Mammoetkerstpuzzel
S
1
Welk rijmpje?
KERSTMIS
Het koude
sparretje verhuist
n
PAGINA 7
Nadat u de puzzel hebt opgelost, 228 Germanium; 229 op dezelfde wijze; staafje; 452 sprookjesfiguur; 455 woud;
kunt u de spreuk vinden door de 231 voorz.; 232 specerij; 235 morsig 456 dieregeluid; 458 paard; 460 hemel-
gevraagde letters over te brengen persoon; 239 onbegroeid; 240 groot geest; 463 alleswetend; 466 derhalve;
naar het kleine diagram. feest; 241 Ierland; 242 sprakeloos; 244 468 titanium; 469 onder meer; 471 Eu-
vuisthandschoen; 245 snel verslijtend; ropium; 472 lidw.; 473 in loco; 474 schr.
HORIZONTAAL: 1 dagdeel; 10 naald- 250 halspel; 254 riv. in Duitsland; 256 overhoring; 475 van een; 476 vogelei-
boom; 13 titel; 14 ten bedrage van; 16 ber9 °P Kreta; 257 afvoergoot; 258 genschap; 478 middeleeuwen; 479
diereverblijf; 20 gebak; 29 maand; 30 familielid; 259 tegenover; 261 kweker; sinds; 482 pl. in Lotharingen; 485 titel;
zangvogel; 31 dompeling; 32 uitgeteld; 263 9roet; 264 water in Friesland; 265 487 een zekere; 489 schreeuw; 490
34 pers. vnw.; 36 vogel; 37 voedsel; 38 romanf'9uur; 266 koraaleiland; 268 aansporing;491 Ned. rivier;492gelofte;
domkop; 40 maanstand; 42 mevrouw voorz ;271 minderwaardig;273 selderij; 494 open plek; 495 Russ. tsaar; 497
(Eng.); 43 Nederlands; 45 achter; 46 274 dee' Latijnse uitdr.; 275 buitenpor- hoofddeksel; 498 oude maat; 499 he-
schoolvak; 49 reeds; 51 gevuld;' 52 taa,; 276 regenscherm; 277 punt; 278 in meilichaam; 501 groet; 502 noot; 503
nakroost; 53 bez. vnw'; 54 hoefdier; 57 orde; 280 sPan9l 282 weergalm; 283 adolescent; 506 zonder kinderen; 508
luizeëi; 59 oplosmiddel; 60 pausen- P,aats> 284 lo°L 286 noot; 287 pers. teer; 510 boom; 513 selenium; 514
naam; 61 voorz.; 62 verdriet; 65 vogel; vnw-; 289 dun; 292 Aartsbisschop; 293 gelofte; 515 planeet; 517 gesteente; 518
66 aanbidder; 67 slechthorend- 69 behoudens misslag; 294 soort kip; 296 water in Friesland; 519 ondernemings
waagstuk; 72 onderbreken; 75 gewicht; water'ng; 297 pleziervaartuig; 299 raad; 520 woonboot; 522 snelheid; 524
76 vr. munt; 77 bolgewas; 79 en ande' scbaatsterrein; 302 streep; 304 hoop; kunstprodukt; 526 vroegbloeiend plant-
re; 80 getijde; 81 b'jb. figuur; 82 en 305 Indogermaan; 307 Indon. kruiderij; je;527slot; 528 reeks; 529 universiteits
omstreken; 84 bergplaats; 85 barium; 309 toespraak; 310 bloem; 312 zoete bibliotheek; 530 bel; 531 kaarsdragers.
87 koning; 89 bodeminzinking; 91 kan- stof; 314 vogel; 317 klaar; 319 meer-
teel; 94 zuilengang; 97 tandeloos zoog- voud; 320 vervoersonderneming; 321 VLHTIKAAL: 2 emeritus; 3 belemme-
dier; 99 kleefstof; 100 vieze lucht; 102 belastingsoort; 323 soortelijk gewicht; 4 ^n9e'se 5 anno mundi; 6
waterdier; 103 sportterm; 105 zitplaats; 324 telegraaf restante; 325 lage druk; beidemeertie; 7 handvatten; 8 omlaag;
106 herenkleding; 108 merkteken; 109 326 inhoudsmaat; 327 Engels bier; 329 9 inhoudsmaat; 10 stuurboord; 11 kook-
lekkernij; 111 riv. in Rusland; 112 mon- familielid; 330 aan boord; 332 grondwet; 9erei' ^2 van heden af; 13 afgemat; 15
ster; 114 vr. munt; 116 uitroep; 118 334 bergweide; 336 rund; 337 lichtge- aa™. vnw.; 17 torenomgang; 18 vis; 19
dwaze gewoonte; 120 sergeant-majoor; vende stof; 338 uitroep; 339 numero; 'aa^s^lecfenï 20 Koninklijk Besluit; 21
122 werpkoord; 124 Ned. Kampioen- 340 kuikensnavel; 341 watering; 342 na'atenschap ontvangen; 22 kleur; 23
schappen; 125 herbergier; 127 water in sprookjesfiguur; 343 maretak; 349 lik- noot'24 tijdelijk; 25 verhaartijd; 26 hou-
N.-Brabant; 128 redevoering; 129 toon; doorn; 354 een beetje; 355 afgunst; 356 din9; 27 name,ijk; 28 bloem; 32 voer-
130 boordsel; 133 pers. vnw.; 134 pers. erbium; 357 schoolvak; 359 eerstvol- bak: 33 P'in; 35 knabbelen; 39 padde-
vnw.; 135 slede; 136 reukwerk; 139 gend; 361 orgaan; 362 voorz.; 363 bijb. stoe|: 41 vogel; 44 kunstwerk; 47 moe
kleefstof; 140 ivoor; 141 bouwmateriaal; vrouw;364verschiet; 365 Vrije Universi- derklp;48 nimmer; 50zeevogel; 53deel
144familielid; 145 grondtoon; 147 Rijks- teit; 366 gewichtje; 368 deel Franse van een etmaak 55van een; 56bestaat;
grens; 149 Techn. Universiteit; 150 ontkenning; 369 feest; 371 Soc. wet; 58af9ezonderdgebied;63rangtelw.;64
naschrift; 151 kever; 152 ogenblik; 155 372 pers. vnw.; 373 netto; 375 keurig; landbouwwerktuig; 65 iedere; 68 wo-
overtochtgeld; 156 hevig; 158 bevel; 376 volledig; 378 steegje; 379 vochtig; nin9ei9enaar; 70 boom; 71 ongeveer;
159 uitroep; 161 lidw.; 162 praalziek; 381 vakantievorm; 386 vaartuig; 387 73 ver'ichting; 74 lokspijs; 75 gekapt
164 rookgerei; 166 flagellant; 170 kuil; afstammeling; 389 kilogram; 390 pers. b°sterrein; 78 interest; 80 priem; 83
172 zuivelprodukt; 175 van een leien vnw.; 391 hectogram; 393 droog; 395 9ewicht; 85 dieregeluid; 86 speelgoed;
dakje; 177 haag; 179 heilige; 180 niet erfelijkheidsdrager; 396 paling; 398 88 vogel; 89 baardje; 90 zeenimf; 92
even; 181 eikeschors; 183 hoofddeksel; gang; 399 rund; 400 voegw.; 401 Mijne binnenbrengen; 93 water in Utrecht; 95
186 en dergelijke; 188 deel van de bij- Heren; 404 scheepszijde; 406 elektr. tegenover; 96 kerstboomversiering; 98
bel; 189 Neon; 190 vent; 192 vordering; ingenieur; 408 stelen; 410 voor; 412 on- voorz.; 99 dwaas; 101 vr. munt; 102
194 naaldboom; 196 door de mond; 198 derzoeksinstituut; 414 kerstverlichting; kanaal; 104 huisraad; 105 toon; 107
ijzer; 199 briefaanhef; 200 Tantalium; 416 besl. vennootschap; 417 bijb. toiletgerei; 108 bevroren water; 110
201 snelle loop; 203 platvis; 204 hal; plaats; 419 vogelprodukt; 421 inw. or- ongeveer; 111 onder andere; 113 bloei-
204 vloeibare hars; 207 grond om boer- gaan; 423 voor de middag; 424 adellijke wijze; 114 evenzo; 115 Europeaan; 116
derij; 209 drank; 210 dienstmaatje; 211 titel; 425 inh. maat; 426draai;428 voer- vlaktemaat; 117 zoogdier; 119 regen-
het is; 212 samenlevingsopbouw; 213 mansroep; 429 laadboom; 432 vogel; achtig; 121 Middelb. Onderwijs; 123
schone jongeling; 214 via; 215 droog; 433 kruiderij; 436 gezet; 437onderricht; vogel; 125 pers. vnw.; 126 regeringsre-
216 spil; 217 motorrace; 218 vat; 219 438 schrijfkosten; 441 godsdienst; 442 glement; 131 ad vocem; 132 op dit
loot; 220 daar; 221 winterpeil; 223 aar- gestold laagje; 444 te koop; 445 etter; moment; 134 heester; 136 grap; 137
zeling; 225 de oudere; 226 dwarshout; 446 dubbelzout; 449 pl. in België; 451 titel; 138 Eur. Econ. Gem.; 141 mnl.
dier; 142 voegw.; 143 bedrog; 146 hijs-
DEZE puzzel Is eigenlijk een REBUS.
Weet je niet wat dat Is? Dan gaan we
dat even duidelijk maken.
In deze puzzel staan eigenlijk allemaal
kleine plaatjes. Elk plaatje, genummerd
van 1 tot 13, stelt een woord of een
deelte van een woord voor. Je begint
onderin de puzzel en volgt van plaatje
tot plaatje de stippellijn, die in het lint
staat. Om je een beetje te helpen: 1
een kers en een T. Daar staat dus:
Kerst. Zo ga je verder tot 13. Dan komt
er een klein rijmpje uit. Je oplossing is
dat RIJMPJE!
Wat staat er nu in deze tekening?
werktuig; 148 pers. vnw.; 149 deel van
de voet; 151 duur; 153 vermaning; 154
in memoriam; 155 metaal157 strik; 160
plantesap; 161 dominee; 163 Deo grati-
as; 164 voor; 165 bedrijvigheid; 167
paar; 168 negende toontrap; 169 rivier
bocht; 171 leuk; 173 als onder; 174
parochie; 176 binnenhalen; 177 kleding
stuk; 178 scheepstouw; 181 lof; 182
huisdier; 184 onderwijzer; 185 paarde-
hoofdstel; 187 deel van een breuk; 190
soort hond; 191 loco-burgemeester; 193
dat is; 195 elektr. traktie; 196 voorz.;
197 opsomming; 200 gelaatskleur; 202
grappenmaker; 203 slaapplaats; 204
per; 206 Ned. Onderwijstelevisie; 208
enthousiasteling; 209 iemand; 221 huid
knobbeltje; 222 vaas; 224 neerslag; 225
groente; 227 Noorse godheid; 228
spook; 229 hoofdtelw; 230 Duitse kei
zer; 232 bijb. plaats; 23Shol; 234 boom;
236 soort brood; 237 tijdrekening; 238
schoonmaakmiddel; 239 oeverwal; 243
honingdrank; 244 heilig reukwerk; 245
hengeltuig; 246 mil. gang; 247 en ouder;
248 hoenderachtige; 249 baardhaartje;
251 overmatig; 252 hersenschim; 253
één en ander; 255 kruipend dier; 257
vakantie; 258 opschepperij; 260 ellips
vormige; 262 houten klepper; 265 voort
durend; 266 ongeluksgodin; 267 mal
aanwensel; 269 reputatie; 270 deel van
een vaarwater; 272 waagstuk; 279
hoofdbeweging; 281 zeelt; 285 tot en
met; 286 vogel; 288 hemellichaam; 290
let wel; 291 schooier; 294 schreeuw;
295 het Rom. Rijk; 296 leeg298 afhan
gende punt; 300 vaartuig; 301 bijb. man;
302 vr. munt; 303 te dien einde; 304
eetgerei; 306 ogenblik; 308 Sacri Ro-
mani Imperii; 309 Rijks Scholenge
meenschap; 310 register; 311 pl. in N.-
Holland; 313 eenparig; 315 radioactief
element; 316 hoopje brij318 zwier; 322
bolwerk; 323 betrappen; 326 knaagdier;
328 pl. op de Veluwe; 329 familielid;
330 oude vochtmaat; 331 deel van het
lichaam; 332 wildebeest; 333 kraak-
beenvis; 335 varkensvlees; 336 vaat
werk; 344 groente; 345 vr. munt; 346
bijwoord; 347 deel van een fornhuis;
348 edelachtbaar; 349 eventueel; 350
vaartuig; 351 communicatiemiddel; 352
hoofdtelw; 353 grammaticale tijd; 357
ongevuld; 358 muziekinstrument; 360
deel van een vis; 365 gevuld; 366 doop-
moeder; 367 niet één; 369 karaat; 370
sluis; 372 nut; 374 bid; 376 bergpas;
377 ten laatste; 378 soortelijk gewicht;
380 voorz.; 381 uitwas; 382 soepkom;
383 Rijksgrond; 384 verfkwast; 385 deel
van een boom; 386 kledingstuk; 388
generaal majoor; 389 ochtend van 25
december; 392 reusachtig voorwerp;
394 compagnon; 395 verlies; 397 bed-
degoed; 398 Hoge Raad; 399 zelfover
schatting; 402 takkenwirwar; 403 gras
land; 405 dun; 407 dat is; 409 onder
gang; 410 amfibie; 411 evenzo; 412
achting; 413 pl. in N.-Brabant; 415 wier;
416 Burgerlijk Wetboek; 417 klein kind;
418 draaikolk; 420 boom; 422 Eur.
Kampioenschappen; 427 Nat. Kampi
oenschappen; 428 Hogere Landbouw
school; 430 paardekracht; 431 sterke
drank; 433 metaalslak; 434 als nieuw;
435 pl. op de Veluwe; 438 moeras-
bloem; 439 eerstgenoemde; 440 witte
neerslag; 442 lor; 443 getijde; 447 traag;
448 siepel; 450 pl. in Overijssel; 451
schicht; 453 ondernemingsraad; 454
onder gebr. voorwaarden; 457 ruiker;
459 gard; 461 oude Eng. goudmunt;
462 onderwijzen; 463 pos. elektrode;
464 jaargetijde; 465 raamscherm; 467
aardig; 470 medezeggenschapsraad;
474 seleen; 477 nachtvogel; 478 toon;
479 wintervoertuig; 480 groet; 481 ver
voermiddel; 482 leenman; 483 maaltijd;
484 leersoort; 486 Rijksuniversiteit; 488
waadbare plaats; 490 omroepvereni
ging; 493 ik; 496 weigering; 499 groot
water; 500 lofdicht; 501 ader; 502 koor;
504 grondsoort; 505 zeehond; 507 om-
roepver.; 509 klein paard; 511 bijb.
vrouw; 512 bevel; 514 voegw.; 515
aangeh. werk; 516 Emanatie; 517 Frans
lidw.; 521 kosten koper; 522
scheikunde; 523 lidw.; 525 strontium.
IN een land hier ver vandaan, woonde
koning Winter. Het land van koning
Winter was een vreselijk koud land. Als
het er niet sneeuwde, dan vroor het en
als het niet vroor, dan waaide er een
ijzige koude wind. Daarom was koning
Winter in dat land koning en heette z'n
land cok Winterland.
Alle mensen, dieren en bomen van
Winterland vonden het er heerlijk. Ze
hielden van de kou en ze vonden het
prachtig om in een dik pak sneeuw te
staan. En vooral nu het tegen Kerst
liep zag alles er ontzettend gezellig uit.
De mensen brandden lichtjes achter
hun beijzelde ramen. De dieren zoch
ten afgevallen bladeren, om daar hun
holletjes en nestjes mee te versieren
en de bloemen en bomen deden erg
hun best, om zoveel mogelijk sneeuw
op hun blaadjes en takken te verzame
len. Ja, wat vonden ze het allemaal
toch een heerlijk land....
Allemaal?
Was echt iedereen tevreden met de
kou en de sneeuw? Nee, ergens, vlak
aan de rand van het bos, stond een
sparreboompje. Het was nog maar een
klein boompje en het stond er hele
maal alleen. Het had geen vriendjes
en het wilde ook geen vriendjes heb
ben, want die zwiepten takken vol
sneeuw naar je toe.
Het sparretje hield niet van sneeuw.
Het had een hekel aan kou en nog
veel meer aan de ijzige noordenwind.
En nu, in de dagen voor Kerst, had hij
helemaal een hekel aan de noorden
wind, die erg z'n best deed om zoveel
mogelijk kou en sneeuw naar de spar-
reboompjes toe te blazen. Het sparre
boompje boog iedere keer z'n takken,
als er weer een nieuwe windvlaag
aankwam. Soms waaide de wind langs
hem heen en soms lukte het hem om
een beetje sneeuw van z'n takken af te
schudden.
HET sparreboompje zuchtte diep.
Moest dat nou altijd zo doorgaan?
Moest hij zijn levenlang vechten tegen
sneeuw en kou? Het sparretje liet z'n
takken hangen. Wat een vreselijk voor
uitzicht!
"Hé", hoorde het sparretje plotseling
naast zich "wat sta jij er zielig bij. Ben
je niet blij, dat het gauw Kerstmis
wordt? Wat is er met jou aan de
hand?"
Het sparretje wilde eerst niet kijken,
omdat hij dacht dat het een ander
boompje was. Andere boompjes lach
ten hem toch altijd uit. Maar toen hij
heel eventjes zijn bovenste takken
optilde, schrok hij. Oei, daar stond
geen ander boompje. Nee, daar stond
koning Winter! Het sparretje boog voor
de koning en durfde niets te zeggen.
"Nou, vooruit, zeg eens wat", sprak de
koning ongeduldig. 'Waarom ligt er
maar zo weinig sneeuw op je takken?
Moet ik soms aan de noordenwind
vragen, of hij jou iets extra's wil stu
ren?"
"Oh., nee., k..koning", stotterde het
sparretje verlegen,. 'Ik h.. hou., he.,
helemaal niet van de noordenwind en
nog minder van de sneeuw, ik vind de
kou akelig!" Zo, dat was er uit. Als de
koning nu maar niet boos werd. Nee,
gelukkig, zijn gezicht stond heel vrien
delijk en wat zei hij daar nou?
"Zeg, sparretje, als jij het zo vreselijk
naar vindt in ons Winterland, moet je
maar ergens anders gaan wonen.
Nee, haai nu niet je takken op, want
daar kan ik best voor zorgen. Het komt
goed uit, dat het bijna Kerstmis is,
want dan hebben de mensen in ande
re landen veel sparre- en dennebomen
nodig. Die gaan ze dan versieren met
lichtjes en gekleurde ballen en samen
met zo'n boompje vieren ze dan Kerst.
En als Kerstmis dan voorbij is, zetten
ze de boompjes in de tuin en verzor
gen ze goed, omdat ze ze volgende
jaar weer in huis willen nemen. Wacht
maar af, sparretje, ik zeg je alvast
gedag. Tot ziens, als ik weer eens
langs kom waaien op een grote
sneeuwwolk."
HET sparretje wist niet wat hij er van
denken moest. Maar vóórdat hij vee!
kon denken, voelde hij, dat hij aan z'n
wortels uit de grond werd getrokken.
De noordenwind trok uit alle macht. Na.
een paar minuten dreef het sparretje
op de noordenwind ver weg. Onder
zich verdwenen langzaam de bevroren
plassen en de sneeuwheuvels en na
een paar uur voelde het sparretje, dat
de noordenwind hem losliet.
'Boem', hij lag op de grond.
"Oh", hoorde hij achter zich. "Jongens
een kerstboom! Die nemen we mee,
wij hebben er nog niet een." Drie kin
deren tilden het sparretje voorzichtig
op en droegen het naar hun huis. Daar
werd hij in een grote emmer met aarde
gezet en 's avonds hingen de kinderen
met hun vader de mooiste ballen aan
het sparretje z'n takken. Echte kaars
jes brandden even later tussen z'n
groen. Wat voelde het sparretje zich
gelukkig. Hij straalde aan alle kanten,
waardoor de kerstballen nog veel
mooier leken.
De drie kinderen verzorgden hem heel
goed. Ze gaven hem steeds water en
toen hij na Kerstmis in de tuin werd
geplant, was hij al een heel klein beet-
je gegroeid. Ach, zo af en toe was het
wel eéns koud of sneeuwde het, maar
wat was dat vergeleken bij Winterland?
Nee, het sparretje voelde zich uitste
kend in de tuin van de drie kinderen.
En als koning Winter een enkele keer
kwam kijken, vond hij een heel tevre
den sparreboompje, dat heerlijke
Kerstdagen had gehad en zich ver
heugde op het volgende jaar!
(Nadruk verboden)