Stromen bloed vloeiden
„Dag der Geboorte''
na dato
Boeken
TEXELSE 7 couRANT
kitte l-.SCDCD
Breitner ontsnapte...
omer
DINSDAG 4 APRIL 1995
van i941 maakten de
Dg oppermachtige Duitse le-
nm vijf miljoen krijgsgevan-
aan het front in
uropa en de toenmalige
ÉUnie. Deze krijgsgevange-
/erden ondergebracht in
n waar de omstandigheden
Ier slecht waren: verwón-
werden niet verzorgd,
il en medicamenten nauwe-
rstrekt en van onderkomens
'Iden of nooit sprake. Spe-
igezette Duitse troepen vol-
met regelmaat massa-
ies. Toen ook de winter zijn
deed, en de temperatuur
akte tot veertig graden on-
I, steeg het dodental aan-
Meer dan de helft van de
ivangenen overleefde de
■ikkingen van die eerste
niet. Om in ieder geval een
overleving te hebben, tra
ier 600.000 gevangen Sov-
Duitse krijgsdienst. De
aakten daarbij handig ge-
an anti-Russische gevoe-
inder de Sovjet-volken en
'en in de waan dat de te for-
,Ostlegionen" hun vader-
m het communistische juk
li bevrijden. De meeste van
|ieuwe rekruten werden in-
in legerafdelingen met over-
Duitsers. De Kaukasische
lenen echter (waaronder
irs en Armeniërs) kwamen
itandige bataljons van ruim
lan terecht, waarvan het-
door Duitsers werd ge-
De legerleiding plaatste in
en groot deel van de Ostle-
over van het Oostfront
naar andere fronten. De vrees dat
de niet-Duitse soldaten bij een
treffen zouden overlopen naar de
zijde van de Sovjets was hier wel
licht debet aan.
Het 822e Georgische bataljon
kwam in september 1943 aan in
Zandvoort. Daar werd contact ge
legd met het plaatselijke verzet.
Leden hiervan wisten de Georgiërs
met de grootste moeite hun ietwat
optimistische plan Amsterdam te
bevrijden uit het hoofd te praten.
Wel werd afgesproken dat de Ge
orgiërs in opstand zouden komen
op het moment dat ze tegen de
geallieerden zouden worden inge
zet. Zover kwam het echter nog
niet.
Op 10 januari 1945 losten de Ge
orgiërs de op Texel gelegerde Kau-
kasiërs af. Er werd direct contact
gezocht met het Texelse verzet,
waarna verschillende besprekin
gen volgden, maar het kwam niet
tot duidelijke afspraken.
Texel maakte deel uit van de Duit
se Atlantikwall. Deze was aanvan
kelijk bedoeld als ondersteuning
bij de aanval op Engeland. Pas la
ter, toen de kansen keerden, kre
gen de kustbatterijen een
defensief karakter. Daartoe wer
den reeds bestaande fortificaties
(o.a. Loodsmansduin) versterkt en
verrezen nieuwe, zware, bunkers
bij De Krim en paal 9, respectieve
lijk de Noord- en de Zuid-Batterij.
Baksteen maakte plaats voor be
ton. Van geringer omvang waren
de stelling in Ongeren en het bun
kercomplex bij vliegveld Vlijt. In
totaal stonden op Texel zo'n 500
bunkers. Op elk van de grote kust
batterijen werden 250 manschap
pen van de Duitse marine
gelegerd; omdat de Duitse marine
commandant de Georgiërs niet
geheel vertrouwde, ontzegde hij
hen de toegang. Zij werden onder
gebracht in de over het eiland ver
spreide bunkers, met name in het
complex bij Texla.
Deze verdeling bezorgde de Geor
giërs bij een eventuele opstand op
voorhand een grote handicap: zij
zouden het met lichte wapens
moeten opnemen tegen het zware
geschut van de marine-batterijen.
In maart 1945 kregen de Duitse
officieren van het Georgische ba
taljon opdracht een groep van 500
man gereed te maken voor ver
trek. Zij zouden worden ingezet bij
een laatste krachtsinspanning aan
het Oostfront. De dag van vertrek
werd vastgesteld op 6 april. Deze
beslissing bracht de Georgiërs in
een meer dan lastig parket: ofwel
sneuvelen, ofwel krijgsgevangen
gemaakt worden. De kans op
overleven in het laatste geval was
gering. Stalin had inmiddels aan
gekondigd alle in Duitse krijgs
dienst getreden Sovjets te
beschouwen als collaborateurs.
Dit betekende executie of Siberië.
Om zichzelf in de ogen van Stalin
te rehabiliteren, moesten de Geor
giërs op zijn minst een poging wa
gen zich uit Duitse krijgsdienst te
bevrijden. In een laatste poging
aan hun lot te ontkomen, besloten
ze tot een wanhopige daad. In gro
te haast bliezen de samenzweer
ders een oud plan nieuw leven in.
Nog net konden enkele leden van
het verzet op de hoogte worden
gebracht van deze operatie, door
de Georgiërs ,,Djenj Rozjdjenjie"
(Dag van de Geboorte) genoemd.
In de nacht van 5 op 6 april 1945,
om klokslag één uur, doodden de
Georgiërs alle Duitsers die in hun
buurt waren. Het plan was zoveel
mogelijk met messen en bajonet
ten te werken, om niet voortijdig
de marine-batterijen te alarmeren.
Van der Vlis in „Tragedie op
Texel": „Op alle plaatsen waar
Duitsers en Georgiërs samen in
een kwartier waren onderge
bracht, en dit was het geval in vrij
wel alle bunkerstellingen, vloeiden
stromen bloed." Van de 400 Duit
sers die deel uitmaakten van het
Georgische bataljon, wist slechts
een enkeling te ontkomen. On
danks de afspraak zo stil mogelijk
te werk te gaan, gooiden sommige
Georgiërs toch handgranaten en
werden mitrailleurs afgevuurd. Dit
gerucht alarmeerde de manschap
pen van onder meer de Zuid-
n tijde van de opstand. Op deze Duitse kaart zijn goed te zien de batterijen bij Loodsmansduin, paal 9 en De
0 bunkercomplexen bij Texla, vliegveld Vlijt en de vuurtoren en de rij bunkers langs het Noordzeestrand.
art word eerder gepubliceerd in de achtste druk van Tragedie op Texel".
Batterij, die direct groot alarm
sloegen. In de vroege ochtend be
reikte een eerste versterking van
uit Den Helder het eiland.
Ongeveer tegelijkertijd werden
overal in Den Burg plakkaten op
gehangen, waarmee alle Texelse
mannen werden opgeroepen naar
Texla te komen. In de loop van de
dag meldden zo'n 200 mensen
zich op het Georgische hoofd
kwartier. Ongeveer de helft van
hen verklaarde ooit in militaire
dienst te zijn geweest en zij wer
den door de Georgiërs van wapens
voorzien.
Vanaf dit moment wordt de volg
orde van gebeurtenissen erg on
duidelijk. Mede door de chaos van
het moment en de groeiende on
zekerheid spreken bronnen elkaar
tegen. Zeker is dat de Georgiërs al
in een feestroes verkeerden, ter
wijl elders op het eiland de zich
verraden voelende Duitsers vast
besloten waren de opstand neer te
slaan.
Om ongeveer half vijf in de mid
dag van 6 april raakte de Texelse
burgerbevolking definitief bij het
gevecht betrokken Vanaf dat mo
ment kwamen zware granaten
neer in de straten van Den Burg.
Ook Texla werd getroffen, waarbij
het eerste Texelse slachtoffer viel.
Vanwaar de granaten werden af
gevuurd, is niet duidelijk; ook hier
spreken de bronnen elkaar tegen.
Belangrijker is echter dat de stel
lingen van Texel, Vlieland en Den
Helder elke vierkante centimeter
van het eiland met zwaar geschut
konden bestoken. In Den Burg, De
Waal, Ongeren en ook elders werd
grote schade aangericht en lieten
tientallen het leven. Bij een Duitse
wraakactie werden tien Texelaars
op de Mok geëxecuteerd. Al met
al is Den Burg amper een dag in
Georgische handen geweest; toen
hadden de Duitsers hun positie
hersteld en spitste de strijd zich
toe op de andere doelen van ope
ratie „Dag van de Geboorte": De
Koog, vliegveld Vlijt en de vuurto
ren. De kustbatterijen waren niet
serieus bedreigd.
De Georgiërs vochten nu al een
verloren strijd. Binnen enkele da
gen was de Duitse bezetting ver
sterkt tot 3600 man, waaronder
vele zeer jonge soldaten. Deson
danks is het opmerkelijk hoe lang
de Georgiërs wisten stand te hou
den tegen de aanzienlijke over
macht. Opmerkelijk zijn
ooggetuigeverklaringen dat soms
groepen van tientallen Duitsers in
hun opmars werden gestuit door
slechts een handjevol goed ver
schanste Georgiërs. Pas op 10
april moesten de Georgiërs De
Koog ontruimen, waarna zij zich
terugtrokken in de duinen ten
noorden van De Koog, op het
vliegveld en rond de vuurtoren. Dit
was het begin van het einde. Het
gaf de Duitsers de gelegenheid
ongehinderd stelling te nemen op
de Ruigendijk. Van daaruit onder
namen zij een noordwaarts-
gerichte troepenbeweging, om de
Georgiërs naar de vuurtoren op te
drijven. De Noord-Batterij on
dersteunde deze drijfjacht door De
Cocksdorp en boerderijen in Eier-
land vrijwel onophoudelijk onder
vuur te nemen om de Georgiërs al
le kans op dekking te ontnemen.
Achtereenvolgens kwamen vlieg
veld Vlijt, De Cocksdorp en de
vuurtoren weer in Duitse handen.
Dramatisch was het lot van de be
woners van Eierland, die als bange
dieren van boerderij naar boerderij
vluchtten. Uiteindelijk vonden ve
len van hen een veilig onderkomen
in Oosterend. Een kleine twintig
verloren echter het leven.
Gevangen genomen Georgiërs
werden ter plaatse gefusilleerd,
nadat ze vaak waren gedwongen
hun eigen graf te graven. Ze wer
den naakt doodgeschoten, omdat
ze door hun voormalige medesol
daten niet waard werden geacht
in Duits uniform te sterven. Overi
gens was het feit dat beide partij
en hetzelfde uniform droegen een
groot probleem. Niet zelden werd
per ongeluk op landgenoten ge
schoten. Om dit te voorkomen,
knoopten Duitsers een reep witte
stof om een been. Ook Texelaars
zijn het slachtoffer geworden van
deze verwarring. De eerder ge
noemde burgers die uiteindelijk op
de Mok werden gefusilleerd,
dachten met Georgiërs te maken
te hebben en liepen met open
ogen in de val.
Op zondag 22 april begonnen de
Duitsers aan een - wat zij noem
den - zuiveringsactie. In een lange
linie trokken ze vanaf De Cocks
dorp over het eiland. De soldaten
liepen op een afstand van onge-
De Russenoorlog. Zo wordt op Texel de strijd genoemd
die woedde nadat Georgiërs in Duitse krijgsdienst op 6
april 1945 in opstand kwamen tegen wat in feite me
desoldaten waren. Een opstand, die pas een definitief
einde vond toen op 20 me; de eerste Canadezen op
Texel voet aan wal zetten en daarmee een einde maak
ten aan de Duitse bezetting. De opstand, die maakte
dat Texel later werd betiteld als „Nederlandp laatste
slagveld". Geen overdreven benaming: er vielen zo'n
3000 slachtoffers (waaronder meer dan honderd bur
gers), vrijwel alle boerderijen in de polder Eierland wer
den in as gelegd en grote delen van Den Burg
veranderden in ruïnes.
Het mag geen wonder hetén dat dit drama diepe spo
ren heeft nagelaten in de Texelse samenleving, temeer
daar de voorafgaande oorlogsjaren tamelijk geruisloos
aan het eiland voorbij waren gegaan. De bezetting
eiste haar tol, maar zware bombardementen of hon
gersnood heeft Texel niet gekend.
Over het onverwachte en dramatische slot is veel ge
zegd en geschreven. Er verscheen een aantal boeken -
waarvan het ooggetuigeverslag van Van der Vlis uit
1946 tientallen jaren als standaardwerk gold Dick
van Reeuwijk ging op zoek naar betrokkenen en maak
te een goedbekeken documentaire voor de Nederland
se televisie en in Georgië werd een geromantiseerde
film aan het onderwerp gewijd. Daarnaast heeft iedere
Texelaar die de strijd heeft meegemaakt zijn of haar
eigen verhaal, al dan niet opgetekend in dagboeken en
ooggetuigeverslagen. Dat deze verhalen elkaar soms
lijken tegen te spreken, is ondermeer te wijten aan de
slechte communicatie. Niet alleen een direct gevolg
van de chaotische omstandigheden, maar bedacht
moet worden dat nieuwtjes zich in 1945 langzamer
verplaatsten dan tegenwoordig.
Hoewel niet helemaal in puin, raakte dit pand
zwaar beschadigd.
veer tien meter van elkaar en
schoten op elk bouwsel waarin
zich een Georgiër zou kunnen ver
bergen. Over de wegen volgden
tanks en pantserwagens. Dat nog
zoveel Georgiërs aan deze actie
hebben weten te ontkomen, is te
dankén aan Texelaars die hen ver
borgen hielden in schuren en hooi
schelven. Een hachelijke zaak,
omdat de Duitsers dreigden ieder
een die Georgiërs hielp, te doden
en hun huizen te verbranden. De
hulp was dan ook niet altijd vrijwil
lig. Ook de Georgiërs toonden zich
geen lieverdjes en dwongen on
derdak veelal met dreigementen
af. Andere Texelaars stonden wel
met open armen klaar. Hun rede
natie: elke vijand van de Duitser is
een vriend van ons.
De zuiveringsactie heeft ongeveer
vier dagen geduurd. Aan het einde
ervan had de bezetter het eiland
voor het grootste deel weer onder
controle. In de duinen bij De Koog
en de Slufter waagden zij zich
echter niet, omdat de Georgiërs de
mijnenvelden zodanig hadden ver
anderd dat alleen zij er de weg
wisten. Ook na de vijfde mei, de
Duitse capitulatie, duurde deze si
tuatie onverminderd voort. Na die
datum werd de strijd niet meer ge
zocht, maar evenmin geschuwd.
Onverwachte schietpartijen ble
ven zich her en der op het eiland
voordoen. Pas op 20 mei, met de
komst van de Canadezen, kwam
aan deze gewapende vrede een
eind.
aan de Postweg (hetMolenhuisje") toch
(Foto archief Gemeente Texel)
Van de 800 Georgiërs hebben
waarschijnlijk 228 de strijd over
leefd. Volgens cijfers van de bevrij
ders van het eerste Canadese
Legerkorps, lieten ongeveer 2347
Duitsers het leven. Bovendien
sneuvelden 117 burgers. Onder
hen waren twee Amsterdammer
tjes, kinderen die naar Texel waren
overgebracht om aan te sterken.
De gesneuvelde Georgiërs werden
voor zover mogelijk herbegraven
op de begraafplaats op de Hoge-
berg. De omgekomen Duitsers
vonden hun laatste rustplaats op
het oorlogskerkhof in IJsselstem.
Over het lot van de overlevende
Georgiërs is heel lang niets be
kend geweest. Luitenant-kolonel
Tweedsmuir, commandant van het
Canadese legerkorps dat Texel be
vrijdde, en die op de haven aanwe
zig was toen de Georgiërs op 16
juni het eiland verlieten, beloofde
alles in het werk te stellen om hen
in een gunstig daglicht te stellen
bij de Sovjet-autoriteiten. Pas veel
later bleek dat het 822e Georgi
sche bataljon waarschijnlijk in zijn
geheel is gerehabiliteerd. Enkele
Georgische oudstrijders hebben
het eiland nadien tijdens herden
kingen bezocht.
Het fraaiste voorbeeld van anek
doten die elkaar tegenspreken, be
helst de manier waarop de Duitse
commandant Klaus Breitner aan
het bloedbad is ontsnapt. In zijn
„Tragedie op Texel" verhaalt Van
der Vlis dat Breitner de nacht niet
op Texla doorbracht, maar toeval
lig „bij een liefje in Den Burg ver
toefde". Gealarmeerd door scho
ten en ontploffingen zou hij naar
de jeugdherberg zijn gevlucht,
waar hij een militaire arts trof.
„Met enkele verpleegden zijn de
beide mannen in zuidelijke richting
gevlucht. Bij het Horntje vonden
zij een sloep, waarmee zij het
Marsdiep overstakenaldus Van
der Vlis.
Van Reeuwijk, die de toen inmid
dels bejaarde Breitner eind jaren-
'70 interviewde, tekent uit diens
mond een geheel ander verhaal
op. De commandant verklaarde
voortdurend last te hebben gehad
van zijn nieren, een kwaal waar
voor hij ook behandeld werd. In de
nacht van 5 op 6 april was hij om
7 uur - het tijdstip waarop alle Ge
orgiërs gelijktijdig de wapenen op
namen - juist aan het „pinkeln",
toen hij een lichtkogel zag opstij
gen en schoten hoorde. Even
meende Breitner dat de Georgiërs
een afscheidsvuurwerk afstaken,
maar toen hij van het toilet kwam
stond zijn Georgische onderschik
te met een geweer in de hand voor
hem. Die aarzelde echter met
schieten, „misschien omdat ik
hem eens op vakantie had meege
nomen". In allerijl vluchtte de
commandant de duistere nacht in.
Toen de officier die hij voor zich uit
liet lopen werd neergeknald, leek
ook Breitners eigen einde nabij.
Het lukte hem echter te ontko
men. Op weg naar de Zuid-Batterij
liep hij nog bijna in handen van een
Georgische patrouille, maar na en
kele uren bereikte Breitner toch
zijn doel. „Telefonisch lichtte ik on
ze mensen in Den Helder direct in
over de gebeurtenissen. Al enkele
uren later bereikten ons de eerste
versterkingen
Hoe de waarheid ook mag luiden,
commandant Klaus Breitner ont
sprong maar ternauwernood de
dans.
Vele boerderijen in Eierland werden zwaar
de Hoofdweg
getroffen Dit bleef over van ..De Halm" aan
(Foto archief Gemeente Texell
Wie veel meer wil weten over
de Georgische opstand, kan
uren doorbrengen met de
boeken die over de gebeurte
nissen, aanleiding en gevol
gen zijn geschreven. „Tragedie
op Texel" van J.A. van der
Vlis gold tientallen jaren als
het standaardwerk. De inmid
dels overleden Texelaar was
indertijd ooggetuige van het
drama. De eerste editie ver
scheen al in 1946. Hoewel
Van der Vlis maar weinig tijd
had gehad zich goed te docu
menteren, kan toch worden
gesproken van een gedegen
reportage, die tot stand kwam
op basis van eigen ervaringen,
gesprekken met andere be
trokkenen en het nodige lite
ratuuronderzoek. Tragedie op
Texel" beleefde acht drukken.
De laatste - uit 1978 - is een
geheel herziene, met veel fo
to's en andere illustraties.
In 1980 verscheen „Texel, Ne
derlands laatste slagveld" van
J.A.C. Bartels en W. Kalkman.
In het lijvige werk - 335 pagi
na's, tientallen foto's, kaarten
en documenten - wordt uit
voeriger dan in „Tragedie" in
gegaan op de beweegredenen
van de geallieerden om niet in
te grijpen tijdens de gevech
ten. Tien Texelaars en vier Ge
orgiërs waagden vlak na het
begin, op 8 april, hun leven en
vluchtten dwars door mijnen
velden met de Texelse red
dingboot „Joan Hodshon"
naar Engeland, waar ze om
militaire bijstand vroegen. Het
boek van Bartels en Kalkman
is echter vooral bekend ge
worden omdat zij de opstand
van de Georgiërs niet als hel
dendaad, maar als „muiterij"
beschouwden. De voor het
eerst openlijk uitgedragen vi
sie dat de Georgiërs slechts
vochten om hun eigen hachje
te redden, stuitte op veel
weerstand. Bartels publiceer
de in 1986 Muiterij aan het
Marsdiep", in feite een gepo
pulariseerde en wat toeganke
lijkere editie van het werk dat
hij samen met Kalkman
schreef.
Opmerkelijk is ook Sonder-
meldung Texel, Opstand der
Georgiërs" (1981) van Dick
van Reeuwijk. In het spraak
makende laatste hoofdstuk
stelt dè schrijver dat veel
Texelaars een extra trauma
aan de oorlog hebben overge
houden, omdat de BVD hen
verdacht van communistische
sympathieën en hun na
oorlogse contacten met Geor
giërs nauwlettend in de gaten
hield. Deze kritiek leidde zelfs
tot Kamervragen. Bijzonder
interessant zijn ook de
gesprekken die de schrijver
heeft gevoerd met Duitsers
die tijdens de oorlog op Texel
waren gelegerd. Overigens
werd het boekje samen
gesteld op basis van docu
mentatie die Van Reeuwijk
eerder had gebruikt voor een
televisie-documentaire.
Naast de genoemde boeken
circuleren ook enkele oogge
tuigeverslagen. De meeste
zijn echter nooit officieel uit
gegeven.