[eevaarder werd voor dood achtergelaten I 'Krankzinnig dat je zoiets overleeft' lil F 3 Aan- gespoeld .TEXELSE y7C0URANT «HL ---- - - - - r"~ - --- Fietsen voor Amnesty Stukjes voor de Vakantiekrant Texelstroom terug :htei oplo sn te- lat ten. in, vi lek e liek a een eetó ook -Jdio leela loopt den er M spun Tieto neet e toe )orN dels iciee het ens drurr erw| n de heki ikscf sftal ge» igte ioeS ante pree ergi VRIJDAG 26 MEI 2000 niet| 'in tra jee lat n 30 jaar oud en nog gekleed in een korte broek studeerde je Jong in 1923 aan de Zeevaartschool in Den Burg. De voor hem zeer prettige jaren vormden de basis van zijn liefde voor het eiland. Door de vele jaren op zee verloor i jeugdliefde, de Texelse Nel, uit het oog. In de Tweede doorlog moest hij verplicht blijven varen. Ternauwernood je dood ontsnapt, keerde De Jong in 1945 terug naar rland. Volledig afgekeurd voor de zeevaart. Groot was zijn ssing toen hij Nel terugvond. In het Torenhuis vonden zij roomplek. Na een grondige restauratie keerde het stel in voorgoed terug op hun geliefde eiland. Rustig genieten e oude dag was er niet bij. Tot zijn vijfentachtigste gaf hij t he<§n met zijn vrouw gratis dansles aan Texelaars. Ome Frits nte Nel, zo stonden zij bekend. Tegenwoordig woont De samen met de Familie Weitz in De Koog. Tjisalak prijkt er gevel. irste keer dat ik op Texel kwam, 1923.' Zeeman wilde hij wor- -ertelt de inmiddels 93-jarige Ie Jong Hij had de keuze tus- larme of koopvaardij. Marine met zitten En zo belandde hij, jaar oud en nog gekleed in iorte broek, op de Zeevaart- il aan het Schilderend in Den Het dragen van het uniform een ervaring op zich. Mijn eer- nge broek. Dat gaf gelijk een il van volwassenheid.Het leven it eiland was voor hem een raring Zeer streng opgevoed, enig vertier, genoot hij van de d die hem op Texel ten deel viel. arme hartelijkheid van het gast en de Texelse bevolking deden goed. En de vele uren die hij —dracht in de mooie natuur. Alles te™ ien vormden deze jaren de ba- een grote liefde voor het ei- 'exel. ivaarders, zoals men de leerlin- de zeevaartschool noemde, pen door de Texelaars goed ver- De Jong kwam in de kost bij irengezin met vier kinderen, r Roeper, ook wel Jan van 't genoemd. Het huis aan het eind Ie Waalderstraat staat er nog. ras er primitief maar bovenal lig. Leidingwater en elektriciteit er nog met. We moesten het meteen lampetkan en een pe- imlamp De poepdoos, een hou tje, stond achter in de tuin. Een dekte het gat af waaronder eenemmer bevond. Deze werd a/per week geleegd. Dat was ip hoor. Vooral in de winter. In in was je verder volkomen vrij. Ede Jong in het uniform van zijn maat- mi. en de maaltijden, met pap of ergruwel toe, kon je gaan en m waar je zelf wilde. 'er was er genoeg. De Zeevaart- nol had een eigen voetbalclub, irvan De Jong als vaste rechts- k deel uitmaakte. 'We fietsten veel Jenoten van de prachtige natuur. 3'ook een biertje drinken en een sreiie paffen hoorde bij een zee rder. We hadden met veel te spen- erf maar een potje biljarten in het ®van Dalmeyer was vaste prik.' Binnenburg waren de zeevaar- s altijd welkom in de winkel van rjihan. de kleermaker Deze ™e nog heel ouderwets met ge- "s,e benen boven op een tafel, 'dman hield wel van een praatje en 1 smookie met de jongens De '«plaats zag altijd blauw van de Wortman zelf rookte pijp. En had je geen geld meer, dan mocht je een pijpje mee stoppen uit het oude koekblik met tabak. Tegenover Wort- man, was de tabakszaak van Naatje Plaatsman. Een wat oudere vriigezellenvrouw waar alle zeevaar ders hun pakje sigaretten kochten. Asfra-sigaretten van een dubbeltje. 'De hele dag stond daar een tinnen koffiepot op een petroleumpitje te pruttelen. Als je er bij Naatje goed op stond, werd je af en toe uitgenodigd om een kop koffie met een Joden- koek te nuttigen.' Vele herinneringen komen naar bo ven. Boekei, die de eerste autobus op Texel kocht voor de verbinding met de veerboot. Zijn rondjes met Nacht wacht Gieles, een grote sterke kerel die om het uur de tijd uitriep. De jaar lijkse kermis op de Groeneplaats. Het dansen met de Texelse meisjes op de donderdagavonden in Hotel Texel. Waar Jan IJsste, een boerenjongen, dansles gaf. 'De wals, pas-de-quatre en step. Het stelde niet veel voor maar het was wel erg gezellig.' Naast het vertier beleefde De Jong ook een leerzame tijd aan de Zeevaartschool. 'Wij hadden een enorm respect en ontzag voor onze leraren. Vooral voor de directeur, Piet Bossen. Dat was een oud kapitein die op grote zeil schepen had gevaren. Bossen droeg altijd hoge schoenen, met in de zij kanten elastiek. Op de plaats van zijn tenen hadden zich flinke bobbels gevormd. Menig zitvlak van de leer lingen maakte gedurende de oplei ding kennis met zijn bobbelschoen.' Praktijklessen werden gegeven door een oude marinebootsman. 'Dan gin gen we op de fiets naar Oudeschild, waar we leerden roeien, zeilen en zwemmen. De overige lessen vonden plaats in en rond het schoolgebouw. Zo werden we bij de scheepsmast in de tuin bekwaam gemaakt in het klimmen in het want, steng op- en aftuigen en zeil opzetten. Al met al betekende mijn studie op Texel een fantastische tijd De Zeevaartschool bleef in mijn gedachten gegrift als een prachtig gebouw met een mooie tuin. Toen ik na de Tweede Wereldoorlog weer voor de zeevaartschool kwam te staan, kreeg ik een enorme schok. Wat hadden ze in hemelsnaam ge daan! De mast was verdwenen. Het authentieke gebouw was verknoeid door aanbouwsels gelijk als vurige steenpuisten. Ik walgde ervan. Ik draaide me om en kon wel huilen!' 'In mijn Zeevaartschooltijd werd ik verliefd op het Texelse meisje Nel Kikkert, De liefde was wederzijds. Haar ouders waren daar met zo blij mee, omdat ze Nel nog wat te jong vonden.' Na het behalen van het einddiploma werd De Jong als stuurmansleerling bij de KNSM ge plaatst. Aansluitend vervulde hij, met tegenzin, zijn dienstplicht bij de ma rine in Den Helder. 'Zonde van mijn kostbare tijd! Na die ongewilde diensttijd vervolgde ik mijn studie aan de Zeevaartschool voor mijn derde rang. Ik moest er hard voor blokken, maar hield gelukkig nog wat tijd over om te genieten van alles wat het ei land mij bood.' Nadat De Jong geslaagd was voor zijn derde rang ging hij solliciteren. Bij de bekende Nederlandse maat schappijen lukte het met. Er heerste malaise. Nieuw personeel werd nau welijks aangenomen. Na lang zoeken bleek er één maatschappij te zijn, de Java-China-Japanlijn, die nog een paar plaatsen had. 'In augustus 1928 tekende ik een vierjarig contract. Dit hield in dat je vier jaar lang, iedere dag, keihard werkte, zonder feest- of zondagen. Daarna had je recht op een half jaar verlof. Toch had ik er geen spijt van. Het was alleen niet mogelijk om goed contact met Nel te blijven houden. Dat verwaterde. On dertussen studeerde ik door en op mijn 28e was ik in het bezit van mijn eerste rang dat tevens het kapiteins- diploma was.' In 1941 liep het derde contract af bij de Java-China-Japanlijn. Feitelijk had De Jong recht op zes maanden ver lof naar Nederland. Maar door het uitbreken van de Tweede Wereldoor log liep het anders. 'Toen de oorlog begon, werd er een Vaarplichtwet uit gevaardigd. Dit betekende dat iedere zeevarende verplicht was te blijven 'iijlffii'Eii "irnra iiTJ V.Ee?- - -V"" T J-»- -■ y»J Het in de Tweede Wereldoorlog getorpedeerde schip Tjisalak, het sthlp waarvan De Jong destijds opvarende was. varen. Met veel moeite kon ik nog net drie maanden binnenlands verlof in Nederlands-lndie krijgen. Nog voor die drie maanden om waren, werd ik al teruggeroepen.' De Jong werd in een paar weken tijd bij de marine in Surabaya opgeleid tot vuurleider. Daarmee werd hij belast tot het commandovoeren bij oorlogsactie. Met dit papiertje op zak werd De Leve de oorlog! Over mijn lot naden kend, herinnerde ik me dat ik op zes tienjarige leeftijd een beroepskeuze moest doen. Van allerlei beroepen leek me dat van zeeman het aantrek kelijkste. De keuze tussen marine of koopvaardij was niet moeilijk. Ik vond dat leger en marine in feite een op leiding gaven voor beroeps moordenaars. Dus koos ik voor de Jong als eerste stuurman op de T/isalak geplaatst. Haast was gebo den. Japanse oorlogsschepen waren al in de wateren van Nederlands- Indië gesignaleerd. In allerijl werd er een oud kanon uit de Eerste Wereld oorlog op het achterdek geplaatst en sloop de T|isalak geblindeerd uit de haven van Surabaya om verder te varen in oorlogstijd. Helse jaren braken aan. 'Het was ver schrikkelijk. Ik was de enige man aan boord die iets van dat kanon af wist. De bemanning bestond uit een alle gaartje, een paar officieren en een aantal Chinezen Tijdens het varen vingen we regelmatig noodsignalen op van getorpedeerde schepen. We waren altijd bedacht op de grote klap. Zenuwslopend. Je kwam nooit tot rust. En wat kon je met een oud ka non uitrichten tegen zo'n Japanse sluipmoordenaar? Wonder boven wonder kwamen we er heelhuids doorheen.' In de haven van New York kwamen ze eindelijk een beetje tot rust. De Tjisalak werd opgekalefaterd en er werd een beter verdedigingsmiddel opgezet. De gehele Chinese beman ning echter zag haar kans schoon en deserteerde massaal. 'We kregen er een ploeg schorem voor terug, zo uit de gevangenis. Zulk tuig had ik nog nooit ontmoet. Ze waren geregeld dronken en aan het vechten. Het enige waarvoor ze respect hadden was bruut geweld. Wat een geluk dat ik groot en sterk was. Noodgedwon gen moest ik wel eens klappen uitde len. Dag en nacht liep ik met een zichtbaar geladen revolver rond. We sloten ons aan bij een konvooi rich ting Engeland, 's Nachts kwamen de aanvallen van de duikboten. De Tjisalak en haar bemanning bereikte heelhuids Engeland 'We waren nog maar nauwelijks in de haven of de gehele bemanning was weer verdwe nen. Dit keer was ik daar niet rouwig om. Een Chinese bootsman, met wie ik al eerder had gevaren, zorgde voor een nieuwe bemanning. Een piekfijn stelletje, dat van aanpakken wist.' Vanaf die tijd voer de Tjisalak in kon vooi tussen Engeland en Canada. De nachtelijke aanvallen bleven. Sche pen geladen met oorlogstuig vlogen bij torpedering met één klap in de lucht. 'Dat was 's nachts een afschu welijk luguber gezicht De zenuw spanning en de angst werden steeds groter. Doodmoe en op van de slaap ging je 's morgens naar je hut. Dan begonnen de zenuwen pas echt op te spelen. Dan nam je maar een flinke slok whisky. En viel je in slaap. De stemming onder de officieren, die vroeger zo prima was, verslechterde steeds meer. We konden elkaar am per verdragen.' 'Later zaten we in de Perzische Golf. Brachten we troepen over naar Bombay in India. In Bombay gingen de troepen van boord en kregen we de opdracht naar Colombo en vervol gens Calcutta te varen. We hoorden dat er op deze trajecten schepen waren getorpedeerd. En dat de be manning, of wat er nog van over was, in de reddingboten werd beschoten en vermoord. Was dat ons voorland? koopvaardij. Ik besefte dat de keuze voor een vreedzaam bestaan met veel had geholpen Ik zat volledig in de rotzooi. Verplicht tot vuurleider en verplicht zo veel mogeltik vijanden om zeep te helpen.' ben gezwommen, bereikte De Jong uitgeput een zwaar beschadigd vlot. Even later hoorde hij geschreeuw. Het was de tweede marconist! Sa men bemachtigden ze een langs- drijvende sloep. Uiteindelijk bleken er nog drie overlevenden te zijn. De ove rige bemanningsleden, 98 man, wa ren allen afgeslacht. 'Eigenlijk krank zinnig dat je zoiets overleeft.' De Jong zwijgt. 'Ik heb over die ge hele periode een boek geschreven. Varen in oorlogsti/d Schrijven gaat beter dan er over praten. Hoe we het overleefden? We werden na drie da gen uit zee opgepikt door een Ame rikaans schip. Mijn hoofdwond werd zo goed mogelijk verzorgd. Maanden later, nadat ik steeds vaker aanvallen kreeg die gepaard gingen met verlammingsverschijnselen, onder ging ik in New York een hersen operatie. De kogel van de Jap had achteraf meer schade aangericht dan gedacht.' A TF.XFL Ansichtkaart van het Torenhuis, het geliefde stulpje van Nel en Frits de Jong. Begin 1944. De Jong komt met de Tjisalak behouden aan in Melbourne. Even rust. De volgende bestemming was Colombo met een volle lading meel. 'Ik was er dit keer met gerust op Voordat we vertrokken was de Chinese bootsman bij me gekomen. Hij zei: Dit keer gaan we eraan. Veer tien dagen waren we onderweg, toen sloeg het noodlot toe. Ik zag nog net de glimp van een bellenbaan. Een geweldige knal volgde. Alle opvaren den. op één man na, kregen we in de sloepen. Nadat we los waren van de Tjisalak gaf het schip een diepe zucht en verdween het in de golven, met alles wat er op en aan zat. Een ver schrikkelijk moment. Wat er daarna gebeurde...' De Jong slaat de handen voor zijn gezicht en wendt zich af. Het gruwe lijke tafereel dat zich daarna af speelde staat op zijn netvlies gegrift. Overmand door emoties vertelt hij hoe het de bemanning verging. 'De Japanse onderzeeër kwam boven en we werden gedwongen aan dek van de Jap te komen. Ze stonden al klaar met voorhamers, bijlen en zwaarden. We moesten op het voordek op onze hurken gaan zitten en mochten niet achterom kijken. Het lawaai en geknal achter me deed me vermoe den dat er een slachting aan de gang was. Eén voor één werden de bemanningsleden naar het achter schip gehaald. Toen het mijn beurt was, moest ik naar het uiterste puntje van de duikboot lopen, vlak boven de schroeven. Ik hoorde een harde knal, een harde klap op mijn hoofd en weg was ik...' 'Uiteindelijk kwam ik bij, stomver baasd dat ik nog leefde. Ik dreef op mijn zwemvest in het water en zag op geringe afstand de duikboot. Daaruit begreep ik dat ik niet lang buiten westen kon zijn geweest. Ik verloor nogal wat bloed en had een ontzet tende pijn aan mijn hoofd Ik begreep dat ik mij dood zou moeten houden totdat de Jap uit de buurt was. Ein delijk ging de duikboot er vandoor en begon ik te zwemmen. In de hoop, wrakhout van de Tjisalak tegen te komen Na ongeveer vijf uur te heb- Na een lange revalidatieperiode keerde De Jong op 10 oktober 1945 terug in Nederland. Honderd procent afgekeurd voor de Zeevaart: Waarop de Maatschappij hem een kantoor baan aanbood. Groot was zijn verba zing en verrassing toen hij op een dag Nel Kikkert aan de telefoon kreeg. Ook zij was met stomheid geslagen. Zij had de wildste verhalen gehoord over haar voormalige jeugdliefde. Hij zou zwaargewond en verminkt in het ziekenhuis liggen. De maatschappij was haar enige hoop op meer infor matie. Vanaf die tijd werden de banden weer stevig aangehaald. In 1947 trouwden ze en vestigden zich in Badhoeve dorp. 'Iedere vakantie brachten we door op Texel, in hotel Bos en Duin. Ook in de weekenden kwamen we er regelmatig en werden we goede vrienden met de eigenaars van het hotel, het echtpaar Vroom. Op de boot zeiden ze wel eens tegen ons: Hew we jullie geen hu us aan de over kant? In 1957 kregen we de kans het oudste boerderijtje van Texel te ko pen, het Torenhuis, gebouwd in 1578. Het was een ruïne, maar als vakantie huisje kon het er best mee door. In 1957 besprak ik met Nel wat we zou den doen als ik met pensioen ging. Het liefst had ik naar een subtropisch land willen gaan Maar Nel kon met zo goed tegen de warmte en wilde liever in Nederland blijven wonen. We besloten na mijn pensionering voor goed naar het Torenhuis op ons dier bare Texel te gaan.' Vanaf die tijd werd er hard gewerkt om het stulpje voor permanente be woning geschikt te maken. 'De zus ter van mijn vrouw en mijn zwager, Frans Burie, hielpen ons met de ver bouwing. 'leder weekend van zes uur 's morgens tot elf uur 's avonds buffelden we door. Na vijf jaar zwoe gen hadden we het Torenhuis ver bouwd tot een prachtige gelijkvloerse woning. Zoveel mogelijk in authen tieke stijl gerestaureerd. Het was iets fantastisch geworden, een paradijs. Het werd tijd om het werk bij de maatschappij over te dragen aan mijn opvolger. Het speet me wel het kan toor te moeten verlaten. Maar ik was er aan toe. Er kwam een fantastisch afscheidsfeest. Collega's van het kantoor en uit het verre Oosten, zee lieden met verlof, oude zeevrienden. Bovendien kregen Nel en ik een zee reis van een half jaar aangeboden. Ik was er helemaal confuus van.' Na hun droortireis, waarbij het echt paar alle landen uit het vaargebied van de Java-China-Japanlijn aan deed. vestigden zij zich in het Toren huis. 'Wat hadden we het daar fijn met elkaar. We genoten van de mooie natuur, de frisse lucht en de zee. We voelden ons hier zo thuis. Het echt paar Vrooms zorgde er voor dat we snel opgenomen werden in het so ciale leven. Eén keer in de week gin gen we naar Alkmaar. Vanaf 1951 al kregen we daar dansles Eerst in groepsverband, later privé. We kon den met gemak het examen voor dansleraar en -lerares afleggen. Maar dat vonden we zelf niet nodig. We hadden niet de bedoeling dansles te gaan geven. Dansen was onze hobby. Tot Gulmans, de adjudant van de politie, een beroep op ons deed Hij had een club gevormd die in De Cocksdorp dansles zou krijgen van iemand uit Den Helder Maar wat doet die rotkerel? Hij belt de avond van tevoren op om het af te zeggen.' De Jong overlegde met zijn vrouw Ge zamenlijk besloten zij de club uit de brand te helpen. 'Zo zijn we erin ge rold Ze zijn niet op het eiland gebo ren en getogen, maar wonen hier al zó lang dat ze niet meer van een echte Texelaar zijn te onder scheiden. Waar komen ze van daan en wat bracht hen er toe zich blijvend op ons eiland te vestigen? In de rubriek Aange spoeld dit keer: Frits de Jong •Ü9K Frits de Jong anno 2O00. De Jong vond dat het met het dan sen op het eiland slecht gesteld was en besloot hier wat aan te doen. 'Vanaf 1970 zijn we begonnen met het geven van gratis dansles.' Binnen de kortste keren hadden we drie clubs op één avond Het echtpaar stond al snel over het hele eiland bekend als ome Frits en tante Nel. Vele clubs deden een beroep op het echtpaar. Het bleef met bij één avond in de week. 'We gaven ook les in De Waal en Den Burg. Richtten de Dans groep Oude Dansen op en gaven les aan de oude-van-dagen in de Buure- ton. 's Avonds kwamen we doodmoe thuis. Toen ik vijfentachtig werd, voelde ik me wat onzeker worden. Ik dacht ver... Het wordt te veel. Toen ben ik gestopt. Het ging ons heel erg aan het hart maar ik kon niet meer. Al onze leerlingen gaven we een danspassenboek mee, dat ik zelf had geschreven Als ze het niet meer wis ten, konden ze daar nog even inkij ken.' Als dank voor al de lessen die het echtpaar 21 jaar lang gaf, kregen ze de erepenning Dubbele von Sion. 'Kijk', zegt De Jong en wijst naar de inhoud van een doosje. 'Hier zitten mijn onderscheidingen in. Het kruis van verdienste en het Oorlogs- hermneringkruis. Ik hecht er met zo veel waarde aan. Ik had liever mijn gezondheid dan die lintjes terug- gehad. Ik draag ze alleen op de reü nie, anders krijg ik op mijn donder. Daar lopen ze allemaal met die din gen rond.' 'Na het overlijden van Nel in 1995 werd ik ziek en verbleef lange tijd in het ziekenhuis. Daarna werd ik onder gebracht in het Sint Jan. Met tranen in de ogen moest ik het mooie Toren huis verkopen. Ik zag het allemaal niet meer zitten.' De Jong kon echt wel goed opschieten met de nonne tjes en de overige bewoners, maar het kleine kamertje in het Sint Jan benauwde hem. Hij ging zo vaak mogelijk weg. Als het moöi weer was. stapte hij in de auto en trok er op uit. 'Elke dag over alleen maar ellende praten, dat lag me niet. Vaak nam ik een paar van die mensen mee en gin gen we ergens koffie dnnken. Of naar het strand. Dat bracht wat leven in de brouwerij. Ik voelde me daar binnen opgesloten. Ik besprak dit wel eens met de familie Weitz, die mij regelma tig kwam opzoeken. Ik wilde wel weg uit het Sint Jan. Nou, zeiden ze. kom toch gewoon bij ons wonen, in De Cocksdorp. Hebben ze een kamer met slaapkamer gemaakt voor me. Later zijn we naar De Koog verhuisd, naar een wat ruimer huis. Ze verzor gen mij goed, alles brengen ze ach ter mijn kont aan. Ze zijn voor mij een lot uit de loterij. We hebben een fan tastisch leven zo. En als ik echt krakkemikkig word, staan ze klaar om mij te helpen.' 'Twee keer in de week ga ik nog bil jarten. Het wordt wel wat moeilijker, maar ik ga gewoon voor de sfeer. Ik rij nog steeds auto. Behalve als ik me niet lekker voel. Dan laat ik me rijden. Als het mooi weer is gaan we tot de lunch naar het strand bij EcoMare of naar het Havenrestaurant op 't Horntje. Ik kom nog steeds tijd tekort. Er zijn nog zo veel dingen die ik zou willen doen. Daar kom ik niet eens meer aan toe. Dat vind ik verschrik kelijk. Ik heb de ziekte van Parkinson. Gelukkig kan ik nog typen, maar ver der is het niet veel soeps meer. Ik verzet me er zo veel mogelijk tegen en probeer nog zo veel mogelijk ple zier te maken. En dat lukt. Dank zij de hulp van de familie Weitz.' Ingrid de Raad De afdeling Texel van Amnesty Inter national verzorgt ook dit jaar een sponsortocht die, in tegenstelling tot andere jaren, niet aan de overkant, maar uitsluitend op het eiland wordt verreden. De bedoeling is dat zoveel mogelijk fietsers in totaal 2000 kilo meter afleggen. Daartoe zijn drie tochten uitgezet, van tien. vijfen twintig en veertig kilometer. Deelne mers mogen een tocht meerdere De eerste Vakantiekrant, een bij lage van de Texelse Courant, ver schijnt op donderdag 15 juni. De wekelijks verschijnende uitgave van Langeveld en de Rooy be vat een compleet overzicht van de activiteiten op het eiland. In formatie over de recreatieve mo gelijkheden van het eiland, festi vals, zomermarkten. culturele en sportieve activiteiten is overzich telijk gerangschikt in de Agenda. Excursies zijn ondergebracht in een aparte rubriek. Verder is er filmnieuws en zijn er informatieve hoekjes. Wie informatie heeft over activiteiten kan die doorge ven aan Ruud Nooy (te. 31 50 34) of de redactie van de Texelse Courant (36 26 20). Omdat de Vakantiekrant iets eerder wordt gedrukt, is het verstandig de in formatie tijdig aan te leveren. malen afleggen. De tocht wordt ge houden op zaterdag 17 juni, als tus sen 10.00 en 11 00 uur gestart kan worden op de Groeneplaats te Den Burg. Onderweg komen deelnemers stempelposten tegen, waar onder het genot van een hapje en een drankje gerust kan worden. Deelname kost ƒ5,-, maar is gratis voor kinderen tot twaalf jaar. Iedere deelnemer ont vangt als herinnering een T-shirt. Het streven is om met deze tocht ƒ20.000,- bijeen te brengen. Om dit te bereiken zijn al diverse personen en bedrijven benaderd maar on danks de vele positieve reacties is het streefbedrag nog met in zicht. Bedrij ven (maar uiteraard ook particulieren) die nog met zijn benaderd, worden van harte uitgenodigd zich voor sponsoring of als deelnemer te mel den De antieke loodsbotter Texelstroom' keert donderdag of vnjdag terug in de haven van Oudeschild Tijdens een maandenlang verblijf bij scheepswerf Vooruit in Zaandam is al het ijzerwerk onder handen genomen, de romp zeewaardig gemaakt en de motor er opnieuw ingezet. In Oudeschild wordt de betimmering aangebracht Volgend seizoen moet de Texel stroom vanuit Oudeschild rond vaarten gaan maken op het wad. Ondanks protesten van Texelse rond- vaartondernemers heeft de ge meente subsidie beschikbaar gesteld voor het herstel van de loodsbotter.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2000 | | pagina 7