SPORT en SPEL 75 JAAR TOUR DE FRANCE Dit jaar start in Leiden 6 NEDERLAND EN DE TOUR DE FRANCE DE SNELSTEN EN DE STERKSTEN RACEFIETS VAN THURAU VOOR FIETSVERZEKERINöSNEMER DEEG-R0LLERV00R FIETSZADEL DE FIETS IN DE FILATELIE BELEIDSMAKERS MOETEN OP DE FIETS PER 2692 NEDERLANDERS EEN FIETSENHANDEL VOLOP FIETSEN TE HUUR FIETSROUTES IN OVERVLOED FIETSEND GENIETEN PLEIDOOI IN SCRIPTIE VOOR FIETSROUTEN UITKIJKPOST 28 JUNI 1978 UITK'Jt Het is dit jaar 75 jaar geleden dat de Tour de France voor het eerst verreden werd. Een jubileumjaar dus. Omdat tijdens de Eerste en Tweede Wereld oorlog de tour niet werd gereden, wordt dit jaar de vijfenzestigste Tour gehouden en het is voor de derde maal dat dit internationale wielerspektakel in Nederland begint. In 1954 viel Amsterdam die eer te beurt, in 1973 was het Den Haag-Scheveningen en dit jaar begint de Tour de France - in goed Nederlands de Ronde van Frankrijk - in Leiden, en wel op 29 juni met een tijdrit, waarvan start en finish in de Groenoordhal zijn. De avond daarvoor worden tijdens een feestelijke bijeen komst, waaraan verschillende artiesten zullen meewerken, de renners voorge steld. Op vrijdag 30 juni begint de grote tocht die op zondag 23 juli in Parijs zal eindigen. De laatste etappe zal deze maal niet uitsluitend opi de Champs Elysées worden gereden. De tocht door Nederland - waarvoor het parcours is uitgezet door Cees Kouwenhoven - loopt vanaf Leiden, via Oegstgeesten Wassenaar naar Scheveningen en gaat vandaar verder door het Westland naar Wateringen, Den Hoorn, Delft, Berkel en Rotterdam - waar een premiesprint op de Coolsingel wordt gehouden - over het fietspad van de Hemenoordtunnel Brabant in naar het eindpunt Sint Willebrord bij Etten-Leur. De afstand van deze eerste etappe bedraagt 134 kilometer. De volgende dag gaat het België in, terwijl naast Frankrijk ook nog Zwitserland wordt aangedaan. De totale lengte van de Tour is 3950 kilometer, verdeeld over 22 etappes. Er zijn twee rustdagen ingelast, terwijl in vijf gevallen de finishplaats van de ene dag niet dezelfde is als de startplaats van de dag daarop. Twee maal worden de renners met bussen, driemaal per trein naar de volgende startplaats vervoerd. Voor het eerst sinds 1928 is- op de vierde dag - een ploegtijdrit over 153 kilometer opgenomen. De vijf snelste equipes krijgen in het ploegenklassement een tijdvergoeding van respectievelijk 60, 45, 30, 20 en 10 seconden, terwijl de winnaars van de vlakke ritten een tijdvergoeding van 20 seconden krijgen. Naast deze ploegen tijdrit fietsen de renners nog 175,2 kilometer tegen het uurwerk. Daarvan maakt een rit van 50 kilometer, met veertien stijgingen, tussen Besse en Chandesse en de Puy de Dome, alsmede een van 67 kilometer tussen Metz en Nancy deel uit. In het parcours komen 19 cols voor. Vier maal is de aankomst op een berg, te weten in Pla d'Adet, super Besse. op de Puy de Dome en in Alpe d'Huez. HOE HET BEGON Op woensdag 1 juli 1903 's nachts om drie uur startten zestig wielrenners in Villeneuve St. Georges bij Parijs voor de eerste Tour de France over een afstand van 2428 kilometer. Het parcours was door heel Frankrijk uitgezet met dagafstanden van 400 en meer kilometer. Echt een monsterfiets- tocht en tussen iedere etappe waren dan ook meerdere rustdagen ingelast. Het Alpengebied en de Pyreneeën waren met in de route opgenomen. Nog niemand had zich daar op de fiets gewaagd; dat zou pas later komen. Initiatiefnemer was de journalist Henri Desgrange en de achtergrond was een ruzie die ontstaan was tussen de Parijse fietsen- en autofabrikant graaf Albert de Dion en Pierre Giffard, hoofdredac teur van het wielerblad Le Vélo. Dit tijdschrift werd door De Dion gefinancieerd, maar toen deze gearres teerd werd omdat hij als royalist eieren naar het hoofd van de president van de Franse republiek had gegooid, distan- cieerde Giffard zich openlijk van hem. De graaf stichtte toen een nieuw tijdschrift L'Auto en Henri Desgrange werd hoofdredacteur. Het viel voor L'Auto niet mee om tegen het populaire Le Vélo op te boksen en daarom bedacht Desgrange een stunt: een kolossale wielerrace als nooit ehouden, van Marseille naar Parijs, et werd een succes en Desgrange kon een nog groter project in de concurrentieslag werpen, zijn Tour de France in zes etappes met voor de renners een prijzenpot van 20.000 francs. Winnaar werd Maurice Garin, een 32-jarige schoorsteenveger met een tijd van 94 uur en 33 minuten. René Pottier eindigde als tweede met een achterstand van bijna drie uur op Garin. De belangstelling was zo groot geweest dat Desgrange besloot het evenement in 1904 te herhalen. Het leek meteen de laatste maal te worden. De Tour werd een schandaal met valpartijen, ruzies tussen de renners, ingrijpen van de politie, baldadigheid en geweldadig optreden bij het publiek die bepaalde renners een handje wilden helpen en anderen de voet dwars zetten. Meer dan eens stonden de Tour-officials met de revolver in de hand om supporters op een afstand te houden. Als klap op de vuurpijl weigerde de Union Vélocipédiaue de houden klap de vuurpijl France de uitslag te erkennen en diskwalificeerde de vier snelste renners. In 1905 leek het weer net zo te gaan. Tegenstanders van het wieier- evenement strooiden kopspijkertjes op de weg. Dit werd voor Desgrange aanleiding om een vlammend protest artikel te schrijven en d^t had succes. Het drong tot de Fransen door dat zij zich de Tour niet mochten laten ontgaan. Hoewel het in de daarop volgende jaren niet altijd pais en vree was, bleef de Tour de France bestaan en groeide uit tot het belangrijkste jaarlijks weerkerende wieier- evenement. Wegens het gevarieerde wedstrijdpatroon, met vlakke etappes, bergritten en tijdritten wordt een overwinning in de Tour de France nu hoger gewaardeerd dan het wereld kampioenschap. EEN WIELERSPEKTAKEL GROEIT Toen de Tour de France eenmaal een begrip was geworden, moest het nodige worden gedaan om de wedstrijd in ae belangstelling te houden en de organisatie beter te doen verlopen. De wielersport in het algemeen kwam in die jaren ook beter van de grond en aan de kwaliteit en mogelijkheden van de fietsen werd heel wat gedaan. In 1910 werd het plan geopperd om ook de Pyreneeën in het parcours te betrekken. Organisator Desgrange had bedenkingen. Hij had slechte erva ringen met grensoverschrijding. De Duitse keizer had de Tour niet in zijn land willen toelaten nadat de fans in Metz tijdens het passeren van de renners de Marseillaise hadden gezon gen. Bovendien waren er in de Pyreneeën geen bruikbare wegen en zou voor aanpassing moeten worden gezorgd. Toch werden in 1910 de Pyreneeën voor het eerst in de Tour opgenomen; de 41 renners - van de 110 die gestart waren - die de tocht volbrachten werden in Parijs als helden binnengehaald. In 1914 werd nog een Tour verreden, maar de Eerste Wereldoorlog die kort daarop uitbrak, maakte voor vier jaren een einde aan dit evenement. In 1919 was er opnieuw een Tour en onder moeilijke omstandigheden; veel wegen waren vernield, notelaccomodaties verdwenen en goede fietsen waren moeilijk te krijgen. Desgrange, inven tief als altijd, bedacht weer wat nieuws. Hij lanceerde de gele trui om het publiek de winnaar van de dag te kunnen laten herkennen. De Fransman Christophe was op 20 juli 1919 de eerste renner die in Grenoble de gele trui mocht dragen. Het wedstrijdregle ment werd aangepast. Renners van een ploeg mochten onderling van fiets ruilen en niet-deelnemers mochten op beperkte schaal bepaalde hulp gaan verlenen. In 1930 werd besloten dat niet langer fabrieksteams maar nationale ploegen zouden mogen deelnemen, omdat de onderlinge op commercie geënte concurrentie ondragelijke vormen had aangenomen. Dat bleef zo tot 1961 en daarna in 1967 en 1968, toen dit principe weer werd losgelaten. Bij het publiek sloeg het idee van nationale ploegen goed aan; het nationalisme tierde welig in de dertiger jaren. Door het verdwijnen van de fabrieksteams ging de organisatie veel geld missen en dat moest worden goedgemaakt door het op grote schaal inschakelen van reclame. Dat is zo gebleven en heeft de Tour in de loop van de jaren steeds meer vercommercialiseerd zoals ook de merkreclame voor de fietsen die gebruikt worden een wezenlijk element in dit sportieve evenement is geworden. De zaak waar Jacques Goddet, die Dess de kreeg was de doping van de renners. Een gevaarlijke methode om de êrestatie van de renners op te voeren. Ie dood van Tom Simpson tijdens de Tour van 1967 leverde daarvoor het bewijs. Aanvankelijk was de Tour de France vooral een Franse affaire. In de eerste vijf jaren waren het Fransen die zich winnaar van de Tour mochten noemen. In 1909 was het voor het eerst een buitenlander, de Luxemburger Faber. In de daarop volgende jaren ging de overwinning naar België. Het heeft vrij lang geduurd voordat Nederlanders als deelnemers aan de Tour werden geaccepteerd. Henri Desgrange had zo zijn eisen en zag niets in Nederlandse wielrenners, mensen uit een land zonder bergen. Dat zat sportjournalist Joris van den Bergh niet lekker. Wij hadden per slot van rekening renners als Thijs van Oers en Marinus Valentijn die internationaal bezien heel behoor lijke prestaties hadden geleverd. Van den Bergh ging praten met Desgrange en kreeg de zaak tenslotte rond. In 1936 zou Nederland met een B-ploeg van vier renners mogen meedoen. De broers Albert en Antoon van Schendel £4 Cl Cl XV Y* Uttl VIV/VLUVl/) V41V isgrange als organisator opvolgde, na Tweede Wereldoorlog mee te maken nen op 7 juli 1936 in een verschrikkelijke regenbui in Parijs aan de start. Aanvankelijk was ook Kees Pellenaars uitgenodigd, die twee jaar eerder in Leipzig bij de amateurs wereldkampioen op de weg was geworden. Maar Pellenaars bedankte voor de eer en werd vervangen door Gijsen. De sportpers haa weinig vertrouwen in de Nederlandse deel name, maar het ging bepaald niet slecht. Er zat zelfs een Nederlandse zege in. Middelkamp, een Zeeuw die eigenlijk nog nooit een echte berg had gezien, won de bergetappe van Aix-les-Bains naar Grenoble. Te danken, naar de legende wil, aan de inhoud van vijf tonnetjes haring die zijn supporters hem hadden toegezonden. In net eindklassement bezette Albert van Schendel de vijftiende plaats; Middelkamp eindigde op de 23ste plaats en Antoon van Schendel op de 32ste. Albert Gijsen was ziek geworden en had de strijd voortijdig moeten staken. Dankzij de prestatie van Middelkamp mocht Nederland in 1937 een ploeg van zes renners afvaardigen. In 1938 was het Gerrit Schulte die de aandacht trok en na de Tweede Wereldoorlog renners als Wim van Est (die 12 dagen in de gele trui reed), Jan Nolten en Wout Wagtmans. Nadat Nederland in 1953 het landenklasse- ment won, kwam er een extra beloning. De Tour de France 1954 zou in Amsterdam van start gaan. Sindsdien speelt Nederland een flinke rol mee in de Tour de France. In 1968 werd een hoogtepunt bereikt toen Jan Janssen de Tour won. De grootste winnaars van de Tour de France waren tot nu toe Jacques Anquetil en Eddy Merckx. Beiden wonnen de Tour vijf maal. Zij waren ook de enigen die vier jaar achter elkaar winnaar werden; Anquetil in de jaren 1961 - 1964, Merckx in de jaren 1969 - 1972. Merckx heeft ook het langst de gele trui gedragen en bracht de meeste etappe-overwinningen op zijn naam. De krapste eindoverwinning was voor Jan Janssen. Hij lag na de eindsprint in 1968 slechts 38 seconden voor op Herman van Springel. Tweede in dit rijtje was Anquetil die in 1964 Poulidor met 55 seconden de baas bleef. Het klimmersrecord staat op naam van de Spanjaard Frederico Bahamontes met vijf overwinningen. De langste Tour was die van 1926 over een afstand van 5745 kilometer; de kortste die van 1904 over 2388 kilometer. De snelste Tour werd in 1962 verreden toen Anquetil de 4272 kilometer met een gemiddelde snelheid van 37,306 kilometer per uur aflegde. De oudste winnaar van de Tour was Gino Bartali in 1948; tijdens de Tour werd hij 34 jaar. De jongste winnaar was Henri Cornet; hij was twintig jaar toen hij in 1904 winnaar werd. Slechts tweemaal werd de Tour in de laatste etappe beslist. Dat was in 1947 toen Robic en in 1968 toen Jan Janssen won. De winnaars van de Tour kwamen 29 maal uit Frankrijk, 19 keer uit België, 8 keer uit Italië, 4 keer uit Luxemburg, 2 keer uit Zwitserland en Spanje en 1 keer uit Nederland. Iedere Tour eindigde tot nu toe in Parijs. Tot en met 1950 startte ook iedere Tour in Parijs, met uitzondering van de Tour van 1926 die in Evian van start ging. Vanaf 1951 werden wisselende startplaatsen gekozen meestal in Frankrijk en driemaal in Nederland (1954, Amsterdam; 1973, Den Haag-Scheveningen; 1978, Lei den), tweemaal in België (1958, Brussel; 1975, Charleroi), en eenmaal in Duitsland (1965, Keulen). In 1974 deed de Tour voor de eerste maal ook Engeland aan. De Tour-karavaan bestaat de laatste jaren uit zo'n 1800 mensen met circa 520 voertuigen van verschillende aard; 100 voertuigen behoren daarbij tot de organisatie. Vijftig politiemensen bege leiden de Tour op motorfietsen, terwijl ruim 300 journalisten met de Tour meerijden. Het bedrag dat door de renners tijdens de Tour kan worden verdiend, bedraagt ruim een half miljoen gulden. Dat geld wordt bijeen gebracht door L'Equipe en Le Parisien Liberé. De organisatiekosten worden betaald uit de reclame-opbrengsten, de televisierechten en de pij dragen van etappe-steden. DE FIETSEN VAN DE TOUR DE FRANCE Het spreekt welhaast vanzelf dat de deelnemers aan de Tour de France over de meest hoogwaardige fietsen moeten beschikken om de prestaties te kunnen leveren die van hen worden verwacht. Dat is altijd zo geweest, maar tussen die fietsen die tijdens de eerste Tour in 1903 werden gebruikt en die van de vijfenzestigste Tour in 1978 bestaat veel verschil. De fiets is in die jaren dan ook ingrijpend veranderd en aangepast door toepassing van nieuwe vindingen en nieuwe materialen. De renners kiezen zelf hun materiaal en maken gebruik van geheel op maat gebouwde fietsen, waarbij rekening wordt fehouden met alle individuele voor euren en eisen. Tijdens de Tour wordt vaak van fiets gewisseld om zo de gunstigste aanpassing te vinden bij de omstandigheden van weer en terrein. Zo had, om een voorbeeld te noemen, Van Impe ral97f) vijf fietsen ter beschikking. Twee van deze fietsen wogen negen kilo per stuk, twee met dunnere banden wogen elk acht kilo en de vijfde fiets van nog geen zeven kilo had hij speciaal laten bouwen voor de laatste tijdrit in Parijs. Voor de fietsen wordt zo licht en sterk mogelijk materiaal gebruikt, tegenwoordig steeds meer titaan naast aluminium- legeringen, al lopen de persoonlijke voorkeuren wat ait betreft uiteen. Als banden worden meestal tubes (binnen- en buitenband ineen) gebruikt vanwege het lichtere gewicht. Uit de derailleurs die gebruikt worden, blijkt vaak de persoonlijke voorkeur van de renners; ook het verzet dat gekozen wordt. Zo gebruikten Zoetemelk en Poulidor in 1976 bij de bestijging van de Alpe d'Huez een dubbel tandwiel 42-53, terwijl Van Impe en Romero 44-52 gebruikten. Hoewel de fietsen van de renners bepaalde merknamen dragen, zijn ze niet te vergelijken met bestaande fietsen van hetzelfde merk omdat de onderdelen persoonlijk worden geko zen. Zo gebruikte Thévenet, die de Tour in 1977 won, een bestaand Peugeot frame; tevens het merk van zijn fiets) met o.m. kettingen van het merk Sedis, Simplex-derailleurs, een free wheel van Maillard, Nervex-lugs, toeclips van Poutrait-Morin en een Tron Berthet-zadel. Aan deze Tour-fietsen worden vele duizenden ldens besteed, an de ervaringen die met fietsen in de Tour worden opgedaan, wordt dank baar gebruikt gemaakt door de fietsenindustrie, ook al worden de fietsen in de Tour dan abnormaal" gebruikt. Toch komen hierbij verschil lende voordelen aan het licht die hun toepassing vinden bij de bouw van racefietsen en bij de gewone confectie- fiets. De Tour doet ook invloed gelden op het fietsgebruik en de belangstelling voor de fiets in het algemeen. Dat is vooral in de laatste jaren sterk duidelijk geworden. De prestaties die door de Tour-rijders worden bereikt spreken sterk tot de verbeelding en maken duidelijk welke mogelijkheden er in de fiets zitten. De thans bestaande belangstelling voor sportieve licht gewicht fietsen kan gerelateerd worden aan het groeiende enthousiasme voor de wielersport. Opmerkelijk hierbij is dat ook mensen wie het niet direct om het prestatie-rijden gaat, hierdoor worden aangesproken. Er is bepaald sprake van een hausse in de proauctie van semi-racefietsen en race-fietsen. Dat werd onder meer gedemonstreerd tijdens de in mei van dit jaar georganiseerde Friese elfstedentocht op de fiets, waarbij het overgrote deel van de 12.000 deelnemers, onder wie Minister President Van Agt, op lichtgewicht fietsen met versnellingen deelnam. Het verband tussen de lichtgewicht fiets en de Tour de France is ondubbelzinnig duidelijk gemaakt door de voormalige Tour-winnaar Jan Janssen, die momenteel in serie vervaardigde race- en trimfietsen in de handel brengt onder de naam Tour de France. De ex-wielrenner maakt zijn fietsen overigens niet zelf, maar laat dat doen door ervaren fietsenbouwers. Maar dat gebeurt wel op zijn aanwijzingen en op basis van zijn ervaring in de internationale wielren nerij. Dat heeft bijvoorbeeld tot gevolg gehad dat hij bij zijn fietsen de wielbasis heeft verkort door de liggende achtervork niet volkomen horizontaal te plaatsen. Dié ligt bij de achteras wat hoger dan bij het trapashuis. Vrijwel a^le Nederlandse fietsenfabrikanten hebben sinds enige tijd de lichtgewicht fietsen in hun collecties opgenomen en omdat het hierbij om in serie vervaardigde fietsen gaat, is de prijs van deze supersport- en sopis semi-racefietsen binnen het bereik van vrijwel iedereen komen te liggen. Voor ver beneden de duizend, gulden is zo'n fiets, en van goede kwaliteit, te koop, al is er ook keus voor wie meer dan tweeduizend gulden wil neertellen. WAT IS WAT? EEN TOUR DE FRANCE ENCYCLOPEDIE Achtervolging. Renners starten op hetzelfde tijdstip maar op verschillende plaatsen en traenten elkaar in te halen. Men kent zowel individuele achter volging als ploegachtervolging. De achtervolging wordt in de wielersport als een van de zwaarste nummers beschouwd. Algemeen klassement. De dagelijl lijst van renners in de volgorde van h positie in de wedstrijd. kse un Bonus. Een extra tijdwinst die als beloning voor een bepaalde prestatie wordt gegeven. De winnaar van een etappe krijgt bijvoorbeeld een aftrek van de gereden tijd van 20 seconden, de man die achter de winnaar binnenkomt krijgt 15 seconden aftrek, de derde 10 seconden aftrek en de vierde 5 seconden aftrek. Dat is belangrijk voor de plaats in het algemeen klassement. Col. Een berg-engtq AJ naar gelang de stijgings- en ftioeikjknèidsgraad kent m*en'f hierbij ondëïjverdeling in vel schillende categorieën. Commissaris. Benaming voor een official die overtredingen opspeurt en bestraft. Criterium. Race over een smal weggedeelte, meestal uitgezet in dorpen of steden en zonder vastge stelde lengte. Demarrage. Het loskomen of wegvluch ten van een renner uit een groep van rijders. Etappe. Een bepaald af te leggen gedeelte in een race. Bij de Tour de France speciaal de afstand die op een dag moet worden afgelegd. Gele trui. Een onderscheiding voor de winnaar van een dag-etappe in de Tour de France. De drager van de gele trui ontvangt ook een geldbedrag. Grand prix de la montagne. Een speciale prijs die in 1933 werd ingesteld voor klimmers. Aan deze prijs is een geldbedrag verbonden. Groene trui. Een onderscheiding voor de leider van het puntenklassement. Aan deze onderscheiding is ook een geldbeloning verbonden. Man met de hamer. Een in de wielersport gebruikte uitdrukking bij een inzinking of breakdown van een renner tijdens de rit. BijvoorbeeldBij A. stond voor renner X de mam met de hamer. Medische controle. Eufemistische uitdrukking voor controle op het dope-gebruik. Peloton. De hoofdgroep van renners tijdens de rit. Premie. Een speciale prijs die voor een bepaalde prestatie wordt gegeven. Dorpen en steden die door de Tour worden gepasseerd loven vaak premies uit. Puntenklassement. De rangvolgorde van de behaalde punten tijdens de wedstrijd. Regenboogtrui. Onderscheiding voor de winnaar van een achtervolging. Rode lantaarn. Onderscheiding voor de renner die onderaan in het algemeen klassement staat. Hoewel als grap bedoeld, betekent dit in de praktijk ook dat andere deelnemers zo'n laatste man wat gaan stimuleren en helpen. Soigneur. Verzorger van een renner, meestal een masseur. Sprint. Kort afstandsnummer - offi cieel over 1000 meter - waarbij zo groot mogelijke snelheid wordt ontwikkeld. De dag-etappes eindigen vrijwel altijd in een sprint. Tijdrit. De renner rijdt hierbij primair tegen de klok en richt zich secudair op de voor hem gestarte tegenstanders. Uurrecord. De grootste snelheid die per uur wordt bereikt. PROTEST BSC HEILOO TEGEN OVERWINNING VAN CROMTIGERS Het honkbalteam van BSC Heiloo moest afgelopen zaterdag in Heiloo een 2-4 nederlaag slikken in de wedstrijd tegen Cromtigers uit Krommenie, maar tegen deze overwinning, die op zich zeker niet onverdiend voor Cromtigers was, is protest aangetekend. Dit vanwege een foutieve beslissing van de hoofdscheidsrechter in de tweede inning, waardoor Cromtigers een 0-1 voorsprong kon nemen. Het tweede honkbalteam van Heiloo moest ook een nederlaag incasseren. Heiloo speelde tegen ODIZ 2 geen al te beste wedstrijd. Het enige opmerke lijke was de eerste homerun van een Heiloo-speler op het honkbalveld aan het Vennewater. De speler die dit deed was Bert de Vries, die hiermee eschiedenis maakte, et eerste softballteam van BSC Heiloo is de tweede helft van de competitie goed gestart met overwinningen op ODIZ 2 en Foresters. Vorige week woensdag werd met 15-4 van ODIZ gewonnen en afgelopen maandagavond werd met 19-4 Foresters verslagen. In beide wedstrijden hoefde Heiloo niet op haar sterkst te spelen om toch twee ruime overwinningen te behalen. Morgenavond volgt de thuiswedstrijd tegen Cromtigers en volgende week wacht de uitwedstrijd tegen dezelfde ploeg en donderdagavond de belang rijke thuiswedstrijd tegen Flying Petrels. Winst op Flying Petrels zal een belangrijke stap betekenen in de richting van het kampioenschap. BSC HEILOO PROGRAMMA VAN 29 JUNI T/M 5 JULI 1978 zondag 2-714.30 Bloemendaal: Bloe- mendaal 1 - Heiloo 1 woensdag 5-7 19.30 Heiloo: Heiloo 1 - Bloemendaal 1; zaterdag 1-7 10.00 Amsterdam: Pirates 3 - Heiloo 2; zaterdag 1-7 11.00 Den Helder: Vikingen jun. - Heiloo 3; zaterdag 1-7 10.00 Purmerend: Flying Petrels adsp. 1 - Heiloo adsp. 1 woensdag 5-7 19.00 Heiloo (Eh.): De Foresters adsp. - Heiloo adsp. 1 zaterdag 1-7 11.00 Heiloo: Heiloo adsp. 2 - The Herons adsp. 1 zondag 2-7 12.00 Heiloo: Heiloo pup. 1 - Vikingen pup. Softball dames: vrijdag 30-6 19.30 krommenie: Cromtigersl - Heiloo 1 donderdag 29-6 19.30 Heiloo: Heiloo 2 gears 1 vrijdag-3-6 19.30 Heiloo: Heiloo 3 - Beagles 1 zaterdag 1-7 10.00 Heiloo: Heiloo jun. - Flying Petrels jun. zaterdag 1-7 10.00 H.H.Waard: The Herons pup. - Heiloo pup. POSTDUIVENVERENIGING HEILOO'S LUCHTPOST HEILOO Voor de wedvlucht van j.l. zaterdag waren 123 duiven van 14 leden verzonden. Wegens de slechte weersomstandig heden werden de duiven in Compiègne zaterdag niet gelost, maar zondagmor gen om 6 uur 10. Door de harde zuidwesten wind bereikten de duiven een hoge snelheid. De 376 k.m. werden door de eerste duif van J. Pepping afgelegd in 3 uur 42 min. 12 sec. Dit betekent een gemiddelde snelheid van 1695,09 meter'per minuut of 101,705 km. per uur. De laatste; of 25e concoursduif, was van P. Bakker Sr.; geklokt om 10 uur 12.00; gemiddelde snelheid 1555,08 meter per minuut of 93.305 km. per uur. To taal-uitslag: J. Pepping (6) 1-21 N. de Haan (6) 2-7-8 B. Molenaar (6) 3-6 N. Baltus (12) 4 J. de Best (11) 5-14 R. Middelburg (6) 9 P. Bakker Sr. (15) 10-11-23-25 C. Mienis (9) 12-20 H. Houtenbos(17) 13-15-16 Th. Schut (7) 17-18-24 S. Meijssen (6) 19-22 WEDSTRIJDPROGRAMMA FORESTERS Honkbal senioren zo. 2-7Foresters 2 - ODIZ Frogs jun. aanvang 9.30 uur; zo. 2-7: B.S.M. - Foresters 1 aanvang 14.00 uur; Aspiranten za. 1-7: ODIZ Frogs - Foresters aanvang 12.00 uur; wo. 5-7: Foresters - BSCH aanvang 19.00 uur; Pupillen zo. 2-7Fl. Petrels Foresters aanvang 12.00 uur Junioren: ma. 3-7 Foresters - ODIZ Frogs aanvang 19.30 uur; Softball Senioren Vrij. 30-6: Vikingen 1 - Foresters 2 aanvang 19.30 uur; ma. 3-7: Ödiz Frogs 2 - Foresters 1 aanvang 19.30 uur; do. 6-7: Foresters 3 - Odiz Frogs 3 aanvang 19.30 uur; vrij. 7-7: Seagulls 1 - Foresters 2 aanvang 19.30 uur; Vrij. 7-7: Foresters 1 - Cromtigers aanvang 19.30 uur; Aspiranten: za. 1-7: Herons - Foresters aanvang 10.00 uur; di. 4-7: Foresters - Herons aanvang 18.30 uur; Pupillen za. 1-7: Foresters 1 - Foresters 2 aanvang 10.00. D.V.W. Afgelopen zaterdagmorgen vond de eerste viswedstrijd plaats tussen D.V.W. en het Gemeentepersoneel. Ondanks het slechte weer werd er vrij goed gevangen, vooral door de gemeentevissers. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de gemeente deze wedstrijd in zijn voordeel besliste. FLYING PETRELS TE STERK VOOR FORESTERS SOFTBAL Heiloo. Foresters heeft het niet kunnen houden tegen Flying Petrels. Van te voren zou niemand iets anders hebben verwacht, de debutant tegen nr. twee van de ranglijst, die vorig jaar nog landelijk speelde, maar achteraf had er misschien meer ingezeten als Foresters niet zo'n zwakke start had gehad. Het veld was n.l. de eerste vier inningen zo dicht als de befaamde lekke zeef. Met name korte stop Ingeborg Knip kon haar reput,tie niet helemaal waar maken en moest een paar ballen laten gaan, al moet erbij gezegd worden dat er erge harde ballen bij zaten, want slaan kun je wel aan dit Flying Petrels overlaten. De softbal van Foresters krijgt echter een werpmachine van de moedervereniging en kan dus naar hartelust oefenen op de harde bal. De eerste helft van de wedstrijd was dus geheel voor de Purmerendse meisjes 2-20. Toen keerde het tij op de Egelshoek. Twee honkslagen, van Ans Jonker en Dorothé Jansen, een homerun van Irma Pos, goed veldwerk en na de zesde inning was Foresters teruggekomen tot 11-20. Iedereen begon er weer in te geloven. De Perelscoach had een uitgebreide timeout nodig om zijn ploeg te waarschuwen, en dat hielp want in hun laatste slagbeurt wisten ze weer punten te maken: 11-24. Maar Foresters gaf niet op en liep in de gelijkmakende slagbeurt weer m tot 15-24. Toen sloeg Tineke Nanne een hoge bal die na een lange rush door de tweede honkvrouw van de Petrels schitterend nog juist boven het gras werd gevangen wat het einde van de wedstrijd betekende. Werpcijfers: D. Jansen for. 1-2-18-11 M. Nierop Petr. 7-13-9-1. Beste slagvrouwen: I. Pos, for. 0.800,1. Knip for. 0.600, T. Koeman petr. 0.666, M. Nierop petr. 0.666. De gemeente ving 1653 cm en D.V.W. 1340 cm. Het was een schrale troost voor de visclub dat de D.V.W.er F. Mooy eerste eindigde met 372 cm. Tweede werd C. Schouten (gemeente) met 356 cm. Derde werd het jeugdlid William de Vries met 340 cm. Hij kwam ook voor de gemeente uit. Het bestuur van D.V.W. maakt haar leden bekend dat het Gemeentebestuur in overleg met het D.V.W.-bestuur aan de modelbotenclub toestemming heeft verleend om op donderdagavond en zondagmiddag boo' ;es te laten varen in de Driehoekvijver in p n Oost. HEILOOER BRIDGECLUB Uitslagen donderdag 22 juni 1978: N-Z. 1. dames Spruyt/Hoolwerf, 61 pet.; 2. hr./mw.Toby, 61 pet.; 3. nr./mw. Bies, 56 pet. O-W. 1. dames Eberson/Groeneveld, 63 pet.; 2. mw. Gallee/hr.Gerssen, 63 pet.; 3. dames Klerk/Piet, 62 pet. Voor donderdag 29 mei gelden de volgende maatregelen: afmelden bij verhindering en aanmelden voor niet-vaste spelers tot uiterlijk woens dagavond 9 uur bij mevrouw G.E. Klerk, tel. 334368; mevrouw C.C. Zomerdijk, tel. 332800; de heer W. Zwitselaar, tel. 330149. Er wordt verzekeren vaak gezegd dat het van fietsen voor de verzekerings - maatschappij geen aantrekkelijke zaak meer is. Een Duitse verzekeringsbank denkt daar kennelijk anders over. De bank kocht tijdens een veiling ten bate van de gehandicapten sport voor een bedrag van 20.100,- D.M. de racefiets van de succesvolle Duitse renner Dietricht Thurau. De fiets wordt nu verloot onder de mensen die in het eerste halfjaar van 1978 bij de bank een fietsverzekering hebben afgesloten. Om een echt leren fietszadel in goede staat te houden en soepel te maken voor een goede zit, moet het zadel aan de onderzijde worden ingevet. Er is nog een vrij simpele manier om het nieuwe zadel soepel te maken: gewoon een tijdje bewerken met een deegroller Het is maar een weet. Op een goede fiets verlangt de consument, net als vroeger, een echt leren zadel. In de Afrikaanse republiek Togo is enkele maanden geleden een serie postzegels uitgegeven ter gelegenheid van de herdenking van vijfenzeventig jaar gemotoriseerde luchtvaart. De zegel van 200 fr. toont een afbeelding van de fietsenwerkplaats van de gebroeders Wright, waar de eerste aanzet tot de luchtvaart werd gedaan. „Het verdient aanbeveling dat de stadsbestuurders en beleidsambtenaren van Arnhem elk jaar twee maanden, een in de winter en een in de zomer, uitsluitend gebruik maken van het openbaar vervoer en de fiets". Een advies dat gegeven werd door de gemeentelijke afdeling Cultuur, Re creatie, Sport- en Jeugdzaken van de Gelderse Hoofdstad om de beleidsma kers weer oog te laten krijgen voor de verkeersrealiteit. Een advies dat niet alleen voor Arnhem geldt. Te vaak worden beslissingen over <f ietsver keer en daarbij behorende voorzieningen genomen door mensen die zelf al jarenlang niet meer op een fiets hebben gezeten Op 1 januari 1977 waren er in Nederland 5127 tweewielerbedrijven. Een rekensommetje leert dat dit betekent dat 2692 Nederlanders het met één fietsenhandel moeten doen. De meeste fietsenzaken zijn te vinden in de provincie Zuid-Holland die met 888 vestigingen aan de top staat; het kleinste aantal heeft Zeeland, te weten 175 stuks, terwijl een typische fietspro vine ie als Drente in totaal 204 fietsenmakers telt. De laatste jaren is het aantal fietsenhandelaren in ons land flink teruggelopen en dat betekent dat in verschillende streken de serviceverlening in de knel begint te raken, als het aantal fietsenmakers nog verder daalt. Vanuit de fietsenbranche wordt dan ook druk op de overheid uitgeoefend om de vestigingsmogelijk heden te vergroten door het scheppen van voor deze branche, met nog sterk ambachtelijke inslag, passende en betaalbare bedrijfsruimten. Wie in Nederland op de fiets wil stappen om een ontspannend tochtje te maken, hoeft zich niet het hoofd te breken hoe hij aan een fiets komt. Wie de eigen fiets niet bij de hand heeft, kan vrijwel overal in ons land een fiets huren en dat voor een luttel bedrag. Wie weten wil waar fietsen op gebruikers te wachten staan, kan door overmaking van f 5.80 op postgiroreke ning nr. 234567 bij de stichting: fiets! in Amsterdam het boekje Fiets-Ver- huur-adressen aanvragen. Hierin staan per provincie, alfabetisch volgens plaatsnamen, gerangschikt de adressen van een dikke duizend fietsverhuur- ders. Bij ongeveer 200 van deze adressen zijn ook tandems te huur. In de grote vakantiecentra verdient het aanbeveling om in het zomerseizoen huurfietsen van tevoren te reserveren, want de vraag is doorgaans zeer groot. Door deze stichting zijn in de afgelopen jaren meer' dan 200 fietsrondritten uitgezet met een gemiddelde lengte van dertig tot veertig kilometer. Deze rondritten, waarbij men dus bij het beginpunt terugkeert, liggen door heel Nederland verspreid. Beschrijvingen van de routes, voorzien van gedetail leerde routekaartjes en toeristische informatie, zijn gebundeld in een groot aantal boekjes die onder deserietitel ONTDEK NEDERLAND OP DE FIETS! verschenen zijn. Elk boekje bevat elf fietsroutebeschrijvingen in een bepaald gebied. Tot nu toe zijn in deze serie de volgende titels versche nen: Fiëtsen in Amsterdam en omgeving; Fietsen in Gooi en Vechtstreek; Fietsen in Hollands Groene Hart, Fietsen in Den Haag en omgeving; Fietsen in Salland en Twente; Fietsen in Westérlijk Noord -Brabant; Fietsen in Zuidelijk Limburg, Fietsen in Ede en omgeving; Fietsen in Kennemerland, Haarlem, Alkmaar en Fietsen in de Zaanstreek, Waterland en West-Friesland. Wie een of meer van deze boekjes in bezit wil krijgen, kan de gewenste titels door overmaking van t 6,60 per deeltje op postgirorekening nr. 234567 aanvragen bij de stichting: Fiets! in Amsterdam. Hierbij uit de aard der zaak de gewenst titel(s) vermelden. Wie van een fietstocht wil genieten, doet er goed aan er rustig de tijd voor te nemen. Hoewel er ongetwijfeld ook veel aantrekkelijks steekt in het afleggen van een zo groot mogelijk aantal kilometers, is dat toch wat anders dan op de fiets de natuur in trekken. Dan ga je fietsen om wat te zien en dat vraagt tijd en rust. Je moet de tijd hebben om af te stappen. Een ander punt dat van belang is, is een goede fiets. Wie van een fietstocht wil genieten, moet over een fiets beschikken die lekker en licht rijdt, terwijl de kans om pech te krijgen tot een minimum moet worden bepekrt. Dat kan allemaal door ervoor te zorgen dat Uw fiets goed in orde is. Neem er daarom de tijd voor om Uw fiets een goede onderhoudsbeurt te geven of te laten geven. U ontdekt dan ook of er iets mis is. Zorg ervoor dat alle moeren en bouten goed vast zitten, want een rammelende fiets is een onding. Controleer of de remmen goed fuctioneren, of het zadel in goede staat verkeert en of de verlichting het doet. Besteed ook wat extra zorg aan de banden. Als een band te veel is afgesleten, neem dan een nieuwe. Het risico dat Uw fietsplezier door een lekke band wordt vergald, heeft U dan tot een minimum beperkt. In het kader van zijn doctoraalstudie heeft Ben Bettinger een onderzoek ingesteld naar het langzaam verkeer naar de binnenstad van het Limburgse Venlo, waarvan hij de resultaten heeft vastgelegd in een scriptie. Hij constateerde dat mensen die tot vijf en tien kilometer van werk of school wonen gebruik maken van de fiets. Vooral mensen met hogere inkomens, gezinshoofden en mensen die beroeps matig van deauto gebruik moeten maken, nemen bij voorkeur dit voertuig om naar de binnenstad te gaan. In zijn conclusies en aanbevelin gen stelt Bettinger dat bij het verkeersbeleid in Venlo er rekening mee dient te worden gehouden dat 65 procent van de Venlonaren op een andere wijze dan met de auto naar de binnenstad gaat. Hij houdt dan ook een pleidooi voor de aanleg van goede fietsroutes en hij is van mening dat fietsers door verkeersmaatregelen moeten worden gedwongen om veilige routes te volgen. Hij concludeert verder dat fietsparkeervoorzieningen nodig zijn aan het begin van de voetgangers promenade en dat overdekte parkeer plaatsen voor fietsen en brommers geen overbodige luxe is. Hoewel gericht op de situatie in Venlo, mag zijn pleidooi voor veilige fietsroutes en fietsvoor- zieningen algemeen geldend worden geacht voor alle Nederlandse steden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Uitkijkpost : nieuwsblad voor Heiloo e.o. | 1978 | | pagina 12