[eevaarder werd voor dood achtergelaten
I
'Krankzinnig dat
je zoiets overleeft'
lil
F 3
Aan-
gespoeld
.TEXELSE y7C0URANT
«HL
---- - - -
- r"~ - ---
Fietsen voor
Amnesty
Stukjes voor de
Vakantiekrant
Texelstroom terug
:htei
oplo
sn te-
lat
ten.
in, vi
lek e
liek a
een
eetó
ook
-Jdio
leela
loopt
den
er M
spun
Tieto
neet
e toe
)orN
dels
iciee
het
ens
drurr
erw|
n de
heki
ikscf
sftal
ge»
igte
ioeS
ante
pree
ergi
VRIJDAG 26 MEI 2000
niet|
'in tra
jee
lat n 30 jaar oud en nog gekleed in een korte broek studeerde
je Jong in 1923 aan de Zeevaartschool in Den Burg. De
voor hem zeer prettige jaren vormden de basis van zijn
liefde voor het eiland. Door de vele jaren op zee verloor
i jeugdliefde, de Texelse Nel, uit het oog. In de Tweede
doorlog moest hij verplicht blijven varen. Ternauwernood
je dood ontsnapt, keerde De Jong in 1945 terug naar
rland. Volledig afgekeurd voor de zeevaart. Groot was zijn
ssing toen hij Nel terugvond. In het Torenhuis vonden zij
roomplek. Na een grondige restauratie keerde het stel in
voorgoed terug op hun geliefde eiland. Rustig genieten
e oude dag was er niet bij. Tot zijn vijfentachtigste gaf hij
t he<§n met zijn vrouw gratis dansles aan Texelaars. Ome Frits
nte Nel, zo stonden zij bekend. Tegenwoordig woont De
samen met de Familie Weitz in De Koog. Tjisalak prijkt er
gevel.
irste keer dat ik op Texel kwam,
1923.' Zeeman wilde hij wor-
-ertelt de inmiddels 93-jarige
Ie Jong Hij had de keuze tus-
larme of koopvaardij. Marine
met zitten En zo belandde hij,
jaar oud en nog gekleed in
iorte broek, op de Zeevaart-
il aan het Schilderend in Den
Het dragen van het uniform
een ervaring op zich. Mijn eer-
nge broek. Dat gaf gelijk een
il van volwassenheid.Het leven
it eiland was voor hem een
raring Zeer streng opgevoed,
enig vertier, genoot hij van de
d die hem op Texel ten deel viel.
arme hartelijkheid van het gast
en de Texelse bevolking deden
goed. En de vele uren die hij
—dracht in de mooie natuur. Alles
te™ ien vormden deze jaren de ba-
een grote liefde voor het ei-
'exel.
ivaarders, zoals men de leerlin-
de zeevaartschool noemde,
pen door de Texelaars goed ver-
De Jong kwam in de kost bij
irengezin met vier kinderen,
r Roeper, ook wel Jan van 't
genoemd. Het huis aan het eind
Ie Waalderstraat staat er nog.
ras er primitief maar bovenal
lig. Leidingwater en elektriciteit
er nog met. We moesten het
meteen lampetkan en een pe-
imlamp De poepdoos, een hou
tje, stond achter in de tuin. Een
dekte het gat af waaronder
eenemmer bevond. Deze werd
a/per week geleegd. Dat was
ip hoor. Vooral in de winter. In
in was je verder volkomen vrij.
Ede Jong in het uniform van zijn maat-
mi.
en de maaltijden, met pap of
ergruwel toe, kon je gaan en
m waar je zelf wilde.
'er was er genoeg. De Zeevaart-
nol had een eigen voetbalclub,
irvan De Jong als vaste rechts-
k deel uitmaakte. 'We fietsten veel
Jenoten van de prachtige natuur.
3'ook een biertje drinken en een
sreiie paffen hoorde bij een zee
rder. We hadden met veel te spen-
erf maar een potje biljarten in het
®van Dalmeyer was vaste prik.'
Binnenburg waren de zeevaar-
s altijd welkom in de winkel van
rjihan. de kleermaker Deze
™e nog heel ouderwets met ge-
"s,e benen boven op een tafel,
'dman hield wel van een praatje en
1 smookie met de jongens De
'«plaats zag altijd blauw van de
Wortman zelf rookte pijp. En
had je geen geld meer, dan mocht je
een pijpje mee stoppen uit het oude
koekblik met tabak. Tegenover Wort-
man, was de tabakszaak van Naatje
Plaatsman. Een wat oudere
vriigezellenvrouw waar alle zeevaar
ders hun pakje sigaretten kochten.
Asfra-sigaretten van een dubbeltje.
'De hele dag stond daar een tinnen
koffiepot op een petroleumpitje te
pruttelen. Als je er bij Naatje goed op
stond, werd je af en toe uitgenodigd
om een kop koffie met een Joden-
koek te nuttigen.'
Vele herinneringen komen naar bo
ven. Boekei, die de eerste autobus op
Texel kocht voor de verbinding met
de veerboot. Zijn rondjes met Nacht
wacht Gieles, een grote sterke kerel
die om het uur de tijd uitriep. De jaar
lijkse kermis op de Groeneplaats. Het
dansen met de Texelse meisjes op de
donderdagavonden in Hotel Texel.
Waar Jan IJsste, een boerenjongen,
dansles gaf. 'De wals, pas-de-quatre
en step. Het stelde niet veel voor
maar het was wel erg gezellig.' Naast
het vertier beleefde De Jong ook een
leerzame tijd aan de Zeevaartschool.
'Wij hadden een enorm respect en
ontzag voor onze leraren. Vooral voor
de directeur, Piet Bossen. Dat was
een oud kapitein die op grote zeil
schepen had gevaren. Bossen droeg
altijd hoge schoenen, met in de zij
kanten elastiek. Op de plaats van zijn
tenen hadden zich flinke bobbels
gevormd. Menig zitvlak van de leer
lingen maakte gedurende de oplei
ding kennis met zijn bobbelschoen.'
Praktijklessen werden gegeven door
een oude marinebootsman. 'Dan gin
gen we op de fiets naar Oudeschild,
waar we leerden roeien, zeilen en
zwemmen. De overige lessen vonden
plaats in en rond het schoolgebouw.
Zo werden we bij de scheepsmast in
de tuin bekwaam gemaakt in het
klimmen in het want, steng op- en
aftuigen en zeil opzetten. Al met al
betekende mijn studie op Texel een
fantastische tijd De Zeevaartschool
bleef in mijn gedachten gegrift als een
prachtig gebouw met een mooie tuin.
Toen ik na de Tweede Wereldoorlog
weer voor de zeevaartschool kwam
te staan, kreeg ik een enorme schok.
Wat hadden ze in hemelsnaam ge
daan! De mast was verdwenen. Het
authentieke gebouw was verknoeid
door aanbouwsels gelijk als vurige
steenpuisten. Ik walgde ervan. Ik
draaide me om en kon wel huilen!'
'In mijn Zeevaartschooltijd werd ik
verliefd op het Texelse meisje Nel
Kikkert, De liefde was wederzijds.
Haar ouders waren daar met zo blij
mee, omdat ze Nel nog wat te jong
vonden.' Na het behalen van het
einddiploma werd De Jong als
stuurmansleerling bij de KNSM ge
plaatst. Aansluitend vervulde hij, met
tegenzin, zijn dienstplicht bij de ma
rine in Den Helder. 'Zonde van mijn
kostbare tijd! Na die ongewilde
diensttijd vervolgde ik mijn studie aan
de Zeevaartschool voor mijn derde
rang. Ik moest er hard voor blokken,
maar hield gelukkig nog wat tijd over
om te genieten van alles wat het ei
land mij bood.'
Nadat De Jong geslaagd was voor
zijn derde rang ging hij solliciteren. Bij
de bekende Nederlandse maat
schappijen lukte het met. Er heerste
malaise. Nieuw personeel werd nau
welijks aangenomen. Na lang zoeken
bleek er één maatschappij te zijn, de
Java-China-Japanlijn, die nog een
paar plaatsen had. 'In augustus 1928
tekende ik een vierjarig contract. Dit
hield in dat je vier jaar lang, iedere
dag, keihard werkte, zonder feest- of
zondagen. Daarna had je recht op
een half jaar verlof. Toch had ik er
geen spijt van. Het was alleen niet
mogelijk om goed contact met Nel te
blijven houden. Dat verwaterde. On
dertussen studeerde ik door en op
mijn 28e was ik in het bezit van mijn
eerste rang dat tevens het kapiteins-
diploma was.'
In 1941 liep het derde contract af bij
de Java-China-Japanlijn. Feitelijk had
De Jong recht op zes maanden ver
lof naar Nederland. Maar door het
uitbreken van de Tweede Wereldoor
log liep het anders. 'Toen de oorlog
begon, werd er een Vaarplichtwet uit
gevaardigd. Dit betekende dat iedere
zeevarende verplicht was te blijven
'iijlffii'Eii
"irnra
iiTJ
V.Ee?- - -V"" T J-»- -■ y»J
Het in de Tweede Wereldoorlog getorpedeerde schip Tjisalak, het sthlp waarvan De Jong destijds opvarende was.
varen. Met veel moeite kon ik nog net
drie maanden binnenlands verlof in
Nederlands-lndie krijgen. Nog voor
die drie maanden om waren, werd ik
al teruggeroepen.' De Jong werd in
een paar weken tijd bij de marine in
Surabaya opgeleid tot vuurleider.
Daarmee werd hij belast tot het
commandovoeren bij oorlogsactie.
Met dit papiertje op zak werd De
Leve de oorlog! Over mijn lot naden
kend, herinnerde ik me dat ik op zes
tienjarige leeftijd een beroepskeuze
moest doen. Van allerlei beroepen
leek me dat van zeeman het aantrek
kelijkste. De keuze tussen marine of
koopvaardij was niet moeilijk. Ik vond
dat leger en marine in feite een op
leiding gaven voor beroeps
moordenaars. Dus koos ik voor de
Jong als eerste stuurman op de
T/isalak geplaatst. Haast was gebo
den. Japanse oorlogsschepen waren
al in de wateren van Nederlands-
Indië gesignaleerd. In allerijl werd er
een oud kanon uit de Eerste Wereld
oorlog op het achterdek geplaatst en
sloop de T|isalak geblindeerd uit de
haven van Surabaya om verder te
varen in oorlogstijd.
Helse jaren braken aan. 'Het was ver
schrikkelijk. Ik was de enige man aan
boord die iets van dat kanon af wist.
De bemanning bestond uit een alle
gaartje, een paar officieren en een
aantal Chinezen Tijdens het varen
vingen we regelmatig noodsignalen
op van getorpedeerde schepen. We
waren altijd bedacht op de grote klap.
Zenuwslopend. Je kwam nooit tot
rust. En wat kon je met een oud ka
non uitrichten tegen zo'n Japanse
sluipmoordenaar? Wonder boven
wonder kwamen we er heelhuids
doorheen.'
In de haven van New York kwamen
ze eindelijk een beetje tot rust. De
Tjisalak werd opgekalefaterd en er
werd een beter verdedigingsmiddel
opgezet. De gehele Chinese beman
ning echter zag haar kans schoon en
deserteerde massaal. 'We kregen er
een ploeg schorem voor terug, zo uit
de gevangenis. Zulk tuig had ik nog
nooit ontmoet. Ze waren geregeld
dronken en aan het vechten. Het
enige waarvoor ze respect hadden
was bruut geweld. Wat een geluk dat
ik groot en sterk was. Noodgedwon
gen moest ik wel eens klappen uitde
len. Dag en nacht liep ik met een
zichtbaar geladen revolver rond. We
sloten ons aan bij een konvooi rich
ting Engeland, 's Nachts kwamen de
aanvallen van de duikboten. De
Tjisalak en haar bemanning bereikte
heelhuids Engeland 'We waren nog
maar nauwelijks in de haven of de
gehele bemanning was weer verdwe
nen. Dit keer was ik daar niet rouwig
om. Een Chinese bootsman, met wie
ik al eerder had gevaren, zorgde voor
een nieuwe bemanning. Een piekfijn
stelletje, dat van aanpakken wist.'
Vanaf die tijd voer de Tjisalak in kon
vooi tussen Engeland en Canada. De
nachtelijke aanvallen bleven. Sche
pen geladen met oorlogstuig vlogen
bij torpedering met één klap in de
lucht. 'Dat was 's nachts een afschu
welijk luguber gezicht De zenuw
spanning en de angst werden steeds
groter. Doodmoe en op van de slaap
ging je 's morgens naar je hut. Dan
begonnen de zenuwen pas echt op
te spelen. Dan nam je maar een flinke
slok whisky. En viel je in slaap. De
stemming onder de officieren, die
vroeger zo prima was, verslechterde
steeds meer. We konden elkaar am
per verdragen.'
'Later zaten we in de Perzische Golf.
Brachten we troepen over naar
Bombay in India. In Bombay gingen
de troepen van boord en kregen we
de opdracht naar Colombo en vervol
gens Calcutta te varen. We hoorden
dat er op deze trajecten schepen
waren getorpedeerd. En dat de be
manning, of wat er nog van over was,
in de reddingboten werd beschoten
en vermoord. Was dat ons voorland?
koopvaardij. Ik besefte dat de keuze
voor een vreedzaam bestaan met
veel had geholpen Ik zat volledig in
de rotzooi. Verplicht tot vuurleider en
verplicht zo veel mogeltik vijanden om
zeep te helpen.'
ben gezwommen, bereikte De Jong
uitgeput een zwaar beschadigd vlot.
Even later hoorde hij geschreeuw.
Het was de tweede marconist! Sa
men bemachtigden ze een langs-
drijvende sloep. Uiteindelijk bleken er
nog drie overlevenden te zijn. De ove
rige bemanningsleden, 98 man, wa
ren allen afgeslacht. 'Eigenlijk krank
zinnig dat je zoiets overleeft.'
De Jong zwijgt. 'Ik heb over die ge
hele periode een boek geschreven.
Varen in oorlogsti/d Schrijven gaat
beter dan er over praten. Hoe we het
overleefden? We werden na drie da
gen uit zee opgepikt door een Ame
rikaans schip. Mijn hoofdwond werd
zo goed mogelijk verzorgd. Maanden
later, nadat ik steeds vaker aanvallen
kreeg die gepaard gingen met
verlammingsverschijnselen, onder
ging ik in New York een hersen
operatie. De kogel van de Jap had
achteraf meer schade aangericht dan
gedacht.'
A
TF.XFL
Ansichtkaart van het Torenhuis, het geliefde stulpje van Nel en Frits de Jong.
Begin 1944. De Jong komt met de
Tjisalak behouden aan in Melbourne.
Even rust. De volgende bestemming
was Colombo met een volle lading
meel. 'Ik was er dit keer met gerust
op Voordat we vertrokken was de
Chinese bootsman bij me gekomen.
Hij zei: Dit keer gaan we eraan. Veer
tien dagen waren we onderweg, toen
sloeg het noodlot toe. Ik zag nog net
de glimp van een bellenbaan. Een
geweldige knal volgde. Alle opvaren
den. op één man na, kregen we in de
sloepen. Nadat we los waren van de
Tjisalak gaf het schip een diepe zucht
en verdween het in de golven, met
alles wat er op en aan zat. Een ver
schrikkelijk moment. Wat er daarna
gebeurde...'
De Jong slaat de handen voor zijn
gezicht en wendt zich af. Het gruwe
lijke tafereel dat zich daarna af
speelde staat op zijn netvlies gegrift.
Overmand door emoties vertelt hij
hoe het de bemanning verging. 'De
Japanse onderzeeër kwam boven en
we werden gedwongen aan dek van
de Jap te komen. Ze stonden al klaar
met voorhamers, bijlen en zwaarden.
We moesten op het voordek op onze
hurken gaan zitten en mochten niet
achterom kijken. Het lawaai en
geknal achter me deed me vermoe
den dat er een slachting aan de gang
was. Eén voor één werden de
bemanningsleden naar het achter
schip gehaald. Toen het mijn beurt
was, moest ik naar het uiterste puntje
van de duikboot lopen, vlak boven de
schroeven. Ik hoorde een harde knal,
een harde klap op mijn hoofd en weg
was ik...'
'Uiteindelijk kwam ik bij, stomver
baasd dat ik nog leefde. Ik dreef op
mijn zwemvest in het water en zag op
geringe afstand de duikboot. Daaruit
begreep ik dat ik niet lang buiten
westen kon zijn geweest. Ik verloor
nogal wat bloed en had een ontzet
tende pijn aan mijn hoofd Ik begreep
dat ik mij dood zou moeten houden
totdat de Jap uit de buurt was. Ein
delijk ging de duikboot er vandoor en
begon ik te zwemmen. In de hoop,
wrakhout van de Tjisalak tegen te
komen Na ongeveer vijf uur te heb-
Na een lange revalidatieperiode
keerde De Jong op 10 oktober 1945
terug in Nederland. Honderd procent
afgekeurd voor de Zeevaart: Waarop
de Maatschappij hem een kantoor
baan aanbood. Groot was zijn verba
zing en verrassing toen hij op een dag
Nel Kikkert aan de telefoon kreeg.
Ook zij was met stomheid geslagen.
Zij had de wildste verhalen gehoord
over haar voormalige jeugdliefde. Hij
zou zwaargewond en verminkt in het
ziekenhuis liggen. De maatschappij
was haar enige hoop op meer infor
matie.
Vanaf die tijd werden de banden weer
stevig aangehaald. In 1947 trouwden
ze en vestigden zich in Badhoeve
dorp. 'Iedere vakantie brachten we
door op Texel, in hotel Bos en Duin.
Ook in de weekenden kwamen we er
regelmatig en werden we goede
vrienden met de eigenaars van het
hotel, het echtpaar Vroom. Op de
boot zeiden ze wel eens tegen ons:
Hew we jullie geen hu us aan de over
kant? In 1957 kregen we de kans het
oudste boerderijtje van Texel te ko
pen, het Torenhuis, gebouwd in 1578.
Het was een ruïne, maar als vakantie
huisje kon het er best mee door. In
1957 besprak ik met Nel wat we zou
den doen als ik met pensioen ging.
Het liefst had ik naar een subtropisch
land willen gaan Maar Nel kon met
zo goed tegen de warmte en wilde
liever in Nederland blijven wonen. We
besloten na mijn pensionering voor
goed naar het Torenhuis op ons dier
bare Texel te gaan.'
Vanaf die tijd werd er hard gewerkt
om het stulpje voor permanente be
woning geschikt te maken. 'De zus
ter van mijn vrouw en mijn zwager,
Frans Burie, hielpen ons met de ver
bouwing. 'leder weekend van zes uur
's morgens tot elf uur 's avonds
buffelden we door. Na vijf jaar zwoe
gen hadden we het Torenhuis ver
bouwd tot een prachtige gelijkvloerse
woning. Zoveel mogelijk in authen
tieke stijl gerestaureerd. Het was iets
fantastisch geworden, een paradijs.
Het werd tijd om het werk bij de
maatschappij over te dragen aan mijn
opvolger. Het speet me wel het kan
toor te moeten verlaten. Maar ik was
er aan toe. Er kwam een fantastisch
afscheidsfeest. Collega's van het
kantoor en uit het verre Oosten, zee
lieden met verlof, oude zeevrienden.
Bovendien kregen Nel en ik een zee
reis van een half jaar aangeboden. Ik
was er helemaal confuus van.'
Na hun droortireis, waarbij het echt
paar alle landen uit het vaargebied
van de Java-China-Japanlijn aan
deed. vestigden zij zich in het Toren
huis. 'Wat hadden we het daar fijn
met elkaar. We genoten van de mooie
natuur, de frisse lucht en de zee. We
voelden ons hier zo thuis. Het echt
paar Vrooms zorgde er voor dat we
snel opgenomen werden in het so
ciale leven. Eén keer in de week gin
gen we naar Alkmaar. Vanaf 1951 al
kregen we daar dansles Eerst in
groepsverband, later privé. We kon
den met gemak het examen voor
dansleraar en -lerares afleggen. Maar
dat vonden we zelf niet nodig. We
hadden niet de bedoeling dansles te
gaan geven. Dansen was onze
hobby. Tot Gulmans, de adjudant van
de politie, een beroep op ons deed
Hij had een club gevormd die in De
Cocksdorp dansles zou krijgen van
iemand uit Den Helder Maar wat doet
die rotkerel? Hij belt de avond van
tevoren op om het af te zeggen.' De
Jong overlegde met zijn vrouw Ge
zamenlijk besloten zij de club uit de
brand te helpen. 'Zo zijn we erin ge
rold
Ze zijn niet op het eiland gebo
ren en getogen, maar wonen hier
al zó lang dat ze niet meer van
een echte Texelaar zijn te onder
scheiden. Waar komen ze van
daan en wat bracht hen er toe
zich blijvend op ons eiland te
vestigen? In de rubriek Aange
spoeld dit keer: Frits de Jong
•Ü9K
Frits de Jong anno 2O00.
De Jong vond dat het met het dan
sen op het eiland slecht gesteld was
en besloot hier wat aan te doen.
'Vanaf 1970 zijn we begonnen met
het geven van gratis dansles.' Binnen
de kortste keren hadden we drie
clubs op één avond Het echtpaar
stond al snel over het hele eiland
bekend als ome Frits en tante Nel.
Vele clubs deden een beroep op het
echtpaar. Het bleef met bij één avond
in de week. 'We gaven ook les in De
Waal en Den Burg. Richtten de Dans
groep Oude Dansen op en gaven les
aan de oude-van-dagen in de Buure-
ton. 's Avonds kwamen we doodmoe
thuis. Toen ik vijfentachtig werd,
voelde ik me wat onzeker worden. Ik
dacht ver... Het wordt te veel. Toen
ben ik gestopt. Het ging ons heel erg
aan het hart maar ik kon niet meer. Al
onze leerlingen gaven we een
danspassenboek mee, dat ik zelf had
geschreven Als ze het niet meer wis
ten, konden ze daar nog even inkij
ken.' Als dank voor al de lessen die
het echtpaar 21 jaar lang gaf, kregen
ze de erepenning Dubbele von Sion.
'Kijk', zegt De Jong en wijst naar de
inhoud van een doosje. 'Hier zitten
mijn onderscheidingen in. Het kruis
van verdienste en het Oorlogs-
hermneringkruis. Ik hecht er met zo
veel waarde aan. Ik had liever mijn
gezondheid dan die lintjes terug-
gehad. Ik draag ze alleen op de reü
nie, anders krijg ik op mijn donder.
Daar lopen ze allemaal met die din
gen rond.'
'Na het overlijden van Nel in 1995
werd ik ziek en verbleef lange tijd in
het ziekenhuis. Daarna werd ik onder
gebracht in het Sint Jan. Met tranen
in de ogen moest ik het mooie Toren
huis verkopen. Ik zag het allemaal
niet meer zitten.' De Jong kon echt
wel goed opschieten met de nonne
tjes en de overige bewoners, maar
het kleine kamertje in het Sint Jan
benauwde hem. Hij ging zo vaak
mogelijk weg. Als het moöi weer was.
stapte hij in de auto en trok er op uit.
'Elke dag over alleen maar ellende
praten, dat lag me niet. Vaak nam ik
een paar van die mensen mee en gin
gen we ergens koffie dnnken. Of naar
het strand. Dat bracht wat leven in de
brouwerij. Ik voelde me daar binnen
opgesloten. Ik besprak dit wel eens
met de familie Weitz, die mij regelma
tig kwam opzoeken. Ik wilde wel weg
uit het Sint Jan. Nou, zeiden ze. kom
toch gewoon bij ons wonen, in De
Cocksdorp. Hebben ze een kamer
met slaapkamer gemaakt voor me.
Later zijn we naar De Koog verhuisd,
naar een wat ruimer huis. Ze verzor
gen mij goed, alles brengen ze ach
ter mijn kont aan. Ze zijn voor mij een
lot uit de loterij. We hebben een fan
tastisch leven zo. En als ik echt
krakkemikkig word, staan ze klaar om
mij te helpen.'
'Twee keer in de week ga ik nog bil
jarten. Het wordt wel wat moeilijker,
maar ik ga gewoon voor de sfeer. Ik
rij nog steeds auto. Behalve als ik me
niet lekker voel. Dan laat ik me rijden.
Als het mooi weer is gaan we tot de
lunch naar het strand bij EcoMare of
naar het Havenrestaurant op 't
Horntje. Ik kom nog steeds tijd tekort.
Er zijn nog zo veel dingen die ik zou
willen doen. Daar kom ik niet eens
meer aan toe. Dat vind ik verschrik
kelijk. Ik heb de ziekte van Parkinson.
Gelukkig kan ik nog typen, maar ver
der is het niet veel soeps meer. Ik
verzet me er zo veel mogelijk tegen
en probeer nog zo veel mogelijk ple
zier te maken. En dat lukt. Dank zij de
hulp van de familie Weitz.'
Ingrid de Raad
De afdeling Texel van Amnesty Inter
national verzorgt ook dit jaar een
sponsortocht die, in tegenstelling tot
andere jaren, niet aan de overkant,
maar uitsluitend op het eiland wordt
verreden. De bedoeling is dat zoveel
mogelijk fietsers in totaal 2000 kilo
meter afleggen. Daartoe zijn drie
tochten uitgezet, van tien. vijfen
twintig en veertig kilometer. Deelne
mers mogen een tocht meerdere
De eerste Vakantiekrant, een bij
lage van de Texelse Courant, ver
schijnt op donderdag 15 juni. De
wekelijks verschijnende uitgave
van Langeveld en de Rooy be
vat een compleet overzicht van
de activiteiten op het eiland. In
formatie over de recreatieve mo
gelijkheden van het eiland, festi
vals, zomermarkten. culturele en
sportieve activiteiten is overzich
telijk gerangschikt in de Agenda.
Excursies zijn ondergebracht in
een aparte rubriek. Verder is er
filmnieuws en zijn er informatieve
hoekjes. Wie informatie heeft
over activiteiten kan die doorge
ven aan Ruud Nooy (te. 31 50 34)
of de redactie van de Texelse
Courant (36 26 20). Omdat de
Vakantiekrant iets eerder wordt
gedrukt, is het verstandig de in
formatie tijdig aan te leveren.
malen afleggen. De tocht wordt ge
houden op zaterdag 17 juni, als tus
sen 10.00 en 11 00 uur gestart kan
worden op de Groeneplaats te Den
Burg. Onderweg komen deelnemers
stempelposten tegen, waar onder het
genot van een hapje en een drankje
gerust kan worden. Deelname kost
ƒ5,-, maar is gratis voor kinderen tot
twaalf jaar. Iedere deelnemer ont
vangt als herinnering een T-shirt.
Het streven is om met deze tocht
ƒ20.000,- bijeen te brengen. Om dit
te bereiken zijn al diverse personen
en bedrijven benaderd maar on
danks de vele positieve reacties is het
streefbedrag nog met in zicht. Bedrij
ven (maar uiteraard ook particulieren)
die nog met zijn benaderd, worden
van harte uitgenodigd zich voor
sponsoring of als deelnemer te mel
den
De antieke loodsbotter Texelstroom'
keert donderdag of vnjdag terug in de
haven van Oudeschild Tijdens een
maandenlang verblijf bij scheepswerf
Vooruit in Zaandam is al het ijzerwerk
onder handen genomen, de romp
zeewaardig gemaakt en de motor er
opnieuw ingezet. In Oudeschild
wordt de betimmering aangebracht
Volgend seizoen moet de Texel
stroom vanuit Oudeschild rond
vaarten gaan maken op het wad.
Ondanks protesten van Texelse rond-
vaartondernemers heeft de ge
meente subsidie beschikbaar gesteld
voor het herstel van de loodsbotter.