'Je zag een stroompje
dat opeens breder werd'
'Een weg terug was
niet meer mogelijk'
i
'Koeien moesten los bij rood licht
Jan Kikkert haaldl
rails voor Schansi
Piet Bekker woonde in De Eendracht
6
'De rails kon je zo
in een bocht leggen'
SSSii
Wies van Beek maakte zich op voor evacuatil
Ab Kiewiet hielp bij Schans en Oudesluis
Adri de Wolf ontsnapte uit wassende wat*
1
TEXELSE
COURAN'
VRIJDAG 31 JANUARI 2003
Piet Bekker wijst tot waar het water kwam in het ouderlijk huis, nadat de dijk was gebroken.
Een wekker en een thermosfles.
Dat waren de spullen Piet Bekker
meenam toen hij voor het laatst in
de ouderlijk woning in polder De
Eendracht was. Even later golfde
het water door het huis. Waarom
hij nou juist die wekker en die ther
mosfles weet Bekker na vijftig jaar
eigenlijk nog steeds niet.
'Ik heb het gepakt en daarna ben ik
weggegaan. Vlak daarna stortte ach
ter mij een bruggetje in, waardoor ik
ook niet meer terug kon.' Als 17-ja
rige jongen woonde Bekker destijds
in één van de arbeiderswoninkjes in
De Eendracht. Zijn vader, zijn broer
en hijzelf werkten destijds bij de fa
milie Rutten op de Irenehoeve.
Wat er zondagochtend zou gebeu
ren, kon hij de avond voor de ramp
nog niet bevroedden. Het was Bekker
wel opgevallen dat het water veel en
veel hoger stond dan hij gewend was
sinds hi| in De Eendracht woonde.
'Normaal kon je vanaf de dijk altijd op
de Schorren kijken, maar daar stond
het water nu tot aan de dijk. Dat had
ik niet eerder meegemaakt.' Rutten
vroeg vader Bekker en zijn zoons of
zij die nacht wilden wachtlopen op de
dijk. 'Dat wilden we wel. want daar
kregen we drie gulden per uur voor
en dat was wat in die tijd. Met z'n
drieèn verdienden we destijds 87,70
per week en daar ging dan wekelijks
ƒ5,- huishuur en ƒ4,20 melkgeld
vanaf. Voor een overuur kreeg je 1 ,-
dus ƒ3.- per uur was nogal een be
drag. We hebben tot vier uur in de
nacht op de dijk gelopen, totdat het
water weer wat was gezakt. Daarna
hebben we nog bij de familie Van
Strien van Zeeburg soep en brood
gegeten Bij Van Strien zaten gaten in
de dijk en daar zijn zandzakken neer-
Om half zeven 's morgens moest
Bekker alweer van huis. omdat het er
naar uitzag dat het toch echt mis zou
gaan. In alle vroegte moesten
landbouwmachines, pootgoed en
voeder van de Irenehoeve uit de pol
der worden weggebracht. Daarna
moest Bekker samen met Piet Rutten
de koeien van stal halen en naar de
Noorderdijk brengen. 'Dat ging even
mis. Theodoor van den Heuvel zou bij
de deur staan om de koeien naar de
dijk te leiden, maar hij was weg om
zijn motorfiets in veiligheid te bren
ger,. Daardoor deden de koeien met
anders dan ze gewend waren en lie
pen ze juist naar het water toe. Met
veel moeite hebben we ze uiteinde
lijk toch allemaal op de Noorderdijk
gekregen. In zo'n situatie kun je op
eens alles.'
Het water liep toen al de Eendracht
in. Hoe laat de dijk brak, kan Bekker
zich niet goed meer herinneren Hij
weet nog wel goed dat het gebeurde
en op een plaats waar het eigenlijk
niet werd verwacht. 'Je zag eerst een
klein stroompje dat opeens naar twee
Twee nachten lang was hij aan het
werk om het water tegen te hou
den. Zaterdagnacht bij De Schans
en zondagnacht bij de Oostersluis.
'Dat gebeurde allemaal in het don
ker, want een aggregaat om
stroom op te wekken had je niet.'
'Ik moest die zaterdagavond om ze
ven uur de deur uit toen de klokken
luiden', vertelt de 77-jarige Ab
Kiewiet. Als 27-jarige werkte hij des
tijds voor toenmalig waterschap De
Dertig Gemeenschappelijke Polders,
de voorloper van Waterschap Texel
en Uitwaterende Sluizen. Met collega
Jan van der Pijl ging Kiewiet langs de
huizen om mensen die dijkwacht
hadden te waarschuwen. Rond half
tien arriveerde hij bij de Schans. 'De
schuif stond normaal omhoog, maar
omdat het hout uitgedroogd was,
lukte het met meer om hem in het
water te laten zakken. Hij bleef drij
ven op het water. En er stond al zo
veel stroming dat het ook niet meer
zou lukken om hem nog in het water
te laten zakken. Er stond een vlie
gende storm, het water bulderde on
der de schuif door. Als je er een
basaltkei in liet vallen, hoorde |e die
tegen de wanden van de sluis
oprammeien.'
Met anderen toog Kiewiet aan het
werk om zakken te vullen met zand.
Bij de graanhandel werden zakken
gehaald en bij het toenmalig depot
van Rijkswaterstaat werden ze ge
vuld met zand. Omdat de zakken
door het snel stromende water veelal
meteen wegspoelden, werden later
de stukken rails in het water gezet.
'Daar zouden stalen platen tegenaan
moeten worden gezet, maar daar
voor was de stroming al te sterk.'
Kiewiet vindt het nog steeds jammer
dat een plan van Jan Schoorl niet
werd uitgevoerd. 'Hij wilde er zijn
tractor wel in het water rijden. Vlak
voordat hij het water zou raken, zou
hij eraf springen. Het is met gebeurd,
maar het zou een hoop hebben ge
scheeld. Dan was het gat natuurlijk
niet dicht geweest, maar dan had het
water er niet meer zo doorheen ge
vlogen.' Om half zes in de ochtend
werd Kiewiet afgelost en kon hij bij
komen en even wat slapen. 'Toen kon
|e over de zandzakken heenlopen.
Zoveel waren er neergelegd bij de
Schans.'
Gebeuren
Zondagmiddag was hij bij de onder
gelopen De Eendracht. 'Het had ei
genlijk nooit mogen gebeuren wat
daar gebeurd is. Er was niks meer te
redden toen. Bij de boerenbedrijven
was alles er al uit.' Zondagnacht
stond hij grond te spitten bij de
Oostersluis nabij het Wagejot. 'Daar
zat nog een oude spuisluis van vroe
ger die met meer werd gebruikt. Aan
de buitenkant waren stukken dijk
weggeslagen, maar aan de binnen
kant waren ook stukken weg. Die
waren in het spuikanaal dat onder-
langs de dijk liep geschoven. Het was
eigenlijk met meer dan een tuinwal
die er nog stond. Ik kwam er aan het
eind van de middag. Vanaf Zeven
huizen moesten we er lopend naar
toe. 's Middags zag het er nog met zo
slecht uit. maar als die dijk door zou
gaan, zou heel Texel onder water
komen te staan. Dan kon het water
in een keer doorlopen. We hebben er
de hele nacht grond staan spittep.
Dat gebeurde allemaal in het donker,
terwijl de weersomstandigheden
slecht waren. Een aggregaat om
stroom te maken, was er toen nog
niet Een oom van mij, die toen op de
molen van Het Noorden zat. heeft een
tijd aan een touw in het water gestaan
om zakken neer te leggen. Na een
tijdje hebben ze hem eruit moeten
halen, omdat hij onderkoeld was ge
raakt. De mensen op de dijk hadden
het slecht Het water was zo koud.'
Tussendoor even wat eten of drinken
was er nauwelijks bij. 'Bij de Schans
heb ik geloof ik nog wel een pan snert
voorbij zien komen, maar bij de
Oostersluis was er volgens mij niks.'
Coördinatie van het reddingswerk
was er aanvankelijk ook niet bij. 'le
dereen deed maar wat, zondag kwa
men er mensen van de provinciale
waterstaat Die gingen toen wat meer
coördineren.' Bij het vullen van de
zakken, vormden zich wel snel patro
nen. 'Je had mensen die sjouwden,
mensen die spitten en mensen die de
zakken open hielden. Maar het ging
er veel anders aan toe dan het nu zou
gaan. En niemand had er toen ook
ervaring mee wat te doen als er een
dijk brak.' Kiewiet bewaart niet alleen
slechte herinneringen aan de nach
ten. 'Ondanks alle ellende was het
toch ook wel leuk. Je was er met een
hele groep diverse mensen aan het
werk. Ik kan me bijvoorbeeld de zoon
van notaris Mulder herinneren en
Braakman van de gemeente. Maar bij
de Schans was er in het begin toch
ook wel paniek.'
Waarschuwen
Kiewiet kan er nog steeds met goed
bij dat deskundigen destijds niet op
tijd hebben gewaarschuwd. Als je de
berichten volgde op de radio, wist je
dat er boven Schotland een zware
storm was en het was springtij De
Noordzee is dan net een trechter.
Bovendien hadden we op Texel zes
uur eerder dan in Zeeland hoog wa
ter. De deskundigen hadden dat toch
moeten zien aankomen. Ik snap niet
dat ze Zeeland toen niet hebben ge
waarschuwd.' Communicatie verliep
in die tijd veel moeizamer dan tegen
woordig. De telefoon moest zijn op
mars nog maken. De slechte situatie
waarin de dijken zich bevonden was
volgens de oud waterschapsman
mede te wijten aan gebrekkig onder
houd en de betonplaten die destijds
na de afsluiting van de Afsluitdijk
(1928) langs de dijk waren geplaatst.
'Die waren toen bedoeld als verste
viging, maar tijdens de storm werden
zé een ramp op zich Achter die pla
ten was zand weggespoeld, tijdens
de storm werden sommige beton
platen weggelicht, waardoor de dijk
erachter bloot kwam te liggen. Na de
ramp zijn die betonplaten eruit ge
haald. En, dat kan wel worden ge
zegd, na de oorlog was er nauwelijks
geld voor onderhoud aan de dijken.'
In de maanden na de ramp was
Kiewiet als medewerker van De Der
tig Gemeenschappelijke Polders nog
steeds met de zandzakken bezig,
maar dan om ze weer weg te halen.
'Dat ging allemaal met de hand. Op
sommige plaatsen hebben ze nog
maanden gelegen. Het zand werd in
het water gegooid en de zakken gin
gen, als ze nog een beetje schoon te
krijgen waren, terug naar de eige
naars. Ik kan me nog herinneren dat
de rails bij de Schans helemaal ver
bogen uit het water kwamen. Die had
|e zo weer kunnen gebruiken in een
bocht. Met zo'n kracht was het wa
ter er tegenaan gegaan.'
kanten toe breder was Ik zag de dijk
scheuren. Ik kan me met herinneren
dat ik het breken heb gehoord, maar
dat geluid ging ook verloren in de
storm. Ik weet dat ik terug ben ge
gaan naar het huis en daar eerst
beddengoed heb opgehaald waar
mee ik nog een tijd op de Eierland-
sche dijk heb gezeten. Daarna ben ik
nog een keer teruggegaan en heb die
wekker en thermosfles meegeno
men. Het water steeg met zo snel,
vanwege de wind. De vloedgolf ging
richting Zeeburg.'
Bekker was de laatste die in het huis
was. Zijn vader was op dat moment
elders bezig en zijn moeder en de an
dere kinderen waren ondergebracht
in hotel De Zwaan in Den Burg. Later
werden ze opgevangen bij de familie
Jas aan het Schilderend. 'Ik ben daar
's-avonds laat ook terecht gekomen.
Dat was even wat voor een jongen
van zeventien, omdat ze daar met
nogal een aantal meiden zaten.' Tot
dat ze elkaar zagen, tasten de fami
lieleden in het duister over elkaar.
Even bellen dat het goed ging. was
er nog niet bij De vader van Bekker
ging nog naar de Oostersluis om daar
mee te helpen. Zover kwam het ech
ter niet. 'Hij heeft meteen de vol
gende bus teruggepakt. Hij dacht dat
Hij daar echt zou verzuipen. Het was
er levensgevaarlijk.'
Dakgoot
Bij terugkeer in de woning in De Een
dracht bleek dat het zeewater door
de dakgoot had gelopen. 'Binnen kon
je aan de schilderijen zien tot hoe
hoog het water was gekomen. En er
lag overal slik. Het bijzondere was dat
op tafel krentenbrood en erwtensoep
waren blijven staan zoals we het had
den achtergelaten. Die tafel was
rechtop in het water blijven drijven.
Het stond er nog net zo bij als we het
hadden achtergelaten. En de hond,
die we vergeten waren, was op tijd op
een andere tafel gesprongen en had
het zo overleefd. Ik kan me ook her
inneren dat het toen net gesneeuwd
had, waardoor De Eendracht er mooi
wit bijlag.'
In de schuur bij het huisje bleek dat
niet iedereen even begaan was met
het lot van de bewoners. Alles was
gestolen. 'We hebben er niet meer
gewoond na de ramp. We zijn bij
hoeve Ruimtezicht gaan wonen, waar
mijn vader toen boerenknecht kon
worden.'
Veel nare herinneringen of trauma's
hield Bekker niet over aan de over
stroming. 'In 1976 moest ik er wel aan
denken. We woonden toen in Oude-
schild toen het opnieuw zo slecht
was. Dat was ook op een zaterdaga
vond en er stond toevallig weer
krentenbrood op tafel. Ik heb toen
gezegd dat ik met weg wilde. En ik
heb de deur naar de trap er meteen
uitgehaald, zodat we naar boven zou
den kunnen gaan als het mis ging. De
deur voor de trap op de begane
grond was in 1953 veel mensen fa
taal geworden, omdat ze door het
binnenstromende water vaak niet
meer openkregen. Ik zorgde er dus
wel voor dat dat gat open bleef.
Adri de Wolf op de weg waarover hij vijftig jaar samen met Aad Koger liep om aan het instromende water te ontkomen.
Achteraf bekeken vraagt De Wolf
af, waarom ze destijds nog naai
Eendracht moesten 'De boerdei
waren al ontruimd en het vee was
weg, dus waarom was het nog ni
dat we daar waren. Maar er wai
dat moment ook geen leiding ei
dereen deed eigenlijk maar wat.
kun je ook niemand kwalijk nen
want er was geen plan wat we mi
ten doen. En we werden in de
aangevallen door het water. Wet
den toen ook met echt het gevoel
we bedreigd konden worden dooi
water. Op school hadden we gek
dat het veilig was, nadat de Afsl
dijk was gesloten.' Achteraf bekel
weet De Wolf voor zichzelf dat hl
genlijk niet door het water had l|
ven gaan. 'Het water is één rr|
hoog gekomen, dus we hadden?
bij Zeeburg naar boven kunnen 5!
of we hadden op de dijk moeten*
ven. Dan hadden we zo I
Cocksdorp kunnen lopen. MaaiS
is achteraf bekeken.'
Nare herinnering of een trauma L
hij er met aan over. Ermee bezig-
'Ik wist dat ik vijf meter buiten de
omheining die boven het water uit
stak moest blijven. Dan zou ik ook
niet in een sloot terecht kunnen ko
men. En we schreeuwden elkaar
moed in.', vertelt Adri de Wolf. Wa
dend vluchtte hij een halve eeuw
geleden voor het water dat toen
met alle kracht De Eendracht
instroomde.
De Wolf, die destijds in De Waal
woonde, was één van de vrijwilligers
die zondagochtend naar de be
dreigde polder werden gebracht om
te voorkomen dat de dijk zou breken.
'De klokken begonnen te luiden en
voor een jongen van zestien was het
toen fantastisch om mee te kunnen
helpen. Je moest een schop pakken
om te kunnen spitten en dan ging je.
Mijn broers Cor en Co gingen ook
mee, alleen de jongste broer moest
thuis blijven.'
Met de Teso-bus werden ze naar De
Eendracht gebracht. 'Toen we in de
bus zaten, wisten we nog niet waar
we heen gingen. Het was wel een
gemeleerd gezelschap dat er zat. Ik
weet nog dat er een aangenomen
zoon van burgemeester De Koning bij
was, dominee Gerard van der Kooi
zat erin en Frans Holdeboom.'
In de polder moest De Wolf aan de
slag bij hoeve Zeeburg. Lege zakken
waar slakkemeel in had gezeten,
moesten naar de dijk worden ge
bracht 'Die zag er op dat moment
niet best meer uit en ik vroeg mezelf
af wat we hier nog eigenlijk moesten
doen. Je voelde hem schudden on
der je benen. Voor mijn gevoel heb ik
zes of zeven zakken naar de dijk ge
bracht, toen ik terug moest naar de
schuur om nieuwe te halen. Op dat
moment zagen we de bus wegrijden
en begonnen we zelf ook te rennen.
Ik had op dat moment nog niet in de
gaten dat er al water was. Maar het
was zo slecht dat het leek alsof er
overal water was.' Korte tijd later zag
De Wolf de Teso-bus een eind ver
derop gekanteld in de sloot liggen. De
wagen was door de hevige stroming
van de weg geraakt.
Samen met dorpsgenoot Aad Koger
ondernam De Wolf wadend de terug
tocht naar de veilige Eierlandsche
dijk. 'Toen we begonnen met lopen,
kon je de weg nog zien, maar dat was
snel over. Toen stonden we er midden
in en was een weg terug niet meer
mogelijk Aan de hand van de omhei
ning zijn we naar de Eierlansche dijk
gelopen. Je moest voorkomen datje
in een sloot kwam, want daar kon je
niet staan en dan was het gedaan. Je
moest blijven staan.' De omstandig
heden waren ondertussen ronduit
slecht. 'Het was drie of vier graden,
er stond een harde wind en we wer
den ér zeiknat Ook onze laarzen
stonden vol water. Tijdens het lopen
spraken we elkaar telkens moed in.
Het zal denk ik zo'n zes a zeven mi
nuten geduurd hebben, voordat we
bij de dijk waren, maar voor mijn ge
voel duurde het een eeuwigheid.
Nadat ze de polder hadden verlaten,
gingen De Wolf en Koger lopend over
de Hoofdweg terug naar De Waal. Bij
hoeve Zeeland werden ze opgepikt
door een vrachtwagen die ze het laat
ste stukje terug bracht.
si
ven of er veel aan terug denken, (fo
hij evenmin. 'Het is er nu weer ejg
maar ik heb me verder niet in de r.e
verdiept. En we zijn alledrie oofé
het water terechtgekomen. Ik
een tijd als kok op de beroepsv*
gewerkt en mijn broers zijn kol
visser en marineman geworden,
kotter heeft ook nog wel eens o\
kop gelegen.' De polder kreeg il
hem na de ramp ook met een anj I
betekenis. 'Ik ben er een paar d<k
na de doorbraak opnieuw gewl
om onder leiding van meester LM
van de landbouwschool op te ruiiTt
Ik heb er ook op het land gewerkfi
toen ik 24 of 25 was, ben ik noJ
het gat geweest om er aardpereit
planten voor de jacht. Toen kol
nog zien waar het had gezeten If
niet echt meer.'
a
Wies van Beek
Ze was gehuld in zoveel mogelijk
kleren als ze aankon, weet Wies
van Beek-Timmer zich nog te her
inneren. Ze had ze moeten aan
trekken van haar moeder voor het
geval het gezin hoeve Gerardus
Majella in de Prins Hendrikpolder
zou moeten verlaten.
'Het was helemaal met warm in al die
kleren en ze werden op een gegeven
moment ook nat en zwaar, maar daar
dacht je toen eigenlijk allemaal niet
aan.' Samen met haar oudere broer
Juul en een knecht had Van Beek die
zaterdagnacht de zorg voor de
koeien. Bewoners van de Prins wa
ren gewaarschuwd voor een moge
lijke evacuatie. Alertheid was gebo
den. Van Beek: 'Wij moesten de
koeien uit de stal halen als het zou
mis zou gaan. Wij moesten daarvoor
de Mariahoeve, toen het hoogste ge
bouwd in de polder, goed in de ga
ten houden. Als daar een rood licht
zou gaan branden, was dat het teken
dat de dijk was doorgebroken. Dan
moesten wij de koeien losmaken. Die
stonden toen nog vast met een
horsenseel. Daar moest |e aan trek
ken om de' koe los te maken, maar je
moest er ook met te hard aan trekken,
want dan kwam het touw juist vaster
te zitten.'
De rest van de familie was ook volop
in touw die nacht. Vader Henkrik Tim
mer liep dijkwacht en moeder Suze
Timmer bereidde in huis een moge
lijke evacuatie voor. Van Beek: 'Ik kan
me nog goed herinneren dat ze de
hele tijd sinaasappels aan het persen
was en er moesten zoveel mogelijk
kleren naar de hooizolder worden
gebracht. Er moesten ook baby
kleertjes mee en daar verbaasde we
ons nogal over, want mijn jongste zus
Riet was toen toch al een jaar, dus ze
kon ze met meer aan. Maar de baby
kleertjes moesten echt mee, want
mijn moeder bleek in verwachting te
zijn. Daar kwamen we op dat moment
achter in die nacht. Maar ja, dat ging
in de tijd toch nog allemaal veel an
ders. Dan had je er soms zomaar
opeens een broertje of zusje bij.'
Zus Riet werd voor de zekerheid al
vast in kinderwagen hoog in het hooi
vak gezet. 'Dat scheelde voor mijn
moeder, dan wist ze dat zij veilig was.
Op mijn oudste broer en mij hoefde
ze ook niet echt te letten, want dat
zou de knecht doen als de dijk zou
breken.' Hoe lang ze uiteindelijk is
opgebleven die nacht, kan Van Beek
zich niet meer herinneren. De eva
cuatie bleef uit, omdat de dijk het
hield. De koeien konden gewoon op
stal blijven.
Radio
Via de radio hoorde de familie Tim
mer de volgende dag dat het aan de
andere kant van het eiland wel was
misgegaan. 'We hadden toen een ra
dio die op batterijen werkte en daar
werd naar geluisterd. We hoorden
van de ramp in Zeeland en ook Texel
werd genoemd. Dat maakte indruk
op ons Van onze moeder moesten
we bidden voor al de mensen die aan
het helpen waren en voor de mensen
die waren verdronken.' Voor de kleine
Wies was polder De Eendracht ove
rigens een plaats die haar toen nog
weinig zei. 'Ik was daar nog nooit ge
weest.'
Van Beek kan zich niet herinneren dat
ze bang is geweest die nacht. 'Ik
vond het toen meer spannend en in
teressant wat er gebeurde. Boven
dien stormde het wel vaker in de
Prins en je ging er eigenlijk ook niet
vanuit dat de dijken zouden kunnen
breken.' Een andere houding ten op
zichte van het water hield ze even#
over aan de nacht. 'Je was
kmdsafaan toch al bang gems
voor het water. We gingen toenl
eens zwemmen op 't Horntje waal
de veerhaven is, maar je had het
niet om dieper dan je knieën te ga
Maar ja, wat wil je met zes kindest
En er waren ook veel kolken en ia
ten rond het huis, waar je ook uiSi
buurt bleef.' 81
it
31
Jan Kikkert van 'Hoornenburg' was
ten tijde van de februariramp 21 jaar
en woonde toen op Martha's hoeve
in Den Hoorn. Zaterdagavond had hij
in 'Ons Huis' een lezing bezocht van
professor Van Houten. Op de terug
weg kon hij zich bijna niet staande
houden, zo hard woei het. 'Mijn broer
Ijs en ik lagen net in bed toen Jaap
Duinker de strandvonder rond mid
dernacht aan de deur kwam en riep
dat we allemaal naar De Schans
moesten omdat het daar mis ging.
Met een groep andere Hoornders zijn
we toen met de vrachtwagen van Piet
(van Hans) Zijm naar de Schans ge
reden. Urenlang hebben we daar met
zakken zand gesjouwd. Wat ik nooit
zal vergeten dat Wijngaarden, een
wat oudere man, daarbij in het water
werd geblazen. Mijn broer Ijs kon
hem nog net bij zijn hoofd grijpen en
hem op de kant trekken. Die zakken
hielpen eerst niets want ze spoelden
direct weer weg, Totdat ze op het
idee kwamen om spoorrails in het gat
te plaatsen. Met vijf anderen ben ik
naar Den Burg gereden om de rails te
halen bij het gebouw van Rijkswater
staat in de Molenstraat. Daarmee is
het dus gelukt de zaak dicht te®
gen. We zijn nog een tijd bijl
Schans bezig geweest. We wJT
allemaal moe, nat en koud. Ik hdjf
ner me dat hotelier Joop Kikkerté
Den Burg met zijn Fordje een gp
pan snert kwam brengen. Die hen
we opgegeten in de machinekaüi
van het gemaal'.
Kikkert en een legertje anderen w
men zondag opnieuw in actie, nfi
het Wagejot bij Oosterend waait
toestand uiterst kritiek was. De tto
doorweekte dijk begon onder de#
van het water af te kalven. 'Wa;jj,
verbijsterd over was was dat de ei
nenkant van de dijk, dus aan de I»
zijde, enorme gaten vertoonde. Si
ken van wel vijf meter lang kwaf
naar beneden glijden en met zeilej
zakken zand moesten die gatenl
den gestopt. Het was echt eenif
beitje op zijn kant. Er was enormg
volk op af gekomen, ook veel v
wen en kinderen die blijkbaar fl
beseften hoe gevaarlijk het wast
de dijk was gebroken zouden ze a;
muur van water over zich heen to
ben gekregen en reddeloos veri®
zijn geweest'.