FA. KOSTERS
Zeï
Een fijn boek uit de bibliotheek?
COMFORTABELE STOEL
KORSTANJE INTERIEURVERZORGING
Voor boekenvoorlichting
naar de bibliotheek.
Voor Leesverlichting
naar de vakman
HiXSi
M
Een fijn cadeau
voor het hele jaar -
geef een
abonnement
Leesbezwaren?
Een BRIL kan vaak de
oplossing zijn!
FOTO-WUIJTS-OPTIEK
Bibliotheekwerk is noodzakelijk
Ga er dan maar eens lekker
en gemakkelijk voor zitten in een
van
Gemeenschapszin rond een bibliotheek
Vraaggesprek met Simon Carmiggelt
En de welvaartsballon.
zakte en zakte en zakte
m*
EEN BIBLIOTHEEK IS ALS
EEN AKKERLAND
Westerweg 258 - Heiloo - Telefoon 330566
Lezen kan....onthullend zijn.
HET STICHTINGSBESTUUR!
EEN STELLETJE OUDE REGENTEN?
a8 dat,
Lezen....op de hoogte blijven.
RIK GROENLAND EN ZIJN
BIBLIOTHEEK BEVINDINGEN
OPENINGSUREN
KENNEMERSTRAATWEG
Lezen....eenzaamheid opheffen.
Lezen....jezelf ontwikkelen.
Lezen....eindelijk jezelf ontmoeten.
Sommige boeken zijn
om te huilen
sommige zou je nooit
willen ruilen
soms zijn de boeken
van binnen zo lief
lijken ze net op een heel
fijne brief
van iemand die zegt:
"Ik ben net als jij
en als je me leest
dan hoor je bij mij"
dan wil je het houden,
maar je denkt aan de boete,
dus terug naar de Bieb
ja, dat zal dan wel moeten.
Will Heymerink
Lezen....een dialoog aangaan.
Heerenweg 151 - Heiloo - Telefoon 331275
27 OKTOBER 1982
ER It
KIJKPOST
economie stagneert en de overheid
Ider geld tot haar beschikking heeft.
onder zulke moeilijke omstandig-
fen is het voeren van een zeer goed
ondersteunend instituut voor de scholen
j openbare bibliotheek 20 jaar be- geworcjen. Zij kan d.m.v. speciale kol-
ligt het voor de hand dat de grote jgj^Ees en vooral ook door het verzorgen
ikenis daarvan nog eens op een rij van informatieve projekten, het onder-
jt wordt. Daartoe is extra aanleiding wys on(jersteunen en versterken. De mo
tivatie van leerlingen wordt versterkt,
hetgeen het gehele onderwijs ten goede
kan komen.
Naast het werk voor de scholen is er een
leentelijk beleid een uitdaging voor toenemende behoefte projekten te ont-
gemeentebestuurder. Veel te ge- wijc)ceien Voor de vele jongeren met
kelijk verschuilt men zich achter het maatSchappelijke achterstand. De maat-
■ek aan geld bij de inperking van schappij biedt zulke jongeren nauwelijks
deningen. Juist nu het geld schaars toekomstmogelijkheden en daarom is
,jrdt van bestuurders verwacht dat zij het yan groot belang dat de o.b., in sa-
.atief en scherpzinnig alle mogelijk- menwerking met open school en buurt-
°P tesijden benutten om onmisbare voorzie- werjti de redzaamheid van deze groep
,;i (gen in stand te houden. En daartoe versterkt en hen goede informatie ver-
.hoort m.i. zeker de moderne biblio- strekt.
openi tl
eek té|
bezig,|eek.
naar
e hier
Jeugd en bibliotheekwerk
j ij de openbare bibliotheek gaat het om
ïzierig, ^rieerd bibliotheekwerk.
eti zeer belangrijke doelgroep voor dat
arieerde werk is de jeugd. In de ach-
ons liggende 15 a 20 jaar is gelukkig
aandacht voor het jeugd-bibliotheek-
erk krachtig toegenomen. Ik herinner
ie nog levendig met hoeveel moeite we
e Seet estijds dit werk van de grond kregen.
l™1, resultaten zijn niet uitgebleven,
jrote aantallen kinderen hebben de weg
aar de o.b. gevonden.
[et is van veel belang dat kinderen jong
s liefde voor het boek en het lezen leren
«men en dat gebeurt spelenderwijs in
mijn,,
kopen
riblioj
als je
X een,
n heb.
:s alle
wat ilj
erhalf
:n eri:
e veeFelt
nu zcjf
ie uii
'e veel
Dat"
ik daf'
t een
irken
d hetfi
paar
/erken
gevoel
,ing te
ik zo
;an de
al zelf
Tijd-
rich-
irmen.
dan is
1: „Je
aardig
in de
ret. Je
en.
door ie o.b. Juist nu er bij veel jonge mensen
n tekort aan kennis van de Nederland-
taal bestaat, is het regelmatig lezen en
[formatie verwerken van groot belang.
)e o.b. kan, d.m.v. het jeugdbiblio-
miiif' heekwerk daartoe een stevige bijdrage
everen. Dat des te meer naarmate scho
en bibliotheken intensiever samen
werken. Gedurende de laatste 15 jaar is
(e bibliotheek in toenemende mate een
Permanente edukatie en bibliotheek
De veranderingen in de maatschappij
voltrekken zich zo snel dat we voortdu
rend moeten leren om bij te kunnen
blijven. Dat geldt zowel voor de meer
algemene infdrmatie, als voor het be
houden en verbeteren van de vakbe
kwaamheid. Daarnaast stellen we steeds
hogere eisen aan de burgers, enerzijds
vanwege het steeds toenemende aantal
wetten en regelingen, anderzijds vanwe
ge de ontwikkeling naar meer democra
tische rechten aan de basis, waartoe de
mensen beter geïnformeerd moeten zijn
om mede verantwoordelijkheid te kun
nen dragen. Studies van o.a. Weten
schappelijke Raad voor het Regerings
beleid tonen aan dat de achterstand en
de ongelijke kansen voor zeer velen
voortkomen uit onvoldoende onderwijs
en onvoldoende redzaamheid. Maat
schappelijk is een forse aanpak van de
permanente educatie van groot belang.
De maatschappelijke stabiliteit, het be
houd van de democratie, en het welzijn
van grote groepen burgers, is er mee
;emoeid.
De o.b. heeft goede mogelijkheden een
ruime bijdrage te leveren aan een geva
rieerde informatie, zowel algemeen, als
gericht en projectmatig. De open school,
het buurtwerk, actiegroepen, en op
emancipatie gerichte organisaties kun
nen veel steun hebben aan goed opgezet
bibliotheekwerk. Zie wat dit betreft ook
de emancipatienota van de provincie
Noord-Holland.
Emancipatie en bibliotheelwerk
Levenslange educatie, tweede kans on
derwijs, open school, en ruime informa
tie via de o.b., zijn mede voorwaarden
voor de emancipatie van groepen die
tpenen dat zij achtergesteld zijn.
De o.b. kan dit emancipatieproces posi
tief en krachtig steunen, door algemeen
en projektmatig ruime mogelijkheden
voor informatie en studie te bieden, aan
individuen, organisaties en aktie-achtige
groepen.
Maar de behoefte aan emancipatie be
perkt zich niet tot de vrouwen. Emanci
patie blijkt ook van veel belang te zijn
voor de oudere generaties. Zij hebben
immers in verhouding weinig onderwijs
genoten en daardoor extra moeite om
met de snelle veranderingen mee te
groeien. De maatschappij wijst daarom
ouderen op steeds jongere leeftijd af,
aannemende dat ouderen minder ge
schikt zijn voor vele funkties. Daarom is
beter bijblijven, permanente educatie en
dus emancipatie, voor ouderen letterlijk
van levensbelang. Hun geestelijke en
lichamelijke gezondheid wordt door
deze discriminatie bedreigd.
Daar komt bij dat het relatieve aantal
ouderen snel toemeemt, zodat het te
grote aantal uitgeschakelde ouderen de
komende jaren een probleem zal wor
den. Het is voor de toekomst van onze
samenleving van groot belang dat oude
ren langer fit en aktief blijven dan nu het
geval is. Daartoe zal kennis, inzicht,
hun vakbekwaamheid en hun maat
schappelijke redzaamheid moeten toe
nemen. En dat vergt een emancipatie
proces.
Met name de ouderenbonden, vanaf 55
jaar, stellen zich dit ten doel, samen met
coördinerend bejaardenwerk. Daarbij
gaat het om emanciperend werk dat een
gezonde- en zinvolle ouderdom bevor
dert. Maatschappelijk is het juist nu van
het grootste balang ziekteverschijnselen
te voorkomen en in te perken, teneinde
de arbeidsgeschiktheid zo lang mogelijk
te behouden. Met name de groep van
middelbare leeftijd tot 65 jaar neemt
voorlopig snel toe, later vooral de boven
65-jarigen. Het is nu reeds nodig grote
aandacht te schenken aan de groep 50
tot 65-jarigen, teneinde de toename van
de trekkers van w.a.o. in te perken. Dat
zal doorwerken naar een gezondere
ouderdom. Uiteraard zal de emancipatie
arbeid zich eveneens richten op de reeds
gepensioneerden, omdat ook hun welzijn
er direct mee gemoeid is, maar m.i.
spreekt men heden te weinig over de
grote groep die nog voor de pensionering
staat en meer geëmancipeerd, redzamer
en gezonder die pensionering in hoort te
gaan. Anders wordt de pensionering op
den duur onbetaalbaar. Het zal duide
lijk zijn dat de o.b., in samenwerking
met ouderbonden en coördinerend be
jaardenwerk, een belangrijke ondersteu
ning aan de emancipatie van de ouderen
leveren kan.
Hetzelfde geldt uiteraard voor kleinere
groepen die achtergebleven zijn, zoals
gehandicapten, buitenlandse
mers e.d.
perkt een beroep op de financiële hulp
van de overheid kunnen doen. De bevol
king zal, nog sterker dan tot nu toe, het
grote belang van het bibliotheekwerk
moeten leren inzien, teneinde, in samen
spel met de overheid, er zorg voor te
dragen dat de belangrijke taken die ik
hiervoor noemde, redelijk verricht kun
nen worden. Speciaal in moeilijke tijden
zullen bevolking en overheid moeten be
wijzen wat ze, waard zijn als het er om
gaat de toekomst van mensen en maat
schappij redelijk veilig te stellen.
Augustus 1982, C. Egas.
werkne-
Uitdaging voor het bibliotheekwerk
Tegen deze achtergrond zullen we de
komende tien jaar het bibliotheekwerk
moeten versterken en uitbreiden. In de
achter ons liggende 20 jaar is een goede
grondslag gelegd, maar het karwei is
nog lang niet voltooid. Het daagt ons uit
tot een weloverwogen verdere uitbouw.
Duidelijk is dat we daarbij niet onbe-
De akkers zijn in een kleine zichzelf voe
dende gemeenschap de bron van alle
energie. Hun voortbrengselen zijn de
bouwstenen voor het welzijn van de hele
gemeenschap. Daardooi; blijft men ge
zond. Kan men voort- en verder bouwen.
Geen mens binnen zo'n gemeenschap
denkt eraan de grond te verkavelen. Niet
voor een voetbalveldje, een gemeen
schapshuis, of wat dan ook. De voeden
de bron, de basis waaruit alles voort
komt, vernietigt men niet.
Een bibliotheek, een verzameling goed
gerangschikte boeken, - voortbrengselen
van de menselijke geest - kan men even
min verkavelen.
Een goed opgebouwde bibliotheek, is
evenals het akkerland, de hasis waaruit
de gemeenschap kan putten. Een goede
bibliotheek zorgt voor de bouwstenen,
waarmee men persoonlijk of als gemeen
schap verder kan bouwen.
Beiden, bibliotheel zowel als akkerland,
moeten blijvend gevoed worden, anders
verarmen ze. En met hen de gemeen
schappen wier levensvreugden door hun
gevoed wordt.
meubel
Kennemerstraatweg 115-119,1851 BC Heiloo. Tel. 072-331067.
goed
in ook
jusias-
gezegd
dat je
it zo'n
lemaal
dat U
leek in
ten te
lichten
e balie,
orden:
ichtige
weer-
kenwe
in de
erende
>eg ge
het aftd
rs va
ich top
ir men
al voor
nor-
Ik was in de wolken. Nadat ik had opge
hangen zat ik nog een tijdje verrukt
naast de telefoon en voelde me een
Bibeb.
En toen werd het donderdagavond en ik
stelde - wel wat aarzelend' - de schrijver
Simon Carmiggelt de volgende vragen:'
,,Wat betekent een openbare biblio
theek voor U?
Hoe ziet U bibliotheken? Als een ver
lenging en verbreding van het onderwijs
of vindt V die meer horen in de sector
ontspanning en informatie?
Vindt U dat een mens veel mist als hij
niet leest?"
Na nog zeer onlangs in dit blad een
globaal overzicht te hebben gegeven
over het reilen en zeilen van ,onze'
bibliotheek in Heiloo, lijkt het mij niet
zo zinnig in deze jubileum-uitgave dit
nog eens dunnetjes over te doen. Ik wil
daarom eens een ander aspect belichten,
een zeer belangrijk aspect, namelijk de
gemeenschapszin die er rondom de
bibliotheek is ontstaan.
Van meet af aan hebben nameluk
vrijwillig) st)ers een erg belangrijke in
vloed gehad bij het ontstaan en de groei
van onze bibliotheek.
De oprichters eri oprichtsters en de
daaruit voortgekomen bestuurderen
waren en zijn natuurlijk al zo'n stel
hobbyisten, die zo langzamerhand toch
wel veel tijd en energie in de bibliotheek
gestoken hebben. Hun voldoening is
natuurlijk datgene wat in Heiloo tot
stand gebracht is, gevoegd bij de
geweldige belangstelling die de biblio
theek tegenwoordig geniet.
De uitleensters waren in het begin,
behalve de bibliothecaresse, allen vrij
willigsters. Wat zou er van de
bibliotheek terecht gekomen zijn als zij
er toen niet geweest zouden zijn! Ooit is
een bestuur in het verleden zo gul
geweést om deze vrijwilligsters te gaan
honoreren met 1,- per uur voor
gemaakte onkosten. Maar wel alleen
voor gewerkte uren. Bij ziekte of
vakantie was het motto ,no work, no
pay'.
Pas veel later zijn door wettelijke
maatregelen vele vrijwilligsters overge-
gaah in loondienst. Echter, het werk,
dat thans deskundigheid en continuïteit
vereist kan men piet meer door vrijwilli
gers laten doen. De vrijwilligers van
toen, hebben door bijscholing, afge
rond door examens, die deskundigheid
verkregen, die thans voor het werk
vereist is.
Een tweede groep vrijwilligsters, die
eens in het zonnetje gezet dienen te
worden, zijn de dames die thgns
wekelijks er op uit trekken en boeken
De bibliotheek is, als zoveel bibliotheken
in ons land, een stichting en heeft dus
een stichtingsbestuur. Stichtingsbe
stuur! Een afschuwelijk ouderwets
woord. Bij zo'n woord zie je gelijk de
en grammofoonplaten aan huis bezor
gen bij diegenen, die om wat voor reden
aan huis gekluisterd zijn. Zeer sociaal
werk, omdat op deze manier bovendien
al wat mensen uit hun soms
geïsoleerde positie worden gehaald.
Een derde groep vrijwilligsters bestaat
uit dames die eenmaal per week naar de
bibliotheek komen om daar grote
aantallen boeken te fatsoeneren, plak
ken, opkalefateren of hoe U het ook
maar noemen wilt. Tienduizenden boe
ken, meer dan 10.000 leden en honderd
duizenden uitleningen per jaar. U
begrijpt het, als niet enorm veel zorg
aan dit bezit besteed wordt, dan zou een
snelle verpaupering het gevolg zijn. Het
vaste personeel heeft voor deze werk
zaamheden absoluut geen tijd. Dat
,ons', wat zeg ik ,Uw' bezit aan
materialen door de band genomen zo
goed er uit blijft zien, dankt U, behalve
aan Uw eigen goede zorgen, voor een
zeer belangrijk deel aan deze vrijwillig
sters.
Een vierde groep vrijwilligers bestaat uit
enige echtgenoten van dames die uitle
nen en die allerlei klusjes opknappen als
schilderen, deuren repareren en weet ik
niet wat. Uit het bovenstaande moge U
blijken, dat zonder te kort te doen aan
de geweldige' inzet van het vaste
personeel, dat nu al jaren zonder enige
uitbreiding van het personeelsbestand,
maar wel met behulp van enige mecha
nisering, de enorme toeloop op de
bibliotheek verwerkt, wij zonder al deze
vrijwilligers en vrijwilligsters allang in
de puree zouden zitten. Daarom hier nu
maar eens hulde en dank voor al die
naamlozen, die niet zichzelf zoeken,
maar de gemeenschap dienen. Ge
meenschapszin, in de beste betekenis
van het woord.
A. M. Grondhout, voorzitter.
Ja, is dat even jammer! Die verrukkelij
ke vooruitzichten die we met z'n allen
hadden, toen de welvaartsballon ons
allen meenam, wanneer was dat ook al
weer? In de laat zestig- begin zeventiger
jaren? In ieder geval, wij van de biblio
theek hebben werkelijk schitterende
tochten in die welvaartsballon gemaakt.
We stegen, en stegen en stegen maar.
Regelrecht de wolken in. En wat je daar
ziet! Het is bijna niet te beschrijven.
Wij zagen voor ons de bibliotheek in
Heiloo liggen. Wat zeg ik de bibliotheek,
twee prachtige vestigingen waren het.
Om te beginnen: Wanneer je de Kenne-
merstraatwegbibliotheek binnenkwam,
was daar een ontvangsthal. In het mid
den stond een grote ruime balie met
daarop een computer. Daar hoefde je
slechts je boek overheen te laten zweven
en alle gegevens van boek en lezer wer
den doorgeseind. Dus niet meer dat
lange wachten totdat alles gecontroleerd
is. De ruime hal, voorzien van gezellige
fauteuils, een tafel met wat tijdschriften
en de dagelijkse kranten, een koffie
apparaat voor wie huiverig van het drui
lerige buiten even een interne verwar
ming nodig had, die hal had twee paar
grote openslaande deuren, ter rechter en
ter linker zijde. En een marmeren vloer
in een sober grijs-bruin om ongelukjes
tijdens het koffiegebeuren op te vangen.
Rechts ging men naar de ruime 80 m2 in
de tuin uitgebouwde jeugdafdeling, die,
alhoewel liggend op het noord-oosten,
door de goed gekozen kleuren, steeds
een zonnige aanblik bood.
Links de afdeling volwassenen. Daar
hadden ze kennelijk alles eerst gesloopt
tot en met de plafonds en opnieuw opge
bouwd. Maar het was dan ook een ju
weeltje, De bibliotheek volwassenen be
vond zich op de gaanderijen, die ont
staan waren, door het weggesloopte pla
fond te vervangen door twee en halve
meter gaanderij, afgeperkt met een ba-
Ze stonden, vertelde onze begeleider in
de welvaartsballon, nog te dubben of de
bibliotheek met al die nieuwe technieken
niet beter de naam van mediatheek ge
geven kon worden.
Wij die meevoerden, om al dat schoons
in de toekomst te bekijken, wij maalden
daar niet om. We waren enthousiast. En
inderdaad het moet gezegd worden, we
zijn een hele tijd doende geweest om de
bibliotheek,-niet in zijn meest buitennis-
sige stijl natuurlijk, als zodanig te reali
seren. Maar toen halverwege die veelbe
lovende plannen, toen knapte er wat, en
vielen de plaatselijk gebouwde luchtkas
telen totaal in puin.
lustrade en gestut door ommantelde be-
tonpalen. Zodoende ontstond op de 8^6.'%^c>4
benedenverdieping een binnengedeelte, N"~ ^30$
waar zich de leestafels en de studieafde- 5T r
En dit zijn ze dan: de trouwe nijvere Boeken-bijtjes.
}i i
zonder:
jsuren;"
illende';
naslag-'"
is kan
er vari-
ent in;*
op de1'
q<
di(
Op een zondagmorgen hoorde ik hem in
Tony van Verre's radioprogramma
„Ontmoetingen met...." Dit keer Si-
món Carmiggelt.
Ik hoorde hem zeggen „Kijk met de
typische overmoed van de jeugd geloot
de ik in de belangrijkheid van mijn
krant „de Vooruit". En op een keer heb
ik het zelfs bestaan om Cor v.d.Lugt
Melsert, destijds de allergrootste toneel
speler die we hadden, s'avonds heel laat
jop te bellen om hem te vragen naar zijn
mening.
jEn gelijk dacht ik: „Dat is het, Simon
SCarmiggelt opbellen en vragen of hij
leen stukje over bibliotheken in onze
[bibliotheekkrant wil schrijven.
;De volgende dag kreeg ik Simon
Carmiggelt aan de telefoon en vertelde
ïem, dat onze bibliotheek 20 jaar
bestond, dat we daarom een biblio-
theekkrant uitgaven en of hij in deze
krant een stukje zou willen schrijven.
Maar mevrouw ik ken Uw bibliotheek
niet eens". Nou ja, ik bedoel over
bibliotheken in het algemeen". „Nee,
het spijt me, ik word dagelijks opgebeld
of ik mijn mening ergens over wil
keven. Ja, ik word verondersteld over
SlOOO verschillende zaken een mening te
(hebben en mevrouw die heb ik niet".
Trouwens, gestel dat ik die had, dan
jzou ik daar dag en nacht mee bezig
zijn".
Toen, en waar ik dat zo gauw vandaan
haalde weet ik niet, antwoordde ik:
„Ja, ik begrijp het Meneer Carmiggelt,
maar net zoals U, zoals ik Zondag
hoorde, Uw krant de Vooruit zo
belangrijk vond, vind ik de bibliotheek
heel belangrijk"
Het was even stil. „Goed bel me
donderdagavond op voor een vraagge
sprek".
De antwoorden op mijn vragen kwamen
vlot.
Op het ogenblik kom ik nooit meer in
een bibliotheek. Alles wat ik nu wil
lezen koop ik. Maar vroeger toen ik als
jongen in Den Haag woonde, kwam ik
daar veel in de leeszaal. In die leeszaal
heb ik al de 60 boekjes gelezen, die
Herman Heijermans schreef onder het
pseudoniem Falkland. Ik las daar ook
altijd de literaire tijdschriften, de
nieuwste nummers kon je dan lezen. Nu
koop ik ze, toen had ik daar geen geld
voor. Ik mag dus stellen dat de
bibliotheek in m'n jeugd heel veel voor
me heeft betekend. Of ik de bibliotheek
als een verlengstuk van het onderwijs
zie? Ja beslist. Je kunt voor bepaalde
studies veel uit boeken halen. Ik was een
groot bewonderaar van Couperus.
Geld om z'n boeken te kopen had ik
niet. Dus kon ik ze in de leeszaal lezen
of lenen. Van die boeken heb ik veel
geleerd. Als je schrijver wilt worden
begin je eerst van alles te lezen. Wat je
maar te pakken kunt krijgen. Dan ga je
alleen boeken lezen van schrijvers die je
bewondert. Die ga je dan naschrijven.
Dat duurt dan een tijdje. Op den duur
houd je daar iets eigens van over en dat
is dan weer een hulp bij je verdere werk.
als schrijver.
Maar een bibliotheek moet je natuurlijk
niet te studieus gaan zien. Boeken voor
ontspanning zijn ook heel belangrijk,
die kunnen niet gemist worden.
Wat ik het onmisbare van een
bibliotheek vind? Als je geen geld hebt
om boeken te kopen, dan kun je
daarvoor in de bibliotheken terecht. In
een bibliotheek kun je kennismaken met
veel verschillende schrijvers. In een
bibliotheek kun je ook lekker zelf
tussen de boeken gaan zoeken, je Rurit
ze door lezen, daar krijg je alle tijd
voor, en als ze je bevallen ga je ze thuis
lezen. Zo leer je dus veel schrijvers en
hun boeken kennen. Op deze mamei
heeft de bibliotheek mij geholpen een
eigen bibliotheek op te bouwen.
Dit zijn de persoonlijke ervaringen met
de bibliotheek van de schrijver Simon
Carmiggelt.
markant uitgebeelde schilderijen van de
regenten van het Haarlems Weeshuis,
geschilderd door Frans Hals op je net
vlies verschijnen. Streng, met verbeten
en zuinige mond kijken ze vanuit hun
ivoren bestuurstoren de wereld in. In dit
geval de kinderwereld! Om eng van te
worden.
We zouden het stichtingsbestuur van de
bibliotheek Heiloo beslist niet met hen
willen, maar ook niet kunnen, vergelij
ken. Ze hebben totaal niets gemeen met
de figuren op dat schilderij. De naam ja.
Maar wat betekent een naam nou eigen
lijk? En zeker een naam als stichtings
bestuur. Het gaat er immers om, wie
er achter die naam staan? En nog niet
eens, wie zijn het, maar wat doen ze?
Wanneer we zien hoe de bibliotheek in
Heiloo in 20 jaar van een, weliswaar niet
onaardige door de bibliotheekinspecties
- die zijn er ook - altijd te klein bevon
den, bibliotheek is uitgegroeid tot een
compleet bedrijf, dan hebben die be
stuurderen beslist niet stilgezeten.
Want, hoewel ze bij de wet verplicht
werden en nog steeds zijn, bepaalde sec
toren van het bibliotheekwerk onder de
verzorgingsparaplu van de Provinciale
Bibliotheek Centrale - P.B.C. - in Alk
maar te plaatsen, veel bleef toch ook
voor hen liggen.
Want ga er maar aan staan! Het stich
tingsbestuur - een stelletje enthousiaste
leken - is verantwoordelijk voor het fi
nanciële beleid, waarvan sommige kos
ten regelrecht voortkomen uit de samen
werking met de P.B.C. Nou niet meteen
denken "Die jongens uit Alkmaar zitten
maar mooi te decreteren van andermans
centen", want ook dat is niet waar, het
gaat nl. om wettelijk geregelde zaken.
Maar dat financiële beleid moet wel
steeds door het bestuur, en terecht, bij
het Gemeentebestuur, waar een groot
gedeelte van de centjes vandaan komen,
verantwoord worden.
Ze hebben naar beide kanten menige
harde noot moeteh kraken, waarbij, en
daarin ligt waarschijnlijk hun kracht, er
altijd van één ding werd uitgegaan, nl.
het belang van de bibliotheek en hun
lezers.
Vanaf m'n 3de jaar ben ik al lid van de
bibliotheek. Het begon op de Straat
weg, daarna kwam het noodgebouwtje
aan de Ewisweg met het voorlezen.
Toen kwam, gelijk met het nieuwe
gebouw voor m'n school de nieuwe
bibliotheek.
In de 4de klas hebben we nog ter
gelegenheid van de opening klassikaal
een werkstuk gemaakt.
En nu, terwijl ik alweer in de 3e klas
V.W.O. zit is de bibliotheek voor mij
nog 'steeds de plezierigste en meest
goedkope manier om door middel van
boeken en tijdschriften kennis te verga
ren.
Vooral nu ik m'n T-kaart - tienerkaart,
red. - heb kan ik bij alle boeken komen.
Toch lees ik het liefst boeken van de
volwassen afdeling. Daar kan ik alle
boeken vinden van romanschrijvers van
mijn voorkeur, zoals Frederik Forsyth
en Sjöwall en Wahlöö en in het meer
literaire genre boeken van Gerard van 't
Reve en Bertus Aafjes. Ook de studie
boekenafdeling heeft voor mij z'n nut
bewezen in m'n vele werkstukken,
spreekbeurten en kennis over m'n
hobby's als biologie, wapenkunde en
geschiedenis. Bij de geschiedenisboeken
vind ik de scheiding tussen romans en
studieboeken zeer vaag.
Op de afdeling met buitenlandse boeken
zijn ook leuke boeken te vinden, zoals
een stripboek van Asterix en Obelix, in
het Latijn (het lezen ervan was een
andere zaak).
Tijdens de boekenweek probeert de
bibliotheek de boeken „levend" te
maken door beroemde schrijvers uit te
nodigen om een lezing te houden over
hun werk.
De enige wens die ik nog heb is, dat er in
de toekomst de mogelijkheid bestaat
om, zoals in Alkmaar, bladmuziek te
lenen.
Wat zal ik dan een super tevreden mens
zijn.
Rik Groenland (14 jaar).
Bibliotheek Het Malevoort 13
Jeugd, volwassenen en fonotheek
Openingstijden:
Dinsdag
10-12
14-17
Woensdag
10-12
14-17
Donderdag
Vrijdag
14-17
Zaterdag
10-12
19-21
19-21
19-21
7.00-9.00 uur
10.00-12.00 uur
ling bevond. Alles met goed gekozen en
toch functionele verlichting. Het was
werkelijk schitterend. Achter de balus
trade de boeken aaneengerijd in de goed
aangeduide kasten, strak tegen de ach
terwand. En alle muren bedekkend van
vloer tot het lage plafond, te bereiken
met een lift vanuit de hal. De architect
had het moderne bibliotheekgebeuren in
dit gebouw weten te combineren met de
laat negentiende eeuwse buitenkant en
het zodoende weten om te toveren tot
één van de mooiste, voor algemeen doel
in gebruik zijnde, gebouwen van Heiioo.
Trouwens kan men een betere en waar
diger bestemming voor een karakteris
tiek gebouw, welks buitenkant nog
zweemt naar de gloriedagen van weleer,
bedenken?
Echt een hommage. Ja, dat was het.
In de bibliotheek het Malevoort, nog een
derde groter dan nu het geval is, stonden
zo'n slordige 55.000 boeken. De fono
theek, tweemaal zo groot als thans, her
bergde niet slechts zo'n 7.000grammo-
foonplaten, doch ook videobanden en de
dia's, die geen betrekking hebben op
corresponderende boekonderwerpen,
want die staan gewoon in de kast tussen
de boeken, en films. Er was ook een
filmapparaat, zodat in het aangrenzende
zaaltje films vertoond konden worden.
Soms werden hier ook kleine kamercon
certen gegeven door bekende musici. Dit
ter meerdere bekendmaking van het
publiek met klassieke muziek.
De welvaartsballon, die zowat heel Ne
derland in de boot had genomen, kon
niet meer stijgen en zakte en zakte en
zakte! En zou zeker met man en muis
door de geklauwde, prooi beluste golven
van een kokend kolkend, hebzuchtige
oceaan vernietigd zijn, als ze niet tijdig
ballast overboord gegooid had. Tot die
ballast behoorde ook de subsidies van
C.R.M., die o.a. ook de bibliotheken
van subsidies voorziet.
En zo gebeurde het, dat de verbouw van
de Kennemerstraatweg voor het geraam
de bedrag van 450.000,niet kon
doorgaan. De uitbouw Malevoort voor
de helft slechts gerealiseerd kon wor
den terwijl in 1983 de abonnements
gelden en andere bijkomstige kosten
sterk verhoogd zullen moeten worden.
Helaas het is niet anders!
Maandagavond
Dinsdagmorgen
W oensdagmiddag
Vrijdagmiddag
2.00-5.00 uur
2.00-5.00 uur
Hiervoor naar het vanouds bekende en dus vertrouwde adres in Heiloo: