L Volkshuisvesting Heiloo bestaat 75 jaar Nico Greeuw HEILOO - Kunt u elders in deze Uitkijkpost uitgebreid lezen hoe het met het 65-jarige psychiatrisch centrum Willibrord gesteld is, op deze pagina komt een tien jaar oudere organisatie aan bod: de Vere niging voor Volkshuisvesting Heiloo, nu bekend onder de naam Woningstichting Heiloo. Opnieuw een organisatie met een lange staat van dienst, die op geen enkele manier meer weg te denken is. Al was het alleen maar vanwege de ontwikkelingen die er in de nabije toekomst te verwachten zijn. de fusie met woningbouwvereniging Willibrord Heiloo, de verdere toename van het aantal woningen en appartementen in ondermeer Ypestein, enzovoort. De viering van het 75-jarig bestaan kan dan ook tevens worden opgevat als een afscheid van de 'oude vereniging'. Letterlijk een afscheid is het voor een drietal mannen, die de afgelopen decennia nadrukkelijk (mede) het gezicht van Volks huisvesting Heiloo hebben bepaald: secretaris Nico Greeuw, bestuurslid Jan de Vries en voormalig bestuurslid en technisch adviseur Pé Dekker, samen goed voor driekwart eeuw bestuurswerk. De re dactie van de Uitkijkpost sprak met dit drietal en stelde een beknopt overzicht van de rijke historie op. II PJ /f Pé Dekker an de Vries UITKIJKPOST 23 NOVEMBER 1994 PAGINA 18 De volkshuisvesting heeft een rijke ge schiedenis. Sinds het begin van deze eeuw hebben woningcorporaties, waa ronder de Vereniging voor Volkshuis vesting, daarin een belangrijke rol gespeeld. De komst van deze organisa ties had een duidelijke reden. Maar eerst moeten we nog verder terug in de tijd. Zo in de eerste helft van de negen tiende eeuw was het met de huisvesting van met name de arbeidersgezinnen slecht gesteld. Vrijwel niemand bekom merde zich om de woonsituatie van de werkende klasse. Ook de overheid niet. Hygiëne was ver te zoeken, de nu zo ge bruikelijke sanitaire voorzieningen ont braken en allerlei ziektes vormden serieuze bedreigingen voor de volksge zondheid. Volgens Nico Greeuw is het allemaal de schuld van het voetbal. Zo rond 1970 viel het anderen op dat hij zo betrokken was bij de begeleiding van de Foresters-jeugd en dat hij als lei der zijn zaakjes zo prima voor el kaar had: een ideaal persoon voor het bestuur, zo oordeelde men bij Volkshuisvesting Heiloo. „Vrij snel werd ik secretaris en het viel me op dat we de huurders eigen lijk niet zo veel konden vertellen. Sa men met voorzitter P.A. Janssens startte ik toen een spreekuur bij mij thuis. Een enorme vooruitgang, om dat men daarvoor alleen maar infor matie kon inwinnen bij het gemeentehuis". Wegens de grote drukte vond het spreekuur, waaraan alle bestuursleden bij toerbeurt deel namen, later maandelijks plaats in het Open Huis. Natuurlijk is er veel veranderd in 23 jaar bestuurswerk. „Het gaat meer en meer om de kleine lettertjes. Alles is commerciëler geworden. Maar hoe het ook is, het belang van de huurders staat voor mij altijd voor op. Voor hen ben je bezig. In al die jaren heb ik drie keer een uitzetting meegemaakt. Dat is verschrikkelijk, daar kan ik niet tegen", zegt Greeuw, die „natuurlijk!" sociaal betrokken is. Daarbij heeft hij een 'zwak' voor de positie van jongeren. De introductie van een vorm van kamerverhuur met gemeenschappelijke voorzieningen in De Oude Pastorij, later gevolgd door de realisering van appartemen ten aldaar is voor hem een hoogte punt in zijn loopbaan. „Jongeren willen steeds eerder zelfstandig wo nen, maar hebben dan nog niet zo veel te besteden. Als corporatie heb je daarbij een taak. De Oude Pasto rij was een schitterend project, waarvoor men nu in de rij staat". Het onderhoud van de gemeen schappelijke tuin zal binnenkort door de vereniging worden overge nomen worden. Dat garandeert in ieder geval het behoud van de rode beuk daarin: „Die hebben we voor een gulden van de gemeente gekocht en hij mag er nooit uit!" Het mooiste cadeau voor zijn afsc heid is volgens Greeuw de introduc tie van het nieuwe systeem voor de toewijzing van huurwoningen. Vori ge week werd de eerste huurkrant van Heiloo gepubliceerd in de Uit kijkpost. Naar aanleiding van de daarin aangeboden woningen kun nen woningzoekenden zelf reageren. Een actief en effectief systeem, waar op bestuurlijk niveau, in overleg met de gemeente, al vele jaren is gespro ken. „De mensen kunnen zelf beslis sen. Dat is het beste". Zelf beslissen over zijn vrijetijd nu hij binnenkort secretaris af is, zal voor Greeuw geen probleem zijn. „Fietsen, wandelen, fuchsia's kwe ken", somt hij probleemloos op, waarna allerlei vaktermen volgen. Maar over de vereniging wil hij tenslotte nog wel twee zaken gezegd hebben: „Alle bijzondere activitei ten, zoals het cadeau van 75 gulden per huurder, hebben we altijd be taald uit het lidmaatschapsgeld, en niet uit de huurinkomsten of het on- derhoudsfonds" en „Het slechtste in al die jaren in het bestuur is, dat er zeker sinds 1971 geen enkele vrouw bestuurslid is geweest". Het was Koning Willem II, die in 1853 het Koninklijk Instituut van Ingenieurs om advies vroeg: hij wilde weten welke eisen aan een goede arbeiderswoning gesteld moesten worden. Het advies liet enige tijd op zich wachten. De overheid liep in die dagen bepaald niet voorop op het terrein van de huisvesting. De eerste activiteiten werden dan ook door het particulier initiatief ontplooid. De gegoede burgerij richtte verenigin gen op, die zich bezighielden met de bouw en verhuur van woningen. Amsterdam was, zoals men dat zo graag wil in de hoofdstad, de eerste gemeente met een dergelijke vereniging, die acht tien arbeiderswoningen liet bouwen. Maar ook fabrikanten namen de zorg voor betere huisvesting van hun arbei ders ter hand. Vooral in Twente kwa men er ten behoeve van de werknemers in de textielindustrie fabriekswoningen. Tenslotte bouwden ook de arbeiders zelf woningen in eigen beheer. Woningwet 1901 De grote doorbraak kwam rond de eeuwwisseling met de 'Woningwet 1901'. Daarmee werd het voor particu liere organisaties mogelijk om met over heidsgeld woningen te bouwen in het algemeen belang. In 1919, het oprich tingsjaar van de Vereniging voor Volks huisvesting Heiloo, telde Nederland circa 9^50 corporaties met een gemiddeld bezit van 50 woningen per corporatie. Het was dominee Eilerts de Haan, we kelijks predikend vanaf de kansel van de Witte Kerk, die enkele notabelen van Heiloo inspireerde hun aandacht en tijd te schenken aan de huisvesting in hun woonplaats. Met de heren G. Vrijburg, huisarts L. Hoekstra, H.E. Dekens en J. Krom vormde de dominee het eerste bestuur. Bij de oprichtingsvergadering op 14 november 1919 waren 26 perso nen aanwezig. De eerste bouwplannen werden gesmeed en na een voorberei ding van een jaar mocht de firma Hes en Morsch uit Oudorp de eerste zes ar beiderswoningen aan de Holleweg bou wen. De oplevering was in 1921 en de huur werd f 4,75 per week. Greeuw, Dekker en De Vries: driemaal zilver neemt afscheid Veel bereikt, toch zorgen In 75 jaar volkshuisvesting in Heiloo is meer bereikt dan de pioniers in 1919 konden vermoeden. Er is dan ook reden genoeg om het jubileum van de vereni ging niet ongemerkt voorbij te laten gaan. Maar het bestuur van de huidige stichting heeft ook haar zorgen, onder meer ten aanzien van de ontwikkeling van de huurprijzen. Ook de aanhouden de woningnood is een reden voor onge rustheid. Zo'n .1.300 Heilooënaren wachten anno 1994 op een woning, sommigen doen dat al vijf tot zes jaar. Men blijft zich echter inspannen voor het realiseren van nieuwe bouwplannen: de volkshuisvesting in Heiloo heeft in middels een volwassen stadium bereikt en zal zich als initiatiefnemer blijvend inzetten voor goede huisvesting in zowel de betaalbare huur- en koopsector als in de duurdere sectoren van de wo ningmarkt. Tekst: Jaap-Wim van der Horst i.s.m. Woningstichting Heiloo Foto's: Drukkerij Uitkijkpost Grote woningnood Bijna een kwart eeuw duurde het alvo rens het woningbezit werd uitgebreid. In de twintiger jaren werd er wel ge bouwd in Heiloo, maar dan louter in de particuliere sector. Renteniers en foren sen kregen belangstelling voor het dorp, een ontwikkeling, die zichtbaar is tot de dag van vandaag. Maar daarnaast is er ook veel gebouwd in de sociale sector; na de oorlog voor het eerst aan de Rech te Hondsbosschelaan. De ellende van de woningnood kort na de oorlogsjaren was enorm en de overheid stelde geld beschikbaar voor de bouw van huizen. Volkshuisvesting bouwde gestaag voort, maar de achterstand is nooit weggewerkt. Arbeiderswoningen wer den sociale huurwoningen en in 1971 heeft de vereniging er 160 in bezit: een toename met gemiddeld vijftien huizen per twee jaar, verspreid over de gemeen te. De echte groei van het woningbezit werd gerealiseerd sinds 1971. Anno 1994 heeft de vereniging 736 woningen, een groei van bijna dertig woningen per jaar. Het lijkt een forse toename van de activiteiten, maar de woningnood wordt er niet door opgelost. Ook de komst van de eerste gestapelde bouw - de flats in Vrieswijk, Termijen en Mariënstein begin jaren '70 -, ge volgd door vergelijkbare projecten aan Het Hoekstuk, De Kwekerij, in de voor malige Oude Pastorij en natuurlijk in Ypestein kan de beruchte wachtlijst niet doen verdwijnen. Naast de flats en ap partementen worden ook eensgezinswo ningen gerealiseerd in diverse wijken en op de zogeheten inbreilocaties, zoals het Land van Maat. Renovaties Inmiddels waren ook diverse renovaties aan de orde. De overgang van gemeen schappelijk naar individueel stoken in de flats in West bijvoorbeeld, maar ook de nieuwbouw op de plaats van de eerste arbeiderswoningen aan de Holle- weg uit 1921. In dit laatste geval blijkt na een inventarisatie dat de woningen niet zonder grote investeringen aan te passen zijn aan de eisen van de tijd. Vier van de zes woningen worden gesloopt en maken plaats voor acht appartemen ten en twee eengezinswoningen. Dit aanvankelijk omstreden nieuwplan wordt in 1993 opgeleverd en oogst alom veel lof en waardering van zowel de hui dige bewoners als van omwonenden en gemeentebestuur. Het bouwen van huizen voor minder draagkrachtige woningzoekenden blijft een taak van de vereniging. Vanaf het eerste uur in 1991 spannen de bestuursleden en hun respectievelijke opvolgers zich daarvoor in. Een andere doelgroep, die zich kan verheugen in de speciale aandacht van de Woningstich ting Heiloo zijn de asielzoekers en men sen met een verblijfsstatus. De corporatie vindt ook het huisvesten van mensen die gevlucht zijn omdat ze in hun eigen land vervolgd worden tot haar taak behoren. Er zijn reeds wonin gen voor deze mensen beschikbaar gesteld en eind 1994 komen er nog eens vier woningen bij. Een nieuwe groep woningzoekenden voor de stichting zijn de woningzoeken den, die een wat hogere huurprijs willen en kunnen betalen. Voor deze groep worden begin 1995 32 luxe huurapparte- menten, ondergebracht in twee woonto rens op de zuidgrens van Ypestein, opgeleverd. Naar één corporatie Begin jaren '90 dienen zich ook in orga nisatorisch opzicht nieuwe ontwikkelin gen aan. De overheid propageert de verzelfstandiging van de woningcorpo raties en een beperking van de subsidies wordt aangekondigd. Heiloo kent op dat moment drie corporaties: Stichting Woningcomplex voor bejaarden, Willi- brordus Heiloo (beide na de oorlog op gericht) en de Vereniging voor Volks huisvesting Heiloo. De voor een ade quaat beheer van de woningen noodza kelijke schaalvergroting krijgt in enkele jaren gestalte. Eerst fuseren de Stichting Woningcomplex voor Bejaarden en de Vereniging voor Volkshuisvesting Hei loo, die inmiddels Woningstichting Hei loo heet. Aan het eind van het huidige jaar fuseert deze stichting met Willi brord Heiloo, waarna er in Heiloo één woningcorporatie zal bestaan. Nu al wordt intensief samengewerkt, met name op het uitvoerend niveau. De technische dienst, de dienst verhuur- en bewonerszaken en de financieel- economische dienst zijn al geïntegreerd. De gezamenlijk werkorganisatie telt vijf personeelsleden; de verwachting is dat dit er zeven of acht zullen worden. Ook wordt gezamenlijk gewerkt aan nieuwe bouwplannen, zoals de realisering van appartementen in het voormalige post kantoor aan de Heerenweg, terwijl ook de ver-nieuwbouw van de seniorenwo ningen in de omgeving van zorgcentrum De Loet in Plan Oost in voorbereiding is. Begin jaren '60 kwam Pé Dekker in het bestuur van de vereniging. Na ruim tien jaar was dat 'klusje' over, maar hij bleef aan de vereniging ver bonden als technisch adviseur. „Ik was er voor de service en voor de kleinere klusjes. Het grote werk ging naar de aannemer. Maar vaak was ik op m'n vrije zaterdag aan de gang. Ik deed het graag, het was leuk werk. En je had heel wat sociale con tacten op die manier", aldus Dekker. Wellicht was hij als technisch advi seur (tot 1 februari jl.) het meest on der de mensen. „De voor- en na-inspectie deed ik zo goed moge lijk, er kwamen zelfs formulieren voor, die de vertrekkende en komen de huurders tekenden. Je moest wel eens wat door de vingers zien, maar het was ook een kwestie van de huurders opvoeden. Ik kreeg veel commentaar en ondankbare reac ties. Honderden in al die jaren. Maar het werd altijd samen met het bestuur opgelost". „Opzichter zijn is het moeilijkste wat er is", vult Ni co Greeuw aan. „We haalden onze informatie overal en nergens vandaan. Je probeerde alles zo goed mogelijk te regelen. Bijvoorbeeld op de Vinkenbaan. Daar had men eerst nog een eigen brievenbus. Dat moest vanwege de PTT veranderd worden in post boxen bij de trap. Later hebben we dit in overleg met de bewoners weer kunnen terugdraaien en wordt de post aan de deur bezorgd", vertelt Dekker. Bij de familie Dekker stond de tele foon zo nu en dan roodgloeiend. „Ik kreeg een antwoordapparaat van de vereniging, maar ik snapte aanvankelijk echt niet hoe die werk te. Later gingen de telefoontjes naar een meldkamer. Het zal rustiger zijn in huis, maar de contacten zal ik ze ker missen". Hoe hij zijn verkregen vrijetijd gaat invullen blijkt nogal eenvoudig: „Ik heb een stel kinde ren, die altijd wel wat voor hun va der te klussen hebben. Daarnaast biljart ik graag en wandel regelmatig op het strand en door de duinen". Samen met Greeuw en De Vries spreekt Pé Dekker het volste ver trouwen uit in het nieuwe bestuur van de Woningstichting Heiloo en het werkapparaat. Vooral de invul ling van de fusie, waarbij men be gonnen is bij de praktijk, de integratie van de verschillende diensten van de fusiepartners, vindt het drietal een goede keuze. Bij de foto's: Links boven: De Nic. Greeuw Flat in Vrieswijk, de eerste gestapelde bouw van Volkshuisvesting Heiloo. Rechts boven: De huurappartemen- ten in aanbouw aan de zuidgrens van Ypestein. Midden boven: de nieuwe pandjes aan de Holleweg op de plaats van de vroegere arbeiderswoningen. Links onder: Het Land van Maat, volgens Jan de Vries een prima voorbeeld van bouwen voor mensen met een kleine beurs. Rechts onder: De Kwekerij, een in- breilocatie, waarop de corporatie trots is. Midden onder: de drie vertrekkende mannen van de Vereniging Volks huisvesting Heiloo met v.l.n.r. Nico Greeuw, Pé Dekker en Jan de Vries, tijdens het afscheidsfeestje in Vries wijk vrijdag jl. Zo midden jaren '70 viel het bij het toenmalige bestuur op dat Jan de Vries zo'n trouwe bezoeker van de ledenvergaderingen was. Men trok de stoute schoenen aan en vroeg hem als bestuurslid. „Ik interesseerde me ervoor en dus ging ik naar die verga deringen. Vaak vroegen anderen of ik voor hen wat vragen wilde stel len". Vol overtuiging werd hij lid van het bestuur: „Als er geen wo ningbouwvereniging zou zijn, dan zou er voor de financieel zwakkeren een enorm gat zijn", motiveert De Vries zijn keuze van toen. Uit die begintijd weten Greeuw en De Vries nog goed dat er nog veel met de hand gebeurde, waarbij het hele bestuur bezig was. Een kopiee rapparaat en een brandkast, die later tot diens eigen verbazing bij Greeuw in huis kwamen, waren toen nog niet aan de orde: „Een echte pio nierstijd", aldus het tweetal. Een goeji bestuurder is op de hoogte van hetgeen zich op het gebied van huisvesting afspeelt. Samen met Ni co Greeuw heeft Jan de Vries zo'n beetje het hele land doorgereisd om collega-instellingen en regionale en landelijke congressen bij te wonen. „De verantwoordelijkheid voor huisvesting hoort thuis bij de ge meente en de corporaties. Zij weten het beste wat er gaande is. Maar de corporatie moet wel onafhankelijk zijn. Daarom is het goed dat er in de nieuwe stichting een bewonersraad en een raad van toezicht komen". Een voorproefje op een actieve inzet van de bewoners kreeg het drietal af gelopen vrijdag, toen zij te gast wa ren bij de Vrieswijk Wijkvereniging, die voor Dekker, Greeuw en De Vries een zeer geslaagd afscheids feestje had georganiseerd. Vanuit deze vereniging is de eerste aanzet voor de door De Vries - en de twee anderen - zo gewenste bewonersraad al gegeven. Maar ook bij de Gouwe Boom is er in het recente verleden goed overleg geweest. Rondom De Loet is de Woningstichting Heiloo eveneens in gesprek met de aldaar gevormde bewonerscommissie. „Zie je, ik gun de mensen een groot kasteel om in te wonen. Maar voor mij staat voorop dat iedereen recht heeft op een huis", oordeelt De Vries. Hij vindt dat de vereniging het gelet op alle omstandigheden, ontwikkelingen en mogelijkheden niet zo slecht heeft gedaan. „De een gezinswoningen op het Land van Maat vind ik wel het beste voor beeld. Men kan er zelfstandig wonen tegen een redelijke huur en zit ook nog eens vlak bij winkels en het sta tion. Wij moeten zorgen voor de wo ningen, zodat niemand tussen wal en schip valt". Wie De Vries kent, hoeft hem niet te vragen wat hij gaat doen nu het bestuurswerk ophoudt: „De natuur in, de mensen daarover vertellen. Het is zoveel omvattend, er is altijd wat te zien". W oningstichting Heiloo 1919 -1994

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Uitkijkpost : nieuwsblad voor Heiloo e.o. | 1994 | | pagina 18