengt. Als de honderddui
zenden guldens subsidie op prijzen
van landbouw- en zuivelprodukten in
de nabije toekomst' worden afge
bouwd en de overproduktie werkelijk
wordt aangepakt, blijft er met zo'n
heel gezond bedrijf meer over. En je
hoeft echt niet over voorspellende
gaven te beschikken om dat in de
nabije toekomst te zien gebeuren.
Waarom geen vrij gebruik van de
grond? Waarom mag je hier wel kie
zen tussen de produktie van graan
(waar te veel van is) en van melk
(waar te veel van is), maar niet voor
de produktie van „natuur" (waar te
weinig van is)? Of je nu subsidie
krijgt voor melk of voor grutto's, is
dat zo'n groot verschil? Onze samen
leving blijkt voor beide nog geld over
te hebben, maar de geldbuidel ter sti
mulering van overproduktie (veel
agrarische produkten) wordt logi
scherwijs steeds leger.
Natuurlijk zijn er ook nog de banken
en de grote veevoeder- en kunst
mestindustrieën, maar die helpen
boeren ook alleen maar om er aan te
verdienen. Die hebben hun zaakjes
heus wel geregeld als er in de toe
komst in de landbouw niet zo heel
veel meer valt te halen. Als agrariër
zouden wij blij zijn in een relatienota-
gebied te liggen, je hebt dan meer
keuzes voor de toekomst en kan pro
duceren waar de samenleving om
vraagt of wat voor de gezondheid
van de natuur en het milieu (en dus
ook van het volk) nodig is.
„Er is al zo veel natuur op Texel", ho
ren we vaak zeggen, en: „er is een
goed evenwicht tussen de landbouw
en de natuur". Maar is dat wel zo? In
de eerste ronde van de Relatienota is
tenslotte ca. 375 ha. Relatienotage-
bied aangewezen (nog niet de helft
van het door de Minister geadviseer
de areaal) buiten de reeds in eigen
dom van natuurbeschermingsinstanties
zijnde gronden (en dat waren gebie
den die de boeren in de eerste helft
van deze eeuw nauwelijks of niet
wilden hebben).
In totaal ligt er nu op Texel Bijna 900
ha. Relatienotagebied (inclusief voor
agrarische produktie onbelangrijke
wateren, moerassen, rietvelden e.d.).
Van deze 900 ha. liggen er bijna 300
op de Hoge Berg. Dat is voor het
oude cultuurlandschap, maar onbe
langrijk voor de vogels, bijna 100 ha.
vinden we op Zeeburg, goed voor al
leen de rotganzen, maar beter voor
de boeren (al het gras dat ze daar
eten, eten ze niet elders). Voor vrij
wel alle andere planten en vogels is
Zeeburg totaal onbelangrijk. Al met al
blijft er bijvoorbeeld voor de sterk be
dreigde karakteristieke weidevogels
op Texel niet veel meer over dan rond
de 400 ha. Op Texel vinden we ruim
10.000 ha. agrarisch gebied (8.500
ha. beteelde oppervlakte). Het is dus
maar wat je een goed evenwicht
noemt. In het agrarisch gebied hollen
bovendien de natuurwaarden nog
steeds verder achteruit. In ieder geval
blijft er van de oorspronkelijke flora
en fauna weinig tot mets over. Je
kunt dat gebied tegenwoordig bijna
een ecologisch rampgebied noemen.
Nee, de dames en heren van de Raad
zijn slecht geïnformeerd of kortzich
tig. We zouden toch op wat men
voor de toeristen zo graag een „na-
tuureiland" of „vogelparadijs" noemt,
verwachten dat het bestuur ook een
beetje vooruit kijkt. Kijkt naar een
toekomst waarin produktie (en bij
voorbeeld visvangst) wel in harmonie
is met de draagkracht van det natuur
en niet meer ten koste van gebeurt.
F Haan: „Wordt het niet tijd dat
Landschapszorg en Kritisch Faunabe
heer ook eens een bril opzetten?
F. Hen: „Ja haan, dat vind ik ook. Ik
zou die bril niet graag missen want je
ziet de jagers nu veel beter
aankomen".
F. Haan: „Kritisch Faunabeheer en
Landschapszorg hoeven dan niet
meer te gissen. Dan zien ze ten
minste eens een echte paal om tegen
te pissen".
LI. Daalder
De Koog.
Op langere termijn is dat juist belang
rijk voor de economie.
Hogere overheden bieden voor een
moderner beleid steeds meer hand
vatten. Texel wijst ze af (economie
etc.), maar neemt daarmee een „ar
moedig" standpunt in dat elders in
het land vaak alleen maar onbegrip
zal opwekken.
Adriaan en Sytske Dijksen
Den Hoorn.
Morgenavond (vrijdag) wordt van
20.00 tot 21.30 uur, in de kantine
van s.v. Oosterend een receptie ge
houden voor de heren Klaas Burger
en Kees Koopman, die kort geleden
uit het bestuur van SVO stapten.
Tientallen jaren hebben zij een
bestuursfunctie bij SVO bekleed.
Op talloze terreinen hebben zij zich
ingezet voor de voetbalvereniging.
Burger is zelfs vanaf de oprichting
lid. Het bestuur van de SVO heeft
gemeend dat je mensen als Klaas
Burger en Kees Koopman niet zomaar
mag laten gaan en bieden daarom
een receptie aan. ledereen die de
vereniging een warm hart toe draagt
is welkom. Beide heren hebben veel
werk voor de vereniging verzet en
mede dankzij hun inzet beschikt de
club momenteel over een bloeiende
jeugdafdeling. Vandaar dat het
bestuur hoopt dat er ook veel ouders
van jeugdleden handen komen
schudden.
Op de achtste competitieavond van
de klaverjasclub ..Den Burg" is het
koppel Bernhard de Bloois sr. en
Bernhard de Bloois jr. er in geslaagd
zich te handhaven aan de kop van
het klassement. Er is in de eerste
periode nog één partij te spelen. De
onderlinge verschillen met diverse
achtervolgers is echter bijzonder
klein zodat het nog een spannende
ontknoping kan opleveren.
Het koppel Jan en Corrie Spaans
kwam net als de voorgaande week
als winnaars van de avond voor de
dag. Deze keer scoorden zij met
8176 punten bijzonder hoog. Zij zijn
in twee weken tijd gestegen van de
negentiende naar de zesde plaats.
Ook Freek Halsema en Elly Eelman
blijven zeer goed scoren. Nu werden
zij met 6832 punten tweede en
handhaven zich hiermee in de top.
Fenny Hopman en Ruth de Ruwe
werden met 6796 punten derde. Met
vijf plaatsen winst staan zij nu op de
zestiende plaats in het midden van
het klassement. Met 6724 punten
werden Jelle \Mersma en Johan Vin-
ke vierde en Theo Witte en Henk van
Loo werden met 6719 punten vijfde.
Stand na 32 partijen:
1 B. de Bloois B de Bloois 52544: 2. G v/d
Slikke-J Witte 52192; 3 J. Wiersma-J. Vmke
51966; 4 F. Halsema-E Eelman 51937; 5 A.
Winters-D. Timmerman 51802, 6. Echtp. J.
Spaans 51759; 7 J. Kloosterman-A. v. Heer
waarden 51057; 8. Echtp. M Bakelaar
50866, 9. Echtp. F. Veeger 50843, 10 C
Zijm-N v/d Veen 50306
I