Texelse ijsventers uit het verleden Greep uit de collectie van Jaap Bakker r35 Jarig jubileum van de Eerste Texelse IJsbereider J. BOON Op deze BON geven wij, Ier gelegenheid van ons 35 jarig jubileum, op Donderdag 5 Mei in onze winkel in de Warmoesstraat een heerlyke IJsco cadeau! PAGINA 10 TEXELSE COURANT VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1< SIJBRAND LANGEVELD (1901-1988) maakte zelf ijs en had 's zomers diverse venters in dienst, 's Zomers verdienen en 's winters verbouwen, samen met Jaap Boon de metselaar. Het IJsbeertje op de Stenenplaats werd ieder jaar een stukje groter. Als zondagmiddag in Den Burg de verveling toesloeg zette Langeveld in zijn zaak de televisie aan, toen een kersvers medium dat veel be kijks trok. Ondanks dat waren er schooljongens die strontvervelend waren en geen cent besteedden. Maar Langevelds filosofie was: als ze straks verdienen komen ze hier ook en dan zijn ze niet vervelend meer. Aldus legde hij de ba sis voor het nog immer geduchte Beere-imperium. Sijp wist goed om te gaan met publiciteit. Toen in de vroege jaren vijftig in Den Burg een badhuis werd geopend, zorgde hij dat hij de eerste klant was door zich zeer vroegtijdig te melden. Zo verscheen zijn foto op de voorkant van de Texelse Courant en Jan de Waal schreef 'erbij dat Sijp al ijsberend heen en weer liep.... Ijsventers mochten op de haven van Oudeschild niet ontbreken toen 24 mei 1934 Teso's gloednieuwe boot „Dokter Wagemaker" binnenliep, nieuwe boot, wat is hij mooi, wat is hij groot". De in slagorde venters zijn Laan uit Den Helder, Klaas Vlas en Jaap Boon. De Helderse venter verkocht opweg naar Texel soms al aan boord ijsjes, wat tot spanningen leidde met de hofmeester/pachter van het Teso-buffet. stond de hofmeester met opgeheven vinger voor Laan en dreigde dat kar en al overboord gezet zou worden als hij dat nog eens lapte. JAN MEDEMA (1917-1972) poseert hier geduldig met Nelie (Beumkes) van der Slikke in het buurtschap Oost rond 1937. De ijsjes kostten toen 2, 3 5 en 10 cent en het ijs werd eigenhandig met melk van de boer bereid door bakker Dros uit Oosterend. Medema was bakkersk necht bij Dros en het rondgaan met de ijskoude lekkernij hoorde tot zijn werkzaamheden. Zijn vaste stand plaats was het hoekie bij de Her vormde kerk. Medema komt voor in de Oosterender dorpsfilm uit 1953 waar hij met een Victoriaans gebaar een ijsco aan een lachende huis vrouw overhandigt. In 1960 startten Medema en zijn vrouw (Jan en Trijn) een eigen cafetaria/ijssalon „Jatrij" in de Kerkstraat. Later lie ten ze de schuur van aannemer Drijver aan de Achtertune verbou wen tot een van de mooiste zaken van Oosterend. De ijsventer, een zomers verschijnsel. Dat was het vroeger nog meer dan nu want toen werd ijs uitsluitend in het warme jaarge tij geconsumeerd. En dan moest het écht warm zijn want anders kreeg je ,,bloeme op je buuk". Welke middelbare of oudere van nu herinnert zich niet hoe hij of zij een ijsje („één van vijf") mocht kopen en het praatje met de ijscoman dat daaraan auto matisch was verbonden? Pure nostalgie. Ook tegenwoordig wordt 's zomers ook op ettelijke vaste punten op Texel ijs ver kocht, maar telkens door andere mensen. Studenten of andere jongelui die op deze manier wat bijverdienen. IJsventen dat als hoofdberoep jaren achtereen werd uitgeoefend, bestaat niet meer. Cultuurhistoricus Jaap Bakker uit Oudeschild bewaart ook dit stukje van Texels verleden in de vorm een fotocollectie. Kiek jes van „vaste" Texelse ijsboeren waarvan er nog maar een paar in leven zijn - met zoveel mogelijk gegevens en eventuele anec dotes. Op deze pagina een greep uit zijn collectie met teksten van hemzelf. De reproducties van de foto's werden gemaakt door Adrie Westerlaken. KLAAS (van Hiltje) VLAS (1913-1978) uit Oudeschild staat hier in de dertiger jaren met een wagen vol verpakte Hemi-ijsjes voor het manufacturenwinkeltje van Keetje Vlas. Naast hem zijn tante en een Oostenrijkse dienstbode. Het pand met de zonneschermen is het wolwinkeltje van Annie van Piet Pool. Klaas, die moeilijk liep, vond, na de ambachtschool in Den Helder doorlopen te hebben, een baantje bij de firma Vlessing in Den Burg. Maar hij miste de buitenlucht, werd ijsboer en ging nog later bij vader Vlas op de TX 15 varen. De altijd opgeruimde visserman overleed op 65-jarige leeftijd. JAAP BOON (1885-1977) met ijskar en ingespannen ket in De Koog in 1929. Paard en kar werden later verruild voor een bakfiets en nog weer later werd die gemotoriseerd. Boons klantenkring op de door Jilderd Zuidema gemaakte foto wordt gevormd door o.a. Rina Kuijper, Grietje van der Vis, Annie Standaard, Nel Boon, Corrie Ploeg en Annie Kuijper. De heren met stropdas voor (het naaktstrand zou nog lang op zich laten wachten) zijn Sies Bruin, Jaap Bisschop en Jan („Plaatje") Bruin. Jaap Boon noemde zich de Eerste Texelse IJsbereider. Terecht, want al in 1920 begon hij met zijn bedrijf in de Gast huisstraat tegenover het pand van Arie Eelman. Het bijna niet te geloven verhaal wil dat hij 's winters ijs uit de sloot haalde dat hij opsloeg in een dubbelwandig en met zaagsel geïsoleerd pakhuis achter zijn pand met de bedoeling het 's zomers voor koeling te gebruiken. Dat lukte maar gedeeltelijk; als de zomer aanbrak was zowat de helft weg gesmolten. Later bestelde Boon staven ijs in Den Helder, maar die deden er een halve dag over om hun bestemming te bereiken zodat ze er ook niet groter op werden. Van de Gasthuisstraat verhuisde Boon naar de Burgwal (slagerij Dros), vervolgens naar de Weverstraat (De Graafs lunchroom) en tenslotte stichtte hij een ijswinkel in de War moesstraat onder de naam „Noordpool". De locaties waar de man in de witte jas 's zomers veelal standplaats innam waren de Dennen bij de Fonteins-nol, bij het museum van Gerrit de Haan (Gerritslanderdijkje/Ploegelanderweg), de Groeneplaats in Den Burg op marktdagen en tijdens de kermis) en het bossie op de Hogeberg tijdens „bossiesdag" op Pinksterdrie. ARNOLDUS („Noldus") THEODORUS BUISMAN (1921) hier op de Stenen plaats, opweg voor de firma Swarthof naar een van zijn pleisterplaatsen. Ni dus ventte ook wel voor Boon en Langeveld. Als hij in Oudeschild zijn rond deed ging hij altijd koffie drinken bij zijn opa Lunkeman. De ijswagen stond dan onbeheerd voor de deur op straat. De jongens trokken dan aan van de bakfiets en riepen „Nol, kippedrol!". Zowel opa als ijscoman kwam dan scheldend naar buiten en zetten de achtervolging in, aldus zorgend de onmisbare spanning in het kinderleven. JAN RIJK (1923) hier met gemotoriseerde bakfiets kompleet met windsel# op het strand, ijsscheppend voor zijn baas Joh. Hillen. Jan Rijk was waar schijnlijk de meest bekende ijsboer van het Gouden Boltje. Hij ventte prafr tisch voor alle ijswinkels van Texel, zoals Swarthof, Joop Jellema Ueltex Joh. Hillen van Italia, De Smulpot en Het IJsbeertje. Daarnaast was RijM lang keeper bij diverse voetbalclubs. Het bekendst was zijn periode bij Te*" Boys. Ze noemden hem daar de Zwarte Panter wat te maken had met r° nige, gracieuze sprongen waarmee hij telkens de bal uit het net wist te den. De gunst van het volk had hij ook te danken aan het commentaar leverde op mens en omgeving. Rijks veelzijdigheid moge ook blijken uit na feit dat hij voor bakkers uit Den Burg in de Sinterklaastijd speculaas en a re zoetigheid aan de man bracht. „Wie loopt, verkoopt!", zei Jan. Een ff* vaste positie nam hij in bij de ijsbaan van Den Burg. Zodra het „houwes was zwaèide hij de scepter in de koek en zoopie-tent. Om zijn carrière a bouwen staat Rijk nu alleen nog op de folkloredagen op de Groeneplaats waar hij met succes allerlei artikelen aanprijst. Voor de NCRV-radio zei Ja 1986: „We hete Rijk, ook al staan we nakend aan de dijk, we blijven rijk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1992 | | pagina 10