Hachelijk oorlogsavontuur ud-Texelaar Jan Hopman meidagen wekken herinneringen tot leven Mensen r v - - |c«* „rA»n.- Zandsuppletie Expositie van aquarellen TEXELSE^ coURANT tik jaar in de dagen rond Dodenherdenking en Bevrijdingsdag Laait Jan Hopman uit Amsterdam met gesloten ogen een film De herinneringen aan de jaren 1944 en '45 komen dan stee- Last boven bij de 70-jarige oud-Texelaar. In de laatste oorlogsjaren Lerzeilde hij achtereenvolgens in een kamp bij Amersfoort, in het fcwaarbeschoten Duisburg en als onderduiker in Bolsward. Een re laas dat klinkt als een spannende roman, maar in werkelijkheid ien angstige episode was uit het leven van een gewone Texelse knaap. Lopmans hachelijke avontuur begon pp 31 |anuari 1944. De toen 21-jarige Schildersgezel in dienst bij Klaas fcmidt was vrijgesteld van tewerkstel ling in Duitsland, maar mocht het Ijland niet verlaten. Voor hem moei- |jk te aanvaarden, omdat zijn vriendin jp Amsterdam woonde. De drang Staar het meisje won het, maar kwam Hopman duur te staan. Op weg naar Amsterdam hielden de bezetters een lazzia in de trein. Een vrouw zei hem ijtog onder haar rok weg te kruipen, Inaar dat durfde de jonge Texelaar jtiet aan. Wel wist hij haar nog het koffertje met olie, meel en boter, jestemd voor zijn Amsterdamse Jchoonmoeder, mee te geven. Tot (lopmans vreugde vernam hij later dat koffer met inhoud op de goede ïlaats van bestemming was aangeko men. Kaal geschoren feelf werd hij met een medepassagier Leboeid afgevoerd naar het straf kamp in Amersfoort. Polizeilichen furchgangslager heette dat officieel. Hopman: „Mijn burgerkloffie werd jerruild voor een kamptenue, be- Itaande uit oude militaire kleding. Als de schoenen te groot waren, Jnoesten ze met papier worden opge- Ëruld. Waren ze te klein, dan gingen de neuzen eraf. Verder werden we [elemaal kaal geschoren." Het leven a het kamp was keihard, velen over leefden de verschrikkingen niet. Een gekortwiekte Jan Hopman in 1944. Kampbeul was de meedogenloze Kar tell!. De Nazi's lieten de gevangenen schepen aardappelen lossen en zwa re zakken sjouwen. „Sommigen pik ten piepers en poften die later op de kachel, ledereen werd mager, want we kregen alleen maar soep. Wie met gestolen aardappels gesnapt werd, was slecht af. Dan moest je je uitkleden en werd je over een afstand van 25 meter getrapt." De Duitsers voerden de tucht ver door. Regelmatig was er benen controle. „Onze benen moesten schoon zijn. We wasten ons met eigen spuug. Wie volgens de SS'ers te smerig was, kreeg op de blote be nen slaag met rieten stokken. Som migen hadden hele dikke benen en hadden op het laatst geen weerstand meer. Een maat van me uit Broek op Langedijk is op die manier overleden. Zelf had ik veel striemen, het water en bloed kwam eruit, de littekens zijn nog steeds zichtbaar. Ook in de zon zitten was verboden. Links en rechts kreeg je dan klappen, ook van de Ne derlandse SS'ers." In puin In april 1944 werd Hopman overge plaatst naar Duitsland. De kamplei ding deelde hem met andere vakmensen in bij een groep die naar Duisburg ging. De groep werd daar in een lager ondergebracht. Geallieerde vliegers hadden hele wijken van de Duitse stad gebombardeerd. „Ik moest dagelijks glas zetten, totdat al les in puin lag. Het was afschuwelijk, soms trof je lichaamsdelen aan en de mensen liepen met angstige ogen over straat." Duisburg was dus eveneens een hel, maar de gevangenen genoten er iets meer vrijheden dan in Amersfoort. Hopman wist daarvan te profiteren. „We kregen bonnen voor sigaretten, maar als niet-roker spaarde ik ze op. Op het laatst kon ik het stapeltje bonnen ruilen voor een origineel Ur- laubsschein, een verlof bewijs." Zo werd het hem toegestaan om van 18 tot 21 augustus een paar dagen in Holland door te brengen. Na een be zoekje aan zijn verloofde in Amster dam, meldde Hopman zich weer op Texel. Zijn baas Klaas Smidt, die eer der al had geprobeerd om hem uit Amersfoort los te krijgen, wist bij de Wehrmachtsbezirksverwaltung in Alk maar te regelen dat Hopman mocht blijven. Wehrmacht Gfijv/fc-/. ift.a-44 AMER3F00B?d«o T IIISÜIOSSCHSI Dor u u !,.c 6«b.ua Aji hrato :ufl üoj Pc -xAoUichen Durchg*t(jslo«or awook» ArboltaaiaoeiCz la Deuteohland ontlwaon. V* *IT"Su»Asc/iarfiihr«r f verva'sfe verlofbewijs, waarmee Hopman uit Duisburg naar Texel wist te ontkomen. "^n^assun9sschein" zette het sein op groen voor overplaatsing van kamp Amersfoort tewerkstelling in Duisburg, door de ondergrondse vervalste verklaring van de politie in Bolsward. Waarschijnlijk speelde een rol dat Smidts bedrijf veel werk voor de Wehrmacht uitvoerde. Hopman was samen met o.a. Luit Sok en Ben Beumkes als knecht door de Duitsers gevorderd. Hij hielp onder meer bij het schilderen van bunkers in de dui nen. „Of ik geen weerstand tegen de Duitsers had? Ik probeerde alles om op Texel te kunnen blijven en niet naar Duitsland te hoeven. De Duitse soldaten hier waren gewone dienst plichtigen, de officieren waren wel feller maar als werker kwam je met hen niet in aanraking. Je besefte ge woon niet hoe erg de oorlog was. Pas toen ik in Amersfoort en in Duitsland zat, heb ik de verschrikkin gen aan den lijve ervaren." Hopmans collega van destijds, Ben Beumkes, vertelt desgevraagd dat ze samen menigmaal probeerden de Duitsers een loer te draaien. „Jan en ik waren tegen de Moffen. Als we iets konden verdonkeremanen, lieten we het niet na." Hopman beseft dat zijn relaas kan overkomen als een opgeblazen hel dengeschiedenis. „Maar het is nu eenmaal echt zo gebeurd. Ik heb het al veel eerder aan diverse mensen verteld, maar had niet de behoefte om er wat mee te doen. Op aandrin gen van anderen ben ik er nu toch mee naar de krant gestapt, zodat het verhaal niet verloren gaat." De oorlog duurde voort en ook op Texel was niemand veilig, zo bleek uit de oproep in november 1944 aan alle Texelse jonge mannen om in Assen te werk te worden gesteld. Hopman liep de tocht mee, maar dacht bij pnkomen omdat ze in het wervelen- water steeds tegen de stalen 'and botsen. Er komen ook veel feesterren, krabben, en andere leven- Ie organismen mee. Zo ontstaat een Jedekte tafel voor duizenden meeu wen die op de stortplaats voortdu rend van alles naar binnen schrokken. Ie a's je bij de zandsuppletie ferkt en van vis houdt want er ko- ren herhaaldelijk ook tongen, tarbot- pn en andere bodemvissen mee en e 's dan de kunst om de meeuwen [VÓOr te zijn. fearmate de suppletie vordert en de P °P net strand dus langer wordt, dp 11 weerstar|d hoger waardoor nelheid van het zand/watermeng- aalt en de persdruk stijgt. De 'rnumsnelheid ''9* ronc* de acht- m per uur. Als het nog trager ezinkt het zand. Dat moet tot I Pnj.s worden voorkomen want de zinkerleiding kan daardoor ver- om h n en ^et 's een ^eel gedoe hem weer leeg te krijgen. 's dus veel onzeker bij een zand- suppletie. Wat wel vast staat is dat de badgasten er geen last van zullen hebben, althans in de periode 3 juli-5 september. De kombinatie „Razende Bol" heeft zich verplicht het opspui ten in die periode overdag te staken bij Hoornderslag, Jan Ayeslag, Westerslag en paal 17. In het atelier van 't Schildertje in de Vermaning in Den Hoorn, de vaste werk- en expostieruimte van Henk ..Het stort'' betekent voor honderden meeuwen een rijk gedekte tafel omdat met het zand veel vissen en andere zeedieren op het strand worden gespoten. Transportbedrijf VTB huldigt zaterdag tijdens een personeelsfeest Bert Siersma uit De Koog en Anton van Nuland uit Oudeschild wegens 25-jarig dienstverband. Volgens hun werkgever zijn het „beesten" van chauffeurs, in de goede zin van het woord. Siersma (46) werkte eerst vijf jaar bij Kievit, waar zijn leermeester Piet Vlaming was, de latere exploi tant van strandpaviljoen Paal 9. Daar vóór was Bert een half jaar jongste bediende in drukkerij Texelse Courant. Van de daar ook werkzame Jaap Vla ming hoorde hij dat diens broer een bijrijder zocht. Bert stapte erop af en is nog steeds tot grote tevredenheid chauffeur. Anton van Nuland (46) komt uit Noord-Brabant. Hij was daar werk loos geworden en van zijn schoonva der Peter den Brok kreeg hij de tip naar Texel te komen omdat daar werk zat was. Voordat hij bij de VTB in dienst kwam werkte hij een paar maanden in het beton bij Rab en heeft ook nog op de kotter gevaren. Bij de VTB werkte hij eerst op het beurtschip als rechterhand van Arie Dros; enkele jaren later werd hij bijrij der en tenslotte chauffeur. De feestcommissie van Den Hoorn is sinds kort weer op volle sterkte. Nieuwe eend in de bijt is Martin van Daalen (achteraan). Het mede- organiseren van de koninginnedag- festiviteiten betekende voor hem de vuurdoop. Overige leden van de com missie zijn (van achteren naar voren) let de Ruiter, Ria Groeskamp, Charlot te Lorier, Piet Schneider en Janny Schuijl. Jan Hopman anno 1993: ..Door hard werken t zichzelf: „Straks belanden we weer in Duitsland." „Koeriers, vrouwen en meisjes van de ondergrondse, in Assen bij het schoolgebouw waar we werden op- gevan gen, gaven ons door dat we konden onderduiken, als we dat wil den. Samen met Kees (van Aai) Wit te uit de Molenstraat ben ik in de eerste nacht Assen ontvlucht. Via aanwijzingen, bijvoorbeeld 'loop naar dat gebouw', gingen we van huis naar huis en van plaats naar plaats. Om niet op te vallen liepen we in Friesland mee met trekschuiten. Via Veenhuizen, Drachten en Franeker kwamen we terecht bij kruidenier Strikwerda in Bolsward. Daar hielpen we gewoon mee, maar als er contro le dreigde trokken we de suikerbak omhoog en vluchtten via een trap naar de vliering." Zinken kist Op den duur werd de situatie gevaar lijk. Voorzien van valse papieren van de gemeentepolitie Bolsward, gere geld door de ondergrondse, vertrok ken Witte en Hopman lopend richting Harlingen. „Van Harlingen gingen we met een schuitje naar de Wieringer- meerpolder. Daarna trokken we te voet en per kar naar Hillegom, waar mijn zuster woonde. Onderweg slie pen we in boerderijen, waar we ook te eten kregen." In Hillegom hield het gevluchte Texel se tweetal het maar een week uit. Ze besloten naar hun eiland te reizen. In Alkmaar wisten ze aan boord te gaan bij de Texelse beurtschipper Zijm, va der van kameraad Sieme Jan. Hop man hield zich tijdens de twaalf uur durende vaartocht verscholen in een zinken kist, Witte zat achter in een hoek met steenkool. „Even was het heel spannend, toen iemand bij een controle boven op de kist plaatsnam. Ik zweette me een ongeluk binne nin." Verrassing Terug op Texel ging hij eerst naar zijn zus in De Waal en 's nachts naar het ouderlijk huis aan de Wilhelminalaan. „Een grote verrassing, ze wisten van niets." Er waren nog geen of weinig Texelaars terug uit Assen, maar Hop st ik de oorlogsellende te vergeten.' (Foto Frans Hopman man besloot niet onder te duiken. „Dat vond ik veel gevaarlijker, dat kon altijd nog. Klaas Smidt kreeg het weer voor elkaar dat ik bij hem kon werken, zodat ik met toestemming kon blij ven." De Russenoorlog verstoorde de hoop op een vreedzame afloop. Hopman behoorde tot degenen die omge brachte Duitse soldaten moesten be graven. „In ploegen van vier man wikkelden we de lijken in lakens. Heel erg, van sommigen waren de kelen doorgesneden. Enkele Duitsers kenden we wel, geen Heil Hitler- types, maar normale mensen die de oorlog in waren gestuurd. We be groeven de soldaten op het kerkhof in Den Burg." Onbegrijpelijk „Zin om de Georgiers te helpen had ik niet, ik had het niet zo op ze be grepen, want ze hadden zich vrijwillig gemeld in Rusland. Ze hadden moe ten weten dat ze Texel niet konden bevrijden, gezien de overmacht van de Duitsers langs de Nederlandse kust. Die lui hebben alleen aan zich zelf gedacht ten koste van een hoop Texelse levens. Culturele uitwisselin gen met Georgie vind ik dan ook on begrijpelijk." Vluchtgenoot Kees Witte overleefde de Russenoorlog niet; hij werd gefu silleerd. Jan Hopman trok na de oor log naar zijn Amsterdamse verloofde met wie hij trouwde. In de hoofdstad wist hij later een eigen schildersbe drijf op te bouwen, dat inmiddels door de volgende generaties is over genomen. „De basis van het bedrijf is op Texel gelegd. Ik leerde het vak tot in de puntjes van de oude Roeper, die zijn bedrijf had op de hoek Warmoesstraat-Weverstraat. Op het eiland is de vakkennis groter dan in de stad, je moet meer allround zijn Wel moest ik wennen aan de Amsterdamse humor en de andere omgang met mensen, maar al met al is de stad me prima bevallen. Door hard werken wist ik de oorlogsellen de te vergeten. Behalve elk jaar met de herdenking, dan komen de herin neringen weer boven." Noorlander, exposeert Trijntje Muys- Kroon haar aquarellen van 18 mei t/m 5 juni 1993. Trijntje Muys woont vanaf 1972 in Dwingeloo (Drentel. Ze werd geboren in Bergen NH. Haar loopbaan in het onderwijs begon in Noordholland. Op Texel woonde en werkte ze drie jaar in Bloem en Bos. Na enige omzwer- vingen belandde ze in Drente waar ze lesgaf aan aanstaande onderwijsge venden. Door fusies in het onderwijs met name bij de totstandkoming van de Hogeschool Drente in 1986 raakte ze haar baan kwijt. Een artistiek aspect dat de voormali ge pedagogiedocente ook in zich droeg is ze daarna gaan ontwikkelen en uitbouwen. Aquarel sprak haar in het bijzonder aan omdat er veel mo gelijkheden tot verfijning en nuance in aanwezig zijn en omdat het ervoor benodigde materiaal heel eenvoudig is. Ze volgde cursussen bij verschil lende kunstenaars. De voornaamste plaats hierin wordt ingenomen door Helene Bueno uit Amsterdam. Daar naast zoekt Trijntje steeds contact met andere kunstenaars waarvan ze denkt nieuwe aspecten van de aqua- relleertechniek te kunnen leren. Inmiddels heeft zich deze als hobby begonnen activiteit zo ontwikkeld dat er in de laatste vier jaar een groot aantal tentoonstellingen zijn geweest door het hele land. Daarnaast heeft zij samen met haar man in hun woonboerderij De Galerij in Dwinge loo een expositieruimte gecreëerd waar haar aquarellen en die van gastexposanten te bezichtigen zijn. Gedurende de wintermaanden wor den daar ook driedaagse cursussen aquarelleren georganiseerd. Verschil- lenmde docenten worden uitgenodigd om de lessen te verzorgen. Trijntje Muys vindt haar inspiratie vooral in eenvoudige mooie dingen. Daarnaast probeert ze ook steeds nieuwe gebieden binnen de aquarel techniek te ontdekken. Maandagmid dag 18 mei zullen Trijntje en haar man persoonlijk aanwezig te zijn in De Vermaning in Den Hoorn. Het adres: Diek 11 a, telefoon 19721. De aquarellen van Trijntje Muys-Kroon zijn nog te zien t/m 5 juni. 't Schil dertje is dagelijks geopend „tenzij ik dicht ben". yÓy EEN BETER MILIEU BEGINT BIJ JEZELF

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1993 | | pagina 5