FA. KOSTERS Zeï Een fijn boek uit de bibliotheek? COMFORTABELE STOEL KORSTANJE INTERIEURVERZORGING Voor boekenvoorlichting naar de bibliotheek. Voor Leesverlichting naar de vakman HiXSi M Een fijn cadeau voor het hele jaar - geef een abonnement Leesbezwaren? Een BRIL kan vaak de oplossing zijn! FOTO-WUIJTS-OPTIEK Bibliotheekwerk is noodzakelijk Ga er dan maar eens lekker en gemakkelijk voor zitten in een van Gemeenschapszin rond een bibliotheek Vraaggesprek met Simon Carmiggelt En de welvaartsballon. zakte en zakte en zakte m* EEN BIBLIOTHEEK IS ALS EEN AKKERLAND Westerweg 258 - Heiloo - Telefoon 330566 Lezen kan....onthullend zijn. HET STICHTINGSBESTUUR! EEN STELLETJE OUDE REGENTEN? a8 dat, Lezen....op de hoogte blijven. RIK GROENLAND EN ZIJN BIBLIOTHEEK BEVINDINGEN OPENINGSUREN KENNEMERSTRAATWEG Lezen....eenzaamheid opheffen. Lezen....jezelf ontwikkelen. Lezen....eindelijk jezelf ontmoeten. Sommige boeken zijn om te huilen sommige zou je nooit willen ruilen soms zijn de boeken van binnen zo lief lijken ze net op een heel fijne brief van iemand die zegt: "Ik ben net als jij en als je me leest dan hoor je bij mij" dan wil je het houden, maar je denkt aan de boete, dus terug naar de Bieb ja, dat zal dan wel moeten. Will Heymerink Lezen....een dialoog aangaan. Heerenweg 151 - Heiloo - Telefoon 331275 27 OKTOBER 1982 ER It KIJKPOST economie stagneert en de overheid Ider geld tot haar beschikking heeft. onder zulke moeilijke omstandig- fen is het voeren van een zeer goed ondersteunend instituut voor de scholen j openbare bibliotheek 20 jaar be- geworcjen. Zij kan d.m.v. speciale kol- ligt het voor de hand dat de grote jgj^Ees en vooral ook door het verzorgen ikenis daarvan nog eens op een rij van informatieve projekten, het onder- jt wordt. Daartoe is extra aanleiding wys on(jersteunen en versterken. De mo tivatie van leerlingen wordt versterkt, hetgeen het gehele onderwijs ten goede kan komen. Naast het werk voor de scholen is er een leentelijk beleid een uitdaging voor toenemende behoefte projekten te ont- gemeentebestuurder. Veel te ge- wijc)ceien Voor de vele jongeren met kelijk verschuilt men zich achter het maatSchappelijke achterstand. De maat- ■ek aan geld bij de inperking van schappij biedt zulke jongeren nauwelijks deningen. Juist nu het geld schaars toekomstmogelijkheden en daarom is ,jrdt van bestuurders verwacht dat zij het yan groot belang dat de o.b., in sa- .atief en scherpzinnig alle mogelijk- menwerking met open school en buurt- °P tesijden benutten om onmisbare voorzie- werjti de redzaamheid van deze groep ,;i (gen in stand te houden. En daartoe versterkt en hen goede informatie ver- .hoort m.i. zeker de moderne biblio- strekt. openi tl eek té| bezig,|eek. naar e hier Jeugd en bibliotheekwerk j ij de openbare bibliotheek gaat het om ïzierig, ^rieerd bibliotheekwerk. eti zeer belangrijke doelgroep voor dat arieerde werk is de jeugd. In de ach- ons liggende 15 a 20 jaar is gelukkig aandacht voor het jeugd-bibliotheek- erk krachtig toegenomen. Ik herinner ie nog levendig met hoeveel moeite we e Seet estijds dit werk van de grond kregen. l™1, resultaten zijn niet uitgebleven, jrote aantallen kinderen hebben de weg aar de o.b. gevonden. [et is van veel belang dat kinderen jong s liefde voor het boek en het lezen leren «men en dat gebeurt spelenderwijs in mijn,, kopen riblioj als je X een, n heb. :s alle wat ilj erhalf :n eri: e veeFelt nu zcjf ie uii 'e veel Dat" ik daf' t een irken d hetfi paar /erken gevoel ,ing te ik zo ;an de al zelf Tijd- rich- irmen. dan is 1: „Je aardig in de ret. Je en. door ie o.b. Juist nu er bij veel jonge mensen n tekort aan kennis van de Nederland- taal bestaat, is het regelmatig lezen en [formatie verwerken van groot belang. )e o.b. kan, d.m.v. het jeugdbiblio- miiif' heekwerk daartoe een stevige bijdrage everen. Dat des te meer naarmate scho en bibliotheken intensiever samen werken. Gedurende de laatste 15 jaar is (e bibliotheek in toenemende mate een Permanente edukatie en bibliotheek De veranderingen in de maatschappij voltrekken zich zo snel dat we voortdu rend moeten leren om bij te kunnen blijven. Dat geldt zowel voor de meer algemene infdrmatie, als voor het be houden en verbeteren van de vakbe kwaamheid. Daarnaast stellen we steeds hogere eisen aan de burgers, enerzijds vanwege het steeds toenemende aantal wetten en regelingen, anderzijds vanwe ge de ontwikkeling naar meer democra tische rechten aan de basis, waartoe de mensen beter geïnformeerd moeten zijn om mede verantwoordelijkheid te kun nen dragen. Studies van o.a. Weten schappelijke Raad voor het Regerings beleid tonen aan dat de achterstand en de ongelijke kansen voor zeer velen voortkomen uit onvoldoende onderwijs en onvoldoende redzaamheid. Maat schappelijk is een forse aanpak van de permanente educatie van groot belang. De maatschappelijke stabiliteit, het be houd van de democratie, en het welzijn van grote groepen burgers, is er mee ;emoeid. De o.b. heeft goede mogelijkheden een ruime bijdrage te leveren aan een geva rieerde informatie, zowel algemeen, als gericht en projectmatig. De open school, het buurtwerk, actiegroepen, en op emancipatie gerichte organisaties kun nen veel steun hebben aan goed opgezet bibliotheekwerk. Zie wat dit betreft ook de emancipatienota van de provincie Noord-Holland. Emancipatie en bibliotheelwerk Levenslange educatie, tweede kans on derwijs, open school, en ruime informa tie via de o.b., zijn mede voorwaarden voor de emancipatie van groepen die tpenen dat zij achtergesteld zijn. De o.b. kan dit emancipatieproces posi tief en krachtig steunen, door algemeen en projektmatig ruime mogelijkheden voor informatie en studie te bieden, aan individuen, organisaties en aktie-achtige groepen. Maar de behoefte aan emancipatie be perkt zich niet tot de vrouwen. Emanci patie blijkt ook van veel belang te zijn voor de oudere generaties. Zij hebben immers in verhouding weinig onderwijs genoten en daardoor extra moeite om met de snelle veranderingen mee te groeien. De maatschappij wijst daarom ouderen op steeds jongere leeftijd af, aannemende dat ouderen minder ge schikt zijn voor vele funkties. Daarom is beter bijblijven, permanente educatie en dus emancipatie, voor ouderen letterlijk van levensbelang. Hun geestelijke en lichamelijke gezondheid wordt door deze discriminatie bedreigd. Daar komt bij dat het relatieve aantal ouderen snel toemeemt, zodat het te grote aantal uitgeschakelde ouderen de komende jaren een probleem zal wor den. Het is voor de toekomst van onze samenleving van groot belang dat oude ren langer fit en aktief blijven dan nu het geval is. Daartoe zal kennis, inzicht, hun vakbekwaamheid en hun maat schappelijke redzaamheid moeten toe nemen. En dat vergt een emancipatie proces. Met name de ouderenbonden, vanaf 55 jaar, stellen zich dit ten doel, samen met coördinerend bejaardenwerk. Daarbij gaat het om emanciperend werk dat een gezonde- en zinvolle ouderdom bevor dert. Maatschappelijk is het juist nu van het grootste balang ziekteverschijnselen te voorkomen en in te perken, teneinde de arbeidsgeschiktheid zo lang mogelijk te behouden. Met name de groep van middelbare leeftijd tot 65 jaar neemt voorlopig snel toe, later vooral de boven 65-jarigen. Het is nu reeds nodig grote aandacht te schenken aan de groep 50 tot 65-jarigen, teneinde de toename van de trekkers van w.a.o. in te perken. Dat zal doorwerken naar een gezondere ouderdom. Uiteraard zal de emancipatie arbeid zich eveneens richten op de reeds gepensioneerden, omdat ook hun welzijn er direct mee gemoeid is, maar m.i. spreekt men heden te weinig over de grote groep die nog voor de pensionering staat en meer geëmancipeerd, redzamer en gezonder die pensionering in hoort te gaan. Anders wordt de pensionering op den duur onbetaalbaar. Het zal duide lijk zijn dat de o.b., in samenwerking met ouderbonden en coördinerend be jaardenwerk, een belangrijke ondersteu ning aan de emancipatie van de ouderen leveren kan. Hetzelfde geldt uiteraard voor kleinere groepen die achtergebleven zijn, zoals gehandicapten, buitenlandse mers e.d. perkt een beroep op de financiële hulp van de overheid kunnen doen. De bevol king zal, nog sterker dan tot nu toe, het grote belang van het bibliotheekwerk moeten leren inzien, teneinde, in samen spel met de overheid, er zorg voor te dragen dat de belangrijke taken die ik hiervoor noemde, redelijk verricht kun nen worden. Speciaal in moeilijke tijden zullen bevolking en overheid moeten be wijzen wat ze, waard zijn als het er om gaat de toekomst van mensen en maat schappij redelijk veilig te stellen. Augustus 1982, C. Egas. werkne- Uitdaging voor het bibliotheekwerk Tegen deze achtergrond zullen we de komende tien jaar het bibliotheekwerk moeten versterken en uitbreiden. In de achter ons liggende 20 jaar is een goede grondslag gelegd, maar het karwei is nog lang niet voltooid. Het daagt ons uit tot een weloverwogen verdere uitbouw. Duidelijk is dat we daarbij niet onbe- De akkers zijn in een kleine zichzelf voe dende gemeenschap de bron van alle energie. Hun voortbrengselen zijn de bouwstenen voor het welzijn van de hele gemeenschap. Daardooi; blijft men ge zond. Kan men voort- en verder bouwen. Geen mens binnen zo'n gemeenschap denkt eraan de grond te verkavelen. Niet voor een voetbalveldje, een gemeen schapshuis, of wat dan ook. De voeden de bron, de basis waaruit alles voort komt, vernietigt men niet. Een bibliotheek, een verzameling goed gerangschikte boeken, - voortbrengselen van de menselijke geest - kan men even min verkavelen. Een goed opgebouwde bibliotheek, is evenals het akkerland, de hasis waaruit de gemeenschap kan putten. Een goede bibliotheek zorgt voor de bouwstenen, waarmee men persoonlijk of als gemeen schap verder kan bouwen. Beiden, bibliotheel zowel als akkerland, moeten blijvend gevoed worden, anders verarmen ze. En met hen de gemeen schappen wier levensvreugden door hun gevoed wordt. meubel Kennemerstraatweg 115-119,1851 BC Heiloo. Tel. 072-331067. goed in ook jusias- gezegd dat je it zo'n lemaal dat U leek in ten te lichten e balie, orden: ichtige weer- kenwe in de erende >eg ge het aftd rs va ich top ir men al voor nor- Ik was in de wolken. Nadat ik had opge hangen zat ik nog een tijdje verrukt naast de telefoon en voelde me een Bibeb. En toen werd het donderdagavond en ik stelde - wel wat aarzelend' - de schrijver Simon Carmiggelt de volgende vragen:' ,,Wat betekent een openbare biblio theek voor U? Hoe ziet U bibliotheken? Als een ver lenging en verbreding van het onderwijs of vindt V die meer horen in de sector ontspanning en informatie? Vindt U dat een mens veel mist als hij niet leest?" Na nog zeer onlangs in dit blad een globaal overzicht te hebben gegeven over het reilen en zeilen van ,onze' bibliotheek in Heiloo, lijkt het mij niet zo zinnig in deze jubileum-uitgave dit nog eens dunnetjes over te doen. Ik wil daarom eens een ander aspect belichten, een zeer belangrijk aspect, namelijk de gemeenschapszin die er rondom de bibliotheek is ontstaan. Van meet af aan hebben nameluk vrijwillig) st)ers een erg belangrijke in vloed gehad bij het ontstaan en de groei van onze bibliotheek. De oprichters eri oprichtsters en de daaruit voortgekomen bestuurderen waren en zijn natuurlijk al zo'n stel hobbyisten, die zo langzamerhand toch wel veel tijd en energie in de bibliotheek gestoken hebben. Hun voldoening is natuurlijk datgene wat in Heiloo tot stand gebracht is, gevoegd bij de geweldige belangstelling die de biblio theek tegenwoordig geniet. De uitleensters waren in het begin, behalve de bibliothecaresse, allen vrij willigsters. Wat zou er van de bibliotheek terecht gekomen zijn als zij er toen niet geweest zouden zijn! Ooit is een bestuur in het verleden zo gul geweést om deze vrijwilligsters te gaan honoreren met 1,- per uur voor gemaakte onkosten. Maar wel alleen voor gewerkte uren. Bij ziekte of vakantie was het motto ,no work, no pay'. Pas veel later zijn door wettelijke maatregelen vele vrijwilligsters overge- gaah in loondienst. Echter, het werk, dat thans deskundigheid en continuïteit vereist kan men piet meer door vrijwilli gers laten doen. De vrijwilligers van toen, hebben door bijscholing, afge rond door examens, die deskundigheid verkregen, die thans voor het werk vereist is. Een tweede groep vrijwilligsters, die eens in het zonnetje gezet dienen te worden, zijn de dames die thgns wekelijks er op uit trekken en boeken De bibliotheek is, als zoveel bibliotheken in ons land, een stichting en heeft dus een stichtingsbestuur. Stichtingsbe stuur! Een afschuwelijk ouderwets woord. Bij zo'n woord zie je gelijk de en grammofoonplaten aan huis bezor gen bij diegenen, die om wat voor reden aan huis gekluisterd zijn. Zeer sociaal werk, omdat op deze manier bovendien al wat mensen uit hun soms geïsoleerde positie worden gehaald. Een derde groep vrijwilligsters bestaat uit dames die eenmaal per week naar de bibliotheek komen om daar grote aantallen boeken te fatsoeneren, plak ken, opkalefateren of hoe U het ook maar noemen wilt. Tienduizenden boe ken, meer dan 10.000 leden en honderd duizenden uitleningen per jaar. U begrijpt het, als niet enorm veel zorg aan dit bezit besteed wordt, dan zou een snelle verpaupering het gevolg zijn. Het vaste personeel heeft voor deze werk zaamheden absoluut geen tijd. Dat ,ons', wat zeg ik ,Uw' bezit aan materialen door de band genomen zo goed er uit blijft zien, dankt U, behalve aan Uw eigen goede zorgen, voor een zeer belangrijk deel aan deze vrijwillig sters. Een vierde groep vrijwilligers bestaat uit enige echtgenoten van dames die uitle nen en die allerlei klusjes opknappen als schilderen, deuren repareren en weet ik niet wat. Uit het bovenstaande moge U blijken, dat zonder te kort te doen aan de geweldige' inzet van het vaste personeel, dat nu al jaren zonder enige uitbreiding van het personeelsbestand, maar wel met behulp van enige mecha nisering, de enorme toeloop op de bibliotheek verwerkt, wij zonder al deze vrijwilligers en vrijwilligsters allang in de puree zouden zitten. Daarom hier nu maar eens hulde en dank voor al die naamlozen, die niet zichzelf zoeken, maar de gemeenschap dienen. Ge meenschapszin, in de beste betekenis van het woord. A. M. Grondhout, voorzitter. Ja, is dat even jammer! Die verrukkelij ke vooruitzichten die we met z'n allen hadden, toen de welvaartsballon ons allen meenam, wanneer was dat ook al weer? In de laat zestig- begin zeventiger jaren? In ieder geval, wij van de biblio theek hebben werkelijk schitterende tochten in die welvaartsballon gemaakt. We stegen, en stegen en stegen maar. Regelrecht de wolken in. En wat je daar ziet! Het is bijna niet te beschrijven. Wij zagen voor ons de bibliotheek in Heiloo liggen. Wat zeg ik de bibliotheek, twee prachtige vestigingen waren het. Om te beginnen: Wanneer je de Kenne- merstraatwegbibliotheek binnenkwam, was daar een ontvangsthal. In het mid den stond een grote ruime balie met daarop een computer. Daar hoefde je slechts je boek overheen te laten zweven en alle gegevens van boek en lezer wer den doorgeseind. Dus niet meer dat lange wachten totdat alles gecontroleerd is. De ruime hal, voorzien van gezellige fauteuils, een tafel met wat tijdschriften en de dagelijkse kranten, een koffie apparaat voor wie huiverig van het drui lerige buiten even een interne verwar ming nodig had, die hal had twee paar grote openslaande deuren, ter rechter en ter linker zijde. En een marmeren vloer in een sober grijs-bruin om ongelukjes tijdens het koffiegebeuren op te vangen. Rechts ging men naar de ruime 80 m2 in de tuin uitgebouwde jeugdafdeling, die, alhoewel liggend op het noord-oosten, door de goed gekozen kleuren, steeds een zonnige aanblik bood. Links de afdeling volwassenen. Daar hadden ze kennelijk alles eerst gesloopt tot en met de plafonds en opnieuw opge bouwd. Maar het was dan ook een ju weeltje, De bibliotheek volwassenen be vond zich op de gaanderijen, die ont staan waren, door het weggesloopte pla fond te vervangen door twee en halve meter gaanderij, afgeperkt met een ba- Ze stonden, vertelde onze begeleider in de welvaartsballon, nog te dubben of de bibliotheek met al die nieuwe technieken niet beter de naam van mediatheek ge geven kon worden. Wij die meevoerden, om al dat schoons in de toekomst te bekijken, wij maalden daar niet om. We waren enthousiast. En inderdaad het moet gezegd worden, we zijn een hele tijd doende geweest om de bibliotheek,-niet in zijn meest buitennis- sige stijl natuurlijk, als zodanig te reali seren. Maar toen halverwege die veelbe lovende plannen, toen knapte er wat, en vielen de plaatselijk gebouwde luchtkas telen totaal in puin. lustrade en gestut door ommantelde be- tonpalen. Zodoende ontstond op de 8^6.'%^c>4 benedenverdieping een binnengedeelte, N"~ ^30$ waar zich de leestafels en de studieafde- 5T r En dit zijn ze dan: de trouwe nijvere Boeken-bijtjes. }i i zonder: jsuren;" illende'; naslag-'" is kan er vari- ent in;* op de1' q< di( Op een zondagmorgen hoorde ik hem in Tony van Verre's radioprogramma „Ontmoetingen met...." Dit keer Si- món Carmiggelt. Ik hoorde hem zeggen „Kijk met de typische overmoed van de jeugd geloot de ik in de belangrijkheid van mijn krant „de Vooruit". En op een keer heb ik het zelfs bestaan om Cor v.d.Lugt Melsert, destijds de allergrootste toneel speler die we hadden, s'avonds heel laat jop te bellen om hem te vragen naar zijn mening. jEn gelijk dacht ik: „Dat is het, Simon SCarmiggelt opbellen en vragen of hij leen stukje over bibliotheken in onze [bibliotheekkrant wil schrijven. ;De volgende dag kreeg ik Simon Carmiggelt aan de telefoon en vertelde ïem, dat onze bibliotheek 20 jaar bestond, dat we daarom een biblio- theekkrant uitgaven en of hij in deze krant een stukje zou willen schrijven. Maar mevrouw ik ken Uw bibliotheek niet eens". Nou ja, ik bedoel over bibliotheken in het algemeen". „Nee, het spijt me, ik word dagelijks opgebeld of ik mijn mening ergens over wil keven. Ja, ik word verondersteld over SlOOO verschillende zaken een mening te (hebben en mevrouw die heb ik niet". Trouwens, gestel dat ik die had, dan jzou ik daar dag en nacht mee bezig zijn". Toen, en waar ik dat zo gauw vandaan haalde weet ik niet, antwoordde ik: „Ja, ik begrijp het Meneer Carmiggelt, maar net zoals U, zoals ik Zondag hoorde, Uw krant de Vooruit zo belangrijk vond, vind ik de bibliotheek heel belangrijk" Het was even stil. „Goed bel me donderdagavond op voor een vraagge sprek". De antwoorden op mijn vragen kwamen vlot. Op het ogenblik kom ik nooit meer in een bibliotheek. Alles wat ik nu wil lezen koop ik. Maar vroeger toen ik als jongen in Den Haag woonde, kwam ik daar veel in de leeszaal. In die leeszaal heb ik al de 60 boekjes gelezen, die Herman Heijermans schreef onder het pseudoniem Falkland. Ik las daar ook altijd de literaire tijdschriften, de nieuwste nummers kon je dan lezen. Nu koop ik ze, toen had ik daar geen geld voor. Ik mag dus stellen dat de bibliotheek in m'n jeugd heel veel voor me heeft betekend. Of ik de bibliotheek als een verlengstuk van het onderwijs zie? Ja beslist. Je kunt voor bepaalde studies veel uit boeken halen. Ik was een groot bewonderaar van Couperus. Geld om z'n boeken te kopen had ik niet. Dus kon ik ze in de leeszaal lezen of lenen. Van die boeken heb ik veel geleerd. Als je schrijver wilt worden begin je eerst van alles te lezen. Wat je maar te pakken kunt krijgen. Dan ga je alleen boeken lezen van schrijvers die je bewondert. Die ga je dan naschrijven. Dat duurt dan een tijdje. Op den duur houd je daar iets eigens van over en dat is dan weer een hulp bij je verdere werk. als schrijver. Maar een bibliotheek moet je natuurlijk niet te studieus gaan zien. Boeken voor ontspanning zijn ook heel belangrijk, die kunnen niet gemist worden. Wat ik het onmisbare van een bibliotheek vind? Als je geen geld hebt om boeken te kopen, dan kun je daarvoor in de bibliotheken terecht. In een bibliotheek kun je kennismaken met veel verschillende schrijvers. In een bibliotheek kun je ook lekker zelf tussen de boeken gaan zoeken, je Rurit ze door lezen, daar krijg je alle tijd voor, en als ze je bevallen ga je ze thuis lezen. Zo leer je dus veel schrijvers en hun boeken kennen. Op deze mamei heeft de bibliotheek mij geholpen een eigen bibliotheek op te bouwen. Dit zijn de persoonlijke ervaringen met de bibliotheek van de schrijver Simon Carmiggelt. markant uitgebeelde schilderijen van de regenten van het Haarlems Weeshuis, geschilderd door Frans Hals op je net vlies verschijnen. Streng, met verbeten en zuinige mond kijken ze vanuit hun ivoren bestuurstoren de wereld in. In dit geval de kinderwereld! Om eng van te worden. We zouden het stichtingsbestuur van de bibliotheek Heiloo beslist niet met hen willen, maar ook niet kunnen, vergelij ken. Ze hebben totaal niets gemeen met de figuren op dat schilderij. De naam ja. Maar wat betekent een naam nou eigen lijk? En zeker een naam als stichtings bestuur. Het gaat er immers om, wie er achter die naam staan? En nog niet eens, wie zijn het, maar wat doen ze? Wanneer we zien hoe de bibliotheek in Heiloo in 20 jaar van een, weliswaar niet onaardige door de bibliotheekinspecties - die zijn er ook - altijd te klein bevon den, bibliotheek is uitgegroeid tot een compleet bedrijf, dan hebben die be stuurderen beslist niet stilgezeten. Want, hoewel ze bij de wet verplicht werden en nog steeds zijn, bepaalde sec toren van het bibliotheekwerk onder de verzorgingsparaplu van de Provinciale Bibliotheek Centrale - P.B.C. - in Alk maar te plaatsen, veel bleef toch ook voor hen liggen. Want ga er maar aan staan! Het stich tingsbestuur - een stelletje enthousiaste leken - is verantwoordelijk voor het fi nanciële beleid, waarvan sommige kos ten regelrecht voortkomen uit de samen werking met de P.B.C. Nou niet meteen denken "Die jongens uit Alkmaar zitten maar mooi te decreteren van andermans centen", want ook dat is niet waar, het gaat nl. om wettelijk geregelde zaken. Maar dat financiële beleid moet wel steeds door het bestuur, en terecht, bij het Gemeentebestuur, waar een groot gedeelte van de centjes vandaan komen, verantwoord worden. Ze hebben naar beide kanten menige harde noot moeteh kraken, waarbij, en daarin ligt waarschijnlijk hun kracht, er altijd van één ding werd uitgegaan, nl. het belang van de bibliotheek en hun lezers. Vanaf m'n 3de jaar ben ik al lid van de bibliotheek. Het begon op de Straat weg, daarna kwam het noodgebouwtje aan de Ewisweg met het voorlezen. Toen kwam, gelijk met het nieuwe gebouw voor m'n school de nieuwe bibliotheek. In de 4de klas hebben we nog ter gelegenheid van de opening klassikaal een werkstuk gemaakt. En nu, terwijl ik alweer in de 3e klas V.W.O. zit is de bibliotheek voor mij nog 'steeds de plezierigste en meest goedkope manier om door middel van boeken en tijdschriften kennis te verga ren. Vooral nu ik m'n T-kaart - tienerkaart, red. - heb kan ik bij alle boeken komen. Toch lees ik het liefst boeken van de volwassen afdeling. Daar kan ik alle boeken vinden van romanschrijvers van mijn voorkeur, zoals Frederik Forsyth en Sjöwall en Wahlöö en in het meer literaire genre boeken van Gerard van 't Reve en Bertus Aafjes. Ook de studie boekenafdeling heeft voor mij z'n nut bewezen in m'n vele werkstukken, spreekbeurten en kennis over m'n hobby's als biologie, wapenkunde en geschiedenis. Bij de geschiedenisboeken vind ik de scheiding tussen romans en studieboeken zeer vaag. Op de afdeling met buitenlandse boeken zijn ook leuke boeken te vinden, zoals een stripboek van Asterix en Obelix, in het Latijn (het lezen ervan was een andere zaak). Tijdens de boekenweek probeert de bibliotheek de boeken „levend" te maken door beroemde schrijvers uit te nodigen om een lezing te houden over hun werk. De enige wens die ik nog heb is, dat er in de toekomst de mogelijkheid bestaat om, zoals in Alkmaar, bladmuziek te lenen. Wat zal ik dan een super tevreden mens zijn. Rik Groenland (14 jaar). Bibliotheek Het Malevoort 13 Jeugd, volwassenen en fonotheek Openingstijden: Dinsdag 10-12 14-17 Woensdag 10-12 14-17 Donderdag Vrijdag 14-17 Zaterdag 10-12 19-21 19-21 19-21 7.00-9.00 uur 10.00-12.00 uur ling bevond. Alles met goed gekozen en toch functionele verlichting. Het was werkelijk schitterend. Achter de balus trade de boeken aaneengerijd in de goed aangeduide kasten, strak tegen de ach terwand. En alle muren bedekkend van vloer tot het lage plafond, te bereiken met een lift vanuit de hal. De architect had het moderne bibliotheekgebeuren in dit gebouw weten te combineren met de laat negentiende eeuwse buitenkant en het zodoende weten om te toveren tot één van de mooiste, voor algemeen doel in gebruik zijnde, gebouwen van Heiioo. Trouwens kan men een betere en waar diger bestemming voor een karakteris tiek gebouw, welks buitenkant nog zweemt naar de gloriedagen van weleer, bedenken? Echt een hommage. Ja, dat was het. In de bibliotheek het Malevoort, nog een derde groter dan nu het geval is, stonden zo'n slordige 55.000 boeken. De fono theek, tweemaal zo groot als thans, her bergde niet slechts zo'n 7.000grammo- foonplaten, doch ook videobanden en de dia's, die geen betrekking hebben op corresponderende boekonderwerpen, want die staan gewoon in de kast tussen de boeken, en films. Er was ook een filmapparaat, zodat in het aangrenzende zaaltje films vertoond konden worden. Soms werden hier ook kleine kamercon certen gegeven door bekende musici. Dit ter meerdere bekendmaking van het publiek met klassieke muziek. De welvaartsballon, die zowat heel Ne derland in de boot had genomen, kon niet meer stijgen en zakte en zakte en zakte! En zou zeker met man en muis door de geklauwde, prooi beluste golven van een kokend kolkend, hebzuchtige oceaan vernietigd zijn, als ze niet tijdig ballast overboord gegooid had. Tot die ballast behoorde ook de subsidies van C.R.M., die o.a. ook de bibliotheken van subsidies voorziet. En zo gebeurde het, dat de verbouw van de Kennemerstraatweg voor het geraam de bedrag van 450.000,niet kon doorgaan. De uitbouw Malevoort voor de helft slechts gerealiseerd kon wor den terwijl in 1983 de abonnements gelden en andere bijkomstige kosten sterk verhoogd zullen moeten worden. Helaas het is niet anders! Maandagavond Dinsdagmorgen W oensdagmiddag Vrijdagmiddag 2.00-5.00 uur 2.00-5.00 uur Hiervoor naar het vanouds bekende en dus vertrouwde adres in Heiloo:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Uitkijkpost : nieuwsblad voor Heiloo e.o. | 1982 | | pagina 17