Koude rillingen bij jeugdboek over ontberingen VOC-kinderei
Vibeke Roeper wekt
verleden tot leven
Zappen op het podium
tussen dans, zang en spel
PP
Agrarisch- en Wagenmuseum
wacht landelijke erkenning
II ijppi
CÏ
.TEXELSE coURANT'
DINSDAG 19 MAART 2002
Terwijl medestudenten het werk van literatoren als Vondel en
Hooft bestudeerden, boog Vibeke Roeper zich tijdens haar stu
die Historische Letterkunde liever over de verslagen van 'ge
wone' opvarenden over hun reizen naar Indië en andere verre
oorden. 'Die verhalen zijn wat sappiger en ruiger. Ze zijn waar
gebeurd en laten je het leven zien zoals het toen echt was.' Ze
las er vele en publiceerde er nadien ook zelf veel over. Profite
rend van de enorme kennis die ze in de loop der jaren opdeed,
heeft de 36-jarige oud-Texelse nu een (kmder)boek geschre
ven dat zich toespitst op het leven dat de kinderen in de tijd
van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) leidden.
Zwarte peper scheurbuik, dat afge
lopen maand verscheen, is waar
schijnlijk het eerste boek met waar
gebeurde verhalen over de VOC-tijd.
Over kinderen, wel te verstaan, want
ook in vroeger tijden waren reisverha
len al erg populair 'Er zijn er behoor
lijk wat in boekvorm verschenen.
Sommige werden zelfs bestsellers.
Ze vormden een mengeling van
nieuws en sensatie, met een goed en
godsvruchtig einde.' Voor onderzoe
kers zitten ze ook vol valkuilen, ont
dekte Roeper tijdens haar doctoraal
onderzoek. 'Je moet ze met in alle ge
vallen helemaal letterlijk nemen. De
verhalen moesten aan een bepaald
verwachtingspatroon van de lezer
voldoen. Dat betekende bijvoorbeeld
dat je geen reis kon beschrijven zon
der schipbreuk erin. Als je een paar
van die verhalen achter elkaar leest,
ga je al snel denken: goh, gebeurde
dat zó vaak? Dus moet je de geschie
denis een beetje corrigeren.'
De reisverhalen werden opgetekend
door diverse opvarenden. 'Ziekent
roosters - zeg maar hulppredikanten
-. predikanten, chirurgijnen. Het wa
ren in ieder geval mensen die konden
schrijven. Verhalen van scheepsjon
gens zijn er niet, maar van soldaten
weer wel. Dat waren nogal eens aan
lager wal geraakte heertjes, die een
dure opvoeding hadden genoten en
dus ook hadden leren lezen en schrij
ven.'
Hoewel hij dus nogal bedacht moet
zijn op allerlei door de schrijver toe
gevoegde elementen, kan de mo
derne lezer dankzij de reisverhalen
veel te weten komen over het leven
op de VOC-schepen. Nauwkeurig
beschreven zijn onder meer de innch-
ting van het schip, de werkzaamhe
den die er werden verricht, eten en
drinken, schipbreuk en ziekte en
dood. Maar zeer spaarzaam zijn
daarentegen de meldingen over de
kinderen die meevoeren, al moeten
dat er heel wat geweest zijn. Het be
trof zeer uiteenlopende jongens en
meisjes. Want naast de bekende
scheepsjongens voeren kinderen ook
mee als passagier, zoals bijvoorbeeld
kroost van medewerkers uit de 'ho
gere' regionen van de VOC. die zich
voor langere of kortere tijd in 'de
Oost' vestigden. Ook werden wel
weeskinderen meegestuurd. 'In de
beginjaren van de VOC was het vaak
lastig om genoeg mensen te vinden
jaren twintig schreef. 'In het oor
spronkelijke scheepsjournaal van
schipper Bontekoe worden ze niet
genoemd. Ze zijn allemaal fictief. Mi|n
boek is het eerste waarin alleen kin
deren voorkomen die écht hebben
bestaan.'
Van die kinderen is in lang niet alle
gevallen evenveel bekend. Zo ver
meldt ziekentrooster Simon van den
Kerkhoven in zijn reisverslag niet hoe
zijn twee zoons heten die samen met
hem de schipbreuk overleefden van
de Aernhem, die in 1662 in de golven
Vibeke Roeper las tijdens haar studie Historische Letterkunde liever reisverhalen dan
literatuur van Hooft en Vondel.
die jarenlang in Oost-lndië wilden blij
ven. Terwijl in Nederland de weeshui
zen vol kinderen zaten. Daardoor
kwam iemand op het idee om wees
meisjes naar Azië te sturen. Die
moesten daar met VOC-mannen
trouwen', schrijft Roeper in haar
boek. Een laatste groep vormden de
'mestiezen', kinderen die door Neder
landse mannen waren verwekt bij In
dische vrouwen. Hoewel ze af en toe
als bezienswaardigheid werden mee
genomen, mochten ze met naar Ne
derland verhuizen. Toch was de VOC
blij met deze groep. 'Ze waren veel
beter aan het leven in Azië gewend
dan mensen uit Europa. Mestieze
jongens gingen vaak voor de VOC
werken: de meisjes trouwden met
Nederlanders die voor de VOC werk
ten.'
Dat er in hun eigen tijd relatief weinig
over kinderen werd geschreven, heeft
ertoe geleid dat ze ook in heden
daagse publicaties over de VOC
schitteren door afwezigheid. 'In kin
derboeken komen ze nog wel voor,
maar daarin gaat het steeds om ver
zonnen personages.' Dat geldt ook
voor Rolf, Padde en Hajo, het jeug
dige drietal in 'De scheepsjongens
van Bontekoe', het legendarische
kinderboek dat Johan Fabricius in de
van de Indische Oceaan verdween.
Roeper heeft ze Gijs en IJsbrand ge
noemd. 'Dat is een grapie. Zo heten
mijn eigen kinderen. Ze waren zwaar
onder de indruk toen ze hun namen
teruglazen in het manuscript.' Het is
het enige 'verzinsel' dat Roeper zich
permitteert. In andere gevallen vertelt
ze bijvoorbeeld dat niet bekend is
waar iemand is terecht gekomen of
hoe hij aan zijn einde is gekomen.
Overigens legt Roeper in het geval
van de kinderen Van den Kerkhoven
in haar nawoord keurig uit dat ze de
namen heeft verzonnen.
De schrijfster is er uitstekend in ge
slaagd het verleden tot leven te wek
ken. Bij het lezen van sommige ver
halen, voel je de koude rillingen over
je rug lopen. Als éen ding duidelijk
wordt uit Roepers boek, dan is het
wel dat kinderen het verre van ge
makkelijk hadden. Net als iedereen
aan boord hadden ze te lijden onder
ziekte, slecht eten, zwaar weer en
schipbreuk. Bovendien waren ze
vaak gevallen een geliefd doelwit van
pesterijen. En wanneer ze iets had
den uitgehaald dat niet door de beu
gel kon, dan werden ze net zo hard
gestraft als de volwassenen aan
boord.
Het meest verschrikkelijke verhaal
betreft misschien wel de muiterij die
in 1629 uitbrak nadat de Batavia, met
driehonderd mannen, vrouwen en
kinderen aan boord, voor de kust van
Australië was gestrand Een groot
deel van de bemanning slaagde erin
zich te redden en op een eilandje aan
land te gaan. Onder hen waren de
predikant Gijsbert Bastiaanszoon.
zijn vrouwen en zeven kinderen, on
der wie de 16-jarige Judith. Van zeil
doek maakten ze een tent, terwijl ze
zich met het voedsel dat uit het wrak
aanspoelde aardig konden redden.
Probleem was wel dat er geen goed
drinkwater op het eiland te vinden
was. Samen met een paar officieren
trok koopman Pelsaert er met de
roeiboot op uit om op zoek te gaan
naar water. Met de wind en de stro
ming in de rug bereikten ze na een
maand varen Batavia. Ondertussen
voltrok zich onder de achtergebleven
sehipbreukelingen een verschrikke
lijke tragedie. Een clubje dat tijdens
de reis een muiterij had voorbereid,
maar deze door omstandigheden niet
had doorgezet, was bang geworden
dat het plan zou uitlekken en ze na
hun redding de doodstraf zouden
krijgen. Om dat te voorkomen, beslo
ten ze iedereen die niet aan hun kant
stond te vermoorden. Van de twee
honderd schipbreukelingen wilden ze
er hoogstens veertig in leven laten.
De operatie werd geleid door
Jeronimus Corneliszoon, die eerst
iedereen zijn messen, bijlen en an
dere wapens liet inleveren en vervol
gens twintig jonge mannen uitkoos
om de moorden te plegen. Weigerden
ze, dan werden ze zelf vermoord. De
uitvoering was verschrikkelijk. Eerst
in het geheim, later gewoon in het
openbaar werden mensen neer
gestoken of verdronken. Dat was met
moeilijk, want doordat Jeronimus de
voedselvoorraden had ingepikt, wa
ren zijn slachtoffers inmiddels zo ver
zwakt dat ze weinig weerwerk lever
den. Op een avond besloot hij het
hele gezin van de predikant om te
brengen. Hij nodigde Gijsbert en
predikant er mee in, op voorwaarde
dat de twee zouden trouwen. Want
'het was een grote zonde als een
ongetrouwd meisie bij een man ging
wonen en seks met hem had, ook al
was het onder dwang'. Gijsbert
leidde de provisorische plechtigheid
zelf. Ondertussen was koopman
Pelsaert nietsvermoedend onderweg
naar de plaats van de schipbreuk. Op
een naburig eilandje ontmoette hij
zo'n vijftig soldaten, die voor de
moordenaars waren gevlucht en zich
hadden verschanst. Hij gaf hun alle
maal een geweer en liet Jeronimus en
zijn handlangers gevangennemen.
Op dat moment waren, naast de
moordenaars en vluchtelingen, niet
meer dan ongeveer twintig mensen
nog in leven, onder wie Judith en haar
vader. Op één jonge muiter na, die op
het Australische vasteland werd ach
tergelaten en zichzelf moest zien te
redden, hing de woedende Pelsaert
alle boosdoeners op. Met de overle
venden voer hij naar Batavia, waar
Judith en haar vader het nog heel
moeilijk kregen. De predikant werd
aanvankelijk zelfs gevangengezet. De
hoge heren vonden dat hij de moord
partij had moeten verhinderen. Uit
eindelijk kwam hij toch vrij. Bijzonder
lijdend onder het verlies van zijn
vrouw en kinderen wilde hij het liefst
zo snel mogelijk met Judith terugke
ren naar Nederland. 'Maar daar was
geen sprake van. De predikant moest
zich gewoon aan zijn contract hou
den en drie jaar in Oost-lndië blijven
werken. Ook Judith werd als passa
gier verplicht zo lang te blijven. Haar
vader werd naar het eiland Banda
gestuurd, waar hij overleed voordat
zijn contract afliep. Judith trouwde in
Batavia met een predikant en ging
met hem op het eiland Ambon wo
nen.'
Alsof ze nooit iets anders doet - Roe
per is behalve coordinator van de
Stichting VOC 2002 Texel ook nog
moeder van vijf kinderen - verschijnt
volgende maand alweer een nieuw
boek, In dienst van de compagnie;
dochter Judith in zijn tent uit voor het
avondeten. Intussen stuurde hij een
ploegje moordenaars, gewapend met
messen, knuppels en bijlen, naar de
tent van de predikant. 'De moeder,
het dienstmeisje en de zes kinderen
werden allemaal gedood. Later
schreef de predikant in een brief dat
die achtvoudige moord te gruwelijk
was om na te vertellen. En dat was
ook zo.' Vervolgens werd Gijsbert
gedwongen zijn dochter uit te leve
ren aan de muiters. 'Ze was een mooi
meisje en een van de moordenaars
wilde graag dat ze bij hem in de tent
kwam wonen.' Uiteindelijk stemde de
het leven bij de VOC in 100 getuige
nissen, dat ze samen met collega
onderzoeker Roelof van Gelder
schreef. Het werk bevat honderd
fragmenten van reisverslagen, die
allemaal een ander deel van de reis
belichten. 'Eén verhaal gaat bijvoor
beeld over het ronselen van opvaren
den voor de VOC in stinkende her
bergen in de grote steden. Een ander
verhaal gaat over de reis van Amster
dam naar de Rede van Texel. Maar er
is er ook één bij die vertelt hoe dat
over land ging, in het onherbergzame
deel ten noorden van Alkmaar. Dan is
er een fragment dat vertelt over het
Het is de tweede keer dat het Jonge
renwerk het zogeheten snuffetproject
heeft opgezet. In 2000 gebeurde dat
voor het eerst. Toen werd geoefend
op een stuk van Tsjechov. Spelers
Sandy Pieterse (16), Ariane Standaart
(13) en Sietze Vermeulen (16) waren
daar ook al bij betrokken. Verschil
met toen is onder meer het aantal
rollen. Sietze: 'Toen had ik één rol, nu
wisselt het veel. Moet je je ook veel
omkleden.' Ander verschil is dat er nu
een jongere ploeg staat. Bij Tsjechov
lag de gemiddelde leeftijd rond de
zestien. Ze vinden het leuk om eraan
mee te doen. 'Op school spreken we
elkaar ook veel.' Prettig is ook dat ze
zelf stukken hebben kunnen aandra
gen. Sietze: 'Er is alleen één liedje dat
we niet zo leuk vinden. Dat is ook het
enige waar we de tekst nog steeds
niet van kennen.'
Toon
De toon van het stuk vertoont even
eens de nodige afwisseling. Luchtig
heid en humor worden knap ingewis
seld voor serieuze onderwerpen als
oorlog en de aanslag op de Twin
Towers. Je voelt je bijna schuldig dat
je aan het lachen was. Videobeelden
met vuur en harde muziek begeleiden
het stuk over de aanslagen Die had
ook zijn uitwerking op het stuk zelf.
De Leeuw: 'Op 10 september hadden
we de teksten klaar voor dit stuk. Het
ging toen over veiligheid. Op 12 sep
tember wisten we dat we terug bij af
waren. Er zaten delen in die echt echt
met meer konden.'
'Willen alle figuranten instappen!!!'
wordt gespeeld door Sandy Pieterse,
Peter Eelman, Ariane Standaart,
Natalie Siemelmg, Roxi Jaspers,
Regina Schrama, Sietze Vermeulen,
llja de Leeuw, Kris Arkenbout,
Samantha Pieterse en Martine
Ipenburg. Het stuk wordt begeleid
door Wil de Leeuw, Judy Nieuwland,
Frans Pieterse, Margriet de Graaff,
Jaap Eelman, Mischa Witte en Roos
Bakker. Het wordt zondag 24 maart
opgevoerd in Klif 12 om 15.30 en
19.30 uur. Kaarten zijn te koop bij
Nauta Boek, de Welzijnsstichting en
Klif 12.
Elf jongeren spelen zondag het stuk "Willen alle figuranten instappen!!!' in Klif 12 in Den Hoorn.
Gijsbrecht van Amstel, dans,
videospel, zang. In rap tempo komt
het allemaal voorbij in de voorstel
ling 'Willen alle figuranten nu in
stappen!!!' waar elf jongeren sinds
november op oefenen in Klif 12.
Komende zondag wordt het stuk,
een activiteit van het Jongeren
werk, twee keer opgevoerd voor
publiek.
Tempo, tempo', dirigeert regisseur
Wil de Leeuw. 'En ik hoor nog
gegiechel naast het podium.' Op het
podium verschijnen een paar meiden
verkleed in bloemetjesjurken die een
lied zingen. De zaal is donker. Alleen
het podium is verlicht met spots.
Vanaf de stoelen kijkt een aantal
mensen zwijgend en geïnteresseerd
toe.
De scene met de bloemetjesjurken
wordt gevolgd door een lied over een
hond, een reclamespot en dans op
Broadway. Ze wisselen elkaar snel af.
Een groot videoscherm op het po
dium wordt nauw betrokken bij het
spel. Muziek komt deels van band.
De rest verzorgt Frans Pieterse op zijn
accordeon.
Vanavond is de doorloop. Het hele
stuk wordt in één keer achter elkaar
gespeeld. De Leeuw houdt nauwlet
tend het spel in de gaten, terwijl Jaap
Eelman de videobeelden verzorgt en
Mischa Witte van Klif 12 het licht en
het geluid voor zijn rekening neemt.
Verzameling
Een echte verhaallijn is niet te vinden
in het stuk, vertelt De Leeuw in de
pauze. Het is een verzameling van
(Foto Jeroen ven Hatlum
gebeurtenissen die de jongeren mee
maken als ze reageren op een oproep
van Productiemaatschappij GEEN
IDEE TV De Leeuw verzamelde voor
het stuk werken van onder meer
Willem Wilmink, Lurelei, Brigitte
Kaandorp, Joost van den Vondel en
Johan Hoogenboom. 'Op deze ma
nier komen ze ook in aanraking met
stukken waar ze anders niet mee te
maken zouden hebben.'
De jongeren hebben zelf ook ideeën
ingebracht. Een daarvan is een stuk
met dans op de muziek van Grease.
Als De Leeuw tijdens de doorloop de
muziek in het refrein laat wegdraaien,
steekt op het podium protest op. Dat
refrein willen de jongeren er nou juist
graag bijhebben. Even later staan ze
opnieuw te swingen. Op het ge
wenste stukje verlenging.
Aan de waarde van het Agrarisch-
en Wagenmuseum wordt op Texel
al lang niet meer getwijfeld. Nieuw
is dat het Waalder museum per 1
juli waarschijnlijk ook landelijke
erkenning krijgt. Het is de kroon op
het werk van de ongeveer veertig
vrijwilligers, die ook deze winter
hard hebben gewerkt. Apetrots zijn
ze ook op het visitekaartje van het
museum, de volledig vernieuwde
entree, ontvangstruimte en film
zaal. 'Het zal ons niet meer gebeu
ren dat bezoekers die even door de
ramen naar binnen gluurden
rechtsomkeert maakten', vertelt
woordvoerder Klaas Eelman.
Ingeklemd tussen twee woonhuizen
kon de argeloze passant tot dusver
niet vermoeden dat er achter de mo
numentale gevel aan het Hogereind
een museum van bijna 1300 vier
kante meter schuilgaat, dat het boor
devol staat met antieke koetsen en
wagens en beschikt over een uitge
breid arsenaal landbouwwerktuigen
en gereedschappen en andere
wetenswaardigheden over het agra
rische verleden van Texel. Dat er een
smidse is en zelfs een complete
stolpboerderij, waarin de tijd lijkt te
hebben stilgestaan. En alsof dat niet
genoeg is, dat er ook levende mu
seumstukken rondlopen, landbouw-
en andere veteranen die kunnen
meepraten over de ontwikkelingen
op het boerenland in een groot deel
van de vorige eeuw. Want een mu
seum kan nóg zoveel mooie spullen
herbergen, er gaat niets boven een
mooi verhaal van een echte Texelaar.
Wie in het maandag geopende mu
seum binnenstapt, hoeft zich niet
meer aan een kil loket te melden,
maar wordt vriendelijk geholpen door
een vrijwilliger achter een royale ba
lie, die is gemaakt in de vorm van een
hoefijzer. Want half werk, daar hou
den de Waalder vrijwilligers niet van.
In de ontvangstruimte is de tempera
tuur gerieflijk en kan aan keurig ge
dekte tafeltjes worden genoten van
een kopje koffie, een ijsje of een an
dere consumptie. Want van zo'n
rondleiding krijg je best trek. Wie een
indruk wil krijgen van de landbou
Texel, hoeft maar een paar sto
verderop te gaan zitten, in
bioscoopzaal, waar beelden ove
eiland worden vertoond.
Het is allemaal het resultaat van
ingrijpende verbouwing, waarin
voorste deel van het museum rij
reus onder handen is genomen:
Vissers Bouw en Timmerbedrijf
bedrif plaatste het casco, waarn
vrijwilligers zorg droegen voord
werking. Werkzaamheden waan
zelfs het dak van de stolp openi
om volledig te worden geisoli
Hierdoor blijft het museum op
redelijk constante temperatuur,
de houdbaarheid van de collectie
goede komt en waardoor het bir
wel zo aangenaam is. Het gedi
dat als 'de oude school' bekends
en waarin een kwetsbaarder deel
de verzameling ligt, wordt kunsi
tig op een constante temperz
gehouden, wat een voorwaard
voor de landelijke museumerkenr
die op voorlopige basis inmiddf
verleend. Om die felbegeerde
ciele status definitief binnen te h:
moeten de museumstukken wen
genummerd en in een kaart'
computersysteem worden onde
bracht.
Beeld van de nieuwe ontvangstruimte van het Agrarisch- en Wagenmuseum in De Waal.
A N.V TAV-T s
Vergeleken met de matrozen en de soldaten hadden de officieren aan boord van ck
VOC-schepen het heel wat beter, zo valt te lezen in Roepers boek. 'Zij aten niet uit
houten bak, maar zaten aan een mooi gedekte tafel. Ze hadden borden, glazen en
wachten op goede omstandigheden
om uit te varen en hoe eindeloos lang
dat kon duren. Weer een ander ver
haal vertelt hoe het ging als het schip
het zeegat uitvoer. Alle fragmenten
zijn bijna letterlijk overgenomen van
het origineel. Wij hebben ze alleen in
modern Nederlands vertaald, een
kleine inleiding geschreven om die
mensen te introduceren en hier en
daar een toelichting geschreven.'
De fragmenten zijn geschreven door
achtennegentig mannen en twee
vrouwen. De verschillen tussen de
seksen zijn opmerkelijk, vindt Roeper.
'De vrouwen ondergaan het vooral en
stellen zich vragen als waf eten we?
en is het nog ver? Eentje is nogal een
roddeltante, die steeds opmerkingen
over anderen maakt. De mannen
hebben meer invloed en proberen
hun leven aan boord nog wat te stu
ren.'
De samenwerking met collega Van
Gelder heeft tot enkele opvallende
resultaten geleid. 'Hij heeft veel on
derzoek gedaan naar Duitse jongens
die meevoeren. Daar zaten nogal
hoogopjgeleide figuren tussen!
goede komaf. Echte avonturiers
beschrijvingen wijken af. Terwijl
derlanders opgroeiden met I
scheepvaart en voor hen alles nl
vanzelfsprekend was, was voc!
Duitse jongens alles nieuw. Ze!
schreven daardoor veel meer val
leven aan boord en dat is voord!
zer van nu erg leuk. Het grappi
ook dat ze veel meer over hein
en dat soort gevoelens sprekei
de Nederlanders kom je dat nii
gen. Dat vonden ze kennelijk
horen.'
Zwarte peper, scheurbuik; kint
op reis met de Verenigde Oost
sche Compagnie telt 128 bladzj
is geïllustreerd door Tom Eyzenl
en werd uitgegeven door Uitgi
Querido, Amsterdam. Het boek
de Texelse boekhandels verkrijg
en kost 12,95 euro.
Joop Romi