'Hier heb ik mijn anker gevonden dat eeuwig houdt'
Jan van Eijk vond na 55 jaar
vriend terug door flessenpost
Computer en parkeerbonnen
voortaan op rug hond Phia
gespoeld
Speciale aanpassing voor parkeerwachter
COURANT^*
DINSDAG 31 DECEMBER 2002 ^TEXELSE
op haar rug de spullen voor Dek-
Hoog in de duinen woont Rotterdammer Jan van Eijk, een man
van een andere generatie, van vóór 1945. Als geen ander kent
hij de gevolgen van de crisistijd, de verschrikkingen van de
Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw. In zijn actieve tijd
woonde hij in Doorn, vanwaar hij een markt opbouwde van
grossiers in Nederland. Ooit had hij het idee zich in Zeeland te
vestigen, tot de Deltawerken zijn plannen doorkruisten. Van Eijk
houdt niet van massatoerisme, maar van de rust en ruimte die
hij op Texel vond. Vrijwel dagelijks loopt hij, vergezeld door zijn
hond, langs het strand. Nog altijd speurend naar vreemde aan
gespoelde objecten. Maar geen enkele vondst evenaart de fles
met het briefje erin. Het bracht hem zijn jeugdvriend die hij 55
jaar geleden uit het oog verloor weer op zijn levenspad. Het is
om die reden dat Van Eijk bereid is dit wonderlijke verhaal te
delen.
Ze zijn niet op het eiland gebo
ren en getogen, maar wonen hier
al zó lang dat ze nauwelijks meer
van een echte Texelaar zijn te
onderscheiden. Waar komen ze
vandaan en wat bracht hen er toe
zich bli|vend op ons eiland te
vestigen? In de rubnek Aange
spoeld dit keer: Jan van Eijk.
Wat moeizaam beklimt de Daihatsu
het omhooggaande zanderige pad.
Een mooi gebied doemt aan weers
kanten op. Het pad hobbelt door,
buigt naar links en net als ie denkt
waar leidt dit Oallemaal naar toe, ver
schijnt in de hoogte het silhouet van
de woning van Van Eijk, prachtig ge
legen op een duintop Het uitzicht
vanuit de woonkamer blijkt werkelijk
adembenemend. De zee in al haar
glorie. 'U heeft het wel gezien hè',
zegt Van Eijk (84). Het is nu droog,
maar als het regent en het modderig
wordt, heb je echt moeite om boven
te komen.' Regelmatig trachtte hij
Staatsbosbeheer te bewegen het
pad wat te egaliseren Dat blijkt ech
ter aan dovemansoren gencht. U mag
blij zijn dat u hier kunt en mag wonen,
luidt steevast het laconieke ant
woord. 'Ik heb inmiddels de moed
opgegeven. Zelf heb ik zo'n jeep met
vierwielaandrijving, dus ik kom wel
boven. Het wordt een ander verhaal
als ik geen rijbewijs meer heb of mijn
lichaam het laat afweten, dan zou ik
hier niet meer kunnen wonen. En dit
hier', wijst hij naar de hond die dicht
tegen hem aangekropen op de bank
ligt, 'dit is eigenlijk mijn grootste
schat, Anouck. Uit het asiel gehaald,
zoals we met al onze honden deden.
Overal waar ik zit, loop of sta is ze bij
me. Ze denkt: die baas moet ik maar
nooit meer kwijt raken.
'Mijn vrouw is inmiddels overleden.
Ons 50-jarig huwelijksfeest hebben
we nog hier gevierd. Burgemeester
Schipper kwam ons toen persoonlijk
feliciteren. Van tevoren belde zijn se
cretaresse om te vragen of we daar
wel prijs op stelden. Ja, zei ik, maar
dan moet je hem wel duidelijk maken
waar we wonen, want zó makkelijk is
het niet te vinden. Ze had niet goed
geluisterd, met als gevolg dat de bur
gemeester heen en weer reed op de
Boodtlaan en verscheidene keren
moest vragen waar het nu was. Uit
eindelijk kwam hij met zijn vrouw,
helemaal te voet naar boven, aan de
deur. Op 11 oktober 1999 herdach
ten we nog de dag dat we ons 60 jaar
geleden verloofden, mijn vrouw lag
toen al ziek op bed. Ik heb hier nog
de fles champagne staan... Ja, vroe
ger ging het anders, had je nog een
verlovingstijd. Ik leerde mijn vrouw
kennen via een kantoorrelatie. Op
een middag in Rotterdam, ik was net
uit militaire dienst, zaten we op klaar
lichte dag in een park op het gras een
boek te lezen. Kwam er een politie
agent naar ons toe. Je had toen nog
een politieverordening waar letterlijk
in stond het is verboden zich van
beiderlei kunnen zich in het gras te
bevinden. Met het risico dat je daar
een proces-verbaal voor kon krijgen.
We waren nog niet verloofd en Bep
deed het bijna in haar broek. Geluk
kig liep het met een waarschuwing af.
Het was een heel andere tijd dan nu.
Als je een fiets stal, draaide je negen
maanden de bak in.'
'Het waren de crisisiaren, net voordat
de oorlog uitbrak. Er heerste een
enorme werkloosheid en |e moest
heel veel sollicitatiebrieven schrijven
om één keer uitgenodigd te worden
voor een gesprek. Waar je nu door
allerlei instanties wordt opgevangen,
was er toen niet bij. Je werd uit de
militaire dienst met verlof gestuurd en
zoek het verder maar uit.' Van Eijk
kwam terecht op een handelskantoor
aan de Boompjes in Rotterdam, vlak
bij de Willemsbrug De oorlogsdrei
ging werd sterker en iedereen die
daarvoor in aanmerking kwam, werd
gemobiliseerd. 'Ik werd in de Grebbe-
linie gestationeerd, waar we met
sterk verouderde wapens het land
moesten verdedigen. Gelukkig was
het van korte duur, anders was het
helemaal een slachtpartij geworden.'
Op 15 mei 1940, na het bombarde
ment op de Rotterdamse binnenstad
en de capitulatie van Nederland,
keerde Van Eijk terug in Rotterdam.
Daar trof hij één grote chaos aan van
brandende en in puin geschoten ge
bouwen. Ook het handelskantoor
was getroffen. Zijn familie en ver
loofde vond hij ongedeerd terug,
maar er vielen vele slachtoffers te
betreuren. Waaronder mogelijk ook
zijn jeugdvriend, Con van Stigt Thans.
Een vriendschap die al dateerde van
de schoolbanken. Vanaf die tijd was
hij ieder contact met zijn goede
vriend kwijt.
Van Eijk meldde zich bij de directie
van het handelskantoor, die met de
handen in het haar zat. 'We moesten
mee die in Apeldoorn goed te gebrui
ken waren. Tot augustus 1942, toen
kwam de tewerkstelling in Duitsland.
Ik was nog met getrouwd en de on-
gehuwden waren het eerste aan de
beurt. Dus het was of onderduiken,
maar dan verdiende je geen cent, of
naar Duitsland Nou nooit van mijn
leven. Ik moest zorgen dat ik terug in
Rotterdam kwam. Dankzij een relatie
van mijn aanstaande vrouw kon ik op
de administratie van de Rotterdamse
politie terecht. Die dreigende
tewerkstelling is ook de reden dat we
op 31 december 1942 getrouwd zijn.
We hadden nog de ijdele hoop dat de
oorlog met zo lang zou duren
Nog geen drie maanden later, op 31
maart 1943, volgde het tweede bom
bardement. Dit keer van de geallieer
den, die een tragische misrekening
maakten. 'Die bommen kwamen ver
keerd terecht, op Rotterdam-West,
en daar werden wij de dupe van Van
Eijk staat op, loopt naar de keuken en
keert terug met een pannetje in zijn
handen. 'Dit is het enige dat we nog
hadden. Mijn vrouw werkte op kan
toor en 's morgens nam zij altijd een
Jan van Eijk (links) en zijn jeugdvriend Con
aan de Boodtlaan.
Haarlem, richting Duitsland. Stonden
we met zestig man in zo'n wagon.
Met een stoomtrein, ik hoor nog die
gillende fluit... We kwamen tot Putten.
Daar werd de trein vanuit de lucht
aangevallen. De wagons werden
opengegooid en we zochten de vei
ligheid op. In de kerk van Putten
brachten we de dag door en van de
Puttense bevolking kregen we pap.
Met ploegjes mocht je naar de bin
nenplaats en van die gelegenheid
profiteerde ik om de benen te ne
men.' Van Eijk vond een onderduika-
van Stigt Thans werden na 55 jaar verenigd. Hier poseren beiden voor het huis van Van Eijk
(Foto archief Van EijkJ
bij het magazijn zien te komen dat
onder het handelskantoor lag. Daar
lagen alle voorraden voor wat er van
over was. 'Hoeveel duizenden krui
wagens met puin we met geruimd
hebben voordat we op de begane
grond kwamen... Al dat puin werd
midden in de Maas gestort. Zo'n
40.000 kilo verwrongen koper werd
uiteindelijk per schip afgevoerd naar
de fabriek in Apeldoorn, waar het
weer werd omgesmolten en bruik
baar gemaakt. Daartussen troffen we
ook de brandkast aan. Al wat er aan
zilvergeld inzat, was één klomp me
taal, allemaal gesmolten.' Het kan
toor werd niet meer opgebouwd,
maar bij de fabriek in Apeldoorn ge
voegd- Elk weekend keerde Van Eijk
terug naar Rotterdam. 'Dan nam ik
roggebrood, eieren en vlees mee,
want in Rotterdam was het eten
schaars. Terug nam ik weer artikelen
pannetje met wat eten mee voor on
der de middag. Het hele huis van mijn
ouders, bij wie wij inwoonden, was
weggebombardeerd en tot aan de
brug was alles door brand verwoest.'
Dankzij de politie vonden ze spoedig
een onderkomen waar ze de oorlog
uit konden zitten. In die periode werd
hij betrokken in enkele illegale prak
tijken. 'Omdat ik op de administratie
van de politie zat, waar men niet zo
maar kon binnenlopen, had ik de
ruimte om bepaalde dingen te doen.
Het verzamelen van nieuws en het
verspreiden van krantjes. Onze zoon,
die in april 1944 geboren werd,
speelde daar onbewust een rol in.
Onder het matrasje van de kinderwa
gen waar de baby op lag, werden
heel wat krantjes vervoerd. Op 11
november 1944 werd ik alsnog van
mijn bed gelicht. In veewagens wer
den we weggevoerd via Den Haag,
Het handelskantoor waar Van Eijk werkte, werd tijdens het bombardement van Rotter
dam In het begin van de oorlog geheel vermeld. (Foto n<ch,u vgn Bik)
dres, waar hij bleef tot hij terug kon
naar Rotterdam. 'Jaren later hoorde
ik dat mijn jeugdvriend Con van Stigt
Thans ook op 11 november was op
gepakt en zooddKdafWè het van el
kaar wisten op dezelfde trein zaten.
Maar dat hoor je allemaal achteraf.'
Na de oorlog werd er vanuit
Apeldoorn druk uitgeoefend om weer
terug te komen. 'Om bij de politie te
blijven zag ik eigenlijk niet zo zitten,
want ik was geen ambtenaartje. Dus
diende ik mijn ontslag in. Daar waren
ze met zo blij mee. Was dit nu mijn
dank? Jammer, maar ik voelde me
meer geroepen om de handen uit de
mouwen te steken en wat te doen
aan de wederopbouw. We konden
tijdelijk boven het kantoor in
Apeldoorn wonen, tot we een boven
woning vonden vlakbij het Koninklijk
paleis Het Loo. Ik zal het nooit verge
ten. Moesten we zestig cent per jaar
aan het paleis betalen als recht van
overpad.'
Van Eijk, die de leiding had over de
boekhoudafdeling, maakte vele over
uren. 'Er was een groot tekort aan
personeel Op een gegeven moment
kwam de technisch directeur, die to
taal geen verstand had van admini
stratie, naar me toe en zei: Van Eijk,
ik heb de indruk dat hier overwerk
gekweekt wordt... Dat was zo'n
koude douche voor me dat ik dacht:
ik moet hier weg. En het is maar goed
dat ik dat gedaan heb. Uiteindelijk
was die fabriek in Apeldoorn sterk
verouderd en kon op den duur toch
geen stand houden.'
Van Eijk kwam in contact met het
echtpaar Hirch, dat tijdens de oorlog
in Driebergen ondergedoken had
gezeten. Voor de oorlog was Hirch
mededirecteur van een fabriek in
Westfalen Eenzelfde fabriek als in
Apeldoorn, maar honderd keer gro
ter. Toen bleek dat beiden op één lijn
zaten, werd Van Eijk zijn secretaris en
vertegenwoordiger. 'De allereerste
transactie die we gezamenlijk deden,
was in 1949. Twee treinwagons, vol
gepropt met lege granaathulzen,
werden naar de fabriek vervoerd en
omgesmolten om Nederland te kun
nen voorzien van halffabrikaten. Dat
was hard nodig. Daarnaast maakte
de fabriek schakelaars en stopcon
tacten, die ook aan de man gebracht
moesten worden. Met z'n tweeën
hebben we een markt opgebouwd
van grossiers in Nederland. Ik zei al
tijd: wij brengen het licht in de duis
ternis. Toen Hirch in 1956 overleed,
kreeg Van Eijk groen licht van de di
rectie om de zaak voort te zetten,
mits hij de zorg van weduwe Hirch op
zich zou nemen. 'Die werd uiteinde
lijk dik negentig jaar. Ik heb tien jaar
voor haar gezorgd. Om Hirch in ere
te houden heb ik de naam van het
bedrijf nooit veranderd in Van Eijk.'
Voordat we op Texel kwamen, gingen
we regelmatig naar Haamstede in
Zeeland. De eerste keer was net na
de watersnoodramp in 1953. Toen we
er voor het eerst kampeerden, hingen
de matrassen nog in de bomen. Dat
was nog in de tijd vóór en ten tijde
van het bouwen van het Deltaplan.
Net als hier stak je met een veerboot
over vanuit Brabant. Je moest soms
vier uur wachten voordat je meekon,
maar dat was juist het aantrekkelijke.
Door de aangelegde dijkverbindingen
konden de stedelingen binnen een
uur in Haamstede en Renesse zijn en
werden de eens zo rustige dorpjes al
snel badplaatsen als Zandvoort in het
klein. Met de komst van de Zeeland-
brug werden de Zeeuwse eilanden
helemaal onder de voet gelopen. 'Het
werd er te druk voor ons. Wij zoch
ten rust en geen massatoerisme.
Vandaar dat we elders zochten en
hier op Texel terechtkwamen.'
'We waren lid van het NTKC en kam
peerden altijd op De Krim. Je had
daar een groot kampeerterrein en
daar achter lag een NTKC-terrein
voor natuurvrienden. Als je met een
tent kwam, moest je deze na een
paar dagen verzetten, zodat het gras
weer kon groeien. Aanvankelijk
mocht je er absoluut niet met een
caravan komen, dat was streng ver
boden. Later kregen de oudere leden
daar wel toestemming voor. Zowel 's
zomers als 's winters hebben we op
alle mogelijke manieren Texel ont
dekt. Er zijn zoveel plekjes, ook al is
het midden in het hoogseizoen, waar
je hier nog rust kunt vinden. Als je 's
morgens om vijf uur door Waalenburg
fietst, is het net of je alleen op de
wereld bent. Eigenlijk kun je wel stel
len dat toen Jan Janssen de tour de
France won, voor ons het moment
was dat we serieus gingen nadenken
om hier te gaan wonen. We hadden
beiden iets van dit hier, Texel, is ei
genlijk wat we zoeken voor onze eind
bestemming. Ik zat toen al zo'n beetje
tegen mijn 65ste jaar en vond het tijd
worden om uit de zaak te stappen.
Een belangrijke reden hiervoor was
dat je in die tijd de omgekeerde
gezagsverhouding kreeg. Dat kwam
je overal tegen. Het respect ver
dween. Jongelui die de zaak van de
ouders overnamen, liepen te jijen en
te jouen. Nee, ik ben er op tijd uitge
stapt, in totale evenwicht en harmo
nie met mijn vrouw.'
Maar ja, daarmee woonden we nog
niet op Texel, want we konden ons
niet als woningzoekende laten in
schrijven bij de gemeente. De oplos
sing kwam nadat we een keer gebruik
maakten van een midweek in hotel
Opduin. In Dé Koog waren ze toen
net bezig met de bouw van Juliana,
een appartementencomplex. Door
dat we altijd op De Krim zaten, kwa
men we niet zo veel in het gedeelte
rond De Koog. Door die midweek
konden we hier de boel eens goed
Via de achterzijde van de woning kui
ie het strand bereiken en daar was
Van Eijk bijzonder mee in zijn nopjes
'Vroeg in de ochtend ging ik altijd al
leen met de hond langs het strand
dan was er nog wel eens wat te vin'
den. Ik vond dat altijd leuk, wat ik al
lemaal niet naar boven gehaald heb.
Sinds die dam bij de vuurtoren is aan
gelegd, heeft de zee een ander ver
loop gekregen en spoelt er veel mm
der aan.
In 1996, Van Eijk liep gewoontege
trouw zijn rondje, deed hij een won
derbaarlijke vondst 'Ik had mijn ogen
altijd gericht op de grond, ook omdat
er nog wel eens een teervlek lag, daai
stapte je liever niet op. Zodoende vie
mijn blik op een flesje. 'Het was nel
eb en het dreef nog in het water,
raapte wel meer flesjes op, meestal
kwamen die van ferryschepen, waar
van ze overboord werden gegooid
Dit was een soort jampot, ik viste hel
op uit het water en tot mijn verrassing
zag ik er een briefje in. Het flesje was
zo goed dichtgedraaid dat er geen
zeewater bij was gekomen. Ik kon zo
door het glas heen de naam van de
afzender al lezen. Toen ik die naam
zag, ben ik hard rennend naar huis
gegaan en riep tegen mijn vrouw:
moet je nou eens horen, moet je nou
eens horen...'
Het was niet verwonderlijk dat de
naam op het briefje een grote opwin
ding teweegbracht. 'Als er Pieterse ol
Janssen op had gestaan, had ik het
flesje ook wel meegenomen. Maar de
naam C. van Stigt Thans is zo bijzon
der, dat kon haast niet missen. We
maakten het flesje open en vouwden
het briefje uit. Wil hij of zij die dit vindt
zo vriendelijk zijn ons dit te bevesti
gen door middel van een telefoontje
of schriftelijk. Het adres stond er bij.
Van Eijk kon het nauwelijks geloven.
Overspoeld door herinneringen aan
zijn goede jeugdvriend, besloot hij
een brief te schrijven. Al snel kreeg hij
bericht terug. Het flesje bleek als grap
door twee nichtjes van inderdaad de
uit het oog verloren Con van Stigt
Thans vanaf het strand in Petten in
het water te zijn gegooid. 'Dat ik op
deze manier een jeugdvriend weer op
mijn levenspad terugvind, dat
toch... Die nichtjes informeerden mijn
jeugdvriend die in Breda woont en zo
vonden we elkaar na vijfenvijftig jaar
weer terug
Een ontroerend weerzien vond plaats
op Texel 'Met zijn tweeën zijn we
Verkennen, watleiddëTofTïët beèlult gaan eTen in het strandpaviljoen 01,
om een appartement in Juliana te
kopen, dat leek ons wel wat.'
Het was een doordacht maar toch
wel een beetje impulsief besluit, want
in de praktijk betekende het dat ze
geregeld naar huis moesten voor de
post en de planten en er zodoende
twee huishoudens op nahielden, wat
niet echt de bedoeling was. Het be
viel ze heel goed op Texel. Dagelijks
trokken ze eropuit met de hond en
herontdekten Texel van alle kanten.
Liepen veel langs het strand en sloe
gen steevast het weggetje in aan de
Boodtlaan, dat door een mooi gebied
van Staatsbosbeheer omhoog
leidde. 'Als we dan langs dit huis
kwamen, zei mijn vrouw altijd: goh als
je daar ooit nog eens zou mogen ko
men te wonen... Op een gegeven
moment viel het ons op dat de rollui
ken al een paar dagen naar beneden
waren. We waren nieuwsgierig naar
wat er aan de hand was en gingen bij
makelaar Eelman informeren. Nou,
zei deze, het is nog heet van de naald,
maar sinds een paar weken heb ik het
samen met Paul Kuip in de verkoop.
Mijn vrouw en ik keken elkaar aan...
We zaten altijd op dezelfde golf
lengte, ook met het besluit ons op
Texel te vestigen. Vooral als je op wat
latere leeftijd bent, is dat toch een
hele beslissing. Als één van de twee
twijfel heeft, moet je het beslist met
doen We hebben er een paar uu'
goed over gesproken en gingen te
rug naar Eelman: we zijn gegadig
den... Een dag later kregen we een
telefoontje dat het doorging. We kon
den het kopen. Het was allemaal wel
halsoverkop maar we waren er erg
gelukkig mee.'
paal 20. We hadden elkaar heel wat
te vertellen.' Beiden hadden een nau
welijks te omschrijven gevoel van
verbazing en vreugde over deze won
derlijke gang van zaken, deze unieke
gebeurtenis. 'We hebben nu weer
een regelmatige correspondentie. Af
en toe komen ze hier heen, maar ik
heb nog niet de moed kunnen op
brengen om naar de andere kant te
gaan. Hij daagt me nog steeds uit om
eindelijk eens naar Breda te komen
Het is met omdat ik niet durf te rijden
maar Texel is gewoon alles voor mij.
Mijn zoon woont in Doorn in het huis
wat wij daar achter lieten, het is groot
genoeg om daar een paar dagen te
logeren. Maar ik zeg altijd: als je me
wilt zien, kom je maar naar Texel. Ik
heb niet meer de behoefte om het
eiland af te gaan. Het bevalt me hier
goed. Hier heb ik mijn rust gevonden
en je ziet, alles is geconcentreerd in
deze kamer. Eerder had ik boven mijn
kantoor en mijn hobbykamer, maar
sinds ik alleen ben, doe ik alles van
uit deze ruimte. Ik heb een biljart ge
kocht, zodat ik me daar mee kan
bezighouden, en één keer in de week
komt er een groepje mensen, dan zit
ten we bij het raam te bridgen. Daar
naast ben ik nog vitaal genoeg en
tennis twee keer in de week. De
hoofdzaak is dat je spieren en botten
het blijven toestaan. Er komt toch een
moment dat je hier weg moet, maar
dat schuif ik zolang mogelijk voor me
uit. Het is een goede keuze geweest
om hier op Texel te komen. Er is een
bijbelse tekst die zegt: hier heb ik mijn
anker gevonden dat eeuwig houdt.
Ingrid de Raad
Het ziet er uit als een fietstas. Ver
schil is echter dat de tas niet over
een bagagedrager hangt, maar
over de rug van herdershond Piaf.
Speciaal voor haar baasje Stella
Dekker uit Eierland, zodat zij on
danks een handicap aan haar lin
kerhand en nek toch haar werk als
parkeerwachter kan doen.
Samen gaan ze komend jaar op pad.
Dekker houdt in de gaten of auto's
goed geparkeerd staan en waar no
dig een bonnetje uit de automaat is
gehaald of de nieuwe parkeerkaart
achter de ruit is geplaatst. Hond Piaf
loopt ondertussen met haar mee om
de benodigde spullen te dragen
Dekker kan alleen gebruik maken van
haar rechterhand. De linker, verpakt
in een handschoen, is door
afgeknelde bloedvaten in de arm zes
jaar geleden afgestorven. Daarnaast
kampt ze met de gevolgen van een
whiplash. Daardoor is het voor haar
vermoeiend om lang met een twee
kilo wegende computer aan een
draagriem om haar nek te lopen. Sa
men met de gemeente, haar werkge
ver, ging Dekker aan de slag om een
ergonomische oplossing te beden
ken voor het probleem.
Dekker: 'We hebben eerst bekeken of
het mogelijk was de spullen in een
karretje te doen en zo mee te nemen,
maar dat was toch te lastig. Het kan
problemen opleveren als je ermee
langs geparkeerde auto's loopt.' De
blik viel daarna al snel op Piaf, met
wie Dekker toch al veel in de weer
was. Ze heeft het dier zelf afgericht.
Met behulp van een speciaal budget
voor aanpassingen op het werk
(arbo-wetgeving) werd bij Pet's Place
in Den Burg een groene waterdichte
tas van canvas met diverse zijvakken
gekocht die op de rug van Piaf kan
worden vastgemaakt In de tas is
plaats voor onder meer de computer,
bonnenboekjes, schrijfgerei en een
flesje water voor de hond en Dekker.
De hond vindt het volgens Dekker
prima om wat extra ballast op de rug
te dragen. 'Ze ging er laatst zelfs mee
slapen toen ik haar de tas een keer
had omgedaan.' Bijkomend voordeel
is dat ze met haar .vacht geen kras
sen veroorzaakt als ze langs een auto
loopt. Piaf gaat alleen mee om spul
len te dragen. Het is volgens Dekker
met de bedoeling dat ze tijdens het
werk boze mensen een toontje lager
laat zingen. Kinderen hoeven volgens
haar ook niet bang te zijn voor Piaf.
'Ze kunnen haar gewoon aaien. Het
enige risico is dat ze iemand wel eens
een lik wil geven, maar dat is voor
haar gewoon zoenen.'
Stella Dekker en hond Piaf, met wie zij vanaf komend jaar geparkeerde auto's controleert. Piaf
ker die gehandicapt is aan haar linkerhand.
(Foto Jeroen van Hattum)