[tONKRSCHXN
msk i VOBTJE* 2'gf, Uil*»"
iiill 8 I /PUkunweN.
Hl srerw**!.^■■■aaasaiSSi
MMtsims
/r<5/r£/?-
lams
H£RtNUms\
I
\&pkètti6 ln nrrcF
Mfr drbge/v
^psr
%js£ fes.
'~SK&
■P^P
DE SCHOENKAPER
Herculesstraat 6a Alkmaar
(Industrieterrein Overdie)
MANNEN STAAN TE WEINIC
OP DE FOTO
M--J?
li
HELP;
ib9. 111 L! Mm i
i
WN ontdekt zwakke plekken in rij-opleiding
'Tr/ïï.
1 Kam 7
X. JihbL
EEM LAftRS
OM TEGEN
TE ZEGGEN.
PB KP\P KPN
"ZOWEL OMHOOG
PlLG 0MGE6LA-
GEN GBDRR6EN-
U/0RPEN
cz^HT^
ben pahr lhdrzen a/s m
TWEE PB BR TE GEBRU 1KB N\
IN DIVERSE KLEUREN
VERKRIJGBAAR I
vjiNKELPR'Js r faTil'il]
B/0 ONG... inLnJi i
I
maten 40%, 45
PA/6ELOOE//JK
GOEDKOOP
3/JOAIS POOR
Bolide mot,
NebbenJ\
I
i met p/re
Geheel van
leper
i paMEs;
KOOPSNEL
LAPPS, F/JN
I vooR pp I
BPOfPN/OO PAN w-
TOP MODE
'S dLN,ISUvvST£
TREND/ ^0F57"£r
Vijzel r
a,eZ9o
S/j on 3
AFVALSTOFFEN
Vrijdagavond
KOOPAVOND
van 7-9 uur
EEN LP AR5 OM
LANGE, LMGE
T/JP
PLE2/ER j
l/ANTE -
PW hakhoogtes
■i^>2ï
tëfö r<>3
8ER&EN Cr-
T q-
-
j hoorn
v^o
UITKIJKPOST
27 SEPTEMBER yUKIJKPC
^«assES53^ n
iFCHI
Ifflf R
iFCIff
IfOH
wu HEBBEN ZE
IN P«V.KLEUREN
»T»>
<ZGr
HIER IS HET
HLM'innr^ 1 -
m
Aan
mode
fraai
mer i
mass
keuk
2e to
Aanv
Guns
m. a£
Ind.
keuk
doucl
derki
Aanv
Herei
miers,
Aanv
dnl. e
Een man hoort ook in de fotogalerij van het gezin. Omdat hij nog
te vaak vindt dat hij de enige is die foto's kan makenontbreekt hij
dikwijls in de foto-verzameling. Zet hem ook eens op de foto!
Dat is het advies in bijgaand artikel
Wie een foto-album van vroeger bekijkt
van het doorsnee gezin in Nederland
ontdekt een paar merkwaardige
dingen. Op de foto schijnt altijd de zon
- het gezin is bijna altijd aan het
feestvieren of met vakantie en.... er
ontbreekt vaak één gezinslid: de man.
Want hij was het, die de foto'smaakte.
OORZAAK BEKEND
De
van die mannelijke
overheersing als het om fotograferen
gaat is bekendheel vroeger was
oorzaak
Fotograferen een tamelijk technische
aangelegenheid, waar de vrouw over
het algemeen minder belangstelling
voor had. De man werd daardoor
automatisch de gezinsfotograaf en hij
bleef dat. Toch zit daar een kentering
in; ook de vrouw heeft de laatste tijd de
kamera „ontdekt". Eigenlijk niet zo
verwonderlijk want fotograferen werd
veel minder technisch en de kamera's
werden heel handig voor alledaags
gebruik. Gelukkig vertonen de foto
albums van nu en dan ook steeds
minder dat eenzijdige beeld van
vroeger: de zon schijnt niet altijd, je
ziet beelden van alle hoogtepunten van
het jaar en op de foto's zie je niet alleen
moeder met de kinderen.
OOK IN KLEINBEELD
Volgens een marktonderzoek gebruikt
op dit moment de vrouw in 39 van de
100 gezinnen de kamera het meeste.
Mannen iets meer n.l. 45 procent, en in
overige gezinnen zijn het de kinderen
die de meetste foto's maken.
In een gezin waar een handige
kassette-kamera is, maken de vrouwen
de meeste foto's (46 procent tegen de
mannen 33 procent). Ook bij de vaak
wat ingewikkelder spiegelreflex
kamera's trekt de vrouw de verhou
dingen snel recht: in 1974 gebruikten
66 procent van de mannen de
spiegelreflexcamera het meest en in
maar 24 procent van de gevallen de
vrouw. In 1977 daalde het mannelijk
aandeel tot 54 procent en gebruikten in
elke 100 gezinnen 32 vrouwen de
spiegelreflexkamera het meest.
MAN OP DE FOTO
Dit alles maakt wel duidelijk dat de
man nu meer kans heeft om
gefotografeerd te worden dan vroeger.
Toch is het verstandig om de eigen
fotoverzameling eens na te kijken. Ip
veel gevallen zal dan blijken, dat
manlief nog altijd te weinig op de foto
staat. Omdat hij overdag niet thuis is als
er leuke foto's gemaakt kunnen
worden. Of omdat 'ie, als hij in het
gezin is, toch weer zélf de foto's wil
maken. Of omdat hij gewoon liever niet
op de fotot's komt uit een
onbegrijpelijke soort bescheidenheid.
NIET VERSTANDIG
De fotoalbums van vroeger bewijzi
het: een foto-kollektie waarin de ral
veelal ontbreekt, is niet kompleet.!
charme van de gezins-fotoboeken i
juist, dat je kunt zien hoe je met elkai
opgroeit, dat van elke periode in he
leven de foto's vertellen hoe het wasei
hoe je er toen uitzag. Als daar iemaui
in die foto-gallerij ontbreekt,- dan is#i'
jammer.En er is maar één manier om|t
op te lossen.
ZET HEM OOK 'S OP DE FOTO'
Bijvoorbeeld als hij aan het knutsel^
is. Of de auto staat te wassen. Als$
met de kinderen speelt of zit te visset
Als hij 's avonds van zijn werk thuis
komt. Of televisie zit te kijken. ZÉ
hem óók 's op de foto. Dan kuni
later zien hoe hij er nu uit zag. Enh|
hij bijvoorbeeld op zo'n vrije zaterdaj
van alles beleeft.
Voor uw
P. H «WROOT
hoogeweg 72 - heiloo -tel.02205-1541
SCH<
500 g
S0E1
250 g
GEB1
B0T1
500
LEUK VOOR LATER
En als hij niet op de foto wil omdat;
vindt dat hij dat als man niet doet
omdat-ie zichzelf niet fotogeni
vindt? Dan is het goed om hemt
vertellen, dat foto's van het levenvai
het gezin niet kompleet zijn als e
steeds iemand ontbreekt. Een albui
met alleen foto's van de kinderen end
moeder er in, is een eenzijdig boet
Zoals ook een album* waar alleei
vakantiefoto's in staan, een onvo
beeld geeft van het gezinsleven.
Wie later echt wil genieten van de foto's
van nu gefotografeert het hele jaJ
door. Niet alleen de hoogtepunte
maar ook de belevenissen van alleda
En in dat album horen ook de foto)
van meneer, die tegenwoordig gelukk
niet meer de enige is die
fotograferen.
Onderwijskundig peil moet drastisch omhoog
De rij-opleiding in ons land heeft nog
een lange weg te gaan voordat deze op
een verantwoord onderwijskundig ni
veau is gebracht. Er zitten nu nog veel
zwakke plekken in. Die conclusie trekt
Veilig Verkeer Nederland uit een prak
tijkonderzoek onder 77 rij-instructeurs
van 32 over het gehele land verspreide
rijscholen. Het rapport waarin de resul
taten van het onderzoek zijn neergelegd,
wil een positieve bijdrage leveren aan
een betere opzet van de rij-opleiding.
VVN vindt, dat die opleiding, welke
lange tijd op een zacht pitje heeft
gestaan, goed moet worden aangepakt
en dat het niet een kwestie van hier en
daar wat sleutelen mag zijn. Er is een
objectieve deskundige commissie nodig,
die de zaak van rij-opleiding en rij-exa
men grondig doorlicht en met voorstel
len komt. Kort geleden is de overheid al
begonnen met een kritische beoordeling
van de rij-examens.
Op 17 juli 1974 werd de Wet Rij-onder-
richt Motorrijtuigen van kracht, waarin
- zo blijkt uit de inleidende tekst - regels
worden gesteld over de bevoegdheid tot
het geven van onderricht in het besturen
van motorrijtuigen.
De Selectief werkende wet mag slechts
gezien worden als een begin om het
kwaliteitspeil van het rij-onderricht tot
verantwoorde hoogte te brengen.
Uit het VVN-onderzoek, dat werd ge
houden gedurende de periode augustus
1977 tot maart 1978, blijkt dat bijna de
helft van de tijdens het lesgeven geobser
veerde instructeurs de meer gevorderde
leerlingen geen verkeersinzicht bij
bracht, terwijl dit aspekt juist als
uitermate belangrijk moet worden ge
acht in het verkeer van vandaag.
Instructiekaart
Van de 77 instructeurs gebruikte slechts
30 procent een instructiekaart - dat is
een "werkplan" dat een overzicht geeft
van de te behandelen instructie-onder
delen - op de juiste manier. VVN hecht
grote waarde aan een goed gebruik van
een dergelijke kaart, waarop de vorde
ringen van de leerling worden vastge
legd.
Geen aansluiting
Enkele andere onderzoek-resultaten:
Meer dan de helft (53,3%) van de
groep instructeurs had moeilijkheden
met de beginsituatie van elke les; ze
sloten niet of onvoldoende aan bij de
aard van de leerling en zijn al vergaarde
kennis;
81% had problemen met het vertel
len en laten zien van bepaalde handelin
gen of vond het geven van tekst en uitleg
soms helemaal niet nodig;
33% van de instructeurs bleef zowel
mondeling als daadwerkelijk de leerling
helpen tot aan het rij-examen toe; ze
gaven hem tijdens de lessen weinig of
geen kans om tot zelfstandige prestaties
te komen;
de helft ontdekte in voorkomende
gevallen geen inzinking bij de leerling en
kon daar dus ook niet op de juiste wijze
op reageren;
58,7% van de instructeurs gaf geen of
geen juiste afsluiting van de les; het
ontbrak aan het geven van een korrekte
samenvatting of aan het controleren
door middel van vragen of het geïnstru
eerde begrepen en verwerkt was.
Samenhang
in het rapport "Praktijkonderzoek auto
rijscholen" van VVN wordt opgemerkt,
dat veel instanties gauw geneigd zijn de
onderwijskundige tekortkomingen in de
rij-opleiding te wijten aan het oplei
dingsniveau van de instructeurs. Wel
licht is er ook een samenhang met de
sociaal-economische omstandigheden
waarin de rij-opleiding zich afspeelt.
Als dat het geval zou zijn, kan men zich
afvragen of dat voor de rijschoolwereld
een handicap is om het onderwijskundig
aspect het volle pond te kunnen geven.
Het wordt wenselijk geacht aan praktijk
begeleiding van instructeurs meer aan
dacht te schenken, discussiebijeenkom
sten te houden en cursussen te geven om
het tekort aan onderwijskundige vaar
digheid te kunnen aanvullen. In dit ver
band blijft Veilig Verkeer Nederland
zich inzetten om de instructeurs de hel
pende handde bieden.
Aanbevelingen
Het VVN-rapport bevat aanbevelingen
voor instructeurs hoe zij de zaak tijdens
het lesgeven dienen aan te pakken. Ook
worden er voor hen adviezen gegeven
over de evaluatie in de opleiding van de
leerling.
Uitvoerig wordt ingegaan op het gebruik
van het gesloten oefenterrein waar de rij-
leerling eerst voertuigbeheersing wordt
bijgebracht voordat hij de weg opgaat.
D.e waarde van zo'n terrein staat en valt
met de leiding van de instructeur.
Bijna alle instructeurs die aan het VVN-
onderzoek meewerkten, zien het nut van
een gesloten oefenterrein. De organisa
tievorm blijft echter vooralsnog een
moeilijke zaak, die voornamelijk is terug
te voeren op gebrek aan samenwerking
van de rijscholen.
Wilt u