Strandvonder ook zelf in de gaten gehouden Nagenieten van goed stuk schilderwerk Arie en Joke Daalder: Schilder verruilt verfkwast voor rust bekend van bus en tram Ook de zeehonden waken over Razende Bol OUDAN7 Wat ik zeggen wou.. Kunst VRIJDAG 21 DECEMBER 2001 lulpstrandvonder Hans Eelman bij het restant van de boei die vorig jaar aanspoelde op de Razende Bol. ïen uitgestrekte zandplaat waar, ifgezien van een verdwaalde pluk lelm, niets groeit. De wind heeft er irij spel en tijdens een noord wester storm verdwijnt de bank ioms onder water. Met de golven rerdwijnt aangespoelde rommel weer in zee. De Razende Bol is ond deze tijd van het jaar een guur >ord, waar geen mens voor zijn jlezier naar toe gaat. Bijna dan, want makelaar Hans Eelman banjert er vrijwel elke zondag rond. 'Even lekker warm lopen, want ik heb ook maar een kantoorbaan.' Zijn aanwezigheid heeft ook een officiële reden. Als hulpstrandvon der is het zijn taak om in de gaten te houden of er zaken van waarde zijn aangespoeld. Zelf wordt hij eveneens in de gaten gehouden, door een paar honderd zeehonden. Het leuke van het journalistenbestaan is dat je nog eens ergens komt. Zo als op de Razende Bol. De afspraak om op pad te gaan met hulpstrand vonder dateert al van geruime tijd geleden. Hi] meldt zich telefonisch, nadat hij is getipt dat er mogelijk iets van een onlangs gezonken kottertje is aangespoeld. 'Neem de camera maar mee.' Ik ga aan boord, net als Eelmans echtgenote Marijke en hun (Foto Gomrei Timmerman) hondje Kevin, dat zich voortbeweegt in een reddingvest. We zijn op de Manta, een schip met geringe diep gang. waarmee we tot vlakbij de Ra zende Bol kunnen komen. Maar voor het zover is moet er eerst worden gevaren. Dat Eelman scherpe ogen heeft, blijkt in het Marsdiep, waar hij ineens gas terugneemt. Er drijft iets blauws in het water. Dichterbij blijkt het een lege jerrycan te zijn. We zijn amper weer op gang, of opnieuw gaat de rem erop. Ditmaal drijven er drie gekleurde ballen op het water. Ze zitten in een net, dat is bevestigd aan een stok. Eelman koerst er naar toe, waarna zijn Marijke de buit uit het water haalt. Ze blijkt besmet met het juttersvirus, maar constateert dat ze er weinig aan heeft en besluit de bal len aan de verslaggever af te staan. De eerste buit is binnen.' In de verte doemt een witte streep op aan de horizon, de Razende Bol. Eelman verklaart het ontstaan van de zandplaat. 'Onder invloed van het getij komen in het zeegebied ten zui den van Texel verschillende stromin gen tezamen. Het resultaat is een soort draaikolk, met in het centrum stilstaand water. Door het zand dat hier neer slaat vormde zich een ei land.' Veel Texelaars hopen dat de bol ooit nog eens aan Texel vast komt te liggen. De zandplaat 'wandelt' inder daad in de richting van De Hors, maar of hij ooit aansluit betwijfelt Eelman. 'Door het Molengat stromen onder invloed van het getij dagelijks onvoor stelbare hoeveelheden water. De doorgang wordt inderdaad smaller, maar het gat wordt ook dieper, om sommige plaatsen wel 25 meter. Per saldo blijft de opening net zo groot. Logisch, want het water moet er toch doorheen. Onderschat de kracht van de zee niet. Eén flinke noordwester en de Bol kan er heel anders uitzien Zo te horen hoeft de zandplaat van Eelman voorlopig nog niet met Texel te vergroeien. 'Ik kom hier al heel lang, voor mijn plezier. Toen de 'Bol' Texels grondgebied werd, ben ik naar wethouder Daan Schilling gestapt en heb me aangeboden als hulpstrand vonder. "Je bent me vóór", zei hij, "want dat had ik zelf ook wel gewild Als we na een half uurtje varen op de plaats van bestemming aankomen, legt Eelman de Manta opnieuw stil. De vermeende restanten van het kottertje blijken oude netten te zijn, die aan de sporen in het zand te zien door iemand anders al van dichtbij zijn bekeken. 'Vissers verspelen hun tuig wel eens op een wrak. Na ver loop van tijd raakt het dan weer los en spoelt het hier aan Zoals laatst dat stuk waarin dat zeehondje verstrikt raakte. Als ik er niet toevallig langs was gekomen, had dat beestje het vast en zeker met overleefd.' Van dichtbij gezien imponeert de uit gestrektheid van de zandplaat. 'Veel mensen denken dat je er eventjes omheen wandelt, maar de Razende Bol is wel een kilometer of zeven lang en twee breed. Een omtrek van zeg maar achttien kilometer. Dan heb je toch gauw een uur of drie, vier werk. Daar begin ik dus met aan. Met deze boot kan dicht onder de kant komen en er prima omheen varen. Zo kan ik goed zien of er iets aanspoelt.' Even later bereiken we de luwe zuidwest kant, waar zich een soort lagune heeft gevormd De donkere stipjes in de verte blijken zeehonden te zijn. Eelman 'Het is er lekker beschut en ze worden er niet gestoord. Ik weet nog van de tijd dat er maar zes exem plaren waren, maar nu wel een paar honderd Een teken dat het goed gaat met de zeehonden.' De scheepshond blijkt goede maatjes met de zeehon den. Maar veiligheidshalve gaat de viervoeter toch maar aan de riem. Tijd om van boord te gaan en de benen te strekken. 'Aan de westkant, de zijde van de Noordzee, spoelt het meeste aan. Je vindt hier van alles. En het mooie is dat het van verschillende herkomsten is. In de zomer waait de wind vaak uit het zuiden. Dan spoelt er hout en ander rommel aan, zoals stukjes net en slijtklossen die zijn begroeid met eendenmosselen. Die heb je hier met, het komt van zuidkust van Engeland En dat daar is denk ik het restant van een kreeftenkooi', wijst hij op een stukje net. Na een tijdje doemt een groot rood gevaarte op, wat het restant is van een grote boei. 'Die is hier vorig jaar september aangespoeld. De boei is volgens de dienst Vaarweg Markering afkomstig van de Maasvlakte bij Rot terdam. Gezien de beschadigen ver moed ik dat er een schip overheen is gevaren. De lamp ontbrak. Het bo venste is er hier vanaf gesloopt. Pro bleem met zo'n groot ding is dat je hem hier niet zomaar vandaan hebt. Ik denk dat ze hopen dat hij er met een flinke noordwester weer vanaf spoelt en op Texel strandt. Zo'n rode boei is natuurlijk best een risico. Een schipper die hem keurig aan bak boord houdt en aan de grond loopt, kan de dienst ter verantwoording roe pen. Het is nog niet gebeurd, want de meeste schippers weten inmiddels wel dat hij er ligt. Maar misschien is het niet onverstandig om hem zwart te verven.' Veel spullen van waarde heeft de hulpstrandvonder nog niet aangetrof fen. 'Wat is waarde op zo'n afgelegen stek? De kosten van het bergen van een paar balken zijn vaak groter dan wat het opbrengt. Ooit hebben we een weerstation gevonden. We kre gen hem aan boord, maar vraag niet hoeveel moeite het heeft gekost. Marijke en ik zijn er uren mee in de weer geweest.' De overige vondsten beperken zicht tot een boei of een plank. 'Het meeste wordt met de stroming meegenomen en drijft langs. Ik denk dat er op Texel meer aanspoelt.' Tegen jutters is hij nog nooit opgetreden. 'Ik voer hier wel eens in de buurt, toen ik een scheepje zag met wat hout aan boord. Toen ze me in de gaten hadden, doken ze weg. De strandvonder! Ze schrokken zich te pletter. Maar ze hadden van mij niet te vrezen. Het was de moeite niet waard.' Rommel spoelt er nog steeds aan, maar het wordt steeds minder. 'Mensen springen er steeds zorgvuldiger met hun afval om. 's Zomers vindt ik hier nog wel eens blikjes en zo, overboord gegooid door pleziervaarders. Ze zijn nog té beroerd om ze te laten afzinken.' Hij wijst op de donkere vlekken op het zand 'Dat zijn mineralen. Er zit van alles in. Ik denk dat het wel dne keer zo zwaar is als zand, maar toch is het door de werking van zand, wind en water aan de oppervlakte gekomen. Er moet hier voor een kapitaal liggen, maar ook hier geldt: het winnen kost meer dan het opbrengt.' We naderen het keerpunt. Eelman vertelt zich niet te laten tegenhouden door een beetje kou. 'In de winter kom ik hier haast elke zondag. Even er uit. Vaak is het dan rond het vries punt en loop ik me hier lekker warm. Ik was hier eens met kerst en toen zat het hier stampvol met meeuwen. Ik dacht toen: waar komen die nou in eens vandaan? Wat bleek: die vogels vliegen normaal gesproken met de kotters mee, maar die lagen nu bin nen. Nu zou je nog eens kunnen on-1 derzoeken of dezelfde meeuwen met dezelfde kotter meegaan. Ik zie ze er toe in staat.' In de zomer broeden hier een paar scholeksters, ik kom elk jaar een stuk of drie nesten tegen. En soms groeit er wat helm. Het spoelt aan en in het zand begint meteen te wortelen. Tot dat er weer een dikke storm overheen gaat en is het gebeurd.' Verderop doemt de baai op, waarin de Manta ligt te wachten. Spiedende zeehonden houden ons in de gaten Eelman- 'Het zijn nieuwsgienge die ren. Ze kennen me inmiddels zo goed, dat ze niet meer van me schnk- ken.' Als hij het anker heeft binnen gehaald, duikt hij in het vooronder eri komt met een kruik Juttertje tevoor-j schijn. 'We nemen er altijd eentje op de goede afloop. Thuis drink ik het spul nooit, maar hier op zee smaakt het heerlijk.' Ik ben het volledig met hem eens. Gerard Timmerman hebben andere prioriteiten, dat be grijp ik best. Want ze moeten in deze dure tijd eerst nog maar eens een huis zien te kopen. Maar soms rijd ik wel eens langs een huis en dan jeu ken mijn vingers gewoon. Tegen woordig heb je hardhout en dan den ken mensen dat je het niet hoeft te schilderen. Maar dat is onzin. Het verrot weliswaar niet zo snel, maar je moet het wel bijhouden. Want zon, warmte, vocht en zout doen er geen goed aan. Veel ouderen laten de vak man komen. We zijn voor hen ook een aanspreekpunt. Ze willen hun verhaal kwijt. Vooral over vroeger. En als het huis de volgende keer een schilderbeurt nodig heeft, dan vragen ze weer naar je. Tussendoor drink je een kopje koffie. Je raakt begaan met die mensen en wordt een vraagbaak. Want er moet worden geschilderd, behangen en nieuwe gordijnen Ik heb er hele leuke contacten aan over gehouden.' 'Sommige mensen denken dat ie dereen kan schilderen. Als je de re clame mag geloven, dan ben je schilder als je drie keer een klusvideo bij de Gamma hebt gezien. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Ik heb er negen jaar voor geleerd. Maar zelfs met al die diploma's ben je zomaar geen schilder. Pas als je een jaar of tien, vijftien in de praktijk hebt ge werkt, heb je voldoende snelheid en inzicht. Want bij schilderen kan er veel misgaan. De verkeerde verf, bij voorbeeld. Je moet weten welk product je bij een bepaald matenaal moet gebruiken. Vroeger hadden we meer tijd om jongens op te leiden. Tegenwoordig ontbreekt het daar nog wel eens aan. En de animo voor het schildersvak neemt af. Ik stop er nu mee, maar het is niet eenvoudig om een vakbekwame vervanger te vinden. Jongeren kiezen tegenwoor dig liever voor de computertechniek. Op de LTS zit nog maar een handje vol knapen. De jeugd van nu staart zich blind op die enorme salarissen in de IT, ik denk dat ze het bij het verkeerde eind hebben. Het is jam mer dat er zo weinig interesse is voor het schilderen, want het is een pracht vak. Als iets goed in de verf zit, dan kan ik daar echt van genie ten. Net zoals ik van een mooi tuin tje kan genieten.' Ik had het best nog wat langer kun nen volhouden, maar als je na vierenveertig-en-een-half jaar wer ken met vervroegd pensioen kan, dan zeg ik daar geen nee tegen Het is mooi werk, maar het kan op de steiger in het voorjaar ook verschnk- kelijk koud zijn. Of rond deze tijd. Prachtig droog weer, maar wel koud. Want er is niet de hele winter binnen werk. En we kunnen niet meer zoals i vroeger 's winters in de WW. Als er' dan binnen geen werk is, dan maar. naar buiten. Maar spieren en ge wrichten beginnen langzamerhand toch meer te protesteren.' Van verveling zal Oostra geen last hebben. Regelmatig is hij met part ner en honden in de Dennen te vin den. 'En nu heb ik tenminste de tijd om mijn eigen huis een keer goed onder handen te nemen. Want als je de hele dag staat te schilderen, dan heb je daar in je vrije tijd niet zo'n zin Volgens Joke de Boer van de Stich ting Kunst in Zee is het 'Met kunste naars niet altijd even makkelijk samenwerken.' En dat is maar goed ook. Kunstenaars zijn inderdaad las tige personen. Ze geven los van god en de wereld commentaar op de din gen om hen heen. En dat noemen ze dan een schilderij, beeld of installa tie. En anderen noemen dat dan weer rotzooi. Of kunst. Of kitsch. Of niks. Juist het werken op het randje, het balanceren op het slappe koord tus sen goed en slecht, tussen geaccep teerd en verworpen, tussen twijfel en oordeel, juist dat kenmerkt moderne kunst. Alleen daardoor word je gewe zen op vooroordelen, manco's en zekerheden die geen zekerheden zijn. Juist dat proberen de leden van Waantij te doen. En dat is voor hen niet altijd even makkelijk. Waantij vindt het jammer dat het doek is gevallen voor de manifestatie Kunst in Zee. Want aandacht voor kunst is meegenomen. De doelstel ling van de Stichting Kunst in Zee, het stimuleren van kunst in de meest brede zin van het woord is loffelijk. De directe vertaling naar de manifesta tie Kunst in Zee, had volgens ons gebreken. Kunst in Zee was een soort super markt-concept. Voor een speciale taart echter, ga je naar de banketbak ker, En voor benzine ga je naar de pomp. En voor bakstenen naar een bouwbednjf. Of makkelijk gezegd: het product en marketingplan waren met ontwikkeld voor een specifieke doelgroep. De mensen van Waantij hopen dat de Stichting Kunst in Zee specifieke kunstactiviteiten blijft stimuleren. Waantij probeert dat ook te doen. Het zou zo mooi zijn als het eiland Texel een broeinest wordt van moderne kunst, van hier en van de overkant. Dat kan onder meer door het aanbie den van een specifieke manifestatie of aanbod op een vaste locatie. En dat levert Texel dan weer een nieuw type bezoeker op: de Kunst-toerist. Namens Waantij,; Eric Hercules,, Den Burg.! 'Vroeger ging je als schilder met een tas met tubes naar de klant. Als je gebroken wit moest hebben, dan mengde je dat ter plaatse. Ie dere schilder had zo z'n eigen kleurenplan. Tegenwoordig gaat alles op nummer en is het computerwerk. Het wordt er erg mooi door, maar het maakt het vak er niet aantrekkelijker op.' Ko Oostra, die bijna 45 jaar geleden zijn schildersloopbaan begon en alweer 18 jaar bij Schildersbedrijf Graaf aan de Reijer Keijserstraat in Den Burg werkt, heeft het allemaal meegemaakt. Hij begon in een ge moedelijke periode en neemt af scheid nu tijd geld is geworden, 'le dereen heeft haast. Laat mij het maar wat rustiger aandoen.' De gejaagdheid van tegenwoordig kan Oostra goed begrijpen. 'Vroeger namen we meer tijd voor een klus. Logisch, want het arbeidsloon was toen een stuk lager. Wat verdiende ik in die beginjaren, een tientje in de week. Dat is nu wel anders. Voor een busje verf van vijftig gulden schilder je een heel eind weg, maar aan arbeidsloon is de opdrachtgever stukken meer kwijt. Dat geeft druk. Elke schilderklus wordt aangenomen en moet binnen een bepaald tijdsbe stek worden geklaard. Het werk is ook eenzijdiger geworden. Vroeger deden we ook letterwerk, bijvoor beeld voor reclame. Allemaal hand werk met het penseel. Prachtig mooi. Maar tegenwoordig komen de stickers kant en klaar uit de fabriek. Het is minstens zo mooi en net gaat voor een prijs waarvoor we het met de hand echt niet kunnen doen. Uit het oogpunt van vakmanschap jam mer, maar het is met meer weg te denken. De diversiteit van het werk verdwijnt, we zijn een radertje in een groot geheel geworden Maar het is nog steeds een mooi vak. Van iets dat er met uitziet, maak je iets moois. Dat geeft voldoening.' Het schilderen zit Oostra naar eigen zeggen in de genen. 'Mijn moeder was dochter van een huis-, tuin- en keukenschilder. Dingen mooi maken, dat zat in hem en ook in mij. Ik heb dat ook met de bloementuin. Mijn moeder was ook zo Het moet er net jes uitzien.' Zijn schildersloopbaan begon Oostra in 1957 bij Jan Klomp in Oudeschild. 'Er was in die tijd veel werk en wei nig personeel. Ik kon wel bij drie ba zen aan de slag. Ik kwam van de ambachtsschool, was leerling-gezel en studeerde in de avonduren. Je keek toen tegen een baas op als te gen een kerk. Als hij zei: Spring te water, dan deed ik dat.' Oostra was amper vijftien dat hij er aan de slag ging. Als jongste bediende was hij goed voor allerlei klusjes. 'Ze lieten me zelfs de boodschappen doen. Als in het voorjaar het buitenwerk programma van start ging, dan moest bij moeder Klomp eerst de zolder worden schoongemaakt. Als klein en tenger kereltje paste ik precies tussen het schot en de schuine wand. 'Denk er om Ko, twie keer nat, ien keer droog, met spons en siemelap na, zei ze dan.' Na de familie Klomp trad hij in dienst bij de Verenigde Schilders. 'Zeventien jaar heb ik er gewerkt Maar toen het begin jaren tachtig slecht ging, was er geen werk meer en raakte ik naar Den Helder. Toen het ook daar min der werd. was ik als Texelaar één van de eersten die er uit vlogen. Ik heb toen contact gezocht met Rob Graaf en kon zo aan de bak. Dat is alweer achttien jaar geleden.' Het liefst werkte hij voor particulieren. 'Vooral wat oudere mensen. Want die gaan niet zelf meer de ladder op. Ze willen dat hun huis er netjes uitziet en goed in de verf zit. Met veel klanten hebben we een contract dat we het hout elk jaar bijwerken. Want als je een tijd niet naar de verf omkijkt, moet je veel meer voorwerk doen om het net|es te krijgen. Jongere mensen Joke en Arie Daalder uit De Cocksdorp op de foto in een bushokje in Rotterdam. Het echt paar figureert in een landelijke campagne van de stad- en streekvervoerders. Amsterdam. We werden opgehaald bij het Centraal Station waarna we naar het Java-eiland gingen. Daar hadden ze een bus met figuranten waarin de foto's van ons en van mijn heer Piek werden gemaakt.' De ses sie duurde ongeveer anderhalf uur. Door de campagne zijn Arie en Joke Daalder in het hele land te bewonde ren in bus en tram. Ook hangen er levensgrote posters in bushokjes. In de campagne worden ze opgevoerd met mijnheer Piek, juffrouw Knaak en de familie Van Gulden. 'Sorry, maar vanaf 1 januari rekenen buschauf feurs en trambestuurders alleen nog in euro's', staat vermeld in een bege leidende tekst in de folder. De vervoerders hopen op die manier vertragingen te voorkomen, omdat de chauffeurs anders veel tijd kwijt zijn met omrekenen. Joke en Arie Daalder zijn inmiddels al herkend. 'Een collega had al een pos ter van ons zien hangen in een bus hokje in Rotterdam.' trie en Joke Daalder uit De Cocksdorp mogen zich Bekende Nederlanders gaan noemen. Niet Jankzij radio of televisie, maar ankzij bus en tram. Het echtpaar doet mee aan een landelijke cam- jagne van alle openbare stad- en streekvervoerders. Daarin wordt nensen verzocht om direct na 1 ja- ïuari niet meer met de gulden te jetalen in de bus of de tram. foor de campagne zocht het uitvoe- end reclamebureau mensen van wie je achternaam iets met Nederlands leid te maken had. 'Op die manier kwamen ze bij ons uit', vertelt Joke Daalder. 'Ze hadden onze naam uit de CD-Foongids gehaald.' Aanvan- elijk dachten de Daalders dat ie mand een grap met ze uithaalden. Het klonk ongeloofwaardig, maar dat leek het met te zijn.' ladat ze pasfoto's hadden opge- tuurd, kregen de Daalders te horen at ze konden komen voor een foto- essie. 'Dat was op 12 oktober in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2001 | | pagina 13