Lesbische seks draagt flink bij aan populariteit Papieren verzetsman Jullens teruggevonden Bescheiden oprichter steunfonds naar LOMT ruL Publieksprijs voor Milou Mast 'Artemis is een echt boek geworden' Geknip^Cf Met haar versie van het nummer Que viva la vida van Belle Perez ver diende Milou Mast zaterdagavond in dorpshuis De Hof in De Koog de publieksprijs bij de jaarlijkse play- backwedstrijd. Volgens de mensen uit de zaal voldeed zij het best aan de eisen die aan playback worden gesteld. Ze zong perfect synchroon met de originele tekst mee, had een zeer goede gelaats- en lichaams uitdrukking en haar uiterlijk was uit stekend verzorgd. Mast (foto) kwam uit in de categorie bovenbouw van de basisschool. In totaal vonden tussen 19.00 en 22.00 uur 27 optre dens plaats, verdeeld over vijf cate gorieën. Bij de allerkleinsten (groep 1 en 2 van de bassischool) ging de eerste prijs naar Elize Blom, Inge Tielemans en Donna Bouwmeester voor hun versie van Nijntje en de eerste prijs bij de deelnemers uit groep 3 en 4 ging naar Viergeline den Teuling als Christina Aquilera. Bij de deelnemers uit het voortge zet onderwijs ging de eerste prijs naar Lisanne Schuyl als Kelly Clark- son en bij de volwassenen wonnen Janneke en Michel Mast, Marieke Kooiman en Monique den Braven met hun interpretatie van Boney M. De deelnemers aan de Koger playbackshow groeiden gezamen lijk naar de avond toe. Van te voren kwamen zij al enkele malen bij elkaar om de muziek door te nemen en van elkaar te leren. De middag voorafgaande aan de wedstrijd was iedereen al op tijd in het dorpshuis aanwezig om gekapt en geschminkt te worden. Daarna werd op het toneel een soundcheck gehouden en het lichtplan doorgenomen. Na een gezamenlijke maaltijd brandde vervolgens de strijd los. De winnaars van de dorper voor- gehouden, rondes zijn allemaal nog te zien op Esther Bremer en Anja de Crom hebben geen seksuele relatie met elkaar, zijn zelfs geen dikke vriendinnen, maar presenteerden inmiddels wel vol trots hun twee de boek, de detective Artemis op jacht. En wat de in Ooste rend opgegroeide maar al jaren in Amsterdam wonende Bremer betreft, is het niet hun laatste gezamenlijke werk. 'Hier kunnen we nog wel even mee vooruit. We blijken allebei heel goed een andere stijl, die niet van onszelf is, te kunnen pakken. Ik weet nog niet wanneer, maar ik weet zeker dat er een derde deel komt.' Artemis op jacht is een uitstekend leesbaar boek geworden. Geen literatuur, zoals Bremer uit zichzelf direct toegeeft, maar wel in een vlotte stijl geschreven, met prettig leesbare dialogen en met een span ning die ervoor zorgt dat je als lezer zo snel mogelijk naar de laatste de finale die op 22 april in dorpshuis bladzijde toe wilt - om het daarna De Bijenkorf in Oosterend wordt jammer te vinden dat het boek uit Tubantia door SWT gekocht De Stichting Wonen Texel heeft appartementencomplex Tubantia aan de Pontweg gekocht om tij delijk NlOZ-studenten uit de Pot vis te huisvesten. Door de studen ten elders onder te brengen, kan de SWT de bouw van de nieuwe campus bij het NIOZ in één keer uitvoeren. 'Het was eerst de bedoeling dat we dat in twee fasen zouden doen. maar in één fase is beter. Dan wordt het financieel haalbaar', aldus direc teur Jan van Andel. De 26 studenten die nog in de Potvis wonen, nemen deze week hun intrek in Tubantia. Volgens Van Andel levert het geen problemen op met de slaapplaat sen. omdat de studenten slechts tijdelijk in Tubantia verblijven. 'Wat we er daarna mee gaan doen. moe ten we nog bekijken. Dan moeten we ook bezien waar we bestemmingsplantechnisch nog tegenaan lopen.' Bedoeling is dat 'Een literaire wandeling door Oos terend' was wat journalist Lode- wijk Dros voor ogen stond toen hij begon aan het artikel Idyllisch Oosterend werd een verscheurd 'Jeruzalem van het noorden' dat vorige week werd gepubliceerd in de Fiets- en Wandelgids van Trouw. Met het artikel in de hand kan de wandelaar in de voetsporen treden van schrijvers als J.J. Buskes, Aart van den Brink, Huib Fenijn en Dirk Daalder. Dros noemt in totaal acht Oosterender schrijvers. De wande ling voert door het dorp, langs de Kaai, Nieuweschild, de Zandkes en door het Lageveld. Jammer genoeg is de tocht (nog) niet opgenomen op de website van Trouw. de Potvis, waarvan al een gedeelte gesloopt is, volgende week volledig tegen de vlakte gaat. Op die plek bouwt de SWT 87 nieuwe woon eenheden, waarvan 19 ééngezins woningen. En met de beschrijvingen van lesbische seks die ook al in het eind 2002 verschenen eerste boek, Pitty naar college, een prominente rol speelden en .die gezien alle reacties ongetwijfeld een belangrijke bijdra ge hebben geleverd aan de popula riteit onder lesbiennes. Het boek werd besproken in tijd schriften en op websites die zich speciaal richten op vrouwen die op vrouwen vallen, het beleefde een uitstekend verkochte herdruk in de bekende Rainbow-pocket- reeks, er waren druk bezochte sig neersessies in boekwinkels en op vrouwenmanifestaties en daarnaast organiseerden de schrijfsters zoge noemde voorleestoneelstukken, waarbij ze uit het boek voorlazen en de (vrouwelijke) toehoorders in de zaal elk van één van de voor komende personages voor hun rekening namen. 'Dat is hartstikke leuk. We kiezen vooral fragmenten waarin zoveel mogelijk personages voorkomen, zodat we zoveel moge lijk mensen kunnen laten meedoen. Veel vrouwen durven eerst niet zo erg, maar komen later helemaal los. Als extraatje hebben we nu een Pitty-kennisquiz, waarbij de deelne mers moeten raden of een fragment uit één van onze boeken of uit de originele reeks over Pitty komt.' Kostschoolromannetjes Wat minder dan het debuut is Arte- mis op jacht een parodie op de bekende kostschoolromannetjes die Enid Blyton al vóór de Tweede Wereldoorlog schreef en waarin opgroeiende meisjes wel eens wat ondeugend mochten zijn, maar ze toch vooral vriendelijk, voorko mend en vlijtig waren. Bremer en De Crom, die elkaar in een chat- box voor homo's op het internet ontmoetten en in elkaar geïnteres seerd raakten omdat ze allebei een personage uit de P/tty-reeks als schuilnaam gebruikten, schreven Pitty naar college zoveel mogelijk in dezelfde stijl, met dezelfde struc tuur, dezelfde typetjes en met het zelfde taalgebruik als het origineel. In het tweede boek wordt het ver haal verteld door een ik-figuur, Arte- mis, die in de oorspronkelijke reeks niet voorkomt. 'In ons eerste boek is ze een bijfiguur. Eigenlijk is ze een schurk, die de hoofdpersoon, Pitty, verleidt en die vreemd gaat. Maar ze werd erg populair, zo bleek uit reacties van lezers, die de hoofd stukken eerst als vervolgverhaal op onze website konden lezen. Daar om besloten we haar dit keer als hoofdpersoon op te voeren.' Door het verhaal in de eerste persoon te vertellen, maakten Bremer en De Crom het zich niet gemakkelijk. 'Het kost veel meer moeite je verhaal te doen, omdat je niet naar een andere persoon kunt springen. Maar het is daardoor wel een stuk doordachter geworden. Pitty was een beetje een samenraapsel, Artemis is een echt boek geworden. Ik vind het zelf ook een stuk volwasséner. Pitty was echt zoet. Zó zoet, dat het weer grappig wordt.' Terras Anders dan wel eens wordt gedacht, vormen Bremer en De Crom in de privé-sfeer geen stel. Toen ze des tijds besloten een parodie op de Pitty-reeks te schrijven, hadden ze elkaar zelfs nog nooit ontmoet. Dat gebeurde voor het eerst op een ter ras in De Croms woonplaats, Am- hem, waar ze in één middag de ver haallijn vastlegden, waarna ze elk afzonderlijk aan het werk gingen en de voortgang vrijwel uitsluitend per e-mail bespraken. Hun tweede boek schreven ze op dezelfde manier, al ging het wat minder vlot. 'Het duur de veel langer. En bovendien heb ben we in een laat stadium nog to! een belangrijke wijziging besloten. We" hadden eigenlijk bedacht dat Artemis en juffrouw Peters, op wie ze valt, elkaar aan het eind zouden krijgen, maar uiteindelijk werd Iris zo'n belangrijke en leuke persoon, dat we vonden dat we het niet meet konden maken haar te dumpen.' Een (verdrietige) tegenslag vormde het overlijden van de uitgeefster, maar uiteindelijk konden De Crom en Bremer zelfs kiezen uit meerdere gegadigden. 'We hebben gekozen voor degene die het meest enthou siast was.' Esther Bremen 'Ik weet zeker dat DINSDAG 28 FEBRUARI 2006 TEXELSE O COURWT Luchtvaart- en Oorlogsmuseum Texel beschikt sinds vorige week over enkele persoonlijke beschei den van Albert Jullens en zijn vrouw Menje Lenting. Jullens was tijdens de Tweede Wereldoorlog belastingambtenaar op Texel en één van de grondleggers van de Texelse afdeling van het Nationaal Steunfonds. Het fonds was de bankier van het verzet en stond onderduikers financieel bij. Op 8 april 1945 tijdens de Georgische Opstand werd Jullens bij Texla gefusilleerd. De persoonlijke spullen van de ver zetsman kwamen toevallig boven water tijdens een onderzoek dat Ed Vermeulen uit Baarn naar het Nati onaal Steunfonds verrichtte. Hij las de naam van Jullens op de lijst van mensen die stierven voor het fonds en zag dat de Texelse belasting ambtenaar tijdens de Georgische Opstand door de Duitsers was gefu silleerd. Dat raakte een snaar bij Ver meulen, omdat hij als kind na de oor log geregeld op Texel was geweest en bekend was met de Russenoor log. Vermeulen is een neef van Bill en Joke Visser die vroeger in het Witte Huis in De Koog woonden. De Baarnder besloot een zijsprong in zijn onderzoek te maken en kwam via via aan de weet dat er nog een kleinzoon van Jullens in de Kop van Noord-Holland woonde. De kleinzoon toonde weinig, inte resse in het verleden van zijn opa. maar wist Vermeulen te vertellen dat hij nog wel spullen van zijn opa op zolder had liggen. Na een paar verzoeken was de kleinzoon bereid de spullen aan Vermeulen over te dragen. Voorwaarde was dat ze een goede plek zouden krijgen. In de ogen van Vermeulen was dat het Luchtvaart- en Oorlogsmuse um. Daar werd enthousiast op de vondst gereageerd. Dinsdag over handigde Vermeulen in het museum bij het vliegveld onder meer de Per soonsbewijzen van Jullens en zijn vrouw Lenting aan Gelein Jansen die voor het LOMT het archief van de Tweede Wereld en de Georgi sche Opstand beheert. Op het Persoonsbewijs van Len ting is te zien dat het op 13 okto ber 1941 door de gemeente Texel is uitgegeven. Het is ondertekend door toenmalig ambtenaar Jo Groe- newold. Het Persoonsbewijs van Jullens dateert van 1944 is in Anna Paulowna uitgegeven. Er staat op vermeld dat het om een tweede exemplaar gaat. Een Persoonsbe wijs van Jullens van de gemeente Texel zat niet bij de collectie. Dat bevatte verder wel een pasje van Lenting waarmee ze kon aanto nen dat ze op het eiland woonde, een bonnenboekje van Jullens en een armdraagband met de tekst Luchtbeschermingsdienst - Politie. De draagband is voorzien van vier stempels van de gemeente Texel. Jullens was vermoedelijk lid van de Luchtbeschermingsdienst. Het pasje van Lenting is ondertekend door Rijk de Vries, de toenmalige NSB-burgemeester van Texel. Het is ook voorzien van een stempel van de toenmalige Ortskommandantur Texel en een vooralsnog onbekende handtekening. Jullens De oorspronkelijk in het Groning se Appingedam geboren Jullens Ed Vermeulen uit-Baarn overhandigde dinsdag de bescheiden van Albert Jullens aan het Luchtvaart- en Oorlogsmuseum Texel. Links naast hem auteur Wim Kalkman die in zijn boek Texel, Nederlands laatste slagveld een paar pagina's aan de oprichter van de Texelse afdeling van het Nationaal Steunfonds heeft gewijd. (Foto'" ^roen van Hattum) vestigde zich in mei 1939 op het eiland met zijn vrouw en hun twee kinderen Fenje en Bert. Het gezin woonde in Den Burg aan de Wilhel- minalaan 41 (later omgenummerd naar 79). Jullens was actief in het verzet. Vermoedelijk via zijn werk kwam hij in contact met het Nati onaal Steunfonds dat in 1942 door de Amsterdamse bankiers Walra ven en Gijs van Hall was opgezet. De belastingdienst speelde destijds een belangrijke rol in het steunfonds door verantwoordingen af te geven voor het ingezamelde geld. De Texelse afdeling van het Natio naal Steunfonds werd in het voor jaar van 1942 in de huiskamer van Jullens geboren. In zijn boek Overle ven in angst beschrijft oud-gemeen tesecretaris Piet Beemsterboer hoe hij, gemeenteambtenaar Willem Kelder, belastingambtenaar Ale Statema, directeur Karei Stoepker van het arbeidsbureau en Jullens in het geheim aan de Wilhelminalaan samenkwamen. De bijeenkomst leidde ertoe dat een groep van ongeveer vijfentwintig mensen zich voor de Texelse tak van het steun fonds begonnen in te zetten. Zij gingen maandelijks bij Texelaars langs de deur om geld en distribu tiebonnen voor het steunfonds op te halen. Jullens en Statema speel den daarbij een belangrijke rol. Zij kenden persoonlijk alle Texelaars bij wie de vertegenwoordigers van het steunfonds terecht konden en ze beschikten over hun financiële gegevens. De Texelse afdeling van het steunfonds bleef tot eind 1944, begin 1945 bestaan. Daarna wer den de werkzaamheden uit voor zorg beëindigd, omdat burgemees ter Rijk de Vries argwaan begon te krijgen. Kalkman De overhandiging van de beschei den van Jullens werd bijgewoond door Wim Kalkman die begin jaren tachtig samen met J.A.C. Bartels het standaardwerk Texel, Nederlands laatste slagveld over de Georgische Opstand publiceerde. In dat boek wordt eveneens aandacht aan Jul lens besteed. Kalkman zette tegen- De bescheiden van Albert Jullens en zijn kleinzoon op zolder hebben gelegen. over de aanwezigen in het museum uiteen dat Jullens niet om zijn werk voor het Nationaal Steunfonds werd doodgeschoten. De belastingamb tenaar had de pech dat hij aan het begin van de Georgische Opstand werd verraden door een Duitser aannemer, Müller, die op het eiland werkte. Jullens werd zelfs meer dere keren door Müller verraden. Nadat hij voor de eerste keer door de Duitsers was opgepakt, werd hij echter vrijgelaten omdat hij kort daarvoor de vrouw van NSB-er Wim Goedhart had geholpen. De vrouw was zwaargewond geraakt bij de beschieting van Den Burg en Jullens had haar in veiligheid gebracht. De Duitsers lieten de belastingamb tenaar gaan na ingrijpen van burge meester De Vries en de Ortskom- mandant. Zoon Bert had de hulp van De Vries ingeroepen, nadat zijn vader was opgepakt. Na zijn vrij lating verkeerde Jullens in de ver onderstelling dat de Duitsers hem niets zouden maken en hij ging terug naar de Wilhelminalaan. Dat bleek een misrekening. Müller ver raadde hem voor een tweede keer en Jullens werd wederom naar de Ortskommandantur op de Groene- plaats afgevoerd. Zoon Bert toog opnieuw naar het gemeentehuis om de hulp van De Vries in te roepen, maar trof een dichte deur. Het was zondag en het raadhuis was geslo- v Menje Lenting die jarenlang bij e ten. Kalkman: 'Er kon geen hulp voor Jullens meer komen en hij werd afgevoerd naar Texla. Teun Huisman van het Koogereind zag daarna hoe Jullens daar een gat moest graven. Jullens wilde dat niet en werd toen met een geweer geslagen. Later werd hij neerge schoten.' De belastingambtenaar werd provisorisch bij het bunker complex achter Texla begraven. Op j 20 mei, na de beëindiging van de Georgische Opstand, werden zijn stoffelijke resten opgegraven en op de Algemene Begraafplaats in Den Burg herbegraven. Zijn verrader j Müller ging later de geschiedenis i in als de Duitser die na afloop van de opstand vla een ambulance van het eiland probeerde te ontsnap- pen. Hij werd echter ontdekt en op de haven van Oudeschild door de Binnenlandse Strijdkrachten uit de ambulance gesleept en in Den Hel der overgedragen aan het Militair Gezag. De bescheiden van Jullens en Men- ting zijn opgenomen in de collectie van het LOMT. De papieren krijgen volgens Jansen binnenkort een plek in het museum. Hij wees erop dat op zolders nog geregeld soortge lijke spullen als de bescheiden uit de Tweede Wereld liggen. 'Je merkt dat die nu ook meer en meer weer tevoorschijn beginnen te komen.'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 2006 | | pagina 8