'HEILOO, EEN DORP IN
OORLOGSTIJD'
L
Jaap de Graaf en Jo sta de Graaf-Gieltj es
halen verhalen naar voren in boek
HEILOO - Over een maand, op vrijdag 25 november, verschijnt
het boek 'Heiloo, een dorp in oorlogstijd'. Het is het eindresul
taat van een jaar lang intensief onderzoek en het houden van
ruim tachtig uitgebreide interviews met mensen, die zich de
oorlogsjaren in Heiloo nog goed kunnen herinneren. De makers
van het boek zijn Jaap de Graaf en Josta de Graaf-Gieltjes.
Beiden waren net gestopt met werken
toen zij door de vereniging Oud Heiloo
werden benaderd voor een bestuurs
functie. Jaap nam de uitnodiging
aan en Josta besloot zich meer op de
achtergrond met de vereniging te gaan
bezighouden.
De expositie in de Oudheidskamer over
Heiloo in de Tweede Wereldoorlog
bracht de vereniging Oud Heiloo op
het idee om over deze periode een uit
gebreide publicatie te maken, waarop
Jaap en Josta aangaven dit wel te
willen uitvoeren. Een niet afgemaakt,
beperkt manuscript uit 1990, geschre
ven door de heer J.G.A. Gorter, vormde
het beginpunt van de zoektocht naar
materiaal voor het boek.
Interviews en oude archieven
Ze doken in oude archieven en hielden
interviews met oudere Heilooërs, die
uitgebreid over de oorlogsjaren kun
nen vertellen. Jaap: „Er bleek uit hun
persoonlijke verhalen nog zoveel meer
te zijn dan al bekend was, verhalen die
nog niet eerder zijn verteld, dat er nog
veel meer over Heiloo in de oorlog te
vertellen valt. De generatie
sant is voor de oorlogsgeneratie, maar
ook voor iedereen die na de oorlog is
geboren. We vonden dat het daarom
wel een compleet werk moest worden
en dat vergt een serieuze aanpak! We
hebben de heer Gorter ontmoet en hij
vindt het fijn dat het werk waaraan
hij ooit begonnen is eindelijk voltooid
wordt."
Leerzame en ontroerende
ontmoetingen
Jaap en Josta hadden er één jaar voor
uitgetrokken om het boek te maken.
Een jaar lang waarin paperassen en
naslagwerken op de tafel in de woon
kamer lagen uitgespreid. Josta lacht
vanachter haar laptop, bijna verscho
len tussen stapels papierwerk: „We
zijn er bijna dag en nacht mee bezig ge
weest; al dat onderzoek en interviews
werkten gewoon verslavend. Familie,
vrienden en bekenden hebben ons een
jaar lang moeten missen, op vakantie
zijn we niet geweest. Toch is de hele
aanloop eigenlijk ontspannen verlo
pen." Pas de laatste twee maanden van
de afwerking zijn voor beiden hectisch
geweest. Jaap: „Zo is voor bronvermel
ding toestemming nodig van de makers
van publicaties. En de zoektocht naar
de bronnen van oude publicaties was
soms een bijna onmogelijke taak. Ook
het hele proces naar de uiteindelijke
druk is een nieuwe ervaring voor Jaap
en Josta. Beiden hebben echter een
zeer voldaan gevoel overgehouden van
het bijzondere jaar dat ze hebben be
leefd. Josta: „We hebben leerzame, ge
denkwaardige en ontroerende ontmoe
tingen mogen beleven. Er is genoeg
materiaal verzameld voor een tweede
versie. Soms kwamen losse verhalen op
wonderlijke wijze tezamen en konden
verbanden worden gelegd. Het proces
heeft niet alleen bij ons, maar ook bij
vele anderen veel te weeg gebracht!"
De presentatie van 'Heiloo, een dorp
in oorlogstijd' vindt op vrijdagmiddag
25 november plaats in de Witte Kerk.
De omslagfoto is een foto van J. Smit,
in 1943 genomen op de Ronde O in
het Heilooërbos. Jaap en Josta zijn
dankbaar voor alle medewerking, die
tot het tot stand komen van het boek
heeft geleid. „Want we hebben het
boek geschreven voor alle mensen die
de oorlog hebben meegemaakt, maar
zeker ook voor mensen die net als wij
'van na de oorlog' zijn!"
die toen tussen de 12 en 15 jaar oud
was, is goed vertegenwoordigd. Van de
oudere generatie zijn er minder, met
name minder mannen, in leven. Zij
gaven ons weer een heel andere kijk
op die periode. Via via zijn we ook in
contact gekomen met oud-Heilooërs,
die nu elders wonen. Zo heeft er zelfs
een Joodse vrouw uit Jeruzalem bij
ons gelogeerd. Ze heet Esther Debora
Reiss-Mossel en is in 1938 in Heiloo
geboren. Zij is een overlevende uit con
centratiekamp Bergen Belsen."
Interessant voor iedereen
'Heiloo, een dorp in oorlogstijd' telt
vijftien hoofdstukken, waarin archief
materiaal en persoonlijke verhalen in
elkaar verweven zijn. De jaren dertig
zijn in aanloop naar de oorlog als
beginpunt voor het boek genomen.
Josta: „De hoeveelheid informatie
groeide op een natuurlijke manier.
Jan van Baar van het Regionaal
Archief in Alkmaar heeft ons enorm
op weg geholpen met adviezen
over de aanpak. Onze opzet is,
dat dit boek niet alleen interes-
cv\t>4w'_ uoo"1'
Kees Zonderhuis getooid met
de spullen van Duitse Kareltje.
NAJAARSBIJ LAGE 201 1 fallt
-1 - *i