i ch en traan vechten om
lorrang bij historisch spel
ILXhLbh.^ COURANT
V
„Rondje ondernemers"
zeer de moeite waard
m
Oslgen/snd/e.
De foto's van Oosterend
Present zijn gemaakt door
Dirk Kuiter, Joop Rom-
mets, Frans Hopman en
Gerard Timmerman.
6 AUGUSTUS 1993 T^ITVUT ot?
Willem Duvekot opende zijn stand op
originele wijze: met een wasbeurt
van zijn kinderen in het door hem ge
demonstreerde bubbelbad. De meest
bijzondere inrichting is te zien bij As
surantiekantoor Bremer. De Ooste-
render verzekeraars hadden zelf
weinig showprodukten, maar ruimden
de gehuurde oppervlakte graag in
voor de modelbouwers Th. Witte en
C. Daalder. Zij tonen voor de eerste
keer de complete maquette van het
oude vliegveld Texel. Eerder was een
gedeelte van dit knappe staaltje han
denarbeid te zien tijdens de laatst ge
houden Texelse luchtshow. Nu is het
werkstuk aangevuld met panden
langs de Muyweg (waaronder de
vroegere school) en een panorama-
schildering, vervaardigd door Gerd
Jan Roos. Voor maker Theo Witte
was het gisteren een mooie dag:
„Eindelijk hebben we de maquette
kunnen uitstallen, zoals we hem voor
ogen hadden. Helaas wordt alles na
de tentoonstelling weer afgebroken
en niet meer opgebouwd. Ik heb nog
één harte wens: een Texel s luchtvaart
museum, zodat deze maquette per
manent een plaatsje krijgt."
De hoofdrolspelers Johan. Biem en Annechien driftig in gesprek
Het schouwspel was druk bezocht.
Soldaten om het kampvuur
Tientallen Texelse bedrijven hebben
de kans om zich tijdens Oosterend
Present te presenteren met beide
handen aangegrepen. Een fors ge
deelte van de feesttent wordt geheel
door hen ingevuld. Opvallend is dat
vrijwel alle deelnemers veel werk
hebben gemaakt van de inrichting
van hun stands. Uiteraard zijn alle
Oosterender ondernemers present.
Op een gezamenlijke reclamezuil
staan de namen van 28 plaatselijke
zaken vermeld. „Probleem" voor hen
is dat de meesten bij de diverse
feestelijkheden betrokken zijn, zodat
ze niet in eigen persoon reclame kun
nen maken. In de meeste gevallen
wordt dit opgelost met een goed ver
zorgde uitstalling van prod uk ten, va
riërend van kruidenbitters tot de
nieuwste automodellen. Supermarkt
A-markt lost het op met dames bij
het rad van avontuur, en trekt daar
mee vanaf het eerste uur veel aan
dacht. Voor een gulden is het altijd
prijs en alle kinderen krijgen een bal
lon en een zonneklep. Installateur
frontatie met de Zwarte Kolonel wor
den afgeslacht en behoeft dus de
dringende hulp van de weerbare
mannen uit het dorp.
Zijn visie lijkt inderdaad niet van eni
ge realiteit gespeend, want de man
nen van hopman Wouter Hageman
brullen weliswaar heel hard bij onder
linge oefeningen, voor de rest hou
den ze zich rond een kampvuur
onledig met dobbelen en het drinken
van grote hoeveelheden drank. Een
van de acteurs zou na afloop zeggen:
„Ik had al aardig wat drank in mijn
mik. Eerst die wijn bij de gezamenlij
ke maaltijd en later nog tijdens het
spel. De kruiken gingen rond, maar of
het nou limonade was, of jutter of
witte wijn, dat maakte op een gege
ven moment niet meer uit. En later
moesten we wéér, want de hopman
vond dat we ons wel wat moed kon
den indrinken voor de strijd."
De strijd, de term is gevallen, lijkt
niet ver meer, wanneer aan de einder
langzaam en majestueus de schepen
van Caspar di Robles naderen, met
de pompebledden in top. Moeder An
nechien doet nog een laatste poging
haar zoon Biemvan vechten te weer
houden en spreekt de profetische
woorden: „Ik heb liever een levende
zoon, dan een dode held." Er is ech
ter geen houden meer aan en onder
het zingen van een woest lied berei
den de Spaanse Friezen zich Voor op
een bloedbad: „Wij zijn de grootste
overmacht die ooit nog heeft be
staan/ Geen tegenstand is ooit ge
noeg, wij zijn niet te verslaan
Opgesteld in slagorde lijken zij maar
al te gelijk te krijgen. Het handjevol
dorpelingen op het galgenlandje is
weliswaar strijdlustig, maar ongedi
sciplineerd.
De strijd brandt los en dan blijkt dat
de kapers zich behoorlijk hebben mis
rekend. Onder de angstige aanmoedi
gingen van vrouwen en kinderen in
het dorp, leggen de geuzen hun hele
ziel en zaligheid in het gevecht. De
Spanjaarden worden langzaam terug
gedreven en Biem verovert hun vaan
del. Hij sneuvelt alsnog en met hem
blijken velen, geuzen en Spanjaarden,
de laatste adem te hebben uitgebla
zen. Het slagveld ligt bezaaid met do
den en gewonden. Onder het spelen
van een treurmars worden de doden
met een kar naar het dorp gereden.
De strijd is gestreden, Biem is heen
gegaan als held. Moeder Annechien
treurt en het geweeklaag van de dor
pelingen is met van de lucht. De prijs
van de onafhankelijkheid is een dure
gebleken, maar Texel blijft als enige
Waddeneiland niet-Fries, zo luidt de
conclusie van de verteller.
Wanneer de bijna 250 acteurs en le
den van de organisatie in rijen aan
het publiek langstrekken, klinkt een
minutenlange staande ovatie. En die
zegt alles.
en kletteren, hellebaarden
vervaarlijk rond gezwaaid,
motsen breken af als lucifers,
veld vechten Spaanse Frie-
Texelaars met verbeten
en een strijd uit op leven en
e onafhankelijkheid van het
taat op het spel, levens van
nen kinderen worden be-
Dramatische muziek zwelt
n stort de eerste krijger ker-
»r aarde.
nan, kijk hem 'ns creperen",
t iemand uit het publiek, ,,'t
nooie dode hoor, dat moet
Er stijgt een schaterlach op
tribune. Even lijken de Texe-
t hardvochtige volk dat het
geleden misschien was. Een
heeft meer gevoel en be-
terscheurend te huilen. De
„Het is niet echt hoor."
ind bemoeit zich er mee:
iedereen stom te lachen? Er
her doden hoor!" Wanneer de
het verhaal lafhartig wordt
loken en een treurmars klinkt,
Imand nog de kreet: „Ja
is ook dood", maar de
j verwachte bijval blijft uit.
(t mee.
duidelijk zijn, „De slag om
\enlandje", het historisch spel
i legertje geuzen de geolie-
macht van de Zwarte Kolonel
laf, liet gisteren niemand on-
I En terecht, want het verhaal
fi apocrief zijn - gebaseerd op
li/fce historische waarheden -
\ardedigde waarden zijn van
Wie staat voor termen als
dsliefde, vrijheidsstrijd, moe-
vriendschap mag er om
daar schuifelen de in zestiende
eeuw se kleding gestoken dorpelingen
het beeld binnen. Twee minuten later
is het stilleven omgetoverd in een le
vend dorp. De schoorsteen van de
steenoven rookt, nijvere vrouwen
boeten de netten, boeren bewerken
hun land, hout wordt gehakt en kin
deren rennen joelend achter elkaar
aan. Een schip meert af en wordt
met hulp van enige dorpelingen be
voorraad. En onder het gebruikelijk
geleuter „doen" een paar mannen
„een koppie", zittend op het hek bij
de boet. Kortom, pais en vree in een
Typisch dorpstafereel
onschuldig dorp, hoewel een klein
kampementje met wat drinkende sol
daten enige angstige vragen doet
rijzen.
De verteller schrikt de aandachtige
R van één van de schepen.
huilen, dat staat hem vrij.
die ze beschimpt is een
I, of - erger - een Fries,
was volgens de verteller
fo in de tijd waarin het ver-
elt: liever vrij dan Fries,
mgsscène van het spel is
ir dan bovenstaande schets
moeden. We schrijven het
5. Het decor is leeg. Rechts
esque huizen met kerk van
Oosterend, dat afsteekt te-
laaghangende, pikzwarte he-
vorzien door de regie, maar
ch voor het dreigend gevaar,
de Kaap en de Waddendijk,
en masten van schepen uit-
hddenachter bevindt zich de
n van Oost, op de voorgrond
ipenboet met hek. Smalle
s en tuunwoallen doorkrui-
andschap. Naast een oude
'n vrouw, ds verteller. Zelfs
aanwezigheid van enig ac-
mond open bij dit staaltje
hap en zelfwerkzaamheid
losterender bevolking. Cli-
yvaar een klein volk groot
i" dringen zich op.
wordt nog mooier, want
kijker vervolgens op met het aankon
digen van „een verhaal van een ver
geten veldslag. Een verhaal van leed,
maar ook van karakter en wils
kracht." Het dreigende gevaar tekent
zich inderdaad snel af, wanneer kort
op elkaar enige schepen het dorp
aandoen. De verschillende beman
ningsleden voeren steeds de zelfde
mare met zich mee: Caspar di Ro
bles, de Spaanse stadhouder van
Friesland, is op oorlogspad en wil
Texel, Wieringen en Huisduinen bij
zijn grondgebied trekken. Het lijdt
geen twijfel dat de Zwarte Kolonel,
zoals zijn bijnaam luidt, in zijn snode
plannen weinig mededogen zal tonen
met de boerenbevolking.
Een van de dorpelingen, Biem, is wat
we nu een jonge hond" zouden
noemen, avontuurlijk en een tikje
overmoedig. Zijn boezemvriend Jo
han, maar vooral moeder Annechien
die haar man aan de zee heeft moe
ten afstaan, proberen Biem wat in te
tomen. Diens besluit staat echter
vast: de op Texel gelegerde kleine mi
litie van de Prins van Oranje (van het
eerder genoemde kampementje bij
het dorp) zal in een eventuele con-