Elfstedentocht 1985
De heer Sikkens: commissie van
af- en aanmelding
Herinneringen aan de
Friese Elfstedentocht
Het verslag van Willem Blakborn
Marco Nieuwenboer
(18)
Jan Boon (48)
Folkert Berghuis
j (35)
Jan van de Klooster
(43)
De alternatieve Poolse Elfstedentocht
Hendrik Jan Bikker
Piet Sombroek kwam vorige
week al aan het woord in de
Uitkijkpostmaar een foto was
toen nog niet voor handen. Nu
wel. Met bloemen en zelfs een
rans werd hij in Heiloo ont-
nge
la
Voor het Elfsteden-standbeeld poseren v.l.n.r. Jan DekkerKees de
HaanAad HoedjesJohn van DiepenJaap SombroekPiet de
Wildt en Kees van Diepen.
Ook Heiloo was twee weken geleden in de Elfsteden-ban. Bij voor
beeld wat betreft het binnenhalen van de rijders van de 200 kilome
ter lange schaatstocht. Ten huize van Kees Zoondie vorige week
zijn ervaringen al verteldehadden familieleden een groot spandoek
opgehangen. Op de foto staat hij links. Rechts staat zijn
schWatsmaat Piet Sombroek.
Arjan Vennik (startnummer 1!)
neemt even een kleine pauze tij
dens zijn alternatieve Elfsteden
tocht, anderhalve week geleden
in Polen.
UITKIJKPOST 6 MAART 1985
mmmmm&w'
heb er geen spijt van. Het is de der
de keer dat ik hem nu heb uitgere
den en daar ik bij de eerste twintig
was (nr. 16) kreeg ik bij de medaille
ook nog een beker.
We zijn 's ochtends om 7 uur ge
start, mijn vrouw heeft 50 km gere
den, daarna heb ik 5 ronden (125
km) alleen gereden. Het was hele
maal ,,mijn ijs". Ik schaats éénmaal
per jaar even 2 rondjes van 20 km
dit alleen als er natuurijs is, anders
'rij ik helemaal niet en doe dan alleen
de marathon. Maar ik heb een uit-
Hoewel we niet van een ^alterna
tieve" elfstedentocht meer kunnen
spreken (omdat de echte gereden
is) is het beter om van een mara
thon van 200 km te spreken. De or
ganisatie reisburo Arcana werd wel
op de proef gesteld, wél elfsteden
tocht, geen elfstedentocht, annu
leringen, weer boeken enz. toch heeft
ze deze proef uitstekend doorstaan
te horen naar de enthousiaste ver
halen van de deelnemers.
Bussen, die eerst geannuleerd wa
ren, werden weer opgeroèpen,
chauffeurs moesten weer een vi
sum hebben. Eén van de organisa
toren is vol lof o'ver de OAD uit
Holten, waar erg fijn meegewerkt
is evenals met het Poolse consulaat.
Mede hierdoor kon er op tijd ver
trokken worden. Via Oldenzaal
naar Helmstadt, toen kwam dat
afschuwelijke oponthoud aan de
Westduitse-Oostduitse grens. Bij
eerdere informatie werd gezegd
dat het geen enkel probleem zou
opleveren, er moest 25 DM betaald
worden en dat was alles. Als ver
rassing kreeg men hier ook te ho
ren dat de Friese elfstedentocht
doorging. Eén bus is teruggegaan
en de overige drie bussen zijn door
gereden naar Mragowo. Degenen
die per vliegtuig waren gegaan
hoorden het nieuws zondag bij aan
komst in het Hotel. De eerste ge
legenheid om terug te gaan was
woensdag. Dankzij de medewer
king van de KLM waren de deel
nemers op tijd in Holland.
In totaal namen 120 schaatsers aan
de marathon deel en hoewel men
eerst de gasten over drie hotels had
verdeeld besloot men nu allemaal
in het luxe hotel Orbus, te logeren.
Terwille van de busreizigers werd de
marathon nog een dag uitgesteld,
zodat iedereen fris aan de start in
Gizycko kon verschijnen.
Op het meer was een baan van 25 km
uitgezet, het ijs was prima, de tem
peratuur 's nachts min 18 graden
en overdag zo'n 8 graden onder nul,
geen wind dus ideale omstandig
heden. De ambassadeur, de heer
Vijverberg, gaf het startsein en de
tocht kon beginnen. Langs de route
stonden stands waar v. Houten voqr
warme chocola had gezorgd en waar
nog meer krachtig warm voedsel
te verkrijgen was. De hoofdspon
sor Bioform, heeft veel gedaan
voor de ploeg en waar het maar
kan ondersteunt. Na een voorbeel
dige Marathon eindigde Peter de
Boer uit Edam (19) als eerste in de
tijd van 7 uur en 55 minuten. Met
bussen was er weer vervoer naar
het Hotel geregeld waar een zwem
bad een sauna en een physiothera-
peut alle gelegenheid boden de even
tuele stijve spieren weer op gang te
brengen. Omdat men allemaal in
het zelfde hotel logeerde was de
stemming opperbest en was men on
danks de tegenslagen, dik tevreden.
Arjan Vennik: een ryder van de
Poolse Marathon
,,Ik heb het zeker voor het onzekere
genomen, wij hebben er een winter
sport vakantie van gemaakt en ik
De elfstedentocht begon bij ons op
maandagavond 18 februari. Na het
journaal werd het koppel bij elkaar
geroepen voor de eerste instructie. Het
bemachtigen van een startbewijs.
Kwart voor vijf dinsdagochtend op De
Meent zorgde ervoor dat Jan Dekker
en Jaap Sombroek om 7 uur konden
starten, Aad Hoetjes en Kees van
Diepen om 7.15 uur, John van Diepen,
Kees de Haan, Piet de Wildt om 7.30
uur. Relatie's in Leeuwarden.
Na het
ophalen van het startbewijs en het
verkennen van het looptraject arriveer
den we daar. De zenuwen begonnen nu
al wat gespannen te raken. Alle
schaatsen werden nogmaals geslepen
en er werd chinees" gehaald. Jaap
kon geen kap door z'n keel krijgen,
maar met het idee dat nog nooit een
chinees de elfstedentocht had uitgere
den, deed hij daar ook weinig moeite
voor.
Verscheiden liepen de hele avond
met de rugzak om. Alvast om te
wennen John deed nog een laatste
schaatsoefening maar stopte toen hij
bang werd dat hij daardoor bij
Leeuwarden zou kunnen doorschieten
voor nog een ronde.
De nacht verliep
onrustig net zoals de twee voorgaande
nachten. Kees de H. en Piet op het
echtelijke bed bleven draaien. Lang
duurde het voor het 6 uur was. Kijken
naar de start op de t.v. en eten, eten en
ee-ns eten drinken.
Op weg naar de start moest John nog
onverhoeds terug omdat hij z'n schaat
sen had vergeten. Verder zorgde de
goed getrainde lijven ervoor dat de
tocht vrij probleemloos werd gereden.
De eerste 75 km werd door de meeste
zelfs binnen de 3,5 uur gereden. Al
had je moeilijke momenten dan zorgde
het publiek wel voor een oppepper met
name vanaf Bolsward was het publiek
groots. Met de tijd werd echter de
kluun- en waterpartijen groter vooral
na Franeker.
Al was het behalen van
het elfstedenkruisje het belangrijkste
doel, snel was Jan Dekker. De schaats-
crack kwam na veel kopwerk om 17.30
uur binnen, gevolgd door Piet de Wildt
om 19.00 uur. De rest van de groep
druppelde na 21.00 uur binnen. Jaap
Sombroek had afgehaakt in Bolsward
wegens een enkelblessure. Ook in deze
groep bleek dus dat de twee boeren
zoons het sterkste waren.
De nacht
ging heel onrustig in. Steeds schrok
iedereen wakker bij de nachtmerrie
dat in een scheur schaatste, met het
gevolg dat je benen in bed gaan
zwaaien. Kees van Diepen legde daa
rom 10 kg op z'n voeten om zo aan een
rustiger nacht te beginnen. Het was
voor iedereen een happening om nooit
meer te vergeten.
Kees van Diepen, John van Diepen,
Kees de Haan, Aad Hoetjes, Jaap
Sombroek, Jan Dekker, Piet de Wildt.
Zoals wij vorige week reeds aankondigden komen wij deze week
uitgebreid terug op de Elfstedentocht van 21 februari. Elke deel
nemer heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen belevenissen en indruk
ken. Daarom is het beeld van de Heilooër deelnemers niet com
pleet. Volgende week besluiten we de verslaggeving over de Elfste
dentocht.
Heeft u nog suggesties? Heeft u foto's? Neem dan contact op met
het bureau van de Uitkijkpost, Rechte Hondsbosschelaan 22 te
Heiloo (tel. 072-330175) vóór vrijdag 8 maart.
Na veel langebaan schaatsen in binnen
- en buitenland ben ik overgegaan op
het zogenaamde tochtwerk in Neder
land, wat toch meer bekoring heeft.
Verhalen van vaders kant (hij reed in
'42 de Elfstedentocht) en krantenknip
sels uit '63 maakten me warm voor het
ware Elfsteden werk. Uiteraard werd ik
lid van de vereniging, waardoor ik
voorrang had bij het starten.
Op 20 januari van dit jaar werd de
eerste tocht afgelast op het laatste
moment. Ik was erg teleurgesteld,
maar hield de moed erin. In de
volgende vorstperiode ben ik weer
gaan trainen via tochten van 40, 70 en
90 kilometer.
Op 18 februari hoorde ik om 7 uur 's
avonds dat de Elfstedentocht wel
gehouden werd. Snel volgden de tele
foontjes elkaar op en we besloten met
een ploegje van vijf man te gaan: Jan
Zeevat uit Obdam, Cor Kaandorp,
Rem Blakborn, Jan Blakborn en ikzelf
In alle drukte vergat ik op 19 februari
bijna mijn dochters verjaardag. Om
kwart over acht stond ik bij De Meent
in de rij voor de inschrijving. Het was
één groot circus met veel misverstan
den. Om half één was ik in het bezit
van de inschrijvingskaart. 's Middags
al direct de nodige inkopen gedaan,
zoals voeding en veel drinken (glucose
houdende dranken, roggeknarre van
Hemmer, etc.).
Op woensdag nog enigszins uitgesla
pen. Daarna m'n schaatsen verzorgd
en geslepen en vervolgens alles inge
pakt. Nog snel tracteerde mijn vrouw
Truus me op een lekkere biefstuk en
om één uur werd ik opgehaald door
Cor Kaandorp met de bus. Ook mijn
broers en Jan Zeevat werden opgepikt.
Daarna: op naar Friesland. Om een
uur of drie waren we in Leeuwarden,
waar in de Frieslandhal de inschrij
vingskaart werd omgeruild voor een
startkaart. Dat ging dankzij de goede
organisatie zeer vlot. De vastgestelde
starttijden waren: R. en W. Blakborn
om 6.00 uur, J. Zeevat en C. Kaandorp
om 8.00 uur en J. Blakborn om 8.30
uur.
Hierna gingen we naar ons overnach
tingsadres in Grouw, waar we erg
vriendelijk werden ontvangen met kof
fie en koek. Er werd wat gekletst en
gegeten en later ook naar de televisie
gekeken. Ook kochten we een grote
plant voor onze Friese mem. Om tien
uur gingen we naar bed.
's Nachts om kwart over vier begon dé
dag. Dames met broer Rem stevig
gegeten. Ook onze mem was al opge
staan: zij kon niet meer slapen. Bepakt
en bezakt liepen we naaPhet station in
Grouw. Per trein naar Leeuwarden en
daarna met de bus naar de Friesland
hal. Precies op tijd sloten we aan bij
onze startgroep en gingen rustig naar
de Zwette, vanwaar drommen mensen
terug kwamen van de start van de
wedstrijdrijders. Daardoor stonden we
pas om half zeven op het ijs. De
schaatsen werden ondergebonden en
we gingen de donkerte in: de tocht der
tochten was begonnen.
Vanaf het begin was het een pracht.
De eerste brug stond al vol met
mensen. Je kreeg er een brok van in je
keel, zoiets enorms had ik nog niet
meegemaakt. Door al die toestanden
raakte ik Rem kwijt. Binnen een
kwartier vond ik een maat van gelijke
kracht: ene Henk uit Benschop (U-
trecht). Hij had in '63 ook meegedaan,
maar mocht na Bolsward niet verder.
De eerste doorkomst in Sneek was
overweldigend. Eerst klunen en daar
na stempelen en vervolgens op naar
Ylst en Sloten. Na veertig kilometer
ging het echt lekker. Ik at wat
roggeknarre om maar geen hongerig
gevoel te krijgen. Na Sloten en Balk
gingen we Gaasterland in, door de
bossen, een hele aparte ervaring. Om
9.30 uur bereikten we Stavoren.
In Stavoren eindelijk mijn schaatsen
eens goed ondergebonden: bij de start
had ik me daarvoor nauwelijks tijd
gegund. Na die 66 kilometer heb ik
ook wat gedronken. Hierna langs de
dijk naar Hindelopen en Workum.
Steeds weer duizenden mensen langs
de route. Met nog 114 kilometer voor
de boeg via Parrega met de wind in de
rug (dat is in het verleden vaak genoeg
anders geweest) naar Bolsward. Na vijf
uur rijden waren we halverwege (om
11.30 uur).
Het klunen nam grotere vormen aan
met Witmarsum en Kimswerd als
toppers: hele straten waren voorzien
van tapijt. Ik denk dat er in de huizen
nog maar nauwelijks tapijt op de vloer
lag. Het was keurig geregeld, dus petje
af voor al die honderderden vrijwilli
gers bij de wakken en bekistingen en
de EHBO-posten.
Al klunend gingen we richting Har-
lingen. We kregen steeds meer drin
ken aangeboden: limonade, thee, kof
fie, water. Om kwart over twaalf
stempelden we in Harlingen. M'n
maat Henk kreeg van kennissen
nieuwe proviand, dus ik zat ook goed
(mandarijnen, sinaasappels, krenten
bollen, studentenhaver). Om m'n voe
ten even rust te gunnen bij het vele
loopwerk deed ik ook m'n schaatsen
even uit.
Vervolgens op naar Franeker. Ook
daar weer een onvergetelijke binnen
komst, alle bruggen waren vol met
zingend en dansend publiek. Nog 71
kilometer te gaan en dus op naar
Dokkum, het meest noordelijke punt
van de Elfstedentocht. Voor mij per
soonlijk begon daar de Elfstedentocht:
smalle slootjes, veel water op het ijs,
weinig publiek, 'de heel van het
Noorden' door de eentonige landerijen
en de kale vlakte. Met echte winters
weer moet je op dit stuk van goede
huize komen.
Vlak yoor Batlehiem plotseling een
'geheime' controle. Hierna nog veer
tien kilometer voort naar Dokkum met
het frustrerende dat terwijl jezelf nog
naar Dokkum toe moet, anderen
alweer op de terugweg zijn. In Dok
kum vergat je al die ellende snel. Zo'n
entree, de molen, de kades vol mensen
dat vergeet je van je leven niet. Ik
moest even m'n rugzak repareren en
na het halen van een stempel vertrok ik
voor het laatste stuk.
Nog een keer door Batlehiem en
daarna linksaf richting Leeuwarden,
door enkele dorpjes. M'n maat Henk
kwam lelijk ten val en dus hebben we
het tempo aangepast: samen uit, sa
men thuis. Tenslotte kwamen de bord
jes '1000 meter' en '500 meter' en voor
je het wist was de eindstreep er. Hand
in hand met Henk ging ik de finishlijn
over. Het was toen half zes 's avonds.
Ik deed m'n schaatsen uiten schoenen
aan. Daarna was het van het ene op
het andere moment uit met de toejui
chingen en het applaus. Met een gratis
bus werden we bij de Frieslandhal
gebracht, waar we onze stempelkaart
moesten inleveren. De huldiging van
Evert van Benthem was,in volle gang.
Na een uur kwam ook mijn broer Rem
aan. We zeiden Henk gedag, die
inmiddels ook zijn maten weer had
gevonden en gingen met bus en trein
terug naar de basis Grouw. Na een
warme douche en schone kleren aan
trekken werd er stevig zuurkool met
wordt gegeten.
Alle vijf van ons ploegje hebben de
tocht uitgereden. Cor Kaandorp en
Jan Zeevat kwamen om half tien
binnen. Jan Blakborn sloot om half elf
onze rij. Hij had drie uur in het donker
gereden en dat viel niet mee. 's Avonds
nog lange tijd nagepraat en televisie
gekeken en daarna slapen, slapen en
nog eens slapen.
Op vrijdag moesten we er toch weer
bijtijds uit. Na het ontbijt namen we
afscheid van onze Friese mem. We
moesten nog even naar de Frieslandhal
om onze schoenen op te halen. Vervol
gens gingen we terug naar Holland.
De heer Sikkens, een echte Leeu
warder is een doorgewinterde elf
stedentocht rijder. Vijfmaal heeft
hij hem gereden t.w. 1940-, '42-,
'47-, '54 en '56. Omdat ik bij een
bankinstelling werkte die veel
met de elftstedentocht te maken
had werd ik er bij betrokken. Jaren
lang is de heer R. Kuperus voor
zitter geweest van het bestuur
van de elfstedentocht verleden jaar,
even voor Kerstmis, is hij afge
treden en had nooit één tocht ge
organiseerd. Ir. J. Sipkema, z'n
opvolger, was nog geen week in
dienst en hij kon gelijk aan het werk.
,,De mensen onderschatten wel
eens wat een werk er allemaal aan
het organiseren van zo'n elfsteden
tocht vast zit. Elk jaar ligt er een
draaiboek klaar op het moment dat
het dan doorgaat wordt dat bijge
stuurd. De rayoncommissarissen
hebben veel in de melk te brokkelen,
die komen dan bij elkaar en ieder
geeft zijn mening. Is er een stuk
niet goed dan moet er naar een
oplossing gezocht worden b.v. het
klunen", aldus Sikkens.
Dat deze elfstedentocht zo'n ernorm
succes is geworden is mede te dan-
,,Mijn oom is een schaatsgek", zegt
Marco Nieuwenboer als verklaring
waarom hij heeft meegedaan aan de
Elfstedentocht. ,,Ik heb samen met
hem een aantal tochten gereden, zoals
de zondag voor de Elfstedentocht nog
ruim honderd kilometer bij De Rijp".
Die oom is Jan Boon, die hierna aan
het woord komt.
Marco is een sportman. Hij voetbalt
bij HSV in A3 en doet het nodige aan
hardlopen bij atletiekvereniging Trias.
Die twee sporten zorgden voor de
nodige conditie voor de grootse
schaatstocht. Marco heeft in ieder
geval niet uren op De Meent getraind,
dat ligt hem niet zo.
's Ochtends om half acht ging hij van
start bij de Frieslandhal. Een half uur
later stond hij op de gladde ijzers om
die pas weer na vijftien uur af te doen.
..In het begin ging het heel licht, de
eerste honderd kilometer reden we in
zes en een half uur. Maar in het
donker was het moeilijker. Tussen
Franeker en Dokkum waren vepl
scheuren en ik ben toen ook een paar
keer gevallen".
Maar hij heeft de tocht volbracht.
Over de finish met zijn beide armen
omhoog. Dat gaf een kick. En vrijdag
viel het allemaal nog best mee met de
gesteldheid van zijn spieren.
..Ik doe de Elfstedentocht al tien jaar
op de fiets", vertelt Jan Boon, de
hiervoor al genoemde oom van Marco
Nieuwenboer. Hij reed de gehele tocht
met Marco op, ze verdeelden hun
krachten en kwamen om half elf 's
avonds voldaan over de eindstreep.
Tussen Franeker en Batlehiem had Jan
het zwaar. ,,Het was donker en het ijs
was slecht. Ik ben vier of vijf keer
gevallen en was kletsnat door het water
op het ijs. En het ijs werd steeds
slechter. Ik heb iemand spontaan door
het ijs zien zakken, toen die even stond
te praten". Dat overkwam hem niet,
hij bleef doorgaan. ..Het publiek heeft
het gedaan, zeker in de avonduren. Zij
stimuleerden je om door te gaan".
In '63 heeft Jan Boon op het punt
gestaan om ook aan de Elfstedentocht
deel te nemen. Hij zou met een collega
naar Friesland afreizen. De vooruit
zichten wat betreft het weer waren toen
echter zo slecht, dat hij er toch maar
van af zag.
Vrijdagmiddag zat Jan gewoon weer
op zijn kantoor in Amsterdam. Hij was
een beetje stram in de benen, maar
verder viel het wel mee. Hij had zich op
Elfstedentocht vooral voorbereid door
het rijden van tochten op natuurijs.
Evenals zijn neef Marco is Jan Boon
geen liefhebber van het Alkmaarse
kunstijs.
..Het is altijd een jeugddroom van me
geweest eens de elfstedentocht te rij
den" zegt Folkert Berghuis (tandarts).
Eens is het dan zover, jammer dat je
dan net 2 jaar daarvoor je lidmaat
schap van de vereniging elf steden"
hebt opgezegd, maar dat mocht de
pret niet drukken en met een nummer
dat dik boven de 11000 ligt werd er om
7.45 uur gestart. De voorbereiding was
goed geweest en het weekeinde en de
ken aan de weersomstandigheden,
geen wind en een temperatuur
om en nabij de nul graden. ,,Dat was
in 1963 wel even anders vertelt
de heer Sikkens: ,,Toen startte er
bij de toerrijders 9294 rijders en daar
van zijn er 69 aangekomen. Van de
568 wedstrijdrijders werden er
slechts 57 geklassifiseerd, dat kwarh
door dé strenge vorst en de sneeuw
val.
Nu kwamen er van de 16000 deelne
mers 13000 binnen, maar de late
starters hadden het moeilijk hoor,
veel water en in het donker rijden
valt niet mee". De organisatie heeft
dit jaar voor het eerst met computers
gewerkt ,,best een beetje eng hoor"
zegt Sikkens ,,stel je voor dat er iets
mis gaat wat moetje dan".
Maar een gedeelte van het werk was
uitbesteed aan de VVV's en die heb
ben het voortreffelijk gedaan.
De heer Sikkens heeft zelf niet mee
gereden maar zat in de commissie
van aan en afmelding en heeft die
dag dus grotendeels in de Fries
land hallen doorgebracht. Alles bij
elkaar heeft hem dat wel een paar
slapeloze nachten gekost maar als
recht geaarde Fries was hem dit
alles dubbel en dwars waard.
dagen er na werd er bij de training nog j
een schepje bovenop gedaan.
Gekleed in knickebocker, hemd, blou
se en twee truien werd vol goede moed
van start gegaan samen met twe'e
broers. ,,Een broer raakten we al gauw
kwijt want het is erg belangrijk dat }e
je eigen tempo en stijl blijft rijden j
anders houd je het niet vol", zegt
Berghuis.
Op de rug een bagage van ongeveer 8
kg met daaraan een paar (extra")
houten schaatsen, 16 boterhammep
met honing, mueslirepen en een tankje
met drinken.
(Tijdens het rijden wordt veel vocht
verloren wel zo'n 6 a 7 liter).
Tijdens de rit is er genoten van hét
prachtige uitzicht en het enorme en- j
thousiasme van het publieke of je nou
goed of slecht reed, ze stonden iede-
reen aan te moedigen en te juichen en
te zingen, dat was enorm.
,,Het aardige was ook" vertelt Berg
huis ,,dat ik tijdens de tocht een oude
schoolvriend tegen kwam, dat w£s I
leuk, we zijn samen een stuk opgere
den, even wat gepraat en toen scheid
den onze wegen zich weer". Zo Is
avonds om ongeveer 17.30 uur werd
Dokkum bereikt. Berghuis: ,,hier*
kreeg ik de kick voor de laatste 27 kra,
het was of je een stadion binnenreed,
alles verlicht en de mensen weer £o I
enthousiast, het was een geweldig j
gevoel". Na 11 uur schaatsen, zonder
een keer. een stuk gezeten te hebben, I
bereikte de schaatsende tandarts de
finish. Het klunen, waardoor zo'n 15
keer van het ijs afgegaan moest worden
kostte veel tijd maar zonder pijn ging
die 21 februari een jeugddroom ijl
vervulling.
,,Ik heb rustig gereden. Mijn uitgangs
punt was om niet te vallen. En dat Js
gelukt". Jan van de Klooster is niet zo j
onder de indruk van de door hem i
geleverde inspanning. ,,Een keer be"n
ik mijn handschoenen vergeten, dat
kostte tijd. Ik heb me niet echt
ingespannen en reed onder m'n tempo.
De volgende keer rijd ik wat harder. Ik
mag best wat meer afzien".
Van de Klooster reed de Elfsteden
tocht op geleende schaatsen. Na 25 j
jaar waren zijn oude schaatsen uitgere-
kend dit jaar geheel af. Nieuwe schaat
sen had hij wel gekocht, maar die
leverden blaren op. Gelukkig kwam
Bert de Heer, uit Heiloo, hem te hulp
met twee paar schaatsen in de juiste
maat.
Zijn totaaltijd was elf en een half uur.
Alleen het laatste stukje reed hij in (ie
duisternis. ,,Ik heb toen even met een
groepje gereden, dat iets sneller gin£.
Maar voor mij kwam toen een schaat-
ser ten val en ik kreeg zijn schaats
tegen mijn been. Ik ben toen weer wat
rustiger gaan rijden"
De totale happening in Friesland heeft
op Jan van de Klooster bepaald indruk
gemaakt. Hij is direkt lid geworden
van de grootste ijsvereniging van Ne
derland. Dan heeft hij een volgende
keer enigszing voorrang bij het verkrij
gen van een startbewijs en hoeft hij
niet, zoals nu wel het geval was, de
avond van tevoren zijn boeltje te
pakken om te gaan slapen op De
Meent. Hij was nu in ieder geval wel
vlot aan de beurt.
stekende conditie, waar ik veel aan
doe en ik ben gemotiveerd. Na de
marathon was er ook nog een winter-
triathon waar ook Polen aan deel
konden nemen, maar dat werd. me
even teveel hoewel Luc v. Raalte
voor deze gelegenheid nogwel een
nieuwe fiets beschikbaar had ge
steld. Natuurlijk is het geen echte
elfstedentocht, maar als het even
kan ga ik volgend jaar weer.
Een half uurtje sneller dan de voor
gaande twee deelnemers voltooide
Hendrik Jan Bikker de tweehondêrd
Friese schaatskilometers. 's Ochtends
om zeven uur ging hij van start. Samen
met zijn oom, Teun Breugen uit
Leiden (ook deze oom is fantieker dan
de neef) ging hij over het ijs.
Ik had er niet op gerekend de tocht
uit te rijden", aldus Hendrik Jan, die
het publiek als oorzaak noemt van het
wèl volbrengen van de Elfstedentocht.
Hij had zich niet specifiek voorbereid,
's Winters wat loopwerk, maar niet
teveel schaatsen. Het viel hem dus
nogal mee. ,,Het laatste stuk in het
donker ging wel. Door de glans van het
ijs kon je de scheuren op tijd zien".
Ook van het klunen maakt Hendrik
Jan niet zoveel ophel. ,,Het is gewoon
lopen op de schaats. Ik heb het steeds
rustig aan gedaan, het was een mooie
afwisseling. Je krijgt pas problemen als
je hard wilt lopen".
REÜNIE DEELNEMERS
ELFSTEDENTOCHT
Morgenavond (7 maart) wordt in de
grote zaal van cafetaria Blakborn een
reünie gehouden voor alle rijders van
de elfstedentocht uit Heiloo -met aan
hang natuurlijk. Er is koffie en er
worden videobeelden vertoond van de
elfstedentocht. De avond begint om
20.00 uur.
Vier van de vijf leden van de schaatsploeg Blakborn, die allen bin
nen de gestelde tijd de Elfstedentocht voltooiden. V.l.n.r. Rem Blak
born, Jan Blakborn, Cor Kaandorp en de schrijver van het dagboek,
Willem Blakborn.