Voorman werkt mee aan betere toekomst
TEXELSE 8 COURANT
'Vissers hebben het imago van
piraten, rupsjes-nooit-genoeg'
DONDERDAG 3 JANUARI 2013
Maarten Drijver. 'Ik zit voortdurend op internet om de oliekoersen in de gaten te houden.'
De Texelse visserij beleefde in
2012 een redelijk jaar. Voor
zover je dat in z'n algemeen
heid kunt zeggen, want de ver
schillen tussen de Noordzee- en
de garnalenvloot waren groot.
De perspectieven voor het nieu
we jaar geven zowel reden tot
zorgen als tot hoop. De Texelse
Courant blikt met visserijvoor
man Maarten Drijver terug én
vooruit.
'De verdiensten mogen wel wat
beter, want investeren is en blijft
moeilijk. We doen veel langer met
onze oude spullen en zijn al blij
als we aan onze verplichtingen
kunnen voldoen. Vroeger kochten
de meeste vissers eens per tien,
vijftien jaar een nieuwe kotter. Dat
lukt al heel lang niet meer. Nieuw
bouw is in de huidige tijd voor de
meesten ondenkbaar. Op z'n
hoogst kun je aan een nieuwere
tweedehands kotter denken.'
Het is geen nieuw verhaal dat
Maarten Drijver vertelt. De visserij
heeft het al jaren moeilijk. De
Texelse vloot, die ooit tientallen
schepen groot was, telt anno
2013 niet meer dan zeven garna-
lenkotters en elf Noordzeekotters.
De problemen kennen diverse
oorzaken, maar vooral de hoge
kosten voor brandstof drukken
zwaar op de resultaten. 'De laat
ste maand zijn de prijzen iets aan
het zakken. We zitten nu op 63
cent voor diesel en 60 cent voor
gasolie. Een paar maanden terug
was dat 70 cent. Maar er moet
zeker nog een dubbeltje vanaf, wil
de sector weer wat vet op de bot
ten krijgen.'
Dat de vissers niet werkloos toe
zien, is evenmin nieuw. Hun
pogingen met alternatieve vangst
methoden het brandstofverbruik
terug te dringen, beginnen na de
nodige aanloopproblemen sinds
kort succes af te werpen. 'Het
brandstofverbruik is de afgelopen
jaren gehalveerd.' Overigens is
het opvallend dat de visserij op de
Noordzee nog steeds boomkor-
visserij wordt genoemd, want
geen enkele Texelse kotter
gebruikt nog daadwerkelijk de
boomkor. Op elk schip wordt
inmiddels gevist met de sumwing,
pulsnetten of een combinatie
ervan. In het eerste geval zweven
de netten over de bodem, in
plaats van dat ze bovenlaag
omploegen. In het tweede geval
krijgen de op de bodem liggende
vissen een klein stroomstootje,
met de bedoeling dat ze opsprin
gen en in het sleepnet belanden.
'Landelijk lopen we voorop met
deze vormen van innovatie.'
Mede daardoor beleefde de
boomkorvisserij in 2012 na een
matig eerste half jaar een relatief
goed tweede half jaar. 'We heb
ben aardig wat goed kunnen
maken. Daarbij gaat het wel om
een gemiddelde. Ik kan me voor
stellen dat sommige bedrijven een
ander beeld hebben. En voor de
garnalenvissers lag het sowieso
anders. In het eerste halfjaar ging
het in die sector gewoon goed.
De vangsten waren redelijk, de
prijzen een stuk beter dan in 2011
In het tweede half jaar was het
minder, maar toch nog redelijk.
Het is moeilijk in te schatten hoe
dat komt. Daarin spelen vooral de
handelaren een moeilijk te voor
spellen rol.'
Een bron van zorg vormen de lage
prijzen voor met name platvis.
'€1,30 voor een kilo schol is
gewoon te laag, dat zou minstens
€2,50 moeten
zijn.' Als oor
zaak wijst Drij
ver - en ook
dat is niet
nieuw - naar
de import van
tilapia, pan-
gasius en
andere kweek-
vis uit Zuid-
oost-Azië, die onverminderd
populair blijft. 'Mensen weten
vaak niet wat ze eten. Gefileerd
en met een sausje erbij is het ook
moeilijk te bepalen. Maar leg je er
schol naast en laat je mensen
vergelijken, dan wint schol altijd.
Dat is niet zo vreemd. Kweekvis
staat bol van de groeihormonen
en de antibiotica. Vergelijk het
maar met een plofkip. Die kun je
ook zien groeien als je er naast
staat.'
Om een betere prijs voor hun te
vis te kunnen krijgen, zouden de
vissers zelf actiever moeten wor
den en proberen één of meer tus
senschakels op de markt in han
den te krijgen, erkent Drijver.
'Maar tot nu toe zijn we daar
slecht toe in staat gebleken. Ons
aanbod is gewoon te eenzijdig.
Als een viswinkel een bestelling
doet, willen ze er meteen haring,
zalm, krab en andere producten
bij. Maar als boomkorvissers heb
ben we alleen platvis. Dat werkt
dus niet. Bovendien: om goed te
verkopen, zou je ook moeten file
ren. Maar als je door de week op
zee zit, heb je daar geen tijd
voor.'
Volgens Drijver is wel eens gespro
ken over het bundelen van de
krachten in een coöperatie. 'Er
loopt een project op Urk, waarbij
vis direct wordt verkocht aan Ita
lië. De subsidie is nu op en het is
afwachten of het project op eigen
benen kan staan. Het opzetten
van fileerderijen en vrieshuizen is
lastiger dan gedacht. Het is moei
lijk concurreren tegen de geves
tigde orde. Bovendien moet je
niet vergeten dat het om een ver
sproduct gaat. Je moet soms heel
snel beslissen of het voor de prijs
het gunstigst is je vis te verkopen
of in te vriezen.'
Drijver heeft er een hoop werk aan
alle ontwikkelingen in de gaten te
houden. Was hij al vier jaar voor
zitter van de Coöperatieve Inkoop
Vereniging (CIV), sinds mei geeft
hij ook leiding aan de Producen
ten Organisatie (PO) en branche
organisatie Door Eendracht tot
Vooruitgang (DETV). 'De meeste
functies heb ik van Ben Daalder
overgenomen. Ik heb een paar
jaar aan zijn zijde warmgelopen.
Nu mag ik het zelf doen.'
Het valt niet mee om uit te leggen
welke werkzaamheden Drijver
precies doet en voor welke orga
nisatie. Zo is hij als vertegenwoor
diger van de PO onder meer
belast met het beheer van vangst
quota, beheersplannen en certifi
cering en is hij in die functie dus
vooral in touw voor de eigenaren
van de visserijbedrijven. Voor de
DETV behartigt hij de belangen
van wat in visserijtermen 'de
maten' heet. 'Je zou het de werk
nemers kunnen noemen, maar dat
klopt niet helemaal. Als lid van
een maatschap zijn ze in feite
kleine zelfstandigen. Dat is een
wat bijzondere constructie. Bij de
DETV houden we ons bezig met
het realiseren van verzekerings
pakketten, pensioenen, gezamen
lijke cursussen en het aanvragen
van monsterboekjes. En dan zal ik
nog wel wat vergeten zijn. We zijn
er bijvoorbeeld ook voor verant
woordelijk dat er een bloemetje
bij het monument (voor de op zee
omgekomen vissers, red.) ligt. En
eventueel kunnen we bemiddelen
bij problemen tussen eigenaren
en maten.'
Drijver benadrukt dat hij zijn werk
niet alleen hoeft te doen. 'Petra
Schagen is als secretaris voor
zowel de PO als de DETV een
onmisbare factor. Zij doet het
grootste deel van de dagelijkse
werkzaamheden. Ik houd me
vooral bezig met de beleidsmatige
kant van het werk.'
Lof zwaait Drijver ook toe aan
Adrie Vonk. 'Hij is 25 jaar als
bestuurder actief geweest voor de
Texelse visserij. Met de nadruk op
actief, want een actief bestuurder
is hij zeker. Voor het algemeen
belang maakt Aai, zoals wij hem
noemen, altijd tijd vrij. Aai zegt al
25 jaar ongezouten hoe hij erover
denkt. Glashelder en zonder dub
bele bodem. Dat is een geweldige
kwaliteit van hem.'
Ook Drijvers activiteiten voor de
CIV zijn breed. 'Voor de dagelijkse
leiding hebben we een bedrijfslei
der, Eduard Bos. Ik doe vooral
beleidszaken en de inkoop van
olie. Daarvoor zit ik voortdurend
op internet om de koersen in de
gaten te houden.' Hij grijnst en
werpt een blik op zijn smartpho-
ne. 'Ja, ook tijdens ons gesprek.'
Niet altijd valt het mee onder
scheid te maken tussen zijn
broodheren. 'Er zit heel veel over
loop in mijn werk. Als je het bij
voorbeeld over zaken als ARBO
en veiligheid hebt, dan gaat dat
zowel de eigenaren als de maten
aan en ben je dus zowel voor de
PO als voor de DETV aan het
werk. En misschien ook wel voor
de CIV, want die levert allerlei vei
ligheidsmiddelen, zoals vlotten en
apparatuur.' Drijver ervaart dat
niet als probleem, eerder als een
voordeel. 'De lijnen zijn heel kort.
Op die manier kun je als organisa
ties met elkaar meedenken en
proberen elkaar te steunen.'
Met zijn eigen visserijbedrijf is de
54-jarige Drijver al een tijdje een
stuk minder actief. 'Begin 2012
hebben mijn neef Mare en ik onze
laatste kotter, een Duitse eurokot
ter, verkocht. Dat is vooral omdat
we geen opvolging heb. Boven
dien: ik heb werk zat aan mijn
functies als voorzitter. Daar zitten
ook nog de werkzaamheden in
vier of vijf landelijke besturen aan
vast. Gemiddeld ben ik toch wel
één dag per week aan de over
kant.'
Wél heeft Drijver nog een samen
werkingverband metGuido Betse-
ma van de TX38. 'Ik doe de loon
administratie, denk mee in de
bedrijfsvoering. De vrijdag pro
beer ik altijd vrij te houden om
aan boord te helpen. Je moet het
zo zien dat ik Guido de gelegen
heid bied wat dingen uit handen
te geven.'
Twee weken geleden
werd na onderhande
lingen in Europees
verband per land en
per soort vastgesteld
hoeveel vis er in 2013
mag worden gevan
gen. Vooraf was Drij
ver niet al te optimis
tisch. 'We hebben
geen staatssecretaris meer die
onze belangen kan verdedigen.
Dat is jammer, want een hoge
ambtenaar heeft toch niet de sta
tus die nodig is. Eigenlijk is dat
gek, want zo'n man is veel beter
ingewijd. Een staatssecretaris is
dat meestal maar voor een paar
jaar.'
De uitkomst stemt Drijver gema
tigd optimistisch. 'Positief is voor
al dat het aantal zeedagen niet
verder wordt ingekrompen. Dat
was een grote angst, want we
mogen inmiddels nog maar twee
honderd dagen vissen. Het voor
stel was wéér tien procent te ver
lagen, maar dat gaat gelukkig niet
door.'
Positief is ook dat de hoeveelheid
schol die mag worden opgevist
met vijftien procent toeneemt.
'Dat is terecht ook, want de schol
stand is gewoon goed. Het is
alleen te hopen dat de markt het
extra aanbod aankan en dat de
prijs in ieder geval gelijk blijft.'
Teleurstellend vindt Drijver wel
dat het quotum voor tong met
vijftien procent is verlaagd. 'Dat is
vooral jammer voor Texel, want
onze vloot is erg tonggericht.
Maar ik wil niet te klagerig overko
men. Dit zat eraan te komen en
we zullen het ermee moeten doen.
Misschien kunnen we wat quotum
huren van schepen die er niet in
slagen alle tong op te vissen die
ze mogen opvissen.'
Ook op de wat langere termijn valt
er nog genoeg te doen voor Drij
ver, die constateert dat de visserij
steeds meer wordt bedreigd.
Daarbij gaat het niet alleen om de
hoeveelheden vis die mogen wor
den gevangen en het aantal dagen
dat vissers op zee mogen zijn,
maar ook om de grootte van de
gebieden waar ze hun werk kun
nen doen. Zo worden arealen
afgesloten met de bedoeling dat
jonge vissen en andere bodem-
dieren er ongestoord kunnen
groeien, zonder dat ze de kans
lopen te worden gevangen. Maar
ook de aanleg van windmolenpar
ken en de activiteiten van boorto
rens krimpen het gebied in.
'Visgronden waar onze grootou
ders hebben gevist, worden ons
meer en meer afgesnoept. En als
we daar iets van zeggen, wordt er
nauwelijks gereageerd. Dat komt
ook doordat we de publieke opi
nie tegen hebben. We worden
gezien als piraten, als rupsjes-
nooit-genoeg, die er alleen maar
op uit zijn de zee leeg te vissen.
Dat doet geen recht aan onze
sector, die zo z'n best doet duur
zaam te zijn en bij te dragen aan
een beter milieu. Maar als wij iets
zeggen, wordt het nooit geloofd.
Terwijl achteraf vaak blijkt dat we
gelijk hebben. Dat zie je bijvoor
beeld met de veranderde visie op
de bodemberoering. De indruk
werd altijd gewekt dat onze net
ten de hele bodem kapot trekken,
terwijl we alleen de bovenste cen
timeters beroeren. Nu komen ook
de biologen erachter dat een
noordwesterstorm voor veel meer
schade zorgt. Maar ik heb nog
geen deskundige sorry, visserij
horen zeggen. Wat dat betreft,
hebben we een imagoprobleem.
En dat hebben we niet zomaar
opgelost.'
Joop Rommets