'Je zag een stroompje dat opeens breder werd' 'Een weg terug was niet meer mogelijk' i 'Koeien moesten los bij rood licht Jan Kikkert haaldl rails voor Schansi Piet Bekker woonde in De Eendracht 6 'De rails kon je zo in een bocht leggen' SSSii Wies van Beek maakte zich op voor evacuatil Ab Kiewiet hielp bij Schans en Oudesluis Adri de Wolf ontsnapte uit wassende wat* 1 TEXELSE COURAN' VRIJDAG 31 JANUARI 2003 Piet Bekker wijst tot waar het water kwam in het ouderlijk huis, nadat de dijk was gebroken. Een wekker en een thermosfles. Dat waren de spullen Piet Bekker meenam toen hij voor het laatst in de ouderlijk woning in polder De Eendracht was. Even later golfde het water door het huis. Waarom hij nou juist die wekker en die ther mosfles weet Bekker na vijftig jaar eigenlijk nog steeds niet. 'Ik heb het gepakt en daarna ben ik weggegaan. Vlak daarna stortte ach ter mij een bruggetje in, waardoor ik ook niet meer terug kon.' Als 17-ja rige jongen woonde Bekker destijds in één van de arbeiderswoninkjes in De Eendracht. Zijn vader, zijn broer en hijzelf werkten destijds bij de fa milie Rutten op de Irenehoeve. Wat er zondagochtend zou gebeu ren, kon hij de avond voor de ramp nog niet bevroedden. Het was Bekker wel opgevallen dat het water veel en veel hoger stond dan hij gewend was sinds hi| in De Eendracht woonde. 'Normaal kon je vanaf de dijk altijd op de Schorren kijken, maar daar stond het water nu tot aan de dijk. Dat had ik niet eerder meegemaakt.' Rutten vroeg vader Bekker en zijn zoons of zij die nacht wilden wachtlopen op de dijk. 'Dat wilden we wel. want daar kregen we drie gulden per uur voor en dat was wat in die tijd. Met z'n drieèn verdienden we destijds 87,70 per week en daar ging dan wekelijks ƒ5,- huishuur en ƒ4,20 melkgeld vanaf. Voor een overuur kreeg je 1 ,- dus ƒ3.- per uur was nogal een be drag. We hebben tot vier uur in de nacht op de dijk gelopen, totdat het water weer wat was gezakt. Daarna hebben we nog bij de familie Van Strien van Zeeburg soep en brood gegeten Bij Van Strien zaten gaten in de dijk en daar zijn zandzakken neer- Om half zeven 's morgens moest Bekker alweer van huis. omdat het er naar uitzag dat het toch echt mis zou gaan. In alle vroegte moesten landbouwmachines, pootgoed en voeder van de Irenehoeve uit de pol der worden weggebracht. Daarna moest Bekker samen met Piet Rutten de koeien van stal halen en naar de Noorderdijk brengen. 'Dat ging even mis. Theodoor van den Heuvel zou bij de deur staan om de koeien naar de dijk te leiden, maar hij was weg om zijn motorfiets in veiligheid te bren ger,. Daardoor deden de koeien met anders dan ze gewend waren en lie pen ze juist naar het water toe. Met veel moeite hebben we ze uiteinde lijk toch allemaal op de Noorderdijk gekregen. In zo'n situatie kun je op eens alles.' Het water liep toen al de Eendracht in. Hoe laat de dijk brak, kan Bekker zich niet goed meer herinneren Hij weet nog wel goed dat het gebeurde en op een plaats waar het eigenlijk niet werd verwacht. 'Je zag eerst een klein stroompje dat opeens naar twee Twee nachten lang was hij aan het werk om het water tegen te hou den. Zaterdagnacht bij De Schans en zondagnacht bij de Oostersluis. 'Dat gebeurde allemaal in het don ker, want een aggregaat om stroom op te wekken had je niet.' 'Ik moest die zaterdagavond om ze ven uur de deur uit toen de klokken luiden', vertelt de 77-jarige Ab Kiewiet. Als 27-jarige werkte hij des tijds voor toenmalig waterschap De Dertig Gemeenschappelijke Polders, de voorloper van Waterschap Texel en Uitwaterende Sluizen. Met collega Jan van der Pijl ging Kiewiet langs de huizen om mensen die dijkwacht hadden te waarschuwen. Rond half tien arriveerde hij bij de Schans. 'De schuif stond normaal omhoog, maar omdat het hout uitgedroogd was, lukte het met meer om hem in het water te laten zakken. Hij bleef drij ven op het water. En er stond al zo veel stroming dat het ook niet meer zou lukken om hem nog in het water te laten zakken. Er stond een vlie gende storm, het water bulderde on der de schuif door. Als je er een basaltkei in liet vallen, hoorde |e die tegen de wanden van de sluis oprammeien.' Met anderen toog Kiewiet aan het werk om zakken te vullen met zand. Bij de graanhandel werden zakken gehaald en bij het toenmalig depot van Rijkswaterstaat werden ze ge vuld met zand. Omdat de zakken door het snel stromende water veelal meteen wegspoelden, werden later de stukken rails in het water gezet. 'Daar zouden stalen platen tegenaan moeten worden gezet, maar daar voor was de stroming al te sterk.' Kiewiet vindt het nog steeds jammer dat een plan van Jan Schoorl niet werd uitgevoerd. 'Hij wilde er zijn tractor wel in het water rijden. Vlak voordat hij het water zou raken, zou hij eraf springen. Het is met gebeurd, maar het zou een hoop hebben ge scheeld. Dan was het gat natuurlijk niet dicht geweest, maar dan had het water er niet meer zo doorheen ge vlogen.' Om half zes in de ochtend werd Kiewiet afgelost en kon hij bij komen en even wat slapen. 'Toen kon |e over de zandzakken heenlopen. Zoveel waren er neergelegd bij de Schans.' Gebeuren Zondagmiddag was hij bij de onder gelopen De Eendracht. 'Het had ei genlijk nooit mogen gebeuren wat daar gebeurd is. Er was niks meer te redden toen. Bij de boerenbedrijven was alles er al uit.' Zondagnacht stond hij grond te spitten bij de Oostersluis nabij het Wagejot. 'Daar zat nog een oude spuisluis van vroe ger die met meer werd gebruikt. Aan de buitenkant waren stukken dijk weggeslagen, maar aan de binnen kant waren ook stukken weg. Die waren in het spuikanaal dat onder- langs de dijk liep geschoven. Het was eigenlijk met meer dan een tuinwal die er nog stond. Ik kwam er aan het eind van de middag. Vanaf Zeven huizen moesten we er lopend naar toe. 's Middags zag het er nog met zo slecht uit. maar als die dijk door zou gaan, zou heel Texel onder water komen te staan. Dan kon het water in een keer doorlopen. We hebben er de hele nacht grond staan spittep. Dat gebeurde allemaal in het donker, terwijl de weersomstandigheden slecht waren. Een aggregaat om stroom te maken, was er toen nog niet Een oom van mij, die toen op de molen van Het Noorden zat. heeft een tijd aan een touw in het water gestaan om zakken neer te leggen. Na een tijdje hebben ze hem eruit moeten halen, omdat hij onderkoeld was ge raakt. De mensen op de dijk hadden het slecht Het water was zo koud.' Tussendoor even wat eten of drinken was er nauwelijks bij. 'Bij de Schans heb ik geloof ik nog wel een pan snert voorbij zien komen, maar bij de Oostersluis was er volgens mij niks.' Coördinatie van het reddingswerk was er aanvankelijk ook niet bij. 'le dereen deed maar wat, zondag kwa men er mensen van de provinciale waterstaat Die gingen toen wat meer coördineren.' Bij het vullen van de zakken, vormden zich wel snel patro nen. 'Je had mensen die sjouwden, mensen die spitten en mensen die de zakken open hielden. Maar het ging er veel anders aan toe dan het nu zou gaan. En niemand had er toen ook ervaring mee wat te doen als er een dijk brak.' Kiewiet bewaart niet alleen slechte herinneringen aan de nach ten. 'Ondanks alle ellende was het toch ook wel leuk. Je was er met een hele groep diverse mensen aan het werk. Ik kan me bijvoorbeeld de zoon van notaris Mulder herinneren en Braakman van de gemeente. Maar bij de Schans was er in het begin toch ook wel paniek.' Waarschuwen Kiewiet kan er nog steeds met goed bij dat deskundigen destijds niet op tijd hebben gewaarschuwd. Als je de berichten volgde op de radio, wist je dat er boven Schotland een zware storm was en het was springtij De Noordzee is dan net een trechter. Bovendien hadden we op Texel zes uur eerder dan in Zeeland hoog wa ter. De deskundigen hadden dat toch moeten zien aankomen. Ik snap niet dat ze Zeeland toen niet hebben ge waarschuwd.' Communicatie verliep in die tijd veel moeizamer dan tegen woordig. De telefoon moest zijn op mars nog maken. De slechte situatie waarin de dijken zich bevonden was volgens de oud waterschapsman mede te wijten aan gebrekkig onder houd en de betonplaten die destijds na de afsluiting van de Afsluitdijk (1928) langs de dijk waren geplaatst. 'Die waren toen bedoeld als verste viging, maar tijdens de storm werden zé een ramp op zich Achter die pla ten was zand weggespoeld, tijdens de storm werden sommige beton platen weggelicht, waardoor de dijk erachter bloot kwam te liggen. Na de ramp zijn die betonplaten eruit ge haald. En, dat kan wel worden ge zegd, na de oorlog was er nauwelijks geld voor onderhoud aan de dijken.' In de maanden na de ramp was Kiewiet als medewerker van De Der tig Gemeenschappelijke Polders nog steeds met de zandzakken bezig, maar dan om ze weer weg te halen. 'Dat ging allemaal met de hand. Op sommige plaatsen hebben ze nog maanden gelegen. Het zand werd in het water gegooid en de zakken gin gen, als ze nog een beetje schoon te krijgen waren, terug naar de eige naars. Ik kan me nog herinneren dat de rails bij de Schans helemaal ver bogen uit het water kwamen. Die had |e zo weer kunnen gebruiken in een bocht. Met zo'n kracht was het wa ter er tegenaan gegaan.' kanten toe breder was Ik zag de dijk scheuren. Ik kan me met herinneren dat ik het breken heb gehoord, maar dat geluid ging ook verloren in de storm. Ik weet dat ik terug ben ge gaan naar het huis en daar eerst beddengoed heb opgehaald waar mee ik nog een tijd op de Eierland- sche dijk heb gezeten. Daarna ben ik nog een keer teruggegaan en heb die wekker en thermosfles meegeno men. Het water steeg met zo snel, vanwege de wind. De vloedgolf ging richting Zeeburg.' Bekker was de laatste die in het huis was. Zijn vader was op dat moment elders bezig en zijn moeder en de an dere kinderen waren ondergebracht in hotel De Zwaan in Den Burg. Later werden ze opgevangen bij de familie Jas aan het Schilderend. 'Ik ben daar 's-avonds laat ook terecht gekomen. Dat was even wat voor een jongen van zeventien, omdat ze daar met nogal een aantal meiden zaten.' Tot dat ze elkaar zagen, tasten de fami lieleden in het duister over elkaar. Even bellen dat het goed ging. was er nog niet bij De vader van Bekker ging nog naar de Oostersluis om daar mee te helpen. Zover kwam het ech ter niet. 'Hij heeft meteen de vol gende bus teruggepakt. Hij dacht dat Hij daar echt zou verzuipen. Het was er levensgevaarlijk.' Dakgoot Bij terugkeer in de woning in De Een dracht bleek dat het zeewater door de dakgoot had gelopen. 'Binnen kon je aan de schilderijen zien tot hoe hoog het water was gekomen. En er lag overal slik. Het bijzondere was dat op tafel krentenbrood en erwtensoep waren blijven staan zoals we het had den achtergelaten. Die tafel was rechtop in het water blijven drijven. Het stond er nog net zo bij als we het hadden achtergelaten. En de hond, die we vergeten waren, was op tijd op een andere tafel gesprongen en had het zo overleefd. Ik kan me ook her inneren dat het toen net gesneeuwd had, waardoor De Eendracht er mooi wit bijlag.' In de schuur bij het huisje bleek dat niet iedereen even begaan was met het lot van de bewoners. Alles was gestolen. 'We hebben er niet meer gewoond na de ramp. We zijn bij hoeve Ruimtezicht gaan wonen, waar mijn vader toen boerenknecht kon worden.' Veel nare herinneringen of trauma's hield Bekker niet over aan de over stroming. 'In 1976 moest ik er wel aan denken. We woonden toen in Oude- schild toen het opnieuw zo slecht was. Dat was ook op een zaterdaga vond en er stond toevallig weer krentenbrood op tafel. Ik heb toen gezegd dat ik met weg wilde. En ik heb de deur naar de trap er meteen uitgehaald, zodat we naar boven zou den kunnen gaan als het mis ging. De deur voor de trap op de begane grond was in 1953 veel mensen fa taal geworden, omdat ze door het binnenstromende water vaak niet meer openkregen. Ik zorgde er dus wel voor dat dat gat open bleef. Adri de Wolf op de weg waarover hij vijftig jaar samen met Aad Koger liep om aan het instromende water te ontkomen. Achteraf bekeken vraagt De Wolf af, waarom ze destijds nog naai Eendracht moesten 'De boerdei waren al ontruimd en het vee was weg, dus waarom was het nog ni dat we daar waren. Maar er wai dat moment ook geen leiding ei dereen deed eigenlijk maar wat. kun je ook niemand kwalijk nen want er was geen plan wat we mi ten doen. En we werden in de aangevallen door het water. Wet den toen ook met echt het gevoel we bedreigd konden worden dooi water. Op school hadden we gek dat het veilig was, nadat de Afsl dijk was gesloten.' Achteraf bekel weet De Wolf voor zichzelf dat hl genlijk niet door het water had l| ven gaan. 'Het water is één rr| hoog gekomen, dus we hadden? bij Zeeburg naar boven kunnen 5! of we hadden op de dijk moeten* ven. Dan hadden we zo I Cocksdorp kunnen lopen. MaaiS is achteraf bekeken.' Nare herinnering of een trauma L hij er met aan over. Ermee bezig- 'Ik wist dat ik vijf meter buiten de omheining die boven het water uit stak moest blijven. Dan zou ik ook niet in een sloot terecht kunnen ko men. En we schreeuwden elkaar moed in.', vertelt Adri de Wolf. Wa dend vluchtte hij een halve eeuw geleden voor het water dat toen met alle kracht De Eendracht instroomde. De Wolf, die destijds in De Waal woonde, was één van de vrijwilligers die zondagochtend naar de be dreigde polder werden gebracht om te voorkomen dat de dijk zou breken. 'De klokken begonnen te luiden en voor een jongen van zestien was het toen fantastisch om mee te kunnen helpen. Je moest een schop pakken om te kunnen spitten en dan ging je. Mijn broers Cor en Co gingen ook mee, alleen de jongste broer moest thuis blijven.' Met de Teso-bus werden ze naar De Eendracht gebracht. 'Toen we in de bus zaten, wisten we nog niet waar we heen gingen. Het was wel een gemeleerd gezelschap dat er zat. Ik weet nog dat er een aangenomen zoon van burgemeester De Koning bij was, dominee Gerard van der Kooi zat erin en Frans Holdeboom.' In de polder moest De Wolf aan de slag bij hoeve Zeeburg. Lege zakken waar slakkemeel in had gezeten, moesten naar de dijk worden ge bracht 'Die zag er op dat moment niet best meer uit en ik vroeg mezelf af wat we hier nog eigenlijk moesten doen. Je voelde hem schudden on der je benen. Voor mijn gevoel heb ik zes of zeven zakken naar de dijk ge bracht, toen ik terug moest naar de schuur om nieuwe te halen. Op dat moment zagen we de bus wegrijden en begonnen we zelf ook te rennen. Ik had op dat moment nog niet in de gaten dat er al water was. Maar het was zo slecht dat het leek alsof er overal water was.' Korte tijd later zag De Wolf de Teso-bus een eind ver derop gekanteld in de sloot liggen. De wagen was door de hevige stroming van de weg geraakt. Samen met dorpsgenoot Aad Koger ondernam De Wolf wadend de terug tocht naar de veilige Eierlandsche dijk. 'Toen we begonnen met lopen, kon je de weg nog zien, maar dat was snel over. Toen stonden we er midden in en was een weg terug niet meer mogelijk Aan de hand van de omhei ning zijn we naar de Eierlansche dijk gelopen. Je moest voorkomen datje in een sloot kwam, want daar kon je niet staan en dan was het gedaan. Je moest blijven staan.' De omstandig heden waren ondertussen ronduit slecht. 'Het was drie of vier graden, er stond een harde wind en we wer den ér zeiknat Ook onze laarzen stonden vol water. Tijdens het lopen spraken we elkaar telkens moed in. Het zal denk ik zo'n zes a zeven mi nuten geduurd hebben, voordat we bij de dijk waren, maar voor mijn ge voel duurde het een eeuwigheid. Nadat ze de polder hadden verlaten, gingen De Wolf en Koger lopend over de Hoofdweg terug naar De Waal. Bij hoeve Zeeland werden ze opgepikt door een vrachtwagen die ze het laat ste stukje terug bracht. si ven of er veel aan terug denken, (fo hij evenmin. 'Het is er nu weer ejg maar ik heb me verder niet in de r.e verdiept. En we zijn alledrie oofé het water terechtgekomen. Ik een tijd als kok op de beroepsv* gewerkt en mijn broers zijn kol visser en marineman geworden, kotter heeft ook nog wel eens o\ kop gelegen.' De polder kreeg il hem na de ramp ook met een anj I betekenis. 'Ik ben er een paar d<k na de doorbraak opnieuw gewl om onder leiding van meester LM van de landbouwschool op te ruiiTt Ik heb er ook op het land gewerkfi toen ik 24 of 25 was, ben ik noJ het gat geweest om er aardpereit planten voor de jacht. Toen kol nog zien waar het had gezeten If niet echt meer.' a Wies van Beek Ze was gehuld in zoveel mogelijk kleren als ze aankon, weet Wies van Beek-Timmer zich nog te her inneren. Ze had ze moeten aan trekken van haar moeder voor het geval het gezin hoeve Gerardus Majella in de Prins Hendrikpolder zou moeten verlaten. 'Het was helemaal met warm in al die kleren en ze werden op een gegeven moment ook nat en zwaar, maar daar dacht je toen eigenlijk allemaal niet aan.' Samen met haar oudere broer Juul en een knecht had Van Beek die zaterdagnacht de zorg voor de koeien. Bewoners van de Prins wa ren gewaarschuwd voor een moge lijke evacuatie. Alertheid was gebo den. Van Beek: 'Wij moesten de koeien uit de stal halen als het zou mis zou gaan. Wij moesten daarvoor de Mariahoeve, toen het hoogste ge bouwd in de polder, goed in de ga ten houden. Als daar een rood licht zou gaan branden, was dat het teken dat de dijk was doorgebroken. Dan moesten wij de koeien losmaken. Die stonden toen nog vast met een horsenseel. Daar moest |e aan trek ken om de' koe los te maken, maar je moest er ook met te hard aan trekken, want dan kwam het touw juist vaster te zitten.' De rest van de familie was ook volop in touw die nacht. Vader Henkrik Tim mer liep dijkwacht en moeder Suze Timmer bereidde in huis een moge lijke evacuatie voor. Van Beek: 'Ik kan me nog goed herinneren dat ze de hele tijd sinaasappels aan het persen was en er moesten zoveel mogelijk kleren naar de hooizolder worden gebracht. Er moesten ook baby kleertjes mee en daar verbaasde we ons nogal over, want mijn jongste zus Riet was toen toch al een jaar, dus ze kon ze met meer aan. Maar de baby kleertjes moesten echt mee, want mijn moeder bleek in verwachting te zijn. Daar kwamen we op dat moment achter in die nacht. Maar ja, dat ging in de tijd toch nog allemaal veel an ders. Dan had je er soms zomaar opeens een broertje of zusje bij.' Zus Riet werd voor de zekerheid al vast in kinderwagen hoog in het hooi vak gezet. 'Dat scheelde voor mijn moeder, dan wist ze dat zij veilig was. Op mijn oudste broer en mij hoefde ze ook niet echt te letten, want dat zou de knecht doen als de dijk zou breken.' Hoe lang ze uiteindelijk is opgebleven die nacht, kan Van Beek zich niet meer herinneren. De eva cuatie bleef uit, omdat de dijk het hield. De koeien konden gewoon op stal blijven. Radio Via de radio hoorde de familie Tim mer de volgende dag dat het aan de andere kant van het eiland wel was misgegaan. 'We hadden toen een ra dio die op batterijen werkte en daar werd naar geluisterd. We hoorden van de ramp in Zeeland en ook Texel werd genoemd. Dat maakte indruk op ons Van onze moeder moesten we bidden voor al de mensen die aan het helpen waren en voor de mensen die waren verdronken.' Voor de kleine Wies was polder De Eendracht ove rigens een plaats die haar toen nog weinig zei. 'Ik was daar nog nooit ge weest.' Van Beek kan zich niet herinneren dat ze bang is geweest die nacht. 'Ik vond het toen meer spannend en in teressant wat er gebeurde. Boven dien stormde het wel vaker in de Prins en je ging er eigenlijk ook niet vanuit dat de dijken zouden kunnen breken.' Een andere houding ten op zichte van het water hield ze even# over aan de nacht. 'Je was kmdsafaan toch al bang gems voor het water. We gingen toenl eens zwemmen op 't Horntje waal de veerhaven is, maar je had het niet om dieper dan je knieën te ga Maar ja, wat wil je met zes kindest En er waren ook veel kolken en ia ten rond het huis, waar je ook uiSi buurt bleef.' 81 it 31 Jan Kikkert van 'Hoornenburg' was ten tijde van de februariramp 21 jaar en woonde toen op Martha's hoeve in Den Hoorn. Zaterdagavond had hij in 'Ons Huis' een lezing bezocht van professor Van Houten. Op de terug weg kon hij zich bijna niet staande houden, zo hard woei het. 'Mijn broer Ijs en ik lagen net in bed toen Jaap Duinker de strandvonder rond mid dernacht aan de deur kwam en riep dat we allemaal naar De Schans moesten omdat het daar mis ging. Met een groep andere Hoornders zijn we toen met de vrachtwagen van Piet (van Hans) Zijm naar de Schans ge reden. Urenlang hebben we daar met zakken zand gesjouwd. Wat ik nooit zal vergeten dat Wijngaarden, een wat oudere man, daarbij in het water werd geblazen. Mijn broer Ijs kon hem nog net bij zijn hoofd grijpen en hem op de kant trekken. Die zakken hielpen eerst niets want ze spoelden direct weer weg, Totdat ze op het idee kwamen om spoorrails in het gat te plaatsen. Met vijf anderen ben ik naar Den Burg gereden om de rails te halen bij het gebouw van Rijkswater staat in de Molenstraat. Daarmee is het dus gelukt de zaak dicht te® gen. We zijn nog een tijd bijl Schans bezig geweest. We wJT allemaal moe, nat en koud. Ik hdjf ner me dat hotelier Joop Kikkerté Den Burg met zijn Fordje een gp pan snert kwam brengen. Die hen we opgegeten in de machinekaüi van het gemaal'. Kikkert en een legertje anderen w men zondag opnieuw in actie, nfi het Wagejot bij Oosterend waait toestand uiterst kritiek was. De tto doorweekte dijk begon onder de# van het water af te kalven. 'Wa;jj, verbijsterd over was was dat de ei nenkant van de dijk, dus aan de I» zijde, enorme gaten vertoonde. Si ken van wel vijf meter lang kwaf naar beneden glijden en met zeilej zakken zand moesten die gatenl den gestopt. Het was echt eenif beitje op zijn kant. Er was enormg volk op af gekomen, ook veel v wen en kinderen die blijkbaar fl beseften hoe gevaarlijk het wast de dijk was gebroken zouden ze a; muur van water over zich heen to ben gekregen en reddeloos veri® zijn geweest'.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2003 | | pagina 6