Norbert Leijen met gemengde gevoelens terug uit Libanon
11
12
VETERANEN
Veteranen vertellen
hun verhaal
I
Joop Rommets
5
en Harry Kingma.
De Nederlandse
>st 7-13A krij^
ongenood bezoek van Israëlische militairen.
oorlog in het buitenland gediend. Om de
Nederlandse belangen te verdedigen of
als onderdeel van een internationale vre
desmacht. Sommigen waren dienstplich
tigen hadden geen keuze. Maar ook zij
die vrijwillig gingen, hadden vaak geen
idee wat hun te wachten stond. Mede
op verzoek va n het 4-5 Mei Comité Texel
zocht de Texelse Courant vier van hen
'Dertig jaar na dato
zitten collega’s nog
steeds psychisch vast’
Tientallen Texelse jongemannen hebben
sinds het einde van de Tweede Wereld-
op. Twee verbleven in het toenmalige
Nieuw-Guinea, een in Libanon en een op
een marineschip tijdens de Golfoorlog.
Vandaag de verhalen van Norbert Leijen
Lekker zwemmen, een beetje spor-
ten en Indezon liggen. Kortom:een
vakantlemlssle.’ Dat was het beeld
dat de 19-jarlge Norbert Leijen en
zijn maten kregen voorgeschoteld
In een voorlichtingsfilm die dienstplichti
gen moest verleiden te tekenen voor de
vredesmacht Duchtbatt. De werkelijk
heid bleek minder mooi. Libanon was een
kapotgeschoten land, waar Je 24 uur per
dag op Je hoede moest zijn. ‘Echt bang
ben Ik maar een of twee keer geweest.
Dat zal mijn kinderlijke onnozelheid zijn
geweest. Later hoorde Je steeds meer
van collega's met problemen. Dertig Jaar
na dato ken Ik mensen die psychisch nog
steeds helemaal vastzitten.’
Zijn angstlj
overigens d
www.texelsecourant.nl
VRIJDAG 2 MEI 2014
:eopons
leden ze
e gasten waren onze vrienden,
als Je vijanden Je vrienden zijn,
sen die man ontwapend en laten
Het vliegtuig dat Dutchbatt naar Liba
non bracht, landde In de kapotgeschoten
hoofdstad Beiroet. Overal woedden bran
den, het verkeer was een chaos. ‘Er was
wel vrede, maar het was duidelijk dat ze
het niet allemaal met elkaar eens waren',
catamaranzellers In het zonnetje werd
gezet, schreeuwde hij dwars door een
vol Ie feesttent 'Intlfada' naar het podium,
Arabisch voor het Palestijnse verzet tegen
Israel. ‘Af en toe ben Ik er nog best emoti
oneel onder. Dat zal altijd bij me blijven.'
Norbert Leijen en zijn tweellngzoontjes Finn (links) en Mels. De herlnnerlngsmedailles op zijn borst zal hij op 4 mei niet dragen. 'Uit solidariteit met de Indlë-veteranen,
omdat ze niet officieel worden herdacht.'
Als een genoegdoening voelen de Carne
gie Wateler Vredesprijs en de Nobelprijs
voor de Vrede, die In 1986 respectievelijk
1988 aan de missie In Libanon werden
toegekend. Troost bieden de goede con
tacten met collega's van toen. ‘Een hele
groep zie Ik jaarlijks. Dat zijn echt vrien
den geworden. We weten dat we op el
kaar kunnen bouwen.'
Ondanks zijn frustraties Is Leijen er psy
chisch nog vrij aardig afgekomen. HIJ Is
gelukkig getrouwd met Carlanne Timmer,
samen hebben ze drie kinderen (Jlska,
Finn en Mels) en hij heeft een leuke baan
bij het hoogheemraadschap. ‘Het Is toch
nuttig geweest, wat we daar hebben ge
daan. Dat wel blijkt ook wel uit verhalen
van mensen uit het dorp, met wie Ik een
paar Jaar geleden vla Facebook contact
heb gekregen. In de tijd dat wij er waren,
was er rust, vertellen zij. Daarna zijn ze
meerdere malen bezet geweest door Is
rael. De laatste keer zelfs nog In 2006.'
vertelt Leijen met gevoel voor understate
ment. De volgende dag word Je wakker In
een land dat heel anders Is dan Je Je had
voorgesteld.’ HIJ laat een foto zien van de
omgeving waarin de 160 manschappen
tellende Charlie Compagnie werd gele
gerd. ‘Je ziet het: kaal,grauw, grijs, niks.’
Wat moest Ik doen? Achteraf heb Ik wel
gedacht dat Ik voor zo'n tank had moeten
gaan staan, net als die man op het Plein
van de Hemelse Vrede In Peking. Dan had
den ze 150 meter achteruit gemoeten en
dat was niet meegevallen, ik heb ze toch
maar toestemming gegeven op ons ter
rein te draaien. Dat was fout. In Srobbeen,
het Libanese dorp vlakbij, hadden ze het
gezien. Ze dachten dat de Israëliërs onze
vrienden waren. Ik heb heel wat moeten
praten om uit te leggen dat Ik geen keuze
had. Ultelndelljk Is het goed gekomen. Ik
ben zelfs nog voor een bruiloft uitgeno
digd. Dat kwam ook doordat Ik ervoor ge
zorgd heb dat een Jochie uit dat dorp kon
worden geopereerd. HIJ had een liesbreuk
die zo groot was dat hij niet eens meer
kon lopen.'
De geschiedenis van de onrusten en
oorlogen In het Mldden-Oosten Is
complex en valt onmogelijk In een
paar zinnen uit te leggen. Dat geldt
ook voor de burgeroorlog die tussen
1975 en 1990 in Libanon woedde en
waarin uiteenlopende milities met
elkaar vochten. Vredesbesprekingen
leidden maarzeldentot langdurlgsuc-
ces. Om de gemoederen tot bedaren te
brengen, stuurden de Verenigde Na
ties Internationale Interventletroepen.
Tussen maart 1979 en oktober 1985
verbleven bijna 9000 Nederlandse mi
litairen In Libanon. Onder hen ook een
tiental Texelaars.
Als dienstplichtig soldaat maakte de nu
50-Jarlge Leijen deel uit van de luchtdoel-
artlllerle. ‘Het doel was paraat soldaat
worden. Maar het enige dat Je deed was
op maandag je kanon uit elkaar halen
en het op dinsdag weer In elkaar zetten.
De Nederlandse soldaten opereerden in
een door de Verenigde Naties gecreëerde
zone tussen Israel en Libanon. ‘Die strook
was ongeveer 30 bij 10 kilometer groot.
Het vreemde was dat tussen ons en Israel
nog majoor Haddad met zijn militie zat.
ZIJ werden door Israel betaald en fungeer
den als een soort buffer tussen ons en Is
raël.’
Haddad en zijn soldaten bereidden de
Nederlanders een warm welkom. 'Met
een op de eerste dag schoten ze vanaf ze
ventig meter op onze post: een roadblock
(wegversperring, red.). Een dreigement.
Niemand werd geraakt, maar leuk was
anders. Je moet bedenken: Ik was nog
maar een Jochie, op 't Horntjeopgegroeld.
We waren allemaal Jochies. Probleem
was ook dat we eerst toestemming aan
de legerleiding moesten vragen om te
rug te mogen schieten. Meestal schoten
we eerst en vroegen we achteraf of het
mocht. Maar eigenlijk mochten we alleen
observeren en auto's controleren. Verder
wasje machteloos. Dat was de frustratie
van veel Llbanon-gangers.'
Tot hun opluchting werden de verhoudin
gen gaandeweg beter. ‘Het waren heel
aardige mensen. We ruilden wel spullen:
zij kregen suiker, wij honing. We zijn nog
eens bij een van die Jongens thuis ge
weest. Dat mocht helemaal niet, maar we
deden het toch. We knepen ‘m wel, want
het was meer dan een uur rijden. Wat als
we een lekke band zouden krijgen? Hoe
waren we dan terug in het kamp geko
men?’
tlge moment beleefde Leijen
door toedoen van de vredes
macht zelf, die bij nachtelijke onrust vijf
llchtmortleren afschoot. ‘Bedoeling was
de omgeving In het licht te zetten, zodat
ze konden zien wat er aan de hand was.’
Door een fout ontploften de granaten
400 meter van de geplande locatie, waar
Leijen net op dat moment In een Jeep
reed. Na het neerkomen van de eerste
granaat zocht hij In paniek dekking on
der een brug. ‘Ik ben heel bang geweest.
De laatste granaat ontplofte op een rots,
vlakbij me. Een vuurbol schoot onder de
brug, vlak voor me langs. Toen heb Ik wel
even gedacht: Leef Ik nog?'
Grote ergernis wekten de Israëliërs, die
zelfs In de door Dutchbatt gecontroleerde
grensstrook hun gezag deden gelden. 'Ze
gingen naar dorpen toe om belasting te
heffen. Terwijl het niet eens Israëlisch
grondgebied was. Over de radio stuurden
ze ons boodschappen: We come to kill
you... Ze hielden luchtoefeningen boven
ons hoofd en namen zelfs VN-posten over.
Dan stuurden ze alle soldaten gewoon
weg. Klerelijers eerste klas waren het.’
Eenmaal kreeg post 7-13A, zoals het Ne
derlandse kamp heette, bezoek van een
Israëlische colonne. ‘Pantservoertuigen,
vrachtwagens, zwaar bewapend. Ze kwa
men aan over het smalle weggetje dat
naar ons kamp voerde. Als korporaal was
Ik op dat moment de hoogste In rang.
Terwijl Leijen zijn verhaal doet, schiet hij
een paar keer vol. 'Die onrechtvaardig
heid, daar kan Ik nog steeds boos om wor
den', vertelt hij met vochtige ogen. 'Dat
had Ik In Libanon al. We verspeelden een
keer een jeep. Mijn schuld, want de man
achter het stuur had geen rijbewijs en ik
had hem toestemming gegeven erin te
rijden. Ik heb bekend en gezegd dat Ik dat
niet had mogen doen. Als straf moest Ik
mijn rijbewijs Inleveren. Ik heb gezegd:
Als dat moet, loop ik naar Israel en ga Ik
naar huis. Ik was ertoe In staat. Ze verwe
ten me dat Ik mensenlevens In gevaar had
gebracht. Ik antwoordde: Dat doen jullie
24 uur per dag. Ik kreeg mijn rijbewijs
daarna wel terug.’
Eenmaal thuis - hij verbleef een klein
halfjaar In Libanon - werd hij soms ach
tervolgd door het verleden. Toen bij de
Ronde om Texel een Israëlische ploeg
Dat ze Inderdaad weinig van de militie te
vrezen hadden, werd duidelijk toen een
Nederlandse soldaat bij het roadblock
werd aangevallen. 'Een vent wilde hem
zijn geweer ontfutselen. Het was heel
bedreigend. Een collega en Ik schoten te
hulp, waarop die vent begon te schreeu
wen. In het Arabisch. Later begrepen we
dat hij naar de militie riep dat ze
moesten schieten. Maar dat de,
niet. Die
Handig, a
We hebbe
gaan. We moesten wel. Laten bleek dat
het om Elle Hobeika ging, die verantwoor
delijk was voor bloedbaden In de vluchte
lingenkampen Sabra en Shatlla. Daarbij
waren zeker duizend slachtoffers geval
len, onder wie veel kinderen en bejaar
den. Als we dat geweten hadden, hadden
we hem onder een grote steen gestopt.
Later kreeg hij zelfs zijn geweer nog terug.
Frustrerend.’
Donderdag haalde Je het opnieuw uit el
kaar en dan zette Je het op vrijdag weer
met een rotvaart In elkaar, zodat Je op tijd
naar huls kon.'
Na het zien van de promotlefllm over Li
banon hoefde hij niet lang na te denken:
hij tekende. De opleiding die hem op de
missie voorbereidde, was summier. ‘Veel
sport en Instructie en zo af en toe ging
het over Libanon. Weinig over de taal en
gebruiken. Ja, Je werd gewaarschuwd
dat Je naar een moslimland ging en dat
Je vrouwen er anders moest behandelen.
Dat was het wel zo'n beetje.’
Hongerend naar kennis nam hij contact
op met het Centrum Informatie en Docu
mentatie over Israël. Na het bestuderen
van ‘pakken papier' kwam hij tot een voor
hem verrassende conclusie. ‘De Israëliërs
waren helemaal niet van die braverlken.
Dat had Ik niet verwacht, want van huls
uit had Ik altijd meegekregen dat het
goed volk was.'
Norbett Leijen en zijn collega's tijdens een officieel moment.