Koert Are verbouwt Ne< ambassade ir Zimbab Uitkijkpost Kerstbijlage - 18 december 1996 - pagina 8 De kanselarij in Zimbabwe Koert Argeloo 's no^ maar net teruggekeerd uit ^-'^abwe, waar de opening bijwoon de van de Nederlandse ambas sade in de hoofdstad Harare. De ingrijpende verbouwing van deze kanselarij werd verricht onder leiding van bouwkundige Koert Argeloo (35) uit Heiloo. Met dit project sloot hij zijn werk voor Buitenlandse Zaken af om definitief voor zichzelf te beginnen. „Voordat ik bij Buitenlandse Zaken (BZ) terecht kwam, heb ik eerst een tijdje als bouwkundig tekenaar bij een architecten bureau en een woningbouw vereniging gewerkt. Daarna solliciteerde ik als projectleider bij BZ in Den Haag. Ik kwam in dienst bij het bureau dienstge bouwen buitenland (dgb), dat al het onroerend goed van Nederland over de grens beheert. Als nieuweling kwam ik terecht in de regio Afrika/' Argeloo wist op dat moment niets van Afrika, tenminste, niet meer dan de gemiddelde Nederlander. „Maar daardoor vond ik het al snel interessant. Want het beeld dat je van Afrika hebt is toch een beeld van ellende, van honger en oorlog. Wat je op de televisie gezien hebt in het journaal, blijft op je netvlies hangen. Bij Afrika denk je niet meteen aan exotische palmenstranden." Zijn eerste Afrikaanse 'avontuur' was de ambassade in Kameroen. „Ik vond het een enorme uitda ging om een kanselarij (het gebouw van de ambassade), die toch een visitekaartje is van de Nederlandse staat, van binnen en van buiten een echt Nederlandse uitstraling mee te geven." Een opdracht waar eer mee te behalen viel. „Ambassades in Europa, Amerika en Azië zijn voor Nederland natuurlijk veel belangrijker. Politieke verhou dingen en handelsbelangen spelen daar een grote rol in. Belangrijke ambassades worden geregeld door 'grote namen' ontworpen, representanten van Nederlandse architectuur. De ambassades in Indonesië en in Suriname zijn daar voorbeelden van. De banden die ons land met Afrika heeft, liggen meer op het gebied van ontwikkelings samenwerking." Tijdens zijn verblijf in Afrika werkte hij doorgaans met locale architecten. Zwijgplicht Volgens Argeloo verschilt 'een bouwtje' in Afrika uiteindelijk niet eens zoveel met het werken in Nederland. „Soms dacht ik, het is net als bij de woningbouw vereniging. Een aangepast voca bulaire voor dezelfde mentali teit," zegt-ie met een knipoog. „Als je eenmaal met de buiten landse manier van bouwen bekend bent, verloopt het werk net als hier. Je gaat een pand zoeken dat geschikt is, je kiest een architect, er moet een aan nemer gevonden worden en ver volgens begint de uitvoering." Om grip op de zaak te houden gaan de projectleiders van het bureau dgb om de twee maan den een week naar hun werk plek in het buitenland. Een week waarin intensief gewerkt wordt. Overleg voeren met de architect, op zoek naar locale bouwmaterialen, kennis nemen van de plaatselijke regels. Hun bevindingen worden vervolgens in Nederland weer uit gewerkt. „Als projectleider ben je de spil van een team. Je moet ervoor zorgen dat alles geregeld wordt. Het interieur, specifieke materialen, tele fooninstallaties, beveiliging. Het ontwerpen van het interieur gaat overigens in nauwe samenwer king met een interieur-architecte van de afdeling. Samen vormen we een echte twee-eenheid." Ook de residentie, de woning van de ambassadeur, wordt ingericht door het projectbureau van Buitenlandse Zaken. De ambassadeur en zijn gezin ver blijven doorgaans een jaar of drie, vier op een bepaalde post, om daarna weer naar een vol gende te gaan. Zij komen eigen lijk in een 'opgemaakfbedje' terecht. Omdat een residentie een grote representatieve functie heeft, wordt van de inrichting veel werk gemaakt. De stijl is vaak een combinatie van klassiek met moderne accenten, in tegenstel ling tot de kanselarijen, die vaak modern worden ingericht. Over zijn ervaringen met de diplomaten en het reilen en zeilen van een ambassade wil Argeloo helaas niet veel kwijt. „Toen ik bij BZ in dienst kwam heb ik een verklaring moeten tekenen dat ik niet uit de school zou klappen over wat daar allemaal omgaat," grijnst Argeloo. Jammer... De immens grote Victoria Falls. Geteisterd door droogte De beste herinneringen houdt de jonge bouwkundige over aan de verbouwing van de Nederlandse kanselarij in Zimbabwe, vanwaar hij zojuist is teruggekeerd. Ook daar werkte hij intensief samen met een locale architect. „Dat heeft ook zo z'n voordelen. Zo iemand weet veel van de locale wetgeving, hij kent de regels, hij weet betrouwbare aannemers, allemaal zaken waar je je voordeel mee kunt doen. A En het leuke is dat daardoor veel ruimte over* blijft voor je eigen ideeën." De creatieve inbreng van de Zimbabwaanse architect voldeed volgens Argeloo niet aan de verwachtingen. „Om buitenlandse architecten uit te leggen hoe in het algemeen Nederlandse architectuur eruit ziet is onbegonnen werk. Dat lukt je gewoon niet. Er heerst geen, hoe zal ik het zeggen, geen 'architectuurklimaat'. Er is maar weinig belangstelling voor, er komen geen media op af zoals bij ons." In Harare was de keus gevallen op een architect die bezig was met een verbou wing van de Duitse ambassade en daardoor op de hoogte was van de veiligheidseisen die aan dergelijke gebouwen gesteld worden. De architect ging aan de slag, met globale schetsen van de indeling van het pand als uit- ganspunt. „Ik hoopte dat hij een visie zou ontwikkelen, maar daar raakte ik in teleurgesteld. Eigenlijk nam hij mijn schetsen klakkeloos over." Koert Argeloo moest daarom veel bijsturen. „De man wilde een typisch Nederlands beeld creëren, met waterpartijen eromheen met bruggetjes en klaterende fontei nen. En dat in een land dat geteisterd wordt door droogte, waar het soms jaren achtereen niet regent!" Ook de imposante, overdadige gevel die de architect voor ogen had kon er niet mee door in de ogen van Argeloo en hij besloot zelf achter de tekentafel te krui pen. Bij het ontwerpen'nam hij de klimatologische omstandighe den als uitgangspunt. „De stad

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Uitkijkpost : nieuwsblad voor Heiloo e.o. | 1996 | | pagina 26