Strijdlust, smokkel
en liefde in 'Opstand in
Oosterend'
CULTUUR
«-
i tijdens hun dagelijkse bezigheden.
Oosterenders zingen het strijdlied.
De politiechef in gesprek met de schoolmeester.
Drinkgelach in de herberg, compleet met lichtekooi.
Vijfjaar geleden zat ik op de tribune, om verslag te doen van 'Het Wa
pen van Amsterdam in oorlogstijd', het Historisch Spel van Oosterend
Present. Nu liep ik zelf in kostuum tussen 200 andere spelers tijdens de
opvoering van 'Opstand in Oosterend'.
Het hoort er wel bij als je zoals ik in Oosterend bent gaan wonen. De
laatste maanden stond het leven in het dorp in het teken van dit feest
der feesten. Avonden van vergaderen, straten versieren, repeteren, kos
tuums maken en wat al niet meer. Een paar weken geleden tijdens de re
petitie op het voetbalveld liepen we nog wat vervreemd rond, maandag
tijdens de generale op het land van Cees Bas toen die prachtige decor
stukken er stonden en iedereen in kostuum was, vielen de puzzelstukjes
op hun plaats. Nog wel wat onwennig en hier en daar een misstap, maar
na afloop was duidelijk: dit zou gaan lukken. Toch wat spanning op de
gezichten toen we woensdagavond voorafgaand aan de eerste grote op
voering het publiek toe zagen stromen. De grootste tribune was zelfs te
klein voor meer dan duizend toeschouwers. Dan toch eindelijk startte
de band, nam vertelster Ina Schrama het woord en toonde het prachtige
schilderij, gemaakt door schrijver Jacques Wirtz, van Texel met onder
het vergrootglas Oosterend dat dapper weerstand bood tegen de Franse
onderdrukkers. Eindelijk mochten de acteurs het veld op. Het groepje
Oosterenders waarin ik liep, de mensen uit Den Burg, de smokkelaars,
de semafoorploeg, de Franse soldaten, de douaniers, de politiechef en
zijn mooie dochter, kinderen en Frik, de schoolmeester. Een bont gezel
schap dat een plekje zocht op het veld. Op de markt, in de herberg, op
De Schans, in school, bij de Waag, het Schoutenhuys, op het schip of de
semafoor. Als acteur was het opletten geblazen. Onze stemmen waren
vooraf opgenomen, maar goed en vooral synchroon met de band play
backen is nog een hele kunst. Het advies van regisseur Aya Düring om
vooral veel te bewegen als je aan het woord bent, omdat we vrij ver van
het publiek spelen, was ter harte genomen. Met mimiek, arm-, been-
en andere gebaren werd de aandacht getrokken. Zo verplaatste het spel
zich van het ene naar het andere decor en ook als je op dat moment niet
in de schijnwerper stond, moest het acteren doorgaan. Dus niet lachen
als een tegenspartelendeCor Bremer wordt ingerekend door de Fransen,
maar boos en geschokt reageren. En zie je maar eens goed te houden als
Cor Trap als douanier Fromage met verhaspeld Frans accent en veel the
ater een razzia in gang zet. Soms komen er onvermoede komische talen
ten boven drijven. Zoals bij Albert Schagen als chef-semaforist Siemen
Post, die met collega Willem Jan Kraanen hollend, dravend en hijgend de
boodschap naar het gezag in Den Burg overbrachten. Ontroerend was
het lied door Anna Trap, waarin zij als Trijntje zingt over haar liefde voor
de Franse soldaat met wie ze geen omgang mag hebben. Toen ze het
prachtige lied zong was het muisstil, zelf in de anders zo luidruchtige
kroeg kon je een speld horen vallen. Herbergier en vader Kees Aris Trap
was gestopt met schenken, luisterde ontroerd en ik moet me wel heel
sterk vergissen als ik hem geen traan zag wegpinken. Mijn beeld was
overigens niet helemaal scherp. Net als veel anderen moest tijdens het
spel de bril af, die konden Oosterenders zich twee eeuwen geleden niet
veroorloven. De natuur hielp een handje mee. Tijdens het spel zette de
avondzon het decor en de spelers in een schitterend avondlicht, een be
lichting waar menig theatermaker jaloers op zou zijn. Een mooi verhaal,
met elementen van strijd, smokkel en liefde. Voordat we op de goede
afloop konden klinken, moesten we nog wel die Fransozen verdrijven.
Na aanheffen van het strijdlied trokken westijdlustigen gewapend met
schoffels, bijlen, mattenkloppers alles waarmee we maar een tik konden
uitdelen naar De Schans. Het daverende kanonschot en het handjevol
achtergebleven soldaten konden niet verhinderen dat de prachtig na
gebouwde vesting onder de voet werd gelopen. De verliezers, de poli
tiechef, de douanier en andere sympathisanten van het foute bewind
worden opgesloten in de Waag, ook zo'n bouwwerk waar de decorploeg
avonden aan heeft gewerkt. Het daverende applaus na afloop voelde als
een warm bad. 'Joop van de Ende-waardig', zei een toeschouwer die in
tens van het spel had genoten. Een mooi compliment voor Aya, Jacques
en al die anderen.
Het Franse gezag met daarachter burgervrouwen.
Het kanon op De Schans buldert.