■i
'Allemaal mooi en aardig, maar niemand die me hieruit haalt'
TEXELSE j COURANT
ontluistering
BBB1
Afstudeerproject voor nieuwe vorm van vakantie
DINSDAG 24 OKTOBER 2006
loen ik de situatie van mijn vader, die de ziekte van Alzheimer had,
jjgon te beschrijven, had ik geen enkel vermoeden dat ik na twee
Servio iaanden al zou moeten stoppen in verband met zijn overlijden. Ik
epara beschrijven over de gewone, dagelijkse dingen die het voortschrij-
9°H( jjbe proces van dementie met zich meebrengt. Over de gevolgen
l3nhet geheugenverlies voor partners en familieleden, gevoelens van
'r terming oproepen bij mensen die met de problematiek in aanraking
»n geweest, inzicht geven aan hen die nog nooit een dementerende
„hun nabijheid hebben gehad. Het zijn maar vier delen geworden, het
niet anders en het is goed zo. Ik heb lang geaarzeld of ik de situatie
vjthet einde aan toe moest beschrijven. Na zorgvuldig beraad heb ik
jfvoor gekozen de ziekenhuisperikelen niet onvermeld te laten. Hoe
junnen ze in het buitenland, met name in Amerika, denken dat wij hier
ti Nederland maar hoeven te kikken om een einde aan ons leven te
bten maken? Een laatste verhaal uit de praktijk.
Lukraak pakt hij opnieuw een krant
van tafel om wat te lezen. Tot mijn
grote schrik barst hij opeens in
tranen uit. Mijn ogen vliegen over
de tekst. Mijn god, het artikel over
de dood van Belle, hun Golden
Retriever. Nu ga ik ook voor de bijl,
geen houden aan. Met de hoof
den tegen elkaar aan snotteren we
samen boven de krant. Hij herpakt
zich het eerst. 'Dit wil ik wel verder
lezen, maar nu even niet.'
Het blijft een tijdje stil. 'Van de
week ben ik zomaar weer geval
len, 'zegt hij opeens tegen me. 'In
het schuurtje. Ik heb niks tegen je
moeder gezegd, want dan schrikt
ze. Of ze wordt boos. Weet je waar
ze ook boos van wordt? Als ik vraag
hoe laat ik naar de pedicure moet.
Het is vervelend voor haar dat ik
daar steeds naar vraag, maar ik
kan echt niet onthouden wanneer
ik daar heen moet. Zou jij niet even
dat papiertje uit m'n tasje kunnen
halen? Het staat binnen op de tafel.'
Terwijl ik opsta, zegt hij nog iets,
waar ik later steeds aan zal moeten
terugdenken. 'Die Alzheimer is niet
het enige waar ik mee zit. Ik heb
nog een probleem.'
Als ik vraag of hij me wil vertellen
waar hij het over heeft en of ik hem
daarmee kan helpen, krijg ik een
nietszeggende blik terug. Hij is het
volkomen kwijt. 'Hoe laat moet ik
nou naar die pedicure? Zal ik alvast
m'n sokken maar uitdoen?'
Ik moet even terugdenken aan een
voorval dat m'n zusje, tijdens het
harken van de tuin, enkele maanden
geleden met m'n vader had. Tijdens
een pauze had ze tegenover hem
gezeten. M'n vader in witte korte
broek, witte sokken, wit T-shirt en
een petje op. 'Goh pa, je lijkt wel
een Duitser', had ze gekscherend
opgemerkt. 'Alles wit. Vooral die
sokken. Dat kan echt met.' Mijn
vader had haar aangekeken alsof
de opmerkingen niet doordron
gen. Mijn zusje was al weer verder
gegaan met harken, toen ze opeens
met een klap het deksel van de vuil
container hoorde vallen. 'Wat doe
je nou, pa', had ze gevraagd terwijl
ze op hem toeliep. Ze kreeg een
verbaasde blik terug. 'Nou, je vond
m'n sokken toch niks, dan moet het
maar zo.'
Een blik op de bodem van de pas
geleegde container bevestigde waar
ze al bang voor was. Daar lagen ze.
In de diepte. Ze kon er met geen
mogelijkheid bij. Terwijl ze met haar
hark probeerde de sokken weer
omhoog te krijgen, was mijn vader
na een aantal verwoede pogingen
on dat te kunnen. 'Het is vreselijk van haar in lachen uitgebarsten.
5,10
ïtf
10,20 ïn voet is verstuikt en ik kan
niet op staan. Vervelend voor
maar ook voor m'n ouders,
0it ik had beloofd het weekend
■ar ze toe te komen. Als ik bel
jn me af te melden, neemt m'n
isder de telefoon op. M'n moeder
boodschappen doen, vertelt hij.
Zwaar teleurgesteld hoort hij aan
2t ik niet kom. 'Oh, dus het gaat
iet door?' verzucht hij. 'Je komt
jet? Maar waar ben je nou? Ik zie
helemaal niet.' Ik hoor hem met
s hoorn rommelen en roep zo hard
:5ik kan dat hij me aan de telefoon
reft en dat ik niet bij hem in de
mer ben. 'Oh ja, natuurlijk. Zo
het. Je moet trouwens met die
wet omhoog. Rust, daar gaat het
om. Maar waar ben je nou? Ik zie je
stemaal niet.
k weet dat m'n moeder een zwaar
teekend tegemoet gaat, want hij
•een zich erop verheugd en kan
-oeilijk omgaan met veranderin-
jen. Na een week gedwongen rust
an ik gelukkig het weekend daarna
•el naar ze toe. Ik zie er tegen op,
wantik heb de kranten bij me, waar-
ik stukjes over mijn vader heb
geschreven. We hebben het hem
d een paar keer verteld, maar of
het zich herinnert, is de vraag,
och vind ik dat hij als hoofdrolspe-
■fopz'n minst moet weten wat z'n
l oochter te melden heeft.
tó het huis in zicht komt, zie ik
tm al rusteloos over het trottoir
Sm Seen en weer schuifelen. Het
L september en heerlijk weer, dus
te kunnen nog lekker buiten op
Set terras zitten. Na de koffie haal
kranten tevoorschijn. 'Zo, ik
:egin gewoon achterstevoren, bij
eind,' zegt m'n vader als hij het
aste deel in handen heeft gekre-
sn. Zijn ogen worden het eerst
aar de foto getrokken. 'Aahaa,
k I eizo'n tuin als ik heb', klinkt het
m swonderd. Na het kris-kras lezen
I an enkele alinea's legt hij de krant
Bug op tafel. 'Er staan hier veel
I ingen in die ook op mij van toepas-
sngzijn', vindt hij. M'n moederen ik
m wisselen een snelle blik. Begrijpt hij
f -ou dat het over hem gaat. of met?
m'n moeder uitgelezen is, staat
op om het avondeten klaar te
-aken. 'Allemaal waar. Geen woord
dogen', zegt ze terwijl ze nchting
■aiken loopt.
Ifn vader en ik zwijgen een poos.
'Het is allemaal mooi en aardig,
maar er is niemand die me hieruit
uit deze situatie,' stelt m'n
L «ader verdrietig vast. Met samen-
S geknepen keel antwoord ik dat ik
heel wat voor over zou hebben
Over de ziekte
van Alzheimer
deel 4
voel me blij en vertel haar dat mijn
vader net wel 20 minuten heel helder
is geweest en dat hij ware volzinnen
heeft gesproken. Hoofdschuddend
hoort ze het aan. 'Wonderlijk toch.
woord ik. 'Je kijkt even niet en het is
voorbij.' Terwijl ik het zeg, besef ik
dat dit voor mij geldt, maar vast en
zeker niet voor hem.
Vijf dagen later lig ik op mijn knieën
in mijn eigen tuin, als de telefoon
rinkelt. Het is mijn zusje, die van
uit een ambulance meldt dat m'n
vader tweemaal een hartstilstand
heeft gehad. Ze vertelt dat hij is
gereanimeerd door het ambulan
cepersoneel en dat ze nu met twee
ziekenwagens, voorafgegaan door
een politieauto, op weg zijn naar het
VU-ziekenhuis in Amsterdam. De
broeders zien de situatie somber in.
de piepjes van de apparatuur waar
de patiënten op zijn aangesloten.
Mijn vader wordt beademd en ziet
er onherkenbaar uit.
Tegen middernacht rijden we naar
huis, om bij m'n moeder de nacht
door te brengen. We verwachten
ieder moment telefoon uit het zie
kenhuis, maar slapen tot onze ver
bazing toch nog een paar uur. Als we
's middags na het bezoekuur terug
keren, zijn we niet veel hoopvoller.
Samen met mijn moeder ga ik op
zoek naar zijn euthanasieverklaring,
die al twaalf jaar ergens in een map
zit opgeborgen. Terwijl mijn moeder,
om plaats te maken, een stapeltje
wr je moeder dat ik er zo aan toe
:en.' vervolgt hij. 'Ze wordt af en
te helemaal gek van me. Ik zie het
an haar.
'Haha, Ook niet normaal. Staat er
hier eentje in de container te har
ken.' Als ik de keuken binnenloop,
staat mijn moeder lof te snijden. Ik
'Snoepen? Ik
Hij heeft de afgelopen drie weken
haast geen zin kunnen vormen. Hij
wil al avonden lang tegen midder
nacht naar de pedicure. Ik moet
steeds maar weer uitleggen dat
het avond is, dat er dan niet wordt
gewerkt en dat hij bovendien don
derdag pas heen moet. Ik word er
af en toe moedeloos van, dat kan ik
je wel vertellen.'
Als ik meld dat ik juist op weg ben
om het afsprakenkaartje te halen,
lacht ze even kort. Buiten, als mijn
vader het briefje in zijn handen
houdt, blijft hij de afspraak herha
len. 'Donderdag, om 10.00 uur. Ja,
dan moet er heen. Donderdag, om
10.00 uur.'
De volgende dag is hij weer hele
maal weggezakt in zijn eigen wereld.
Geen gesprek meer mogelijk. Tegen
de tijd dat ik weg wil gaan, wordt
hij heel onrustig. 'Nou moet je maar
gaan', zegt hij geëmotioneerd tegen
me als ik m'n tas heb gepakt en
nog tien minuten over heb voordat
ik naar het station moet. Hij heeft al
een uur lopen ijsberen, want sinds
hij de kunst van het klokkijken niet
meer beheerst, is de factor tijd een
bedreiging voor hem. 'Nou zie ik je
een hele tijd met meer', stelt hij ver
drietig vast als ik hem een kus geef.
'Welnee, pap. Het duurde door m'n
voet nu langer dan normaal, maar
over 14 dagen ben ik er alweer,' ant-
vertelt ze met onvaste stem.
We pakken wat kleren en njden
naar de boot. Onderweg begint het
gepieker. Hoe gaat dit aflopen? Wat
gaat dit lichamelijk betekenen voor
mijn vader, waar geestelijk toch al
zo weinig van is overgebleven? Zal
hij ooit nog thuiskomen of is opna
me in een verpleeghuis zo meteen
aan de orde? Dat heeft hij nooit
gewild. In 1994 vond hij het al zo'n
verschrikkelijk idee om hulpbehoe
vend te zijn, dat hij samen met
de dokter een suthanasieverklaring
heeft opgesteld. 'Ik reken op je',
heeft hij me destijds glimlachend
opgedragen
In het VU vinden we onze familie
in een wachtkamer op de Intensive
Care. We zijn net op tijd binnen
voor een gesprek met de dokter,
die meldt dat de situatie bijzonder
kritiek is. Het infarct heeft zich voor
gedaan in één van de hartkamers,
met ernstige gevolgen. Ze gaan m'n
vader koelen, deelt hij mee, wat
betekent dat de lichaamstempera
tuur op 33 graden celcius wordt
gebracht. Het hart wordt dan zo min
mogelijk belast. De patiënt zal er
niets van merken, verzekert hij, die
wordt kunstmatig in slaap gehou
den. We mogen even bij hem kijken
en betreden een grote zaal, waar
wel acht bedden staan. Het is er
erg stil, het enige wat je hoort zijn
papieren weg wil leggen, hoor ik
haar adem stokken. 'Kijk,' zegt ze
verbijsterd, 'hier is ie al.' We kunnen
onze ogen niet geloven. Mijn vader
moet de verklaring recentelijk uit de
map hebben gehaald.
Dag in, dag uit gaan we op bezoek,
maar m'n vader komt niet bij. We
hebben zijn verklaring inmiddels
overhandigd, met de wens niet
meer levensreddend op te treden
als er nog méér mis mocht gaan.
Er is ons verteld dat hij er lichamelijk
niet meer bovenop zal komen. Hij
zal bijvoorbeeld nooit meer kunnen
lopen. Een neuroloog onderzoekt
hem. Er is geen enkele hersenac-
tiviteit meer te bespeuren. Na zes
dagen worden we uitgenodigd voor
een gesprek met een vrouwelijke
dokter, die ons vraagt of we het
er mee eens zijn dat er niet meer
levensreddend wordt opgetreden.
Dat hadden we zelf al gevraagd,
maar met zo'n voortdurend wisse
lend personeelsbestand verloopt de
communicatie blijkbaar moeilijk. We
maken haar nogmaals het stand
punt van mijn vader, en dat van ons,
duidelijk.
We zijn allemaal heel erg moe als
het weekend zich aandient. Mijn
vader ligt daar maar en met eerder
dan maandag, de tiende dag, zullen
we weer een gesprek met de dienst
doende dokter kunnen hebben. Het
wordt steeds moeilijker om naast
het bed te staan en te aanschouwen
hoe hopeloos de situatie is. Als ik
maandagmorgen om 9.00 uur bel
om te vragen hoe hij de nacht is
doorgekomen, hoor ik dat ze hem 's
nachts hebben geopereerd. Hij heeft
weer een infarct gehad en er is een
buisje in een ader geplaatst. Ik ben
eerst verbijsterd, daarna woedend.
Hebben gemaakte afspraken dan
helemaal geen waarde? Mijn moe
der kan van vermoeidheid amper
meer op haar benen staan.
Als Toon en ik een paar uur later
naast m'n vader's bed staan, ziet
hij er nog zieker en zwakker uit dan
de afgelopen dagen. Wat een ver
schrikking is dit toch. Er komt een
verpleegster aanlopen. 'Vier zakken
bloed voor meneer Stam', roept ze
tegen een andere zuster. Op dat
moment knapt er iets bij me. Mijn
vader kan niet eens langer dan een
uur op eigen kracht ademen, heeft
geen hersenactiviteit meer en dan
nieuw bloed? Dat nooit. Vastbeslo
ten meld ik ze dat daar toch echt
geen sprake van kan zijn. Degene
die nu nog aan hem durft te komen.
is nog niet met me klaar. Ik posteer
me naast het bed met de vaste
bedoeling verder medisch ingrijpen
te voorkomen. Desnoods timmer ik
er op. Er wordt kalmerend tegen me
gesproken. Waarom? Denken ze
soms dat ik hystensch ga worden?
Geen seconde. Ik ben alleen maar
helemaal klaar met deze zenuwslo
pende situatie. Ze verzekeren me
dat ze de transfusie achterwege
laten en beloven dat de dokter er
aan komt. Het is weer een andere
arts. We gaan onmiddellijk in de
aanval, waarmee we een stortvloed
aan woorden over ons afroepen.
Natuurlijk is mijn vader geopereerd,
zegt de medicus. Dat is toch logisch
als iemand op Intensive Care ligt?
Daar grijpen ze direct in als er iets
mis gaat. Ontredderd zitten we in
onze stoelen. We zien geen oplos
sing meer. 'Maar uiteindelijk willen
we toch allebei hetzelfde', zegt hij
opeens op opgewekte toon. 'Omdat
uw vader de operatie niet goed heeft
doorstaan, vinden we het niet meer
zinvol om de behandeling voort te
zetten. We kunnen bijvoorbeeld de
beademing stopzetten.'
In de tussentijd is de situatie van
mijn vader al zo verslechterd, dat
hij het geen tien minuten na het
uitzetten van de apparatuur meer
volhoudt. De morfine, die hij al een
aantal dagen krijgt toegediend, helpt
hem om vredig weg te zakken.
Als we twee uur later naar huis
rijden, zegt mijn moeder dat ze
hem deze dagen iri het zieken
huis graag had willen besparen.
'En dan te bedenken dat ik alleen
maar de huisartsenpost heb gebeld
om te vragen of ik met hem langs
mocht komen. Die assistente heeft
de ambulance ingeschakeld. Als je
alles toch van te voren weet...'
Naast mijn vader's tuin ligt een kerk
hof, waar we hem hebben begra
ven. Er zit alleen een brede sloot
tussen, een uitloper van het Zwet.
Mijn moeder loopt er zo naar toe.
Je bent eruit, pap. Uit de situatie.
Maar anders dan we dachten.
Margreet Berndsen.
Vliegveld
Enerzijds stoot de provincie aande
el af en anderzijds moet zij goed-
«eunng aan Texel verlenen voor de
Jtbreiding van het aandelenpakket.'
DeNV-voorzitter doet die goedkeu-
fngaf als een formaliteit. De slech-
8 financiële positie van Texel zou
i niet van invloed zijn. 'Beslist
liet, want het geld is al beschikbaar
1 door de gemeenteraad.'
Voorfinanciering
rtfien de gemeenteraad de statu
tenwijziging zou afkeuren, ontstaat
sn groot financieel probleem voor
vliegveld. In de hele transactie
overeengekomen dat het Rijk de
complete renovatie van het vlieg-
told, die tussen 2003 en heden
«erd uitgevoerd, zou voorfinan
cieren. Daarmee is een bedrag
üsmoeid van 1,2 miljoen euro. 'Dat
subetekenen dat het vliegveld fail
s' gaat als de raad de statuten niet
Goedkeurt en daarmee de aande-
«noverdracht alsnog afwijst. Maar
blijkt mij niet aan de orde.'
k commerciële gebruikers die zich
nu hebben verenigd, Paracentrum
fexel, Texel Air, BSU (alle eigen-
torn van de familie Rienks) en res-
kurant Texel Airport, zijn vooral in
to aandelen geïnteresseerd, omdat
uj invloed willen op het beleid en
"ut beheer van het Texelse vlieg-
sld. Zij vrezen de komst van nog
ton paracentrum. Volgens Geldorp
toeft de Raad van Bestuur van
to NV Luchtvaartterrein ooit uit
sproken dat het niet wenselijk
dat gebruikers van het vliegveld
andeelhouder worden. 'Wij hebben
sdnjfsadvies ingewonnen voor de
"toekomst van het vliegveld en een
van de punten uit dat advies heeft
betrekking op het feit dat de belan
gen van de gebruikers gescheiden
moeten worden van de bestuurlijke
verantwoordelijkheden.' Dat houdt
volgens de voorzitter verband met
de Code Tabaksblat.
Dat is een gedragscode die sinds 1
januari 2004 geldt voor het beurs
genoteerde bedrijfsleven
en die onder andere meer dan hon
derd regels bevat over taak, werk
wijze en samenstelling van bestuur
ders en commissarissen. De code
is bedoeld om het toezicht en de
verantwoordelijkheden van bestuur
ders goed te regelen.
Volgens Geldorp is de komst van
een nieuw paracentrum niet uit te
sluiten. 'De NV heeft zich te houden
aan het bestemmingsplan dat van
kracht is voor het vliegveld. We heb
ben de regels gevolgd en de com
missie Bezwaarschriften heeft ons
destijds in het gelijk gesteld toen
de heer Rienks bij de komst van
BSU naar de rechter stapte.' Die
oordeelde dat er op grond van de
ruimtelijke ordening geen reden was
de komst van BSU tegen te gaan
en dat economische verhoudingen
in het bestemmingsplan geen rol
spelen.
Prullenbak
Vooral bij de familie Rienks leeft het
vermoeden dat het tweede para
centrum destijds in de schoenen is
geholpen door de luchtvaartdirectie,
temeer daar de verstandhouding
tussen havendienst en paracentrum
verre van optimaal zou zijn. BSU
kreeg faciliteiten in de hangar van
het vliegveld, zodat daar parachu
tes konden worden gevouwen.
Die veronderstelling wordt door
zowel Geldorp als vliegvelddirec
teur Ed de Bruijn ferm naar de
prullenbak venwezen. 'Conform het
bestemmingsplan is de hangar in
gebruik voor luchtvaartactiviteiten.
Daar past het vouwen van parachu
tes in. Dat is overigens niets nieuws,
want de heer Rienks is in de jaren
zeventig zelf ook zijn bednjf begon
nen in deze hangar.
Het standpunt van de agerende
bedrijven verbaast De Bruijn. 'We
hebben het afgelopen jaar uitste
kend samengewerkt met alle par
tijen. De onderlinge verstandhou
dingen waren goed en ook met
Jan Boyen Rienks heb ik in prettige
harmonie gewerkt. Ik zie geen reden
waarom dat in de toekomst niet
meer zou kunnen. Wij zijn er om de
bedrijven op het vliegveld zoveel
mogelijk van dienst te zijn.' Dat het
vliegveld teveel een familiebedrijf
zou worden doordat ook Mike de
Bruijn sinds 1998 in dienst is getre
den bij de NV wijst de bestuursvoor
zitter van de hand: 'Het zijn allemaal
professionals. Als er klachten zijn,
dan graag naar de NV, zodat ik
ze in aanwezigheid van een ander
bestuurslid kan bespreken.'
Aandelenbezit door de commerci
ële gebruikers van het veld lijkt De
Bruijn en Geldorp geen goede zaak
'Dat zou problemen in de operati
onele sfeer kunnen opleveren. De
havenmeester is er om de orde
en veiligheid te kunnen handhaven.
Dan moet hij onafhankelijk kunnen
opereren, zonder invloed van wie
dan ook.' Geldorp vult aan: 'Stel
dat de gebruikers een meerder
heidsbelang zouden vergaren, dan
zou er ook financiële invloed zijn
op bijvoorbeeld de hoogte van het
landingsgeld en de erfpacht. Dan
krijgen ze de absolute macht. Of dat
nou goed is.'
VERVOLG VAN PAGINA 1
Stichting
Broodnodig
Aan vlees geven we het meeste geld
uit', zegt Brigida van Lieshout van de
Stichting Broodnodig Texel.
Homan kreeg afgelopen vrijdag om
10.00 uur de kans om gratis te win
kelen. 'Ik moest beginnen bij het
hekje en was met 20 seconde bij de
vleesafdeling.' Hij mocht van alles
één product nemen en kreeg zijn win
kelwagen voor 2/3 deel vol met ver
schillende soorten vlees. Na afloop
overhandigde Homan het vlees aan
Van Lieshout, die haar geluk met op
kon: 'Het is in één woord fantastisch.
Mijn bedoeling is dat mensen twee
warme maaltijden per weekend heb
ben. Van dit vlees kunnen ze wel
twee weekenden eten. Het is gran
dioos.' Homan heeft ook een goed
gevoel overgehouden aan de actie:
'Dat is toch fantastisch? Ik heb alles
wat mijn hart begeert en wilde niet
voor mezelf door de winkel rennen.
Om het voor de stichting te doen.
gaf me een goed gevoel.' Als dank
voor de donatie ontving Homan een
boeket bloemen uit handen van Van
Lieshout. De Stichting Broodnodig
Texel voorziet op het moment 25
cliënten van voedselpakketen.
Stoelmassage
In het artikel over Studio Soma
stond vrijdag vermeld dat stoelmas
sages bij bedrijven een voor Texel
nieuwe activiteit zou zijn. Masseur
Irene van Vliet liet de redactie echter
weten dat zij deze vorm van mas
sage al jaren aanbiedt bij bedrijven
en dat het dus niet om een noviteit
voor ons eiland gaat
Dat zijn ouders op Texel wonen
was voor Bram Hurkens (25) mede
de reden om zijn afstudeerproject
op het eiland te situeren. Anderhalf
jaar is hij bezig geweest met het
project Vakantiewoningen op Texel
dat resulteerde in een ontwerp met
41 huisjes in de duinen. Het werd
door de Technische Universiteit
Eindhoven Faculteit bouwkunde,
afstudeerrichting architectuur,
beoordeeld met een 9.
'Het landschap van de duinen is
een aparte ervaring. In de duinen
is geen bebouwing en het wordt
er nog echt donker', zegt Hurkens.
Om de ervaring van logeren in de
duinen intiem te houden is gekozen
voor kleine verblijven. 'Je krijgt geen
Centerparcs. Als gasten in de dui
nen verblijven, moeten ze genoegen
nemen met een kleine verblijfplaats.
Er is alleen ruimte om te overnach
ten en te eten. Zo neem je minder
plaats in en tast je het landschap
minder aan. De huisjes zijn ook
alleen te voet te bereiken.'
Hurkens meent dat de verschillen
de perspectieven, standpunten en
belevingen die mensen hebben over
de duinen worden versterkt door
door het interessanter en intenser
wordt voor toeristen. Hierdoor zal
de waardering voor het landschap
en daarmee het verantwoordelijk
heidsgevoel voor het landschap
groter worden.'
De toenemende invloed en belas
ting van de vrijetijdsindustrie op het
landschap is aanleiding geweest
voor het project. Hurkens zocht naar
een andere manier van omgaan met
het landschap. Maar geen negatief
verhaal, Hurkens zorgt voor een
relativerende noot: 'Toerisme kan
een positieve uitwerking hebben
op het Texelse landschap, waar
bij architectuur een belangrijke bij
drage kan leveren. Het landschap
heeft toerisme nodig om behouden
te blijven.'
De architectonische vorm van de
gebouwen is geïnspireerd op het
duinlandschap en de vormen aan
de kust. Hierdoor ontstaat volgens
Hurkens een interessant spel tussen
landschap en gebouw. De vakantie
verblijven verspringen van hoogte
en zijn zowel boven- als onder
gronds getekend. 'Door de grillig
heid van de duinen liggen sommige
huisjes verzonken in het landschap
Bram Hurkens.
Texel niet snel gerealiseerd worden,
Hurkens weet dat. 'Het plan is niet
uitvoerbaar op het eiland en dat
is ook met de bedoeling geweest.
Het doel is mensen te prikkelen
en erover na te laten denken.' Zijn
plannen zijn echter wel te realiseren
op een andere locatie in duingebied.
Het project staat van 21 tot 29 okto-
Hier zijn de afbeeldingen waar te
het ontwerp van de vakantiewonin
gen. Het moet een aparte ervaring
zijn om in het huisje te verblijven, en
om ze tijdens een wandeling te pas
seren. 'Het moet zorgen voor een
nieuwe blik op het landschap, waar-
c/at de huisjes zowel boven- als
en vallen anderen juist meer op.'
Met de huisjes in de duinen zal vol
gens Hurkens een nieuwe vorm van
vakantievieren ontstaan die vooral
natuurliefhebbers zal aantrekken
De bebouwing in de duinen zal op
ondergronds gesitueerd zijn.
ber tentoongesteld tijdens de Dutch
Design Week. het bezoekadres is
Faculteit Bouwkunde, Plaza Vertigo.
De Wielen 1 te Eindhoven.
Het afstudeerproject is op te vragen
via bhurkens@ateliereen.nl.
i
De huizen moeten zorgen
blik op het landschap, zowel voor mensen die er verblijven als voor passanten.