NA TUUR WANDELEN IN HEILOO
VLINDERS,
NATUURLIJK
Het landkaartje geldt als een alge
meen voorkomende vlinder.
HEILOO - Schijnbaar zonder doel
zie je ze gaan: witte, gele of bontge
kleurde vlinders. Fladderend van de
ene naar de andere kant van het
pad, af en toe wat rustend op een
blad of een bloem. Ze spreken tot
de verbeelding door hun fraaie uit
erlijk en ongedwongen gedrag.
Dichters van naam lieten zich door
dit insect inspireren. Zoals Nicolaas
Beets in zijn gedicht 'Zomermid
dagstilte':
Een enkle vlinder, wit, of bont,
Zweeft op het zachte,
Het donzen vlerkje, onhoorbaar
rond,
Als mijn gedachte.
Maar ook van recenter datum zijn
voorbeelden te vinden van de vlin
der als inspiratiebron. Afbeeldingen
van de vlinder zag je in de flower
power beweging bijvoorbeeld veel
vuldig. De animatiefilm en popsong
'Love is all' met daaraan gekoppeld
de zinsnede 'at the butterfly ball'
schreef muziekhistorie en is nog
steeds regelmatig op de radio te ho-
Een ander maaischema en het weg
halen van het maaisel, wat in de
Noorderneg niet is gebeurd, zou de
vlinderstand ten goede komen.
Vlinderstichting
Antwoordnummer 230
6700 VB Wageningen
ren. Kortom, de vlinder heeft altijd
in de belangstelling gestaan, waar
bij zelden in negatieve zin. Het is
derhalve opmerkelijk dat vandaag-
dedag maatregelen genomen moe
ten worden om een aantal soorten
voor uitsterven te behoeden. Een
speciale Vlinderstichting werd in het
leven geroepen en verricht o.a. veel
veldwerk. Els Swart uit Heiloo is
één van de vrijwilligers, die tijd en
moeite stopt in de registratie van
vlinders in haar woonplaats.
Voor het 'monitoren' - het registreren
van vlinders - heeft Els Swart de Noor
derneg gekozen. In nauw overleg met de
Vlinderstichting overigens: de coördina
tor heeft met haar het gebied doorkruist
en goed bevonden. Dat geeft maar weer
aan dat het vlinderonderzoek een se
rieuze aangelegenheid is en bepaald niet
meer aansluit bij Meester Prikkebeen,
die met zijn netje door de natuur holt
om vlinders te vangen. Door onderzoek
heeft de Vlinderstichting kunnen ach
terhalen hoe de verspreiding van
HONDEN
JN
DE
L
AAN
(dag)vlinders vroeger was en nu globaal
is. Door vergelijking van de getallen is
vastgesteld dat van de 75 inheemse dag
vlinders, die Nederland rijk was, er de
afgelopen 30 jaar vijftien zijn uitgestor
ven, terwijl nog eens twintig soorten
met uitsterven worden bedreigd.
Wilde orchidee
De Noorderneg is geen oud natuurge
bied. In een eerder artikel in de reeks
'Natuurwandelen in Heiloo', gepubli
ceerd in juni '89, is de historie van de
Noorderneg ruim aan bod gekomen.
Als groene buffer tussen bebouwde
kom en weideland zijn de Noorder- en
Zuiderneg door de gemeente Heiloo
aangelegd. In de loop der jaren is het
echter voor natuurvorsers een interes
sant gebied geworden. Het voorkomen
van de nachtegaal en zelfs een wilde or
chideesoort zijn slechts twee voorbeel
den van de bijzondere waarde van de
beide neggen. Het is in dit verband na
tuurlijk triest, dat onverlaten het aange
troffen exemplaar van de orchidee eerst
onthoofd en vervolgens maar helemaal
uit de grond gehaald hebben. Tegen
zulk gedrag is zelfs het meest algemene
kruid niet opgewassen.
De situering en de begroeiing maken de
Noorderneg tot een gevarieerd leefge
bied voor vlinders. Men vindt er stukjes
bos, bijvoorbeeld achter 't Baafje en
langs de Zeeweg, maar ook grasland:
vooral aan de westelijke rand, waar het
recreatiegebied overgaat in het weide
land van enkele agrariërs. Heel belang
rijk is ook het struweel, het landschap
waarin bomen en struiken van één tot
vijf meter overheersen. Struwelen bie
den vlinders beschutting tegen de wind
en de regen, terwijl de bomen en strui
ken ook als oriëntatiepunt door de in
secten worden gebruikt. In de
Noorderneg treft men deze 'oases' veel
vuldig aan.
Wars van regels
Els Swart heeft voor haar werkzaamhe
den in de Noorderneg 15 secties van 50
meter gezocht, die telkens bestaan uit
één bepaald soort leefgebied. Tijdens
onze wandeling op een zonnige vrijda
gochtend lopen we langs en door een
aantal van die secties. Een ruiterpad bij
voorbeeld, met bomen en struiken aan
weerskanten, zodat het er nagenoeg
windstil is. Maar ook een grasoever
langs een sloot en vanzelf het vennetje
in de zuidwestelijke punt van de Noor
derneg. Alsof we het gefladder van de
vlinder willen imiteren slingeren we
door het gebied, af en toe van afstand
gadegeslagen door wandelaars of ver
stoord door fietsers, die onverschillig de
voetpad-aanduidingen voorbij rijden.
Heel opmerkelijk zijn ook de vele loslo
pende honden; de dieren genieten van
hun vrijheid, maar hun eigenaars moe
ten toch weten dat er in de Noorderneg
(en elders) een aanlijngebod bestaat.
We starten op Het Maalwater, ver
noemd naar het vroegere binnenwater,
waarop een deel van westelijk Heiloo is
gebouwd. Achter het terrein langs, waar
verschillende beheerders hun dieren -
van watervogels tot herten - hoeden, be
reiken we de «erste bosschages en begint
het turen naar vlinders. Die laten zich
vooralsnog niet zien. Het is nog te vroeg
waarschijnlijk, vertelt Els Swart. Vlin
ders houden van de warmte en komen
dus wat later op gang. Maar eenmaal
actief geworden is de vlinder een bedrij
vig dier, dat steeds op zoek is naar
voedsel.
Aantasting vliegterrein
Bij het zoeken naar voedsel oriënteren
vlinders zich op het landschap en de
daarin voorkomende planten, bomen en
struiken. In de loop der jaren zijn de
landschappen erg veranderd en soms
ook verdwenen: weideland wordt bouw
grond, bossen verdwijnen door verzu
ring en/of verdroging of de eerst nog
vlinder-vriendelijke flora van akkerland
is door het gebruik van insecticiden of
door intensievere bebouwing drastisch
aangetast. Het vliegterrein van de dag
vlinders is nagenoeg nergens gevrij
waard van ingrijpende wijzigingen. In
bossen en struwelen zijn de vervuilde re
gen, het kappen van bomen en de op re
creatie beluste mens onder andere de
boosdoeners, die de kleine pages het le
ven zuur maken. In onze contreien, vlak
achter de duinen, heeft de oranjetip een
zwaar leven doordat het door hem ge
liefde vochtige, voedselarme grasland
door wijzigingen in de grondwaterstand
en overbemesting minder algemeen
voorkomt.
Een sloot als grens tussen Noorder
neg en weideland: het kleine kool
witje (foto onder) komt hier
veelvuldig voor.
Els Swart heeft in de periode dat zij zich
met haar veldwerk in de Noorderneg be
zighoudt de twee genoemde soorten nog
maar zelden aangetroffen. 'Pech' of
'toeval' zijn daarvoor niet de verkla
ring. Het veldwerk is namelijk een pre
cies werkje. In de periode van 1 april tot
en met 30 september loopt Els Swart ie
dere week de route door de Noorder
neg. Alleen ongunstig weer kan voor
afstel zorgen: de tellingen worden alleen
uitgevoerd als er geen neerslag is en de
temperatuur tussen 13 en 17 graden (bij
minder dan 40% bewolking) of meer
dan 17 graden (bij meer dan 40% be
wolking) is. De vlinder is een liefhebber
van de warmte en laat zich bij voorkeur
onder zomerse omstandigheden zien,
dat moge duidelijk zijn.
Nauwkeurig beeld
Het landelijk dagvlinderproject heeft
als doel een zo nauwkeurig mogelijk
beeld te krijgen van de verspreiding van
vlinders in Nederland. Daarom zijn op
locaties in het hele land honderden veld
werkers actief met het tellen van de ter
plekke voorkomende vlindersoorten.
Deze gegevens worden landelijk ver
werkt. Het is de bedoeling dat het pro
ject minstens tien jaar wordt
voortgezet. In zo'n periode kunnen ver
anderingen ook beter in beeld gebracht
worden. Het is aan veldwerkers zoals
Els Swart om bij opmerkelijke wijzigin
gen in de vlinderstand ook de oorzaken
daarvan op te sporen. De verzamelde
gegevens worden gebruikt voor het be
houd en - zo mogelijk - het herstel van
de vlinder stand.
Beschermende maatregels kunnen op
vele niveaus genomen worden. De
noodzaak daartoe wordt onderstreept
door de vooraanstaande instituten, die
meewerken aan het vlinderproject.
Naast de Vlinderstichting zijn dat het
Ministerie van Landbouw, Natuurbe
heer en Visserij, de Landbouwuniversi
teit in Wageningen en het Centraal
Bureau voor de Statistiek. Samen met
de veldwerkers moet een beschermings-
beleid tot stand gebracht worden, zodat
de vlinder 'inheems' blijft (lees: van
zelfsprekend is) in Nederland.
Bescherming kan eenvoudig
Wandelend door de Noorderneg geeft
Els Swart een aantal voorbeelden hoe
dit Heilooër recreatiegebied zo beheerd
kan worden dat de vlinder zich er pret
tig voelt. Voornamelijk het maaien van
bloem- en kruidenrijke grasvelden en
slootbermen zou anders moeten en kun
nen. Nu word dergelijke velden jaarlijks
in hun geheel gemaaid. Het zou beter
zijn om een deel van deze velden te laten
overwinteren.
Vlinders komen namelijk het hele jaar
voor, zoeken voedsel bij bepaalde plan
tensoorten (de zogenaamde nectarplan-
ten) en zijn selectief bij de keuze van
planten voor het leggen van eitjes (de
waardplanten). Zo hebben vlinders als
dikkopjes en zandoogjes diverse, maar
wel specifieke grassoorten nodig voor
hun eieren en rupsen, terwijl blauwtjes
de bloemen (wikke- en klaversoor ten)
van die grasvelden behoeven om zich te
kunnen voortplanten.
Wanneer in juni of juli een bloemrijk
grasveld wordt gemaaid, dan gaat daar
mee zowel de voedselbodem als het
voortplantingsgebied voor vlinders te
gen de vlakte. Bovendien blijft het
maaisel vaak liggen, waardoor het zo
belangrijke schrale grasland (rijk aan
bloemdragende planten en kruiden)
wordt tegen gegaan.
Het is belangrijk dat de overheid, gron
deigenaren, terreinbeheerders en parti
culieren zoveel mogelijk gehoor geven
aan de richtlijnen, die in het onlangs op
gestelde Beschermingsplan Dagvlinders
zijn opgenomen. Daarbij wordt zowel
gewezen op maatregels, die men kan ne
men bij de aanleg en inrichting van een
gebied, als op mogelijkheden tot een
Reigers komen in steeds grotere
aantallen voor, ook in de Noor
derneg.
vlinder-vriendelijk beheer ervan. Een
greep uit de vele richtlijnen: het tegen
gaan van ontwatering en luchtvervui
ling, de aanleg van bufferzones, zoals
houtwallen of bosschages, minder rigo-
reuze bemesting van vooral agrarische
gronden, minder kaalkap van wilde
planten, zoals de akkerdistel en de kale
jonker, en natuurvriendelijke be-
heersmethoden, zoals het hiervoor al
beschreven gefaseerd maaien en het
aansluitend verwijderen van het
maaisel.
Beschermde dieren
De aantasting van het leefgebied van
vlinders heeft gezorgd voor het uitster
ven van een aantal soorten. Nog eens
bijna twintig soorten hebben het moei
lijk om zich in Nederland te handhaven.
Om deze reden zijn ze geplaatst op de
lijst van beschermde dieren in ons land.
In Heiloo en omstreken komen de be
schermde soorten niet of nauwelijks
voor. Wellicht kan men de veldparel-
moervlinder aantreffen in het Kenne-
mer duingebied. Bij ons zien we de meer
algemene soorten, waarvan het groot en
klein koolwitje, het kleingeaderd witje
en de citroenvlinder natuurlijk bekend
zijn. Tijdens haar tellingen in de Noor
derneg heeft Els Swart voorts gesigna
leerd: de kleine vos, de atalanta, de
dagpauwoog, het landkaartje, het hooi-
beestje, het bruin zandoogje, het bruin
blauwtje, de kleine vuurvlinder, het ica-
rusblauwtje, het boomblauwtje, de ar
gusvlinder en de kleine
parelmoervlinder. Op de Belieslaan on
der andere de dikkopjes en de eikepage.
Het beschermen van vlinders, waardoor
ondermeer het vangen en prepareren er
van verboden is en het voor de overheid
mogèlijk is om een stukje leefterrein
van een schaars voorkomende vlinder
soort tot beschermd gebied te verklaren,
gebeurt natuurlijk niet omdat deze die
ren zo'n mooie verschijningsvorm in de
itatuur zijn. Vlinders gelden immers wel
als de 'graadmeter voor de toestand van
de natuur': ze reageren snel op verande
ringen in hufi directe omgeving. Dat
komt mede omdat vlinders maar een
kort leven beschoren is. Elk jaar moet
voor de ontpopte nieuwe populatie het
leefgebied weer aan alle eisen voldoen.
Daarnaast hebben vlinders hun plaats in
natuurlijke voedselketens: de eitjes,
rupsen en poppen dienen tot voedsel
van andere dieren, zoals zangvogels,
veldmuizen en padden. De volgroeide
Een haag van bereklauwen: won
derschoon, maar o zo gevaarlijk
voor de huid.
vlinder zelf wordt nog wel eens het
slachtoffer van spinnen en vogels.
Tentoonstelling
Over vlinders en de dagvlinders in het
bijzonder is veel te vertellen. Bijvoor
beeld als je praat met iemand als Els
Swart tijdens een wandeling door 'haar
gebied' of als je deelneemt aan een ex
cursie onder leiding van een natuurgids,
zoals het Instituut voor Natuurbescher
mingseducatie maandelijks op twee
plaatsen in Heiloo verzorgd. Ook is het
mogelijk een tentoonstelling te bezoe
ken. Die wordt momenteel gehouden in
het PWN-bezoekerscentrum De Hoep
in Castricum. In samenwerking met de
Vlinderstichting is een uitgebreide expo-
site samengesteld over vlinders, die in
het Noordhollands Duinreservaat, be
heerd door het PWN, voorkomen. Bij
de tentoonstelling horen diverse presen
taties, terwijl men ook de speciale vlin
dertuin kan bezoeken. In augustus kan
men ook daar wellicht de vrij zeldzame
kleine parelmoervlinder aantreffen. De
expositie in De Hoep aan de Zeeweg te
Castricum duurt tot en met 29 septem
ber en is dagelijks gratis toegankelijk
tussen 10.00 en 17.00 uur.
Natuurlijk kan men zich ook tot de
Vlinderstichting wenden. Zij is, samen
met de Vereniging tot Behoud van Na
tuurmonumenten in Nederland, onder
meer uitgeefster van de 'Atlas van de
Nederlandse dagvlinders'. De drie teke
ningen bij dit artikel werden met
toestemming uit deze atlas overgeno
men. Voor informatie en/of aanschaf
van de atlas kan men terecht bij de Vlin
derstichting (tel. 08370-11220) of bij de
Vereniging tot Behoud van Natuurmo
numenten (tel. 035-62004). Voorts werd
voor dit artikel gebruik gemaakt van
'Vlinders en andere insekten van West
en Midden-Europa', een uitgave van
Reader's Digest, welke in de boekhan
del te koop is, van 'Wandeling rondom
Het Maalwater', een uitgave van het
IVN Noord-Kennemerland (inlichtin
gen via tel. 072-331588), en van 'Hol
landse liedjes' van Nicolaas Beets, een
boekje dat is uitgegeven door de Vereni
ging Oud-Heiloo in 1989.
Jaap-Wim van der Horst
vlinders,
geef ze een kans
Onvermijdelijk wordt tijdens het
natuurwandelen gebruik gemaakt
van diverse boeken en gidsen.
UITKIJKPOST 15 AUGUSTUS 1990
Kleine parelmoervlinder
Issoria lathonia
Kleine paarlemoervllnder
Vlinders fladderen
door de Noorderneg
Vlinders, geef ze een kans
Het gaat niet goed met de natuur in ons land. De vlinders zijn
daarvan een duidelijk voorbeeld. Van de 75 soorten dagvlinders zijn
er al 15 uitgestorven en wordt meer dan de helft met uitsterven
bedreigd.
Maar er is veel aan te doen!
De Vlinderstichting probeert op allerlei manieren de vlinders weer
een kans te geven; maatregelen waarvan de hele natuur profiteert!
Vindt u ook dat de natuur moet worden hersteld, steun dan De
Vlinderstichting. De vlinders kunnen uw hulp goed gebruiken!
Voor f 25,- per jaar bent u donateur van De Vlinderstichting.
u helpt mee aan het herstel van de vlinderstand
u ontvangt 4x per jaar het tijdschrift 'Vlinders'
u krijgt korting op de artikelen uit de Vlinderwinkel
U kunt ook een gift overmaken op giro 5134425 t.n.v. De
Vlinderstichting, Wageningen onder vermelding van 'gift'.
Ik geef mij op als donateur van de Vlinderstichting
donateur voor f 25,- per jaar
donateur voor het leven voor f500,-
(aankruisen wat gewenst is)
Naam:
Straat:
Postcode en woonplaats:
Datum:
(ik wacht uw acceptgirokaart
postzegel
hoeft niet,
mag wel
landkaart ie
s eo
Bruin zandoogje
Uaniola junma